Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) heeft een evaluatie gemaakt van het uitvoeringsplan van huishoudelijk afval. Zij heeft vastgesteld dat de winkelverkoop in de kringloopcentra in 2019 – dat is nog voor corona - steeg naar gemiddeld 5,5 kilogram per inwoner. Nochtans was de doelstelling 7 kilogram per inwoner tegen 2020. De evaluatie geeft ook aan dat in de huidige context de doelstelling niet binnen handbereik ligt.
Voor de collega’s, zodat iedereen kan volgen: die doelstelling is een specifieke hergebruiksdoelstelling voor de erkende kringloopcentra. Zo zorgen we ervoor dat we een stap zetten richting circulaire economie en meer gebruikmaken van spullen die nog niet op het einde van hun leven zijn.
De evaluatie die de OVAM heeft gemaakt, is belangrijk. De conclusie dat de huidige context niet toelaat om de doelstelling die we eigenlijk voor vorig jaar hadden vastgesteld te bereiken, is ook belangrijk. Want de kringloopsector zelf slaakt al jaren de noodkreet dat hij een tekort heeft aan handen. En als je dan een doelstelling hebt zoals die die we hebben opgelegd met betrekking tot hergebruik, dan hangt het ene natuurlijk wel met het andere samen.
In 2018 hebben ze, op basis van een rondvraag, aangegeven dat er nood is aan zo'n 1500 extra handen, extra werknemers, om de doelstelling van 7 kilogram hergebruik per inwoner te behalen. In 2019 hebben ze nogmaals benadrukt dat ze meer zouden kunnen doen, dat ze werk te over hebben en dat ze aan tweeduizend langdurig werkzoekenden een zinvolle job zouden kunnen geven. En ook in 2020 riep HERW!N, een collectief van sociale circulaire ondernemers, op tot een verdubbeling van jobs in de sociale economie.
Gisteren heeft Europa zijn engagement om richting een vergroening te gaan, opgetrokken naar 55 procent CO2-daling tegen 2030. Dat betekent dat het alle hens aan dek is in alle sectoren die kunnen bijdragen aan vergroening. En dit is nu een sector die in het hart zit, die eigenlijk het allereerste laaghangende fruit is binnen hergebruik, binnen circulariteit, en die we zouden moeten kunnen versterken. Sinds 1 april 2021 zijn er 213 extra voltijdse plaatsen, waarvoor dank. Dat zijn 245 tewerkstellingsplaatsen, door u toegekend aan de maatwerkbedrijven en maatwerkafdelingen die normaal gezien nu operationeel zouden moeten zijn. Minister, tenzij er een tegenbericht is van u, ga ik ervan uit dat zij sinds 1 april ook effectief gestart zijn. Het gaat over 245 plaatsen die zich toespitsen op activiteiten in de circulaire economie. En er zou nu dus ook een tweede oproep komen voor nog eens 50 extra plaatsen.
Maar als u kijkt naar de doelstelling van 7 kilogram hergebruik per inwoner die we hebben vooropgesteld, dan is het duidelijk dat dit een eerste stap is, maar niet voldoende. Er is veel meer nodig om de tewerkstellingsnood in de kringloopsector op te lossen en zo de hergebruiksdoelstelling te realiseren. We moeten hierna zelfs nog naar ambitieuzere doelstellingen kunnen gaan, als we dat pad van de vergroening willen voortzetten. Die doelstelling is voor ons een prioriteit die met stip op één zou moeten staan. We hebben daarnet gehoord hoe belangrijk we het vinden om te werken aan werkbaar werk en hoe belangrijk we het vinden om te werken rond kwetsbare mensen in onze economie. Wel, hier ligt iets waarmee je twee vliegen in één klap zou kunnen slaan, zowel die eerste stap voor een circulaire economie verder versterken, met mensen die vandaag ver staan van de arbeidsmarkt, als het hergebruik van goederen die anders weinig waarde zouden krijgen. Want de kringloopcentra werken met goederen die hun cadeau werden gedaan.
Minister, hoeveel van die 215 extra plaatsen gingen naar de kringloopcentra? Wanneer exact zullen die 50 extra plaatsen waarvan sprake in een vorige vraag, worden gelanceerd?
Hoeveel extra mensen zijn er volgens de prognoses nodig om de doelstelling van 7 kilogram hergebruik per inwoner te realiseren tegen 2022? Corona heeft ons een jaar doen verliezen. Maar goed, dan zouden we dat met twee jaar vertraging mogelijk kunnen maken.
Welke prognose hebt u voor extra jobs in de kringloopsector tegen het einde van deze legislatuur, dus boven op de reeds toegekende 215 en 50, zodat de tewerkstellingsnoden en de noodkreet vanuit de sector naar verdere ondersteuning kunnen worden ingevuld? Welk groeipad hebt u om die maatschappelijke en groene doelen mogelijk te maken?
Bent u bereid om gefaseerd werk te maken van een open contingent voor de maatwerkbedrijven?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Almaci, ik ben uiteraard altijd tot veel bereid. Ik zal proberen een antwoord te formuleren op uw interessante en belangrijke vraag. U hebt het zelf gehad over het groeipad dat we gelanceerd hebben en dat goed is voor zo’n 245 extra jobs. Ik deel met u de ambitie dat er zeker plaats moet zijn in de sociale economie. En de kringloopcentra vormen daar een onderdeel van.
In het groeipad hebben we de focus inhoudelijk gelegd op de ontwikkeling en realisatie van circulaire duurzame bedrijfsactiviteiten. Dus: 100 procent circulair. Maar dat is natuurlijk niet uitsluitend kringloop, want er zijn ook andere sociale-economie-initiatieven die circulair kunnen zijn.
Hoe is dat verdeeld? 21 plaatsen zijn toegekend aan de maatwerkafdelingen binnen reguliere ondernemingen. 192 plaatsen zijn toegekend aan de maatwerkbedrijven. Dat zijn de beschutte en sociale werkplaatsen. Daarvan zijn er 68 plaatsen naar de beschutte werkplaatsen gegaan en 124 naar de sociale werkplaatsen, waarvan 75 plaatsen naar de kringwinkels.
De cijfers tonen aan dat niet alleen bij de kringwinkels, maar ook in veel andere maatwerkbedrijven er een enorm potentieel aanwezig is om via circulaire bedrijfsactiviteiten sociale tewerkstelling te creëren. Je hebt dat rond het levenseinde van goederen, distributie, gebruik van grondstoffen, productie.
We hebben ondertussen nog een nieuw groeipad in gang gezet, nu het VIA6-akkoord definitief is goedgekeurd. Ik werk nu aan de uitwerking daarvan.
Zuurstof geven aan de sociale economie kan op veel manieren gebeuren. We hebben gezien dat er globaal een grote groei aan tewerkstelling is binnen de sector. Maar de effectieve invulling van het toegekende contingent is op sommige plaatsen nog een beetje een probleem. In het najaar van 2020 hebben we de regel van de automatische herverdeling van het onbenutte contingent voor het eerst toegepast. De plaatsen die op die manier vrijkwamen, zijn onmiddellijk herverdeeld onder de maatwerkbedrijven, met een invullingsgraad die hoger is dan 95 procent. Op die manier hebben we bijna 300 plaatsen kunnen herverdelen.
Ik zat daar een beetje mee in, omdat ik dat raar vind, maar het blijkt wel dat dat een belangrijke maatregel is. Want je hebt plaatsen, maar ze moeten natuurlijk wel ingevuld zijn. En er staan ook veel mensen te wachten om tewerkgesteld te kunnen worden.
Ook de vereenvoudiging en de eenduidigheid van het nieuwe kader rond de arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie zullen zorgen voor een betere feitelijke invulling van het beschikbare contingent. Binnen de lokale diensteneconomie wordt ook opgeroepen om het contingent beter in te vullen. We moeten dus boven de 90 procent komen. Ik zie ook toekomst in het ontwerpdecreet individueel maatwerk, om meer mensen in de reguliere circulaire economie tewerk te stellen.
Er is tot slot nog het heel interessante project van de digibanken, waarvoor we 50 miljoen euro voorzien. Ik zie daar een heel grote rol voor kringloopcentra. Maar ze gaan er natuurlijk op moeten willen inspelen. Het gaat om oude computers die je uit elkaar haalt en refurbisht. En dan ga je eigenlijk ook meteen in opleidingen voorzien voor kwetsbare mensen. Ik wil meer kwetsbare mensen bereiken op de plaatsen waar ze komen, en dat is heel vaak in kringloopwinkels. Je kunt daar dus twee grote maatschappelijke zorgen met elkaar combineren. Daar moet nog een projectoproep voor gebeuren. Het is nog in opbouw. Maar ik ga ervan uit dat de kringloopcentra daar onder andere een van de grote trekkers van zullen worden. Daar liggen dus ook grote potentialiteiten op korte termijn.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, stel dat je een prognose zou maken van het hergebruik. In 2018 was het 5,5 kilogram. In 2020 moest het naar 7,7 kilogram gaan. Ik heb in mijn vraag gezegd: laat ons dan 2022 nemen, want we zijn er nu nog niet. We hebben nog een hele weg te gaan. Dan zou je eigenlijk een pad moeten kunnen uittekenen van wat dat betekent aan bijkomende tewerkstelling die nodig is om die anderhalve kilogram verschil te overbruggen. We geven een doelstelling aan OVAM, maar we moeten ook de tools geven aan de verschillende spelers om die doelstelling effectief te kunnen behalen.
In casu gaat het om de kringloopcentra. U geeft het voorbeeld van de pc’s die je uit elkaar kunt halen en upscalen, zodat het opnieuw gebruiksstukken worden.
Dat biedt op zich heel veel mogelijkheden om creatief na te denken over manieren om mensen specifiek daarvoor op te leiden. Ik denk dat er op het vlak van herstel in ons land en zeker in Vlaanderen ontzettend veel mogelijk is. Er waren de afgelopen jaren ook prachtige initiatieven, zoals de repair cafés, die nu door corona echter stil liggen of virtueel plaatshebben. Die groeiden echt van onderuit. Daar kan je echt heel mooie dingen mogelijk maken.
Ik weet ook dat er bij die 215 jobs die nu al gecreëerd zijn in het kader van de duurzame circulaire economie – wat dus breder gaat dan enkel deze topic – bijvoorbeeld fietsherstellers tewerkgesteld werden. Er groeit en beweegt dus heel veel in die sector. De harde realiteit is echter wel dat we een tand bij zullen moeten steken qua ondersteuning. Dat die vraag naar ondersteuning heel terecht is, blijkt ook uit onderzoek. Een onderzoek uit 2019 van Cantillon, Coene en Marchal geeft aan dat wat je nu investeert in middelen om de tewerkstellingsnood in de sector voor hergebruik op te vangen, geen kosten zijn, maar dat de return on investment enorm groot zal zijn. Dit laat zich op verschillende vlakken terugverdienen, omdat het gaat om mensen die anders geen plaats op de arbeidsmarkt kunnen vinden. Dat is dus een besparing op toelagen en een bijkomende inkomst qua belastingen. Bij dit bijzondere schakelmoment, in ons land en ook in Europa, krijgen we een maatschappelijke return van de vergroening van de economie. Dit is echt het moment om dat soort investeringen te doen.
Ik kom dus tot mijn bijkomende vraag. Naast de creatieve insteken die er zijn en waar ik, samen met u, achter sta en waarover we ook met de sector moeten nadenken, is er wel de harde vraag om die anderhalve kilogram te overbruggen en daarvoor de nodige investeringen te doen. Zijn we bereid om dat te doen? Dat behoeft een veelvoud van het aantal jobs dat nu gecreëerd werd, van 215 plus 50. Dat is een eerste stap, maar er is veel meer nodig. Ik herinner u heel graag aan de verkiezingsbelofte van CD&V uit de campagne van 2019 om 7000 extra jobs te creëren in de sociale economie. Wilt u daarvoor een groeipad opstellen, wetende dat de opbrengst een veelvoud zal zijn? U vindt in ons daarvoor in ieder geval een partner.
We zijn blij dat u het CD&V-programma zo goed kent, mevrouw Almaci.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Het groeipad in de sociale economie is al langer gekend. We hebben het er ook al over gehad bij de bespreking van de beleids- en begrotingstoelichting (BBT). Er werd toen ook al aangegeven dat er extra aandacht besteed wordt aan projecten in de circulaire economie. De problematiek van de kringloopwinkels is gekend. Ik heb die in deze commissie ook al ter sprake gebracht. Vorig jaar was het duidelijk dat ze handen te kort hadden. De coronacrisis en de lockdown hebben daar een serieuze invloed op gehad, want mensen gingen meer klussen en er werd meer opgeruimd. Dat is een goede zaak geweest voor de kringloopwinkels. Als we op die manier die afvalberg kunnen verkleinen en ervoor zorgen dat mensen meer gaan hergebruiken, dan zijn we alvast op de goede weg.
Ik ben ervan overtuigd dat er nog andere groeimogelijkheden zijn voor de kringloopwinkels. Die liggen volgens mij niet alleen in een groeipad voor die doelgroepwerknemers. Laat ons daar out of the box denken en met de sector in overleg gaan. Volgens mij zijn er nog heel wat onontgonnen paden op het vlak van innovatie.
Ik heb hierover de volgende vraag. Op welke manier wordt dat onderzocht? Minister, hoe gaat u in overleg met de sector?
We moeten er ook voor zorgen dat we niet terechtkomen in een tunnelvisie. Want de sociale economie gaat veel ruimer dan de kringloopwinkels alleen. Laten we alvast de middelen die er zijn ook zo ruim mogelijk inzetten, zodat ook de andere sociale-economieondernemingen de kans hebben om verder te groeien en zich verder te ontwikkelen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel voor de zeer interessante vraag. Ik heb nog een aanvulling bij de tussenkomst van collega Claes. We zien dat er bottom-upinitiatieven worden genomen om zich efficiënter te organiseren, zeker binnen die duurzame circulaire activiteiten. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de Kringshop. Dat is een multiwebshop waarbij men online tweedehandsgoederen kan aankopen uit zes kringloopwinkels uit heel Vlaanderen. Die kan een groot publiek aantrekken.
Dat is ook een bijdrage aan de circulaire economie. Als er meer potentiële klanten voor de webshop zijn, vergroot dit de kans dat iemand de tweedehandsspullen kan gebruiken en voor een toegankelijke prijs zal aankopen.
Minister, hebt u weet van andere kringwinkels die zich bij dit initiatief zouden willen aansluiten? Ziet u deze bottom-up initiatieven ook in andere domeinen ontstaan? Bent u bereid om met betrekking tot de domeinen waar dat niet het geval is top-down aanbevelingen te doen, zodat daar efficiëntiewinsten kunnen worden geboekt?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Claes, u hebt me gevraagd of ik met de sector overleg pleeg. Het is ongelooflijk hoe vaak met de sector wordt overlegd.
Mevrouw Almaci, een aantal van uw deelvragen komen letterlijk uit de besprekingen die we met de sector hebben gevoerd. Dat is geen kritiek. U hebt gevraagd of ik met de sector onderhandel. Ik doe dat absoluut en uw vraag kwam heel herkenbaar over, want ze kwam uit een zeer recent verleden. Dat gebeurt niet enkel met Vlaamse volksvertegenwoordigers van de oppositie. Het zijn ook soms Vlaamse volksvertegenwoordigers van de meerderheid.
Het is belangrijk niet in een ivoren toren te zitten.
Mevrouw Almaci, daar moet u zich in mijn geval zeker geen zorgen om maken. Er is een terecht spanningsveld tussen het enorme potentieel voor de kringloopeconomie, met de doestelling inzake 7 kilogram aan hergebruikte goederen, en de vraag naar plaatsen in de sociale economie. Die plaatsen worden in hoge mate gesubsidieerd. Het gaat om 55 procent van de loonkosten. Ik vind dat we erover moeten durven nadenken of dergelijke jobs in de circulaire economie ook in een ander model en niet enkel door middel van een tewerkstellingssubsidie voor de sociale economie mogelijk zijn. Moeten we niet durven nadenken over een veel sterkere samenwerking met de reguliere economie?
Het is een en-enverhaal. Dat is trouwens helemaal iets voor CD&V. Het gaat om de sociale economie en de reguliere economie en om de overheidsinvesteringen en private investeringen. Het akkoord van het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) ‘Alle hens aan dek’ omvat een actie, speerpunt 18, om de ondernemingen in de sociale economie met nieuwe, duurzame innovatiebedrijfsopdrachten te laten transformeren in de richting van de circulaire economie. Dat is van belang, want ik denk dat elk bedrijf in Vlaanderen op den duur circulair zal worden of een onderdeel van de circulaire keten zal worden. Ook met het individueel maatwerk maak ik echt werk van het creëren van nieuwe jobs. Dat is allemaal van belang.
Mevrouw Claes, ik heb in mijn inleiding zelf gesteld dat de sociale economie uiteraard meer dan de kringwinkels is. Dat is een terechte opmerking. Er zijn prachtige duurzame circulaire projecten in de voormalige beschutte werkplaatsen. Wat innovatie en sociale economie betreft, zet de oproep in het VESOC-akkoord net in op innovatie. Dat is goed voor 10 miljoen euro aan projecten.
Mevrouw Vandromme, ik ben uiteraard blij met de bottom-up projecten. Ik ondersteun innovatieve projecten door middel van de periodieke oproep in verband met innovatie in de sociale economie. Ik weet niet of ik u nog meer concrete voorbeelden kan geven. Daarvoor moet ik mijn kabinet raadplegen.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, ik ben het eens met de sprekers die stellen dat de sociale economie meer dan enkel de kringloopcentra is. U hebt verklaard dat we moeten nadenken over een ander model, waarin de reguliere economie ook dergelijke zaken doet. Dat klopt, maar mijn vraag om uitleg gaat heel specifiek over de opdracht en de specifieke hergebruiksdoelstelling die de Vlaamse overheid de circulaire kringloopcentra in het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval heeft gegeven. Het is voor burgers die dit eventueel volgen belangrijk dat we weten waarover we het hebben. Dat is het uitgangspunt van mijn vraag om uitleg. De Vlaamse Regering en de Vlaamse meerderheid hebben de circulaire kringloopcentra verteld dat ze de doelstelling van een aantal jaren geleden, een hergebruik van 5,5 kilogram aan goederen, tegen 2020 tot 7 kilogram moesten optrekken. Dat is een overbrugging van anderhalve kilogram.
Ik heb in mijn vraagstelling gesteld dat dit niet meer haalbaar is. 2020 was vorig jaar. Ik heb voorgesteld naar 2022 te gaan, maar dan moet de Vlaamse overheid een inspanning leveren. De Vlaamse Regering kan een heel specifieke sector geen doelstellingen opleggen en vervolgens verklaren dat we ook naar de andere deelaspecten moeten kijken. Dat is een filosofisch debat, maar de sector heeft een opdracht gekregen en heeft gesteld hiervoor handen nodig te hebben. Dat wordt een veelvoud van de 245 arbeidskrachten die ze hebben gekregen en de 50 arbeidskrachten die nog volgen. U hebt net omstandig uitgelegd dat die 245 arbeidskrachten voor meer dan enkel de kringloopcentra zijn bedoeld. We zien dan natuurlijk dat er een probleem is.
Dan moet je eerlijk zijn en zeggen dat je het eigenlijk onmogelijk maakt voor die circulaire kringloopcentra om die doelstellingen te halen met de middelen die gegeven worden, ondanks het feit dat we uit het onderzoek van onder meer mevrouw Cantillon weten dat, als je daarin investeert, het resultaat een veelvoud aan opbrengsten zal zijn. Ik begrijp het dus niet. Je moet een groeipad maken waarmee de circulaire kringloopcentra hun doelstelling kunnen halen. Daarmee maken wij richting Europa onze ambitie waar om circulair te gaan op het allerlaagste niveau, hergebruik. We moeten dus nadenken over een ander model. Is sociale economie meer dan kringloopcentra? Ja! Maar als jullie een doelstelling bepalen in het Vlaamse uitvoeringsplan huishoudelijk afval, specifiek voor circulaire kringloopcentra, dan kun je daarna niet al die andere argumenten aanhalen om te zeggen dat die doelstelling ook door anderen kan worden waargemaakt. Want jullie hebben die doelstellingen specifiek aan hen opgelegd.
Ik besluit dus dat er een groeipad nodig is, en ik hoop oprecht dat er huiswerk wordt gemaakt, en dat die kringloopcentra met hun noodkreet voor meer handen niet het antwoord krijgen dat er meer moet worden geïnnoveerd. Je kunt innoveren, maar de noodzaak aan meer handen die die innovaties in goede banen leiden, dat kun je niet oplossen, tenzij je erin durft te investeren. Als je een doelstelling bepaalt moet je ook het kader creëren waarin men die doelstelling kan halen. Ik roep echt op om dat gewoon waar te maken in deze legislatuur. Dat heeft CD&V in haar campagne ook naar voren gebracht, en daar zijn wij als groene partij grote pleitbezorger voor; we zijn daarin dus ook een partner. Anders geraken we nooit aan die 7 kilo.
Ik zal volgend jaar de vraag stellen waar we staan. Ik zal dat opvolgen bij de OVAM. Maar ik vrees dat er een rechtstreekse link is tussen het gebrek aan inspanningen – de eerste goede stap is gezet, u zult mij niets anders horen zeggen – en de richting waarin we uitgaan. Laat ons bij het topic van de vraag blijven. En dan is mijn vaststelling vandaag, met de antwoorden die ik gekregen heb, dat er meer nodig zal zijn om de kloof te overbruggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.