Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister-president, Vlaanderen besteedt jaarlijks ruim 30 tot 40 miljard euro aan overheidsaankopen, en dat is natuurlijk een belangrijk economisch potentieel. In uw beleidsnota ICT en Facilitair Management 2019-2024 van 8 november 2019 hebt u gesteld dat u het belangrijk vindt dat de Vlaamse overheid haar koopkracht gebruikt om innovatie en circulariteit te stimuleren. Toekomstgericht aanbesteden en innovatiegerichte overheidsopdrachten moeten de behoeften van de entiteiten op een innovatieve en duurzame wijze invullen en innovatieve marktspelers stimuleren.
U zei daarover in de beleidsnota: “Ik zet in op overheidsopdrachten die de circulaire economie stimuleren. Tijdens deze regeerperiode zet Het Facilitair Bedrijf betekenisvolle stappen tot circulaire facilitaire aankopen. Ik vind het ook belangrijk dat entiteiten worden ondersteund om te kiezen voor duurzame en circulaire oplossingen. Aanvullend aan de verlaging van de ecologische voetafdruk, betekent een circulaire economie ook meer lokale jobs voor onze Vlaamse economie, en daar wil ik voluit mijn schouders onder zetten.” In uw laatste beleids- en begrotingstoelichting hebt u verder verduidelijkt dat een relevant gedeelte van de geplaatste overheidsopdrachten zich tot kmo’s dienen te richten.
Minister, kunt u nader duiden op welke manier de keuze voor duurzame en circulaire aankopen concreet aangemoedigd wordt? Welke stappen werden er door Het Facilitair Bedrijf reeds gezet op het vlak van circulaire aankopen?
In welke mate is duurzaamheid een vast criterium geworden bij het beleid inzake overheidsopdrachten bij de Vlaamse overheid?
Op welke manier wordt het belang van en de aandacht voor duurzaamheid ook uitgerold naar de verzelfstandigde agentschappen toe?
In welke mate worden de overheidsopdrachten inmiddels geplaatst bij kmo’s? Welke richtlijnen werden er dienaangaande aan de Vlaamse overheidsdiensten gegeven?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer De Roo, u vraagt op welke manier de keuze voor duurzame en circulaire aankopen concreet aangemoedigd wordt. Het inzetten op duurzame en innovatieve overheidsopdrachten is een van de strategische doelstellingen van het beleid inzake overheidsopdrachten. Het Facilitair Bedrijf verduurzaamt de facilitaire dienstverlening en het vastgoed binnen de Vlaamse overheid. Het heeft als kenniscentrum een informerende en sensibiliserende rol, onder meer op het vlak van duurzame overheidsopdrachten.
Ik geef graag een selectie uit de acties die Het Facilitair Bedrijf neemt op het vlak van duurzame en circulaire overheidsopdrachten.
Het Facilitair Bedrijf is aangeduid als enige aankoopcentrale voor gangbare en gebruikelijke ondersteunende goederen en diensten. Het biedt een catalogus aan met raamovereenkomsten waarop alle entiteiten van de Vlaamse overheid op eenvoudige wijze duurzame goederen en diensten kunnen bestellen. Het Facilitair Bedrijf verduurzaamt deze raamovereenkomsten maximaal, evenwel zonder de klantentevredenheid en de verhouding prijs-kwaliteit uit het oog te verliezen. De duurzaamheid van de raamovereenkomsten wordt onder meer ook gewaarborgd door het ISO 14001-certificaat dat Het Facilitair Bedrijf in 2020 behaalde.
Naast de vaste catalogus aan raamovereenkomsten werkt Het Facilitair Bedrijf ook aan overheidsopdrachten die nog een stap verder gaan op het vlak van circulariteit. Zo zijn er raamovereenkomsten voor ‘refurbishment’ van meubilair en werd een meerpartijenovereenkomst getekend waarmee circulair papier wordt aangekocht.
Het Facilitair Bedrijf zet ook belangrijke stappen op het vlak van circulair bouwen. In verschillende bouwprojecten worden circulaire elementen of principes verwerkt. Het meest in het oog springende voorbeeld daarvan is het project Kantoor2023. De kennis en ervaring die Het Facilitair Bedrijf vergaart op het vlak van circulair bouwen, deelt het via zijn deelname aan de Green Deal Circulair Bouwen van Vlaanderen Circulair. Die kennisdeling blijft niet beperkt tot andere overheden, maar spreidt zich ook uit tot de private spelers die aan de Green Deal deelnemen.
U vroeg ook hoe duurzaamheid een vast criterium geworden is. Duurzaamheid is een belangrijk aspect binnen het beleid inzake overheidsopdrachten. Dit beleid zit verankerd in het Vlaams plan overheidsopdrachten, dat in 2016 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Een opvolger voor dit plan is in de maak en zal deze doelstelling bestendigen en versterken met concrete overkoepelende acties. Alle entiteiten van de Vlaamse overheid worden hierbij gestimuleerd om hun koopkracht en overheidsopdrachten aan te wenden om duurzaamheidswinsten te genereren. En doordat wij nu als unieke aankoopcentrale fungeren, kunnen we dat met nog meer kracht realiseren.
De website ‘Overheidsopdrachten en raamcontracten’ van de Vlaamse overheid biedt een uitgebreid instrumentarium dat aanbesteders ondersteunt bij het verduurzamen van hun overheidsopdrachten. Naast handleidingen en goede voorbeelden staan op deze website modelclausules en duurzaamheidscriteria voor heel wat productgroepen, van textiel over groenbeheer tot drukwerk.
Er zijn diverse initiatieven waarbij de kennis rond duurzame overheidsopdrachten wordt gebundeld en gedeeld onder de personeelsleden van de Vlaamse overheid. Zo is er het kennisnetwerk overheidsopdrachten waar ervaringen en goede praktijken worden uitgewisseld. Aankopers van de Vlaamse overheid kunnen terecht bij het centraal aanspreekpunt duurzame overheidsopdrachten voor informatie en ondersteuning. En de Green Deal Circulair Aankopen was met meer dan honderd circulaire aankoopprojecten één groot ‘living lab’ voor de circulaire economie. Binnen Vlaanderen Circulair blijft circulair aankopen een belangrijke hefboom om de circulaire economie verder uit te rollen.
Daarnaast lopen er ook verschillende overkoepelende projecten rond de verduurzaming van overheidsopdrachten. Zo participeert de Vlaamse overheid in het project van de CO2-prestatieladder, dat erop gericht is om de CO2-uitstoot bij overheidsopdrachten van werken en in de bouwsector te reduceren. Er loopt ook een project TruStone, om het risico op schendingen van mensenrechten en fundamentele arbeidsnormen in de productieketens van natuursteen tegen te gaan. Merk op dat het in beide gevallen gaat om initiatieven die zowel door de aanbestedende overheden als de private marktspelers worden gedragen. De transitie naar een duurzame en circulaire economie veronderstelt samenwerking en partnerschap.
U vraagt ook hoe dat gaat voor de verzelfstandigde agentschappen. De initiatieven en acties die ik hierboven heb toegelicht, zijn gericht op de hele Vlaamse overheid, dus uiteraard inclusief de verzelfstandigde agentschappen. Vanuit het plan overheidsopdrachten worden ook zij gestimuleerd om hun overheidsopdrachten aan te wenden om de strategische doelstellingen te realiseren. In de praktijk zijn de verzelfstandigde agentschappen hierin vaak een belangrijke speler, zoals bijvoorbeeld Vlaanderen Circulair, dat wordt ondersteund door een multidisciplinair team dat is ingebed bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM).
Hoe zit het bij de kmo’s? Een van de strategische doelstellingen van het Vlaams plan overheidsopdrachten bestaat erin om de deelname van kmo’s aan overheidsopdrachten te bevorderen. Entiteiten van de Vlaamse overheid moeten rekening houden met de kenmerken van de markt en op een correcte wijze omgaan met eisen en criteria teneinde een gelijk speelveld voor kmo’s te creëren.
Voor opdrachten van een grote omvang die betrekking hebben op werken, leveringen en diensten die kmo’s aanbieden, wordt nagegaan of deze in percelen verdeeld kunnen worden, voor zover het voorwerp en de aard van de opdracht dit toelaten en dit verenigbaar is met de financiële en economische efficiëntie en kwaliteitsgarantie.
De Vlaamse overheid heeft bovendien sterk ingezet op de uitrol van elektronische facturatie, wat leidt tot een vermindering van de administratieve last voor kmo’s en tot een efficiënter verloop van het betalingsproces.
Met Sandbox Vlaanderen experimenteert de Vlaamse overheid met start-ups en innovatieve ondernemingen om het potentieel van nieuwe technologieën in te schatten en nieuwe oplossingen te introduceren in de werking van de Vlaamse overheid.
Met het project ‘kopen bij start-ups’ wordt de toegang tot overheidsopdrachten voor jonge, innovatieve ondernemingen vergemakkelijkt. Het project zorgt voor een betere bekendmaking van overheidsopdrachten, meer op maat van start-ups. Overheden die initiatieven of opdrachten onder de aandacht van start-ups willen brengen, kunnen die op de marktplaats aanmelden. Start-ups kunnen nog geen ervaring voorleggen. Voor hen wordt dus een uitzondering gemaakt, zodat ze kunnen meedingen. Om de opdrachten die verschijnen op deze marktplaats optimaal te verspreiden, wordt gebruikgemaakt van het netwerk van Sandbox Vlaanderen. Een leidraad en vereenvoudigde opdrachtdocumenten zijn beschikbaar voor aankopers.
Voor de rapportering in overheidsopdrachten heeft de Vlaamse overheid de module eDelta Vereenvoudigde Registratie ontwikkeld.
Momenteel loopt een samenwerkingsproject tussen Het Facilitair Bedrijf, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en het Agentschap Informatie Vlaanderen om het element ‘kmo-bepaling’ op te nemen in de standaardrapporten. Er wordt naar gestreefd om in het tweede kwartaal van dit jaar structureel over de deelname van kmo’s aan overheidsopdrachten te kunnen rapporteren.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord.
Ik onthoud vooral dat de diverse aspecten van duurzaamheid sterk naar boven komen, zowel het maatschappelijke als het ecologische en voor een deel ook het economische. Ook het sociale stuk komt aan bod, wat op zich goed is.
Wat u zegt over de start-ups, is inderdaad een knelpunt of iets waar nog groeimarge voor de overheid is om ze te bereiken met een aantal overheidsopdrachten. Het is een heel grote markt, die de start-ups natuurlijk ook kunnen aanspreken.
Ik vind het vooral belangrijk dat het goed kan worden opgevolgd. Ik ben tevreden dat u zegt dat er in de tweede helft van dit jaar een structurele rapportage komt rond kmo's.
In het tweede kwartaal.
Dan heb ik het verkeerd verstaan. In het tweede kwartaal.
Ik vroeg me af op welke tijdstippen en met welke frequentie de rapportering in het algemeen en de opvolging van de duurzaamheid wordt nagekeken. U hebt gesproken over het ISO 14001-certificaat. Er zijn een aantal raamcontracten, maar duurzaamheid is een evoluerend begrip. Om de hoeveel tijd wordt er een deel herzien en hoe wordt dat gemonitord?
De heer Schiltz heeft het woord.
Mijnheer De Roo, ik dank u voor uw excellente vraag. Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik herinner mij dat ik in de vorige legislatuur aan collega Muyters ook dergelijke vragen heb gesteld. We hadden toen epische uitwisselingen over hoe de Vlaamse overheid, zoals elke overheid, een moeilijk evenwicht moet nastreven om enerzijds als een goede huisvader op de centen te letten en de diensten zo goedkoop mogelijk aan te kopen, en anderzijds haar verantwoordelijkheid als leading customer moet nemen en innovaties van eigen bodem, en zeker duurzame transitie, in gang moet zetten. Het is een permanent moeilijk evenwicht. We kunnen natuurlijk de turbokampioen van de duurzaamheid worden en dan zoveel keer meer het bedrag uitgeven dan we anders zouden uitgeven.
Dat geldt nog meer voor start-ups. Ik ben heel blij te horen dat u zeker dit segment, waar er veel innovatiepotentieel is in Vlaanderen en waar een sterk netwerk aan kennis wordt ontwikkeld, meer ruimte geeft. Ik begrijp ook dat men enigszins behoedzaam moet zijn. Het is niet omdat het een start-up is die zich in de duurzame periferie etaleert, dat het ook een succesvolle start-up is en dat de diensten die de overheid daar aankoopt, ook van voldoende kwaliteit zijn. Anders zijn we natuurlijk verder van huis: dan is zowel de Vlaamse overheid als klant, maar ook de duurzaamheid als concept, er niet mee gebaat.
Minister-president, mijn bijkomende vraag is dan ook hoe die kwaliteitsaanduiding of dat label van duurzaamheid bij de Vlaamse overheid gehanteerd wordt. Hoe wordt dat criterium bepaald dat zegt wat een duurzame aankoop is, en dergelijke meer? En wordt dat label, die drempel of die kwaliteitsaanduiding ook gebenchmarkt met andere Europese steden en regio’s?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Als het gaat over circulaire economie en wat wij als Vlaanderen doen, dan denk ik dat we echt niet beschaamd hoeven te zijn. Ik denk dat wij momenteel op de eerste of maximaal de tweede plaats staan binnen de Europese regio’s als het gaat over circulaire economie en over de manier waarop de overheid haar engagementen nakomt, samen met de privésector, samen met de onderzoeksinstellingen enzovoort. Dat werd onlangs ook nog bekrachtigd door een uiteenzetting van een groene politica uit Zweden. Zonder dat we dat hadden gevraagd toonde ze een slide van Circular Flanders, met alles erop en eraan, en ze gaf daar ook een omstandige uitleg over. We doen het dus eigenlijk wel goed, al zal dat zeker met vallen en opstaan zijn in de toekomst.
Ik had nog een bijkomend vraagje. Als Het Facilitair Bedrijf die zaken uitwerkt, dan kunnen gemeenten soms ook op die raamcontracten intekenen. De vraag is ook wat er hier gebeurt rond het circulaire, en of ook gemeenten dan van dergelijke raamcontracten gebruik kunnen maken om ook lokaal hun procedures zo duurzaam mogelijk te maken. Is er interactie tussen het lokale niveau en wat al uitgewerkt is op Vlaams niveau?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega De Roo, op uw vraag moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik kan dat wel eens bekijken als u wilt, en het aan het verslag toevoegen. Dan kunnen we dat zo opvangen.
Mijnheer Schiltz, wat het label duurzaamheid betreft: op de website ‘Overheidsopdrachten en raamcontracten’ van de Vlaamse overheid staat een uitgebreid instrumentarium dat aanbesteders ondersteunt bij het verduurzamen van hun overheidsopdrachten. Je vindt daar handleidingen en goede voorbeelden, maar ook modelclausules en duurzaamheidscriteria voor heel wat productgroepen. Dat gaat van textiel over groenbeheer tot drukwerk. We hebben dus bij wijze van spreken een database van samples waar men gebruik van kan maken.
Collega Gryffroy, wij sluiten inderdaad regelmatig raamovereenkomsten, waar ook de gemeentebesturen op kunnen intekenen. Zo gaan we nu bijvoorbeeld testen aankopen in het kader van corona, en daar kunnen ook de gemeentebesturen en het bedrijfsleven gebruik van maken. De knowhow van Het Facilitair Bedrijf staat dus ook ter beschikking van de lokale besturen. Maar het is misschien een goed idee om dat wat meer te systematiseren, want ik denk dat dat vandaag meer een ad-hocgebeuren is. Die suggestie om meer te systematiseren neem ik mee.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister-president, bedankt om het na te vragen. Ik dank ook de collega’s voor de aanvullingen. Het zijn inderdaad zaken die ik ook ondersteun: kostprijs versus duurzaamheid, welk evenwicht zoeken we daarin? Dat zal een constante zoektocht zijn. Ik vind het ook een terechte suggestie van collega Gryffroy om onze gemeenten ook meer te ondersteunen in de duurzame circulaire stappen die we vanuit Vlaanderen nemen. Ik dank u voor uw antwoord, en we kijken uit naar het vervolg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.