Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, op 22 maart hebben we de slachtoffers van de gruwelijke aanslag door IS in Brussel herdacht. Het was toen exact vijf jaar geleden dat 32 mensen om het leven kwamen in de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek. Er raakten bijna 700 mensen gewond. In september dit jaar zou het proces over de aanslagen in Parijs in Frankrijk plaatsvinden. Hierna zou dan mogelijk pas in september 2022 het proces over de aanslagen in Brussel volgen. De slachtoffers krijgen te maken met administratieve rompslomp, met juridische vragen, met hun rol in het monsterproces. Voorheen bleek bijvoorbeeld de federaal beoogde versnelling van verzekeringsuitkeringen en medische terugbetalingen ook niet eenvoudig. In die zin hebben de meesten ook na de aanslag al heel wat meegemaakt.
Daarom zou ik u graag volgende vragen willen stellen. Hoeveel mensen werden tot nu toe ondersteund door de diensten slachtofferonthaal en waar hebben zij de slachtoffers tot nu toe in bij gestaan? Gaat dit om administratieve, juridische vragen?
Het is inmiddels duidelijk dat de procesvoering voor assisen enorme proporties zal aannemen. Dat is uiteraard een federale keuze. Leidt dat gegeven ook tot specifieke ondersteuning vanuit de Vlaamse diensten?
Worden er ook buitenlandse slachtoffers ondersteund, of zullen wij hen ook bijstaan?
Hebt u een zicht op de Vlaamse personeelsinzet die met dit alles gepaard gaat?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega De Vreese. Het is natuurlijk verschrikkelijk wat de slachtoffers de afgelopen jaren meemaken.
De dienst slachtofferonthaal van het Nederlandstalige justitiehuis in Brussel heeft sinds de aanslagen in 2016 al 683 personen ondersteund in het dossier rond de aanslagen. Het gaat over het geven van informatie over bijvoorbeeld de procedure, hun rechten als slachtoffers, hoe het zit met schadevergoeding, financiële hulp, het deskundigenverslag.
Anderzijds wordt er ook bijstand verleend tijdens de gehele gerechtelijke procedure, bijvoorbeeld tijdens de vergadering met de wetsgeneesheren en het Disaster Victim Identification team (DVI-team), tijdens de burgerlijke partijstellingen voor de onderzoeksrechter, bij de teruggave van persoonlijke bezittingen en in beslag genomen voorwerpen, bij de inzage van het dossier, op de zitting van de raadkamer enzovoort.
Maar de grootste taak moet natuurlijk nog komen, zoals u ook hebt gezegd, en daar zijn we de afgelopen maanden, weliswaar in stilte, al mee begonnen, zodat we de vele slachtoffers – het gaat om een vijfhonderdtal slachtoffers, uit binnen- en buitenland, met dertig verschillende nationaliteiten – tijdens het proces, dat in september 2022 zal starten, zo goed mogelijk kunnen bijstaan, toch wat het Vlaamse deel betreft. Ik heb aan de justitiehuizen gezegd dat we, als we kijken naar de taakstelling en als we de slachtoffers die daar een beroep op willen doen, maximaal willen ondersteunen, daar minstens veertig justitieassistenten voor nodig hebben. Ik weet niet in hoeverre het klopt, maar ik lees in de kranten dat de Federale Regering twee of drie mensen ter beschikking zou stellen, via onderaanneming, en ik begrijp dat eigenlijk niet. Als je de slachtoffers op een deftige manier wilt begeleiden, dan denk ik dat we minstens veertig justitieassistenten op die taak zullen moeten zetten.
Om ons zo goed mogelijk op dit proces voor te bereiden, gaan we in april een interne werkgroep opstarten met justitieassistenten en de hr-dienst om de interne voorbereidingen te treffen. Hiervoor zullen we de krachten van verschillende diensten slachtofferonthaal binnen verschillende justitiehuizen bundelen. Voor de zomer start er ook een werkgroep met het federale parket en de Franstalige justitiehuizen voor inhoudelijke afstemming, zodat de voorbereidingen ook echt goed en vlot verlopen. De zittingszalen, het voorzien van tolken en het digitaal volgen van het proces, dat zijn zaken die federaal geregeld worden, maar het is van belang voor de justitiehuizen om daar een rol in te spelen, bijvoorbeeld door een aparte zaal voor slachtoffers te vragen of door ervoor te zorgen dat we buitenlandse slachtoffers ook digitaal kunnen bijstaan. Naast ‘live’ digitale bijstand zullen we voor de buitenlandse slachtoffers ook voorzien in webinars, waarbij het verloop van een dergelijk proces wordt uitgelegd.
Er ligt dus heel wat werk voor de boeg, maar de voorbereidingen zijn bezig. In het verleden hebben we al heel wat slachtoffers begeleid, en ik vind het van groot belang dat we dat naar 2022 toe op een goede en intensieve manier doen, zodat Vlaanderen en de Vlaamse justitie de slachtoffers op een zo goed mogelijke manier begeleiden.
Ik hoop ook dat de federale overheid doet wat ze moet doen volgens haar bevoegdheden, zodat die slachtoffers echt op een goede manier worden bijgestaan. Als je de getuigenissen leest, dan is het al verschrikkelijk genoeg. Dan moeten we die slachtoffers vanuit de Vlaamse justitie zeker begeleiden.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, zolang het proces nog niet van start is gegaan – het gaat pas in 2022 van start –, is dit natuurlijk iets wat blijft sluimeren bij de slachtoffers en is dit ook mentaal belastend. Ze zijn slachtoffers geworden omdat terroristen het hart van onze samenleving wilden treffen, met als doel de samenleving te destabiliseren. We zijn het de slachtoffers van terreur verschuldigd om hen zo goed als mogelijk te ondersteunen. Dit proces weegt op hen, natuurlijk, en daarom denk ik dat het belangrijk is om hen zeer actief en proactief te tonen dat die ondersteuning er komt. U verwijst heel terecht naar het federale niveau, omdat het een gedeelde bevoegdheid is, maar ik zie dat u – en daar ben ik zeer blij mee – een zeer proactieve houding aanneemt en dat u met de diensten en met de justitieassistenten binnen de bevoegdheden volledig inzet op de nodige aanwerving van of bijstand door justitieassistenten. Ik hoor inderdaad ook dat er een interne werkgroep komt in april.
Er is nog tijd. U bent er volop mee bezig en ik wil u daar zeker en vast in ondersteunen. Ik denk dat er een belangrijke taak is weggelegd voor jullie. Ik heb daar op dit moment geen verdere vragen over, maar ik denk dat het inderdaad een mooie hulp kan zijn voor die slachtoffers om hen de komende periode, richting het proces, bij te staan.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil nog toevoegen dat we, zoals ik heb gezegd, nu alles aan het voorbereiden zijn. Ik vind ook dat we dat door onze justitieassistenten zelf moeten laten doen. We gaan dat niet uitbesteden. Ik vind dat van groot belang.
We hebben gezegd dat we in eerste instantie een veertigtal justitieassistenten zullen moeten vrijmaken. Ook zij zullen goed voorbereid moeten zijn om die begeleiding op een juiste manier te doen. De werkgroepen zijn ook van start gegaan, dus we zullen alles goed afstemmen, zodat we dit zo goed mogelijk doen. Het is, denk ik, al erg genoeg voor de slachtoffers.
De vraag om uitleg is afgehandeld.