Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de nood aan extra gezondheidsonderzoek naar de effecten van de uitstoot van zware metalen door het bedrijf Umicore in Hoboken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Op 17 maart zond het VRT-onderzoeksmagazine Pano een reportage uit over de gezondheidstoestand van de inwoners in Hoboken, mensen die verbleven en nog altijd verblijven in de buurt van de fabriek van Umicore daar. Die fabriek staat daar al tientallen jaren en is verantwoordelijk voor de uitstoot en voor de verontreiniging van de bodem in die buurt met hoge hoeveelheden van zware metalen, waaronder lood, cadmium en arsenicum. Veel van deze verontreiniging gaat terug naar een tijd waar men zich onvoldoende bewust was van de gevaren en de gezondheidsrisico's. Maar intussen is dat bewustzijn er zeker wel. Het was dan ook verbazend om te zien hoe volgens deze reportage de bewoners van de huizen in de buurt van deze fabriek onvoldoende beschikken over de meest recente gezondheidsinformatie, en dus ook dat de gezondheidsrisico's die zij nog altijd lopen, amper ondervangen worden vanuit de verschillende overheden in dit land.
Een concreet voorbeeld uit de reportage betreft de drempelwaarde van lood per deciliter bloed. De milieuvergunning legt een drempelwaarde op die maar liefst dubbel zo hoog is als de drempelwaarde die wordt geadviseerd door het agentschap Zorg en Gezondheid sedert 2012, dus al bijna tien jaar. In de praktijk gebruikt men wel de drempelwaarde van het agentschap Zorg en Gezondheid bij staalnames, maar als er overschrijdingen zijn van die drempelwaarde, blijkt dat zonder gevolg te blijven. Ook de hoeveelheden cadmium en arsenicum zijn te hoog voor wat als gezond beschouwd wordt, maar daar blijkt nauwelijks aandacht voor.
Ondertussen blijft dat gebied bewoond en blijven de gezondheidsklachten van de mensen die daar wonen, zich opstapelen. Men stelt het vast bij kinderen, maar er is weinig zicht op de schade aan de gezondheid van mensen die daar destijds verbleven, en soms vele decennia later zware gezondheidsklachten krijgen. Die gegevens worden blijkbaar niet bijgehouden.
Minister, hebt u kennis kunnen nemen van deze reportage? Zo ja, kunt u bevestigen dat ze een waarheidsgetrouw beeld van de feiten geeft?
Klopt het dat uw agentschap een drempelwaarde van loodvergiftiging hanteert die half zo hoog is als deze in de milieuvergunning? Zo ja, waardoor is de drempelwaarde die u hanteert, dan ingegeven?
Vindt u het desgevallend niet vreemd dat de milieuvergunning van de fabriek andere metaalwaarden hanteert voor de uitbating? Zijn hier vanuit uw agentschap, van u of eventueel een voorganger, ooit acties ondernomen om deze discrepantie aanhangig te maken bij de bevoegde collega's, teneinde een herziening van de vergunning of, indien dat niet mogelijk geweest zou zijn, meer ingrijpende maatregelen te nemen om de volksgezondheid van de mensen daar te beschermen? Ik denk bijvoorbeeld aan het longitudinaal volgen van gezondheidsgegevens van deze bewoners, zoals dat in het buitenland wel al het geval is.
In de reportage wordt heel duidelijk gesteld dat er, naast een teveel aan lood, ook een teveel is aan cadmium en arsenicum in de omgeving. Kunt u dit bevestigen en, zo ja, welke zijn de geassocieerde gezondheidsrisico's? Hoe wilt u ervoor zorgen dat Vlamingen met een domicilie in de buurt van de fabriek hiervan gevrijwaard worden?
Het voorzien van correcte informatie aangaande de gezondheid is ook onderdeel van de Vlaamse bevoegdheden inzake preventie. In de reportage werden een aantal voorbeelden aangehaald van elementen waar deze gezondheidsinformatie richting omwonenden te wensen overliet. Ik denk aan de passage over de communicatie waarbij men zegt dat bepaalde drempelwaarden analoog zijn aan deze van vorig jaar, terwijl die het voorafgaande jaar ook al onrustwekkend hoog waren. Er wordt ook heel weinig nadruk gelegd op sommige aspecten van de gezondheid. Welke stappen zult u ondernemen om de omwonenden correct te informeren over de gezondheidsrisico's, zowel op korte als op lange termijn, door een te hoge blootstelling aan deze metalen?
De heer Annouri heeft het woord.
Zoals collega Van den Bossche net aangehaald heeft, was er op 17 maart een Panoreportage en was er ook een artikelenreeks in Knack, die heeft blootgelegd en nog eens heeft bevestigd waarover we hier al een paar keer gedebatteerd hebben, namelijk de loodvervuiling van Umicore en de impact daarvan op de omwonenden en vooral op de kinderen.
We weten door de meest recente metingen dat de aanvaardbare grens van microgram lood per deciliter bloed werd overschreden. Dat werd allemaal nog eens heel erg bevestigd. Het agentschap Zorg en Gezondheid meet en zet de grens op 5 microgram, terwijl men in de milieuvergunning van Umicore spreekt over 10 microgram. 5 is dus dubbel zo scherp, wat goed is, maar het is voor een groot stuk achterhaald. Experten zeggen vandaag immers dat het aanvaardbare gehalte voor jongeren nul is. Dat is het beste. Zelfs de impact van 1 of 2 microgram kan schadelijk zijn. Stap dus af van te denken dat er een aanvaardbare ondergrens is, want dat is niet meer het geval. Dus ziet men dat er vandaag nog een heel groot probleem is.
In opdracht van Pano en Knack werden nu ook metingen van stuifmeel uit een bijenkast op enkele honderden meters van de fabriek verricht door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Het ILVO stelde verbijsterend hoge waarden vast, niet enkel van lood, bijna acht keer boven de norm, maar ook van cadmium, bijna vier keer boven de norm, en van arseen, bijna negen keer boven de norm – en dit in een dichtbevolkte wijk in Antwerpen, die heel volks is en waar heel veel mensen met heel veel graagte en plezier wonen en opgroeien. Ook de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) meet op haar meetpunten in Hoboken hoge concentraties van arseen en cadmium in fijn stof. De concentraties gemeten in Hoboken zijn de hoogste van heel Vlaanderen.
Ik wil heel graag de trofee van de nummer één van Vlaanderen op de hoed van Antwerpen steken, maar in dezen doe ik dat absoluut liever niet. Dit is vooral een zeer verontrustende zaak. De vervuiling met arseen en cadmium is dus ook een reëel probleem en bleef al jaren onder de radar, terwijl het om zware metalen gaat die zeer gevaarlijk zijn voor de gezondheid van mensen van alle leeftijden, niet enkel voor jongeren.
Blijkbaar is het de bedoeling om naast de halfjaarlijkse bloedprikonderzoeken nu toch een ruimer gezondheidsonderzoek uit te voeren in Hoboken. Bovendien liet de provincie intussen weten dat de voorwaarden van de omgevingsvergunning zullen worden aangepast.
Minister, zal dit onderzoek er effectief komen en wanneer? Hoe zal het worden opgevat? Zullen in dit onderzoek alle zware metalen gemeten worden, zowel lood als cadmium en arseen? Worden eventueel ook andere schadelijke polluenten meegenomen in het onderzoek? Hoe zullen de metingen concreet worden uitgevoerd? Op welke schaal wordt dit onderzoek gepland? Zal men meten in de wijken Moretusburg, Hertogvelden en Vinkevelden, of ook ruimer, in heel Hoboken, Hemiksem en eventueel ook Kruibeke?
Minister, het zal u niet verbazen dat mensen zich zorgen maken, terecht of onterecht, dat laat ik in het midden. Kinderen groeien op in die buurt. Ze vragen zich af waarom er een paar straten verder niet wordt gemeten en wat de impact daarvan is. Weten we waarom daar niet gemeten wordt? Ik kan daar geen antwoord op geven. Niemand van ons kan dat, omdat we het gewoon niet weten. Zal er dus uitgebreider gemeten worden zodat men daar ook een duidelijker beeld kan krijgen dat men in kaart kan brengen?
In 2014 gaf uw administratie een negatief advies bij de vraag van het bedrijf om zijn productiecapaciteit uit te breiden. Zult u erop toezien dat bij de aanpassing van de vergunningsvoorwaarden op basis van wat nu reeds geweten is en op basis van nieuwe onderzoeksresultaten maximaal rekening zal worden gehouden met de gezondheid van de bewoners? Vindt u dat gezinnen met kinderen in de wijk Moretusburg daar eigenlijk moeten kunnen blijven wonen? Bent u dan ook bereid om mee de garanties te bieden dat ze dat kunnen op een veilige en gezonde manier?
Minister Beke heeft het woord.
De problematiek van zware metalen ten gevolge van de activiteiten van Umicore en de impact op de volksgezondheid in de aanpalende woonzones is mij bekend. Ik heb ook de reportage bekeken en het artikel in Knack gelezen. De reportage schetst de ongerustheid die er is bij de omwonenden van Umicore in Hoboken. Ze wijst ook terecht op de gezondheidsimpact van zware metalen, waarvan de bron en de omgevingsblootstelling nog steeds niet helemaal onder controle is.
Dat baart ook mij zorgen en ik heb dan ook alle begrip voor de bekommernissen van de omwonenden over hun gezondheid en die van hun kinderen. Het is een problematiek die al tientallen jaren bestaat, steeds met de hoop en verwachting op beterschap bij de aankondiging van nieuwe maatregelen. Maar door de keuzes uit het verleden worden zowel de omwonenden als het bedrijf in een situatie gedwongen waarbij ze evenwichtig met elkaar samen proberen te leven.
Louter uitgaande van het aspect gezondheid heeft het agentschap Zorg en Gezondheid in een ongunstig advies van 2014 naar aanleiding van de hervergunnings- en uitbreidingsaanvraag van Umicore aangegeven dat de activiteiten niet verenigbaar zijn met de omgeving, precies vanwege de impact van zware metalen op de omwonenden.
De uiteindelijke omgevingsvergunning tracht het wonen in de omgeving te verzoenen met de uitbating van een non-ferrobedrijf. Dat betekent dat zowel van de overheid, de industrie als de omwonenden inspanningen verwacht worden om dit mogelijk te maken.
In de eerste plaats moet Umicore blijven investeren in uitstootbeperkende maatregelen en ook in blootstellingsbeperkende maatregelen. De overheid dient erop toe te zien dat de voorwaarden gerespecteerd worden en dient de situatie in de wijk op te volgen, de omwonenden te informeren en hun te adviseren om zelf ook de nodige blootstellingsbeperkende maatregelen te nemen.
De reportage focust zeer sterk op de loodwaarde in het bloed die in de omgevingsvergunning werd ingeschreven. Aan die voorwaarde werd ook nog toegevoegd dat ze aangepast diende te worden met het voortschrijdend toxicologisch en epidemiologisch inzicht. Dat is op zich al een opmerkelijke voorwaarde in vergelijking met andere dossiers. De discussie over welke waarde dan wel toepasbaar is in Hoboken, zal wetenschappelijk onderbouwd worden in de adviezen aan de bestendige deputatie naar aanleiding van de wijziging van de bijzondere voorwaarde van Umicore die door de Vlaamse administraties gevraagd werd. Het agentschap Zorg en Gezondheid heeft daartoe het initiatief genomen.
Collega Van den Bossche, in verband met de vraag om de drempelwaarde van loodvergiftiging te hanteren vanaf 5 milligram per deciliter bloed, vermoed ik dat u 5 microgram per deciliter bedoelt. Het agentschap Zorg en Gezondheid volgt de stelling van internationale instanties dat er geen veilige concentratie in het bloed bestaat. Zelfs concentraties onder de 5 microgram per deciliter kunnen geassocieerd worden met gezondheidseffecten. Het agentschap is er ook steeds van uitgegaan dat de World Health Organization (WHO) op basis van nieuwe bewijzen de richtwaarde voor de loodconcentratie in de lucht zou bijstellen. Reeds in 2014 werd in het advies van het agentschap hierop gewezen, door toen al te stellen dat de WHO Air Quality Guideline van 2000 onder druk stond met gewijzigde inzichten in 2012 van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC). Tot nader order is dat nog steeds niet gebeurd.
Het lijkt inderdaad vreemd, maar in een omgevingsvergunning worden bijzondere voorwaarden opgenomen uitgaande van het BATNEEC-principe (best available technology not entailing excessive cost) en het principe van de rechtszekerheid. Er werd door de vergunningverlenende overheid een waarde ingeschreven die verwijst naar een monitorbare omgevingskwaliteit, namelijk in microgram per kubieke meter. Deze waarde werd gezondheidskundig ingegeven vanuit de WHO-Air Quality Guidelines for Europe 2000 die stellen dat 0,5 microgram per kubieke meter in de lucht gebaseerd is op een doormodellering van een kritische concentratie van 10 microgram per deciliter lood in bloed. Al verschillende jaren kondigt de WHO aan, zoals ik al aangaf, om die guideline te wijzigen. Momenteel wordt hiervoor gekeken naar volgende zomer.
Natuurlijk wachten we daar niet op, aangezien de gezondheidswetenschappelijke inzichten die aanscherping vooropstellen. Louter gezondheidskundig wordt rekening gehouden met veel lagere toetsingswaarden zoals reeds toegelicht. Het agentschap Zorg en Gezondheid heeft in 2017 de opdracht gegeven aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) om een diepteanalyseselectieprocedure toe te passen voor chemische polluenten die frequent voorkomen in milieueffectrapportage om zo de meest geschikte gezondheidskundige advieswaarde te selecteren per stof. Deze analyse gebeurt op basis van een wetenschappelijk protocol om literatuur en metareviews van de grote toxicologische en epidemiologische instanties te screenen. Het diepteanalyserapport voor lood in lucht is op de website van Zorg en Gezondheid te vinden. Samenvattend wordt er momenteel in Hoboken wat betreft het gezondheidsaspect gekozen om te toetsen aan een gezondheidskundige emissieconcentratie van 0,15 microgram per kubieke meter die zich richt op een hiermee overeenkomende humane lood-in-bloedwaarde van minder dan 5 microgram per deciliter.
Enkele weken geleden heeft de vergunningverlenende overheid na een gezamenlijk advies van de Vlaamse administraties beslist om de procedure tot wijziging van de bijzondere voorwaarde op te starten. Het agentschap Zorg en Gezondheid heeft naast het gemeenschappelijk advies aan de deputatie voorgesteld om de bewuste voorwaarde 17 te herbekijken. In het gemeenschappelijk advies werd dit niet meegenomen omdat er meer wetenschappelijke onderbouwing nodig is om ‘risicogerichte’ differentiatie in die waarden te onderbouwen, zodat men de lood-in-bloedconcentratie kan voorstellen die maatschappelijk haalbaar en aanvaardbaar is.
In samenwerking met de partnerorganisatie Milieugezondheidszorg wordt onderzocht of er een bloedconcentratie kan worden voorgesteld om aan af te toetsen in Hoboken, die zich op voorwaarde van het aanvaarden van een bepaald risiconiveau kan weerspiegelen in de vergunningsvoorwaarden. Tijdens de vergunningsprocedure voor aanpassing van de voorwaarde zal er dan hopelijk een aangepaste voorwaarde voorgesteld kunnen worden uitgaande van een aanvaardbare afweging waarbij Umicore en omwonenden samenleven.
Maar dan nog zal hier de toetsing moeten gebeuren naar haalbaarheid, omdat 0 microgram per deciliter onrealistisch is in Hoboken – eigenlijk ook in heel Vlaanderen – en omdat de milieutechnische ingrepen op de fabriek en in de omgeving het ook moeten toelaten de voorgestelde waarde te bereiken.
In de reportage wordt ook gesteld dat er een teveel is aan cadmium en arsenicum in de omgeving. Ik verwijs hiervoor naar het laatste rapport van het agentschap Zorg en Gezondheid waarin de milieumeetwaarden in Hoboken gezondheidskundig worden besproken en getoetst aan gezondheidskundige advieswaarden voor blootstelling via inhalatie op lange termijn. Dit rapport is terug te vinden op de website van Zorg en Gezondheid.
Bij volksgezondheidskundige risico-inschattingen wordt een aparte inschatting gemaakt voor eventuele niet-kankereffecten én eventuele kankerrisico’s van langetermijnblootstelling aan een bepaalde stof. Cadmium en vooral arseen zijn terecht polluenten die aandacht vereisen. Volgens de beoordeling van mengseltoxiciteit zou de gecombineerde blootstelling mogelijk respiratoire, cardiovasculaire, neurologische, nier- en huidgezondheidseffecten in de hand kunnen werken. Voor de blootstelling aan arseen, cadmium, zeswaardig chroom en nikkel is er een extra individueel kankerrisico.
De omwonenden van de fabriek vrijwaren is een inspanning van alle actoren. Dat is in de eerste en belangrijkste plaats de vervuiler, in dit geval de fabriek van Umicore. Maar ook de overheid dient de situatie te monitoren in de omgeving en de vinger aan de pols te houden op de uitvoer van de maatregelen in het bedrijf. In het geval van Umicore volstaan de producent zelf en de overheid niet, en wordt er een beroep gedaan op de omwonenden om ook zelf maatregelen toe te passen. Hiervoor heeft het agentschap een samenwerkingsovereenkomst opgezet met Umicore. Het bedrijf draagt financieel bij om preventieacties in de omgeving te ondersteunen. Zo subsidieert het agentschap een wijkwerker in Logo Antwerpen om omwonenden beter te bereiken en juiste informatie te kunnen geven ook over de andere zware metalen. Daarnaast wordt in zorgondersteuning voorzien voor kinderen met een zorgnood.
Om de communicatie beter te stroomlijnen tussen de actoren en werkgroepen, en om de maatregelen meer gecoördineerd op te volgen, heb ik samen met collega Demir het initiatief genomen om naar voorbeeld van Genk-Zuid een coördinatiegroep in het leven te roepen door het lokale overheidsniveau, dit om maximaal de vinger aan de pols te houden, initiatieven op elkaar af te stemmen en kort op de bal te spelen, ook communicatief.
Daarnaast wil ik meegeven dat het agentschap al in de herfst van vorig jaar het initiatief heeft genomen om verschillende actoren samen te brengen om te investeren in een eenmalig biomonitoringsonderzoek bij jongeren, met een focus op onder andere de zware metalen arseen, cadmium en lood. Door de wetenschappelijke vooruitgang en doordat er voor jongeren opnieuw recente Vlaamse referentiewaarden beschikbaar zijn, is dergelijk onderzoek nu mogelijk.
Momenteel is er een engagement van het agentschap Zorg en Gezondheid, het Departement Omgeving, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het provinciebestuur Antwerpen, de stad Antwerpen en ook Umicore zelf om hierin mee te investeren.
De voorbereidingen zijn lopende om de overeenkomst en de bijhorende projectplannen te finaliseren. Alle actoren hopen dit onderzoek volgend voorjaar te kunnen opstarten.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
(Slechte geluidskwaliteit)
Minister, u zegt zelf dat de situatie niet onder controle is. U hoopt op beterschap, maar u geeft zelf aan dat er geen veilige concentratie is van dergelijke metalen in het bloed. Het is sowieso risicovol. Het gaat niet enkel over lood. U hebt zelf erkend dat er belangrijke gezondheidsrisico's zijn door blootstelling aan cadmium en arseen, op verschillende vlakken bovendien.
U zegt dat u zich richt op metingen van de Wereldgezondheidsorganisatie en op de guidelines, maar die zijn enorm verouderd. U zegt dat u dat weet, dat u wacht tot ze worden aangepast omdat ze achterhaald zijn. Maar goed, ze passen ze maar niet aan. Niets belet ons om beter te doen dan een organisatie die jaren te laat richtlijnen aanpast.
Wat me zorgen baart, is dat u op zoek bent naar een concentratie van deze zware metalen in het bloed die haalbaar en aanvaardbaar is. Aanvaardbaar, dat begrijp ik. In een wereld waarin we vandaag leven, zullen er op meerdere plekken vormen van uitstoot en dus risico’s zijn. Alleen zijn er bij mijn weten geen plekken in Vlaanderen waar de risico's zodanig samenkomen als precies daar.
Haalbaarheid linkt u niet zozeer aan vanaf welk niveau het gezondheidsrisico echt te hoog is en de fabriek en de bewoning daar niet meer verzoenbaar zijn. U zegt dat het een beetje afhangt van de inspanningen die de fabriek kan doen. Minister, u hoort mij niet zeggen – ik ben ook geen specialist ter zake – dat die fabriek weinig inspanningen doet. Mogelijk investeert ze daar hard in. Alleen, het gaat veel te traag. Als ik de CEO van de fabriek hoor zeggen dat om het arseenprobleem onder controle te krijgen, ze nog eens tien jaar nodig zullen hebben, dan mag daar nog zoveel inspanning tegenover staan, maar dan is het resultaat niet goed genoeg.
Dat woordje ‘haalbaar’ vind ik eigenlijk dus zonde. We moeten werken met aanvaardbare risiconiveaus. De haalbaarheid mag toch niets te maken hebben met in welke mate een fabriek in staat is om wel of niet te beantwoorden aan de drempels die wij vooropstellen en die verdedigbaar zijn inzake gezondheidsrisico.
Minister, ik kan u zeker geloven dat milieutechnische ingrepen niet allemaal op punt staan. Maar als dat zo is, waarom laat u mensen dan zo’n hoog risico lopen? Bovendien, waarom onderzoeken wij ondertussen zo weinig mensen? Er worden kinderen tot 12 jaar opgevolgd, terwijl we weten dat de schade die zware metalen aanrichten, zich vele jaren later kunnen en zullen manifesteren in de volwassen leeftijd. En vele vormen van schade die er al waren op kinderleeftijd, zijn blijvend. Waarom zou u niet vanuit uw agentschap alvast alle bewoners monitoren, zowel de mensen die er nu wonen als de mensen die er vroeger hebben gewoond? Er zijn dossiers van mensen die destijds zijn behandeld in een ziekenhuis voor loodvergiftiging. Niemand vindt daar sporen van terug. Dat is iets wat u zou kunnen doen vanuit het agentschap. Terwijl men nadenkt of er niet nog eens een nieuwe milieuvergunning moet komen, zou u al meer kunnen doen om de gezondheid van de mensen daar te vrijwaren en beter op te volgen.
In Olen en Neerpelt is een cadmiumonderzoek gebeurd. Men kan veel meer onderzoeken dan men nu doet. Omdat die fabriek er nu eenmaal is, neemt men dat blijkbaar voor lief. Er gebeuren veel te weinig inspanningen om mensen minder risico te laten lopen, en om de mensen die toch risico lopen, zeer zorgvuldig op te volgen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, u bent het eens met mij en vooral met wat de wetenschappers zeggen dat er geen aanvaardbare hoeveelheid loodvergiftiging is, dat het altijd schadelijk is als je het echt zo veilig mogelijk wilt spelen.
Maar er is nog een ander probleem, want u geeft aan dat het gaat over het haalbare en dat er een evenwicht moet worden gevonden omdat de situatie is wat ze is, en dat de loodwaarde zo laag mogelijk moet worden gehouden, maar dat er toch ergens moet worden gezocht naar een werkbare oplossing.
Wat mij altijd frappeert aan de onderzoeken is dat tot nu toe over gemiddelden is gesproken. Als we onder een bepaald gemiddelde zitten, is het goed, maar die gemiddelden zeggen eigenlijk dat een bepaald kind het prima heeft en dat een ander kind er los over gaat. Als het er los over gaat, heeft dat kind daar heel weinig aan. Op een bepaald moment was er sprake van kinderen met een waarde van 18 microgram lood per deciliter bloed. Dat is bijna het dubbele van de toegelaten waarde van 10 microgram en bijna het viervoudige van de 5 microgram waar we op mikken. Dat is echt geschift. En dat is eigenlijk ook een … (onverstaanbaar) … beeld dat men dan ook altijd hanteert vanuit het … (onverstaanbaar) … Dat is een eerste punt dat ik wou maken.
Minister, mijn tweede punt betreft de werkgroep die er zal komen en waar u het ook over hebt gehad. Mijn collega in de provincieraad heeft een vraag over deze coördinatiegroep gesteld. Het Antwerps stadsbestuur, meer bepaald schepen Duchateau, zou voor de coördinatie zorgen. Ik denk dat dit een risico inhoudt, want het stadsbestuur heeft de keuze gemaakt met het bedrijf samen te werken om mensen uit te kopen. De gemeenteraad heeft hierover gedebatteerd en we moeten dat hier niet opnieuw doen, maar we zullen niet de gevraagde onafhankelijke gezondheidscoördinator krijgen die alle verschillende elementen met elkaar probeert te verzoenen. Er wordt vanuit een bepaald oogpunt geredeneerd. Wat is de rol van het agentschap Zorg en Gezondheid? Op welke manier zal het agentschap zich tot die coördinatiegroep verhouden? Wat zal het agentschap specifiek doen en op welke manier zullen de gezondheidsaspecten een rol in de coördinatiegroep spelen?
Het volgende punt betreft de metingen in de buurt. U hebt verklaard dat er een onderzoek zal komen. Van de provincie hebben we te horen gekregen dat 120 mensen in de buurt zullen worden onderzocht. Volgens mij hebt u geen antwoord gegeven op mijn vraag of ook buiten die buurt mensen zullen worden onderzocht. Er zijn mensen in Hoboken en omgeving die op de site van Umicore uitkijken en die niet in de zone zitten waarover u het hebt gehad. Het gaat om grootouders, om plekken waar kinderen komen spelen en om mensen met kinderen die vragen hebben. Die wijken daarrond moeten in kaart worden gebracht. Zult u al dan niet een bijkomend initiatief nemen?
Ik heb nog een laatste vraag. Bent u het met me eens dat de wijken Moretusburg en Hertogvelden gewoon woonwijken moeten blijven en dat de plannen om de mensen uit te kopen en daar bufferzones aan te leggen geen goede plannen zijn? De Vlaamse overheid en de bovenlokale besturen moeten ervoor zorgen dat die mensen daar zo veilig mogelijk kunnen wonen en moeten er maximaal voor zorgen dat hier geen pseudospookdorp wordt gecreëerd. Die mensen moeten daar op een gezonde en veilige manier kunnen blijven wonen.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, er komt een grootschaliger onderzoek en we zullen ook de andere stoffen meer in beeld brengen. Op langere termijn zal meer moeten worden gemeten, zodat we een fijner zicht op de concrete vervuiling krijgen en we kort op de bal kunnen spelen als de waarden verhoogd zijn. Hoe ziet u dat concreet?
Een technische werkgroep heeft een uitgebreide reeks maatregelen opgesteld om de uitstoot van lood en andere zware metalen terug te dringen. Zult u er, gezien de impact op de gezondheid van de omwonenden, zelf op toezien dat die maatregelen effectief worden uitgevoerd?
We zitten nu in een nieuwe lockdown of een paaspauze, wat betekent dat heel wat kinderen thuis moeten blijven. Worden concrete maatregelen genomen om die kinderen de vakantie op een andere plaats te laten doorbrengen? Hetzelfde geldt voor de zomervakantie. Worden initiatieven genomen om ervoor te zorgen dat die kinderen hun vakanties op een veilige manier kunnen doorbrengen?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Voorzitter, iedereen is het erover eens dat de toestand rond die site in Hoboken verontrustend is. De mensen die rond de site wonen, zouden in principe op een veilige en gezonde manier moeten kunnen leven. Ook in de gemeente Kruibeke in het Waasland is er onrust, want ook daar wordt heel dicht bij de site gewoond.
Minister, het belangrijkste is dat met betrekking tot dit dossier een duidelijke strategie wordt bepaald en dat een aantal duidelijke lijnen en keuzes op korte en lange termijn worden bepaald. Dat zijn vragen die leven bij de mensen die daar wonen. Ik heb het opiniestuk van professor Holslag gelezen. Volgens hem moet de minister-president alle betrokken partijen samenbrengen om samen een strategie uit te stippelen. De minister-president zou de regierol met betrekking tot dit dossier op zich moeten nemen.
Minister, wat vindt u daar concreet van? Gaat dat ook gebeuren? Gaat de minister-president ook in overleg gaan om dit dossier naar zich te trekken en om daar verder met u en met alle andere ministers stappen in te zetten?
Minister Beke heeft het woord.
Op dit ogenblik is nog niet bepaald in welke wijken precies het onderzoek gevoerd zal worden. Moretusburg, Hertogvelden, Vinkevelden, of ook ruimer: Hoboken, Hemiksem, misschien ook Kruibeke? Het onderzoek zal er effectief komen, maar de juiste timing en de protocollen moeten nog opgesteld worden. De bedoeling is om naast lood ook cadmium en arseen te kunnen meten.
In toepassing van het Preventiedecreet heeft het agentschap Zorg en Gezondheid reeds vorig jaar het initiatief genomen om een eenmalig, uitgebreid gezondheidsonderzoek op te zetten waarbij ook andere chemische parameters dan lood worden gemeten in de mens, om een meer globaal inzicht te krijgen in de gezondheidsimpact van die zware metalen in Hoboken. Dat vereist een grote en een grondige voorbereiding, zowel naar de praktische uitvoering als ook wetenschappelijk, epidemiologisch, toxicologisch en naar statistische haalbaarheid. De meting van die blootstellingsmerkers, concentraties van chemische stoffen in het bloed, maar ook in de urine bijvoorbeeld, moet gekoppeld worden aan de meting van de effectmerkers, onder andere de schade aan het DNA, de neurologische testen, en ook aan omgevingsparameters, bijvoorbeeld de luchtkwaliteit.
Dat vraagt toch wel wat inspanningen, zowel inzet van mensen als budgettair, en is op dit ogenblik nog niet opgestart. Momenteel zijn er voorbereidingen lopende en hebben we al met verschillende partners gesproken om daar samen een onderzoek naar te voeren, vooral bij de jongeren. Wie zijn die partners? Dat zijn de lokale overheden van de stad Antwerpen en de provincie Antwerpen, de Vlaamse overheidsdiensten het Departement Omgeving, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het agentschap Zorg en Gezondheid, en ook het bedrijf Umicore zelf. De haalbaarheid wordt permanent opgevolgd door een medische en een technische werkgroep met vertegenwoordigers van die verschillende overheden, zowel de provincie, de stad, het agentschap, en ook het Provinciaal Instituut voor Hygiëne.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Los van een herhaling van het pleidooi om volledige bevolkingsonderzoeken te doen, ook longitudinaal, en die niet enkel te beperken tot kinderen tot 12 jaar, en de nadruk die ik wil leggen op het recht op degelijke informatie voor de bewoners – waar ik hoop dat u voor zult zorgen –, zou ik graag willen voorstellen, voorzitter, dat de commissie aan het Parlementair Informatiecentrum vraagt om hieromtrent een parlementair informatiedossier aan te leggen. Men zou een dossier kunnen samenstellen met daarin de wetenschappelijke evidentie rond metaalvergiftiging met lood, arseen, cadmium, de drempelwaarden, de gegevens die vandaag beschikbaar zijn omtrent de gezondheidssituatie van omwonenden enzovoort, opdat elkeen dit dossier op een degelijke manier zou kunnen opvolgen met de correcte informatie. Ik denk dat dat goed zou zijn. Dit dossier komt ongetwijfeld terug. Het is al vijftig jaar een hot item dat af en toe eens naar boven komt. Ik denk dat we allen wel recht hebben op volledig juiste en bijgewerkte informatie, zodat we ons niet enkel moeten beroepen op eventuele reportages van onderzoeksjournalisten, maar dat we gewoon zelf ook degelijk werk kunnen verrichten in het parlement.
Collega Van den Bossche, we nemen uw suggestie mee en we bespreken dat verder in een volgende regeling der werkzaamheden.
De heer Annouri heeft het woord.
Het klopt wat collega Van den Bossche zegt: deze problematiek sleept al decennialang aan. Maar het zou de waarheid ontkennen zijn als we niet zouden zeggen dat er de afgelopen jaren ook heel wat vooruitgang geboekt is. Umicore zelf heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. Het dossier is regelmatig onder de aandacht gekomen en er zijn stappen vooruit gezet.
Maar nu we in een situatie zitten waarin bepaalde waarden continu worden overschreden en er bijkomende problemen zijn met cadmium en arseen, moet er doortastend worden opgetreden. Dat mis ik voor een stukje nog. U hebt aangehaald wat er allemaal zal gebeuren, maar ik heb een beetje het gevoel dat dit op dit moment voor een stuk ontbreekt. Ik geloof er echt in dat we er met het bedrijf uit zullen geraken, voor alle duidelijkheid. Het is voor mij geen kwestie van schuld maar wel van verantwoordelijkheid en doortastend optreden.
Wij hebben een pleidooi gehouden voor de gezondheidscommissaris, iemand die het mandaat heeft om alle betrokken partijen samen te brengen en op een neutrale manier ervoor zorgt dat alle informatie wordt verzameld, voor een stuk zoals collega Van den Bossche aanhaalt, en dan op de juiste manier de nodige knopen doorhakt, zoals collega De Rudder aangeeft, met alle stakeholders. Daar is niet op ingegaan. Dat is jammer omdat we daar tijd mee verliezen. Het zal daar volgens mij toch op moeten aankomen.
We zullen dat blijven opvolgen, en niet alleen voor de jonge kinderen, die ontzettend belangrijk zijn. Voor alle leeftijdsgroepen die in de buurt wonen, moet er zo dringend mogelijk duidelijkheid komen over de mogelijke risico's die zij lopen en vooral over de maatregelen die Vlaanderen neemt om ervoor te zorgen dat ze niet worden blootgesteld aan een onveilige omgeving, want elke Vlaming verdient het om in een veilige en gezonde omgeving te kunnen leven.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.