Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, in het antwoord op vroegere vragen over de erkenning van de Vlaamse ziekenhuisnetwerken antwoordde u dat de doelstelling was dat tegen eind 2020 alle erkenningen zouden worden verleend.
In de medische pers De Specialist van begin maart konden we lezen dat deze doelstelling bijna gehaald is, mochten de twee Limburgse netwerken hun laatste puzzels hebben gelegd. Ook voor het netwerk Aalst-Brussel-Halle is de erkenning zo goed als rond.
Overigens wordt er in het artikel bij monde van de voorzitter van het E17-netwerk, de heer Eric van Zele opgemerkt dat de congruentie of de problematiek van overlapping tussen netwerken en hun regionale zorgzones manifest is. Hij haalt het voorbeeld van Gent aan. Daar hebben zich twee netwerken gevormd. Afstemming en goede samenwerkingsinitiatieven zijn daarbij cruciaal.
Concurrentie tussen de netwerken zou zeer slecht zijn en de doelstellingen zeker niet helpen. Het is deze evolutie die men in grootstedelijke netwerken ziet. Klaarblijkelijk zouden er drie van de dertien Vlaamse netwerken een optimale congruentie hebben met hun regionale zorgzones.
Minister, welke impact hebben deze ontwikkelingen op de zorgstrategische plannen? Kunt u hier duiding bij geven? In hoeverre heeft dit invloed op de uitbouw van de regionale zorgplatformen? Ligt er een plan van aanpak klaar in geval van moeizame samenwerkingen tussen de netwerken en de regionale zorgzones? Zo ja, graag wat toelichting hierover. Zo neen, welke acties zult u nemen?
Minister Beke heeft het woord.
Op dit ogenblik zijn er in Vlaanderen elf netwerken erkend, een aanvraag tot erkenning is in onderzoek en een netwerk werkt de laatste administratieve formaliteiten af.
De uitbouw van de regionale zorgplatformen heeft geen directe impact op de ontwikkeling van de zorgstrategische planning.
Het besluit betreffende de zorgstrategische planning legt op dat er binnen deze plannen ook altijd een afstemming moet gebeuren met de relevante zorgactoren in het zorggebied dat wordt afgebakend door het samenwerkingsinitiatief. Dit zal inderdaad geen een-op-eenafstemming met de regionale zorgzones zijn, aangezien de zorggebieden van de netwerken in de meeste gevallen niet samenvallen met de regionale zorgzones.
De samenwerkingsinitiatieven tussen ziekenhuizen zullen een regionaal zorgstrategisch plan kunnen opmaken van zodra het model daarvoor ter beschikking wordt gesteld. Dit heeft geen invloed op de uitbouw van de regionale zorgplatformen.
De vorming van de regionale zorgplatformen zit nog in een pilootfase. Vier pilootprojecten (Waas en Dender, Kempen, Halle-Vilvoorde en Oost-Limburg) lopen sinds december 2019 en onderzoeken welke opdrachten en werking op het regionale niveau noodzakelijk zijn voor de realisatie van de meest optimale verbinding tussen de eerstelijnszorg en de meer gespecialiseerde zorg en tussen de partners op het regionale niveau onderling.
Aangezien ook de ziekenhuizen als optionele partner participeren in de pilootprojecten, zullen we ook lessen kunnen trekken inzake de afstemming tussen de zorgplatformen en de ziekenhuisnetwerken.
De uitbouw van de zorgplatformen wordt wel sterk beïnvloed door de afbakening van de referentieregio’s, zoals beslist door de Vlaamse Regering. Deze recente beslissing maakt dat ook de afbakening van de regionale zorgzones opnieuw bekeken zal moeten worden.
Er ligt geen plan van aanpak klaar in geval van moeizame samenwerkingen tussen de netwerken en de regionale zorgzones. We weten uiteraard dat de afstemming niet altijd en overal even gemakkelijk zal zijn, maar we gaan ervan uit dat ook de sector de uiteindelijke doelstelling voor ogen houdt, met name het zorgaanbod beter afstemmen op de zorgbehoefte van de regio en dit in het belang van de patiënt. Waar dat toch nodig blijkt, zullen we zorgen voor gerichte ondersteuning van de gesprekken.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, dit is in volle ontwikkeling en het is goed dat het vlot gaat. U hebt gezegd dat u geen timing kunt geven in verband met die pilootprojecten, maar hebt u daar niet toch zicht op? Het is een belangrijke evolutie dat u die goed uitrolt in Vlaanderen. Oké, we hebben bepaalde problematieken, maar inzake samenwerking en kwaliteit van geneeskunde is dit toch wel een zeer gunstige evolutie. Ik zou dan toch graag zicht hebben op een timing van de verdere uitrol, zeker ook voor de regionale zorgplatformen, ook al is dat moeilijk in te schatten.
De regiovorming moeten we heel nauw opvolgen. Ik hoop echt dat we daar niet in elkaars vaarwater komen. Het zou jammer zijn dat de netwerkvorming daaronder te lijden zou hebben.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
We willen de vorming van de ziekenhuisnetwerken als partij zeker ondersteunen. Het doel is immers dat de netwerken er beter van worden, dat er beter wordt samengewerkt en vooral dat de zorg betaalbaar blijft. De kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg worden daarmee ook op peil gehouden.
Vooral van belang is dat de grootste zorg nog steeds zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de patiënt kan blijven als dat mogelijk is. Op die manier kunnen we die mensen op een goede manier helpen.
Tijdens de coronacrisis is meermaals gebleken dat de ziekenhuisnetwerken toch een grote succesfactor zijn om patiënten makkelijker te kunnen uitwisselen als er te weinig capaciteit zou zijn in één ziekenhuis.
Minister, wat is de timing van het zorgstrategisch plan voor die pilootprojecten? Dat was voorzien tegen 1 juli. Dat zou blijkbaar opschuiven. Kan daar nog iets mee gedaan worden? Er zijn vragen op het terrein rond de timing. Is dat hier al aan bod gekomen?
Minister Beke heeft het woord.
De vier pilootprojecten Waas en Dender, Kempen, Halle-Vilvoorde en Oost-Limburg lopen sinds december 2019. Ze hebben wat vertraging door corona. Ze zullen daarom verlengd worden.
Voor de vorming van de regionale zorgzones zullen we inderdaad moeten kijken hoe we dat op elkaar kunnen afstemmen. Er zal wat huiswerk voor nodig zijn.
De sjablonen voor het zorgstrategisch plan van de netwerken zullen tegen begin juli klaar zijn. Dan kunnen de ziekenhuizen daarmee aan de slag.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil u oproepen om dit inderdaad zeer nauw op te volgen. Het is een zeer belangrijke ontwikkeling in Vlaanderen, ook om de kwaliteit van de zorg en de geneeskunde te vrijwaren en zoals steeds zo goed mogelijk te behouden en dit verder in goede banen te leiden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.