Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Aan de hand van luchtfoto’s en opgravingen zien we dat er in Vlaanderen duizenden prehistorische grafheuvels zijn. Hiervan zijn er slechts een honderdtal bewaard gebleven in een herkenbare vorm, voornamelijk in bossen waarvan de bodem doorheen de eeuwen weinig is aangetast. Vele daarvan werden in de loop van de tijd afgegraven. Ook in de namen van verschillende Vlaamse gemeenten vind je verwijzingen naar dergelijke grafheuvels terug, neem bijvoorbeeld de gemeenten Zoutleeuw, Sint-Pieters-Leeuw of Denderleeuw, waar ik woon. ‘Leeuw’ heeft niets te maken met het roofdier, maar verwijst naar het Germaanse woord ‘leeuw’, wat heuvel of grafheuvel betekende.
Het agentschap Onroerend Erfgoed werkt aan een inventarissering van deze grafheuvels en sites, zodat de belangrijkste kunnen worden beschermd als archeologische site. Op regelmatige basis komen er ook nieuwe sites aan het licht, dankzij de screening via het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen (DHMV). Men vindt heel wat geïsoleerde grafheuvels, maar vaak zijn ze ook gestructureerd in complexen met een aantal heuvels bij elkaar. Er zijn daarnaast ook nog de prehistorische raatakkers of Celtic fields.
Minister, deze grafheuvels en complexen zijn een onderbelicht onderdeel van ons onroerend erfgoed en hebben misschien op bepaalde plaatsen ook toeristisch potentieel. Het kan een mooie aanvulling zijn op het reeds bestaande toeristische aanbod.
Ik had over de bescherming van deze grafheuvels aan minister Diependaele een vraag gesteld, en uit zijn antwoord bleek dat er hierover nog geen overleg was geweest met u, de minister van Toerisme.
Hoe groot is volgens u dat toeristische potentieel van onontsloten grafheuvels of grafheuvelcomplexen in Vlaanderen? Plant u om hier middelen voor uit te trekken? Zult u in overleg gaan met de minister van Onroerend Erfgoed om de ontsluiting van bepaalde grafheuvels of grafheuvelcomplexen voor het grote publiek te bespreken? Grafheuvels zijn wijdverspreid in Europa. Ook in onze buurlanden vind je ze terug. Ziet u kansen in een grensoverschrijdende toeristische visie op deze grafheuvels?
Minister Demir heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag.
De vele grafheuvels in Vlaanderen maken zeker en vast deel uit van ons rijke erfgoed. Enkele ervan zijn bovendien reeds in eigendom van de Vlaamse overheid.
Ik zie er wel potentieel in om ze een ondersteunende rol te laten spelen in de verschillende verhaallijnen en thema’s die we in het toerisme uitstippelen. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan de wandel- en fietsroutes, waar deze grafheuvels, op voorwaarde dat ze goed geduid worden, een meerwaarde kunnen bieden aan de wandel- en fietsbeleving. De lokale en provinciale toeristische diensten spelen hierin een belangrijke rol.
Ik zal hierover zeker eens met minister Diependaele over samenzitten. Ik zal Toerisme Vlaanderen vragen om dat met het agentschap Onroerend Erfgoed te bekijken.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Het is alleszins positief dat u het zult bekijken met minister Diependaele.
Momenteel nemen vooral de lokale erfgoeddiensten verschillende initiatieven rond de publieksontsluiting. Dat is op zich een goede zaak. Ik vind het ook positief dat er extra initiatieven zullen komen. Zodra er meer toerisme mogelijk is, zullen heel wat Vlamingen hun vakantie, net als vorig jaar, opnieuw in eigen land doorbrengen. Er zal dus veel gewandeld en gefietst worden.
Lijkt het u aangewezen om hieromtrent in overleg te gaan met de steden en gemeenten, waar dergelijke sites aanwezig zijn? Ik kan me inbeelden dat vooral de kleinere gemeenten nauwelijks een toeristisch beleid uitstippelen, ondanks de troeven die er zijn. Bepaalde gemeenten kunnen hiervoor toch wel wat extra ondersteuning gebruiken. Die ondersteuning hoeft zeker niet grootschalig te zijn en dat moet niet veel kosten, bijvoorbeeld het opnemen van die sites in de YouFlanders-app en ervoor zorgen dat de gemeenten klaar zijn om die toeristen te ontvangen. Er moet natuurlijk wel worden vermeden dat die locaties van grafheuvels populair zouden worden bij toeristen zonder dat er enige omkadering beschikbaar is. Dat zou tot schade aan die sites kunnen leiden.
Tot slot: in Nederland werden in bepaalde gevallen grafheuvels die verdwenen zijn maar waarvan men nog over heel wat gegevens beschikte, uit toeristische en educatieve overwegingen gereconstrueerd. Lijkt u het zinvol om dat te onderzoeken voor Vlaanderen of bent u daar geen voorstander van? In Nederland denkt men ook na over de komst van een zogenaamd grafheuvelcentrum. Denkt u dat zoiets in Vlaanderen ook tot de mogelijkheden kan behoren?
Minister Demir heeft het woord.
Wij willen zeker kijken naar de ondersteuning, zeker van de iets kleinere steden en gemeenten, ook via Toerisme Vlaanderen. Dat is op zich geen probleem.
Ik denk dat een aantal van de sites al opgenomen zijn in de app, maar we kunnen dat verder opnemen, zodat dat duidelijk is voor heel wat mensen. Het is inderdaad niet de bedoeling dat dat gigantisch veel toeristen trekt. Dat is niet het opzet van de vraag. We gaan dat bekijken.
De Nederlandse grafheuvels zijn natuurlijk wel anders dan de Vlaamse. Daar zijn er veel meer, en veel meer die het bezoeken waard zijn. Op dit moment staat de reconstructie van grafheuvels niet op de agenda. Dat is op dit moment nog niet aan de orde. We moeten stap voor stap beginnen en eerst kijken wat de vragen zijn van de lokale besturen die daar iets mee willen doen. Daar staan wij zeker voor open.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik heb heel wat positieve zaken gehoord. Ik dank u alleszins voor de initiatieven die u zult nemen. We zullen dat verder opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.