Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, het is nog niet zo lang geleden dat ik met u en enkele collega’s van gedachten wisselde over het vervoersplan 2021 van Antwerpen en de procedure van de vervoerregioraad Antwerpen. Ik ben blij om te zien dat mijn oproep tot meer transparantie er alvast toe geleid heeft dat de verslagen van de vergaderingen eindelijk gepubliceerd worden op de website van het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Ik wil u daarvoor bedanken. U had aangegeven dat u dat mee zou opvolgen. Het is een goede zaak dat dat is gebeurd.
Vandaag wil ik het meer over het plan zelf hebben, want de signalen die we ontvangen, zijn zeer verontrustend. Ik herhaal nog even het voorbeeld. Er is natuurlijk de schrapping van tram 7 waar we het eerder al over hadden. Maar daarnaast raakte ook bekend dat de tramcapaciteit naar Hoboken met een derde zal dalen. Tram 4 zal niet meer naar het centrum van Antwerpen rijden en zou ingekort worden. De enige rechtstreekse busverbinding naar het centrum van Antwerpen, bus 33, zal ook verdwijnen vanuit het centrum en omrijden. Daardoor zal daar een gebied van 1 op 1 kilometer niet meer bediend worden door het openbaar vervoer. Dit gebied is net het dichtstbevolkte gebied van Hoboken. De tramlijn die dit zal moeten opvangen zit vandaag al bomvol. Ook richting Wijnegem verdwijnt 33 procent van de tramcapaciteit. Collega Verheyden, als ik mij niet vergis, bent u van Wijnegem. Het gaat niet enkel om Hoboken. U knikt van neen, dus ik vergis mij daarin.
De gedempte Zuiderdokken zullen niet meer bediend worden door openbaar vervoer. In de Seefhoek gaat de fijnmazigheid van het netwerk er sterk op achteruit. En zo zijn er nog wel een aantal voorbeelden. Pendelaars maken zich ongerust en starten petities op. Werkelijk elke collega-politicus die ik hoor spreken, of het nu in dit Vlaams Parlement is of in de gemeenteraad van Antwerpen of ergens anders, heeft de mond vol van sterk openbaar vervoer, modal shift, leefbare stad. Maar in de praktijk is exact het tegenovergestelde aan het gebeuren.
De populariteit van het openbaar vervoer in Antwerpen is in vrije val. We kunnen het ons niet permitteren om nog meer reizigers te verliezen als gevolg van een nieuw vervoersplan. En omdat wij vervoersarmoede heel ernstig nemen, zou ik vooral het omgekeerde zeggen: de inwoners van de regio Antwerpen kunnen niet met nog minder openbaar vervoer dan vandaag het geval is.
Weet dat twee op de drie reizigers geen andere keuze hebben en dat voor bepaalde leeftijdsgroepen de fiets geen haalbaar alternatief is. Het openbaar vervoer is van cruciaal belang. En het terugdringen van het autogebruik is een belangrijke doelstelling van het Toekomstverbond.
Nu, de vervoerregioraad Antwerpen besliste in oktober 2020 over een aantal randvoorwaarden voor de invoering van het vervoersplan. De exploitant, De Lijn dus, moet garanties kunnen bieden dat er voldoende rollend materieel beschikbaar is vanaf 1 januari 2022 om het kernnet te exploiteren volgens de voorziene frequenties. De tweede voorwaarde is het versneld, in 2021, aanpakken van prioritaire aanpassingen aan de belangrijkste mobiliteitsknooppunten die nodig zijn om het overstapmodel kwalitatief te laten functioneren. Een andere voorwaarde is dat de exploitant voorziet in kwalitatieve en correcte realtime informatie aan haltes, online en in applicaties. Een laatste is dat de exploitant voorziet in informatiecampagnes op maat rond het nieuwe kern- en aanvullend net, het voorzien van duidelijke, klantgerichte en klantvriendelijke communicatie over de veranderingen van dit nieuwe openbaar vervoernet. Dat is ambitieus!
TreinTramBus maakte een netkaart van het voorgestelde nieuwe net. Waarom wordt deze informatie niet door de overheid ontsloten? Waar kunnen burgers terecht die willen zien wat de plannen zijn voor het openbaar vervoer in hun buurt? Welke inspraakprocedures voorziet u nog voor de verdere uitrol van het plan? Ik stel die vragen, omdat, hoe minder burgers erbij betrokken worden en hoe minder informatie ontsloten wordt, hoe groter de onrust en weerstand worden. Daarnet ging het over de zeesluis en toen verwees collega Maertens naar het belang van participatie en van mensen meehebben om op minder weerstand te botsen. Dat is een ander dossier, maar in principe is het hier minstens even hard van tel.
Kan het de bedoeling zijn dat er zulke grote gaten vallen in het kern- en aanvullend net in de regio Antwerpen? Zoals ik daarnet heb gezegd, gaat het om 1 kilometer op 1 kilometer, in het dichtstbevolkte gebied in Hoboken. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Hoe zult u ervoor zorgen dat de vervoersarmoede in Antwerpen niet toeneemt?
Werd er ter voorbereiding van het vervoersplan een onderzoek gedaan naar vervoerspotentieel en -capaciteit?
Zult u blijven vasthouden aan budgetneutraliteit voor het vervoersplan 2021?
Kunt u garanderen dat de invoering van het vervoersplan er pas zal komen als aan de randvoorwaarden die gestemd zijn in de Antwerpse vervoerregioraad en die ik daarnet heb opgesomd, is voldaan? Zult u overwegen om het vervoersplan uit te stellen wanneer niet tijdig aan de randvoorwaarden is voldaan?
En wat het vervoer op maat in de vervoerregio Antwerpen betreft: wordt er verwacht dat het vervoer op maat volledig operationeel zal zijn tegen 1 januari 2022 en in het bijzonder ook voor die gebruikers die nood hebben aan aangepast vervoer? En als het vervoer op maat niet tijdig operationeel is, zal het vervoersplan dan uitgesteld worden?
Alvast bedankt voor uw antwoorden.
Voor de volledigheid: collega Verheyden is afkomstig van Bornem.
Voor mij allemaal gekend als één regio, voorzitter: buiten Antwerpen-stad.
Dat gezegd zijnde, minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Annouri, bedankt voor uw vragen en bekommernissen rond de vervoerregio Antwerpen – ik weet niet welke spreker uit welke regio komt, maar het gaat in zijn globaliteit over de vervoerregio Antwerpen.
Mijnheer Annouri, wat uw eerste vraag en de onrust en bezorgdheden her en der betreft: ik denk dat we het daar al een aantal keer over hebben gehad in deze commissie. Wat dat betreft ben ik altijd een pleitbezorger voor volledige transparantie. We hebben er al op aangedrongen dat alle verslagen van de vervoerregioraden digitaal ontsloten worden en ik zal er in de toekomst over blijven waken dat alle vervoerregioraden de boodschap blijven krijgen om te communiceren en te informeren. Een gebrek aan communicatie zal de verdere werking en uitrol zeker niet ten goede komen. Ik neem aan dat ik uw eerste vraag daarmee beantwoord heb.
Wat de vraag over de globaliteit betreft, moet ik zeggen dat ik de voorbije maanden veel vragen om uitleg in deze commissie heb gekregen, maar ook veel vragen van burgerinitiatieven heb gekregen. Er is het burgerinitiatief met betrekking tot tram 7 en het burgerinitiatief met betrekking tot tram 4. Ik heb veel vragen en e-mails gekregen van bezorgde mensen die vrezen dat ze straks van openbaar vervoer verstoken zullen zijn, dat er niet voldoende alternatieven zijn en dat er te veel overvolle trams zijn. We hebben alles in kaart gebracht en om de vele vragen te beantwoorden, zal ik even teruggaan in de tijd.
Het decreet betreffende de basisbereikbaarheid dateert van april 2019. Sindsdien is enorm veel werk verricht. Ere wie ere toekomt: al onze lokale besturen, onze participanten in de vervoerregioraden en de betrokken ambtenaren hebben veel werk verricht. Ik wil even het procesverloop in de vervoerregio Antwerpen overlopen.
In de zomer van 2019 zijn de eerste bilaterale gesprekken gestart. In het najaar van 2019 is het vervoerspotentieel onderzocht. In januari 2020 zijn er diverse workshops en een volgende ronde van bilaterale gesprekken geweest. In mei 2020 hebben de eerste toelichtingen in de vervoerregioraad plaatsgevonden. Toen is een eerste voorstel gedaan in verband met het door De Lijn uitgewerkte nieuwe openbaarvervoersplan, nieuwe kernnet en nieuwe aanvullend net. De vervoerregioraden hebben hierover advies gegeven. Even nadien zijn een aantal financiële doorrekeningen gebeurd en hebben heel wat bilaterale gesprekken plaatsgevonden. In oktober 2020 is tijdens de vergadering van de vervoerregioraad een tweede toelichting gegeven. In oktober 2020 heeft de vervoerregioraad een beslissing genomen die ook in deze commissie is besproken. De vervoerregioraad heeft toen een akkoord gegeven in verband met de operationele run, zodat De Lijn het openbaarvervoersplan verder kon uittekenen. Daar zijn wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld die in het verslag zijn opgenomen. Verder zijn er communicatietools verspreid, zodat de lokale besturen het een en het ander duidelijk kunnen kaderen. In december 2020 is er nog een derde toelichting geweest. Naar verluidt, zou de vervoerregioraad tijdens de vergadering van februari 2021 het vervoer op maat hebben goedgekeurd.
Waarom is deze geschiedenis belangrijk? Ik ben de voorbije maanden vooral gecontacteerd door burgerinitiatieven, individuele burgers en deze commissie. Er zijn heel wat bekommernissen met betrekking tot het tramnet in de vervoerregio Antwerpen. Misschien moet ik de investeringen die op ons afkomen nog eens duidelijk kaderen.
We hebben heel wat investeringen voor de boeg. Tussen 2019 en 2021 hebben we zestig nieuwe tramtoestellen besteld. De leveringstermijn ligt tussen 2022 en 2024. Tegelijkertijd hebben we ook een revisie van de oudere Presidents' Conference Committee-Cars (PCC-trams) gevraagd. Die revisie is in juni 2021 gestart met het plaatsen van een aanbesteding in de markt.
Die is nadien stopgezet omdat één aanbieder voorkennis had in de aanbestedingsprocedure. Op de raad van bestuur van januari is beslist om opnieuw een aanbestedingsprocedure in de markt te zetten voor de revisie van die tractiemotoren. Daarvan wordt de gunning verwacht in de zomer van dit jaar. De hele revisie zal een doorlooptijd kennen van 2021 tot en met 2026. Dat betekent enerzijds de revisie van al die PCC-trams, maar tegelijkertijd ook de levering van 23 nieuwe trams in 2022, 17 trams in 2023 en een twintigtal trams in 2024. Zodra die er allemaal zijn, geeft dat veel meer potentieel.
Vandaar heb ik aan de directie van De Lijn gevraagd of er een mogelijkheid is om voor de vervoerregio Antwerpen op dit ogenblik de hervormingen bij het kernnet inzake de tramlijnen on hold te zetten, minstens tot aan de levering van x aantal nieuwe tramtoestellen, om dan vervolgens de rest wel verder te laten verlopen, uiteraard met de impact voor welbepaalde buslijnen. Men heeft mij verzekerd dat dat kan. Weldra moet ik het kernnet van de vervoersplannen van de vijftien vervoerregio’s ter goedkeuring voorleggen aan de Vlaamse Regering. Ik zal dan aan de Vlaamse Regering voorstellen om specifiek voor de vervoerregio Antwerpen het tramgedeelte uit het kernnet nog even on hold te zetten en daar voort te gaan met de bestaande lijnen tot we minstens zicht hebben op de levering van de extra tramtoestellen en de revisie van een aantal oude tramtoestellen, om zo de capaciteit in ons trampotentieel te kunnen verhogen. Ik zeg dat hier vandaag. Ik heb al verwezen naar de zeer vele vragen die ik gekregen heb rond het behoud van tram 7 en het behoud van tram 4. Op een gegeven moment was er ook sprake van tram 6, maar daar heb ik minder vragen rond gekregen. Het is moeilijk om één welbepaalde tramlijn on hold te zetten zonder dat dat een cascade-effect met zich mee brengt. Daarom gaat het voorstel dat ik aan de Vlaamse Regering ga voorleggen, zijn om de hele tramnetkwestie uit het kernnetplan van de vervoerregio Antwerpen on hold te zetten, en dit tot we de extra capaciteit hebben inzake trampotentieel.
Wat betekent dat de facto? Ik ben blij dat onder meer de Vlaamse Rand recent ook groen licht gegeven heeft voor haar openbaarvervoerplan. Dat betekent dus dat we weldra de goedkeuring vragen aan de Vlaamse Regering om met het kernnet voort te gaan. Intussen zijn ook alle bestekken lopende inzake het vervoer op maat, zowel voor die flexbussen als andere flexsystemen, als voor alles wat te maken heeft met deelmobiliteit. Jullie weten dat ook de kwestie van de mobiliteitscentrale op dit ogenblik in een gunningsfase zit. Op dit ogenblik ga ik er ook van uit dat er weliswaar administratief nog heel wat werk verricht moet worden. Maar ik uit mijn appreciatie voor al het werk dat verricht is door alle lokale besturen, door alle participanten in het kader van de uitwerking van de openbaarvervoerplannen, kernnet, aanvullend net en vervoer op maat. Er is heel wat werk geleverd door heel wat participanten. Ik wil dat werk honoreren. We willen nu alles administratief in een stroomversnelling brengen zodat de timing van 1 januari 2022 effectief haalbaar zal zijn.
Ik hoop, mijnheer Annouri, dat ik daarmee een antwoord heb gegeven op uw vele vragen. Uw bezorgdheid voor wat u de grote gaten in het kernnet en het aanvullend net noemt, denk ik te hebben weggenomen door te wijzen op het behoud van de tramtoestellen tot er extra capaciteit is. U hebt het ook over de budgetneutraliteit. Ik herhaal daarop nogmaals dat de 34 miljoen euro voor het vervoer op maat voor heel Vlaanderen wordt opgetrokken met nog eens 30 miljoen euro. Ik hoop dat wij er met deze oplossing finaal gaan geraken. Ik hoop ook dat dit meer draagvlak creëert. Jullie krijgen in deze commissie de primeur dat wij dit lanceren. Dat gebeurt na intensief overleg met De Lijn. Ik hoop straks daarvoor de goedkeuring te krijgen van de Vlaamse Regering, zodat een en ander versneld kan uitgerold worden, tegen januari 2022.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, uw mededeling dat het plan voor de tramlijnen in Antwerpen on hold gezet wordt, is nieuws. Ik hoop op de revisie van de PCC-trams en de levering van de nieuwe trams. Dat creëert de opportuniteit om in tussentijd de evaluatie uit te voeren van de tramlijnen om te vermijden dat er gaten vallen en te garanderen dat elke Antwerpenaar zo goed mogelijk bediend kan worden.
Ik heb een paar bijkomende vragen. Mijn eerste vraag gaat over die goedkeuring en is informatief. Heb ik het goed gehoord dat veertien van de vijftien betrokken vervoersregioraden hun akkoord hebben gegeven, maar die van Antwerpen nog altijd niet? Ik vraag mij dan af wat er gebeurt als dat akkoord er niet komt. Gaat u of de Vlaamse Regering dan gewoon zelf beslissen? Wat zijn de volgende stappen die wij mogen verwachten van de Vlaamse Regering?
Voorts ben ik blij met uw aankondiging dat er voor het vervoer op maat voor heel Vlaanderen 30 miljoen euro bij komt. Ik pleit ervoor om niet te rigide te zijn wat budgetneutraliteit betreft. Het is de vervoersregioraad zelf die zegt dat het binnen het budgetneutrale kader onmogelijk is om tegemoet te komen aan alle vervoersnoden en om het potentieel dat er is te kunnen ontplooien. Laat die budgetneutraliteit voor een stuk los.
Voorts is het heel goed dat u de aanpassing van de tramlijnen on hold zet, maar er zijn ook buslijnen aan gekoppeld. Er is de aanhoudende saga omtrent bus 30. Bus 30 is de lijn die van Berchem naar Borgerhout gaat en vandaar naar het stadscentrum en die verschillende stukken van Antwerpen verbindt in regio’s die dicht bevolkt zijn en waar veel mensen wonen die niet over een wagen beschikken, om sociaaleconomische redenen of uit bewuste keuze. Dat gaat over de buurten rond het Sint-Jansplein en zo. Het zou een probleem zijn als die buslijn daar niet meer passeert. Ik vraag nogmaals om dat te herbekijken om te vermijden dat er gaten vallen. Het is van primordiaal belang dat elke Antwerpenaar op openbaar vervoer kan rekenen.
Kunt u afronden?
Ja. Mijn excuses. Mijn laatste aanvullende vraag gaat over de betrokkenheid. Van heel wat mensen die ik heb gesproken, zowel in burgerinitiatieven als gewone burgers, krijg ik te horen dat als zij als gebruikers van het openbaar vervoer vroeger betrokken zouden worden bij de plannen en als met hun opmerkingen rekening zou worden gehouden, er veel minder weerstand zou zijn. Op welke structurele manier wilt u, minister, ervoor zorgen dat die stemmen veel sneller worden gehoord?
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, als collega Annouri moet stoppen, dan zal ik verdergaan. Maar ik zal het kort houden.
Minister, ik vind het goed dat u luistert naar wat er leeft op het terrein, en dat u ingrijpt. Dat is nodig. En dat is helaas niet alleen nodig in Antwerpen. In Antwerpen is er een specifieke context, daar wonen zeer veel mensen op dezelfde plaats. U hebt daar de mogelijkheid om – met de investeringen in de tramlijn die er aankomen – aan de vragen en bekommernissen van de mensen tegemoet te komen door te zeggen: we houden nog even alles zoals het is. Maar er zijn heel veel plaatsen in Vlaanderen waar mensen minder dicht bij elkaar wonen, waar het protest dus minder luid klinkt, en waar die oplossingen – van tijdelijk niet veel te veranderen – misschien niet voorhanden zijn omdat er geen investeringen op lange termijn aankomen.
Ik heb onder andere met collega Robeyns een voorstel van resolutie ingediend waarbij we u vragen om al die vervoerplannen grondig door te lichten. U hebt dat nu gedaan op basis van de vragen die u krijgt voor Antwerpen. Maar we weten allemaal dat er op 1 januari 2022 – of later, we hebben deze namiddag een discussie of er eventueel en uitstel moet komen – zich op vele plaatsen problemen zullen voordoen. Wat u nu doet is zeggen dat de vervoerregio’s hun werk hebben, en u luistert alleen als er voldoende protest tot bij u komt. Ik denk dat u echt een heel goede rol zou kunnen spelen door nu al proactief te gaan analyseren waar, in welke vervoerregio’s, zich problemen zouden kunnen voordoen, en hoe u daaraan kunt remediëren, eventueel met een beperkte verhoging van de middelen.
Mijn vraag aan u is dan ook: bent u bereid om de plannen van de verschillende vervoerregio’s daadwerkelijk door te lichten op vervoersarmoede, zodat we niet alleen in Antwerpen tegemoetkomen aan de bezorgdheden van burgers, maar in heel Vlaanderen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen.
Ik ga eerst even in op de vragen van de heer Annouri. U zegt: er zijn nu veertien van de vijftien plannen goedgekeurd; hoe gaan we daar verder mee om, en hoe gaan we er finaal voor zorgen dat een en ander op de rails komt?
Ik vind het verslag van de vervoerregioraad Antwerpen wat dat betreft misschien een beetje dubbelzinnig. Men kan het op verschillende manieren interpreteren. De vervoerregioraad van Antwerpen heeft gezegd: ‘Wij geven een go voor de operationele run inzake het kernnet en het aanvullend net. Dat betekent dat De Lijn verder kan gaan met de uitrol daarvan.’ Is dat nu een goedkeuring, ja of neen? Of is het een goedkeuring met een aantal randvoorwaarden die ingevuld moeten zijn? Wij gaan er alleszins van uit dat, gelet op het feit dat de voorwaarden die her en der geformuleerd zijn, worden meegenomen, we aan de Vlaamse Regering kunnen zeggen dat de vijftien vervoerregioraden een kernnet en een aanvullend net hebben geadviseerd en dat we dat ter goedkeuring aan de regering kunnen voorleggen.
In Antwerpen komt er nog heel wat tramcapaciteit bij binnen dit en een of twee jaar. Specifiek voor de vervoerregioraad Antwerpen zeggen we daarom: laat ons dit verhaal even ‘on hold’ zetten, tot we finaal meer zicht hebben op de extra capaciteit, en hoe die ingeschaald kan worden. Nu, het ‘on hold’ zetten van een aantal tramlijnen heeft natuurlijk ook zijn impact op een aantal buslijnen. Vergeef het mij dat ik niet persoonlijk weet waar buslijn 30 rijdt, en of die al dan niet geënt is op een of andere tramlijn, maar ik neem aan dat het hele kernnet en aanvullend net een puzzel is die perfect in elkaar moet passen. Ik ga er dan ook wel van uit dat, als er repercussies zijn voor de buslijn 30, men dat zeker ook zal meenemen bij De Lijn, zodat alles kan kloppen. Dat heeft men mij alleszins verzekerd: dat men zou zorgen dat alles volledig op elkaar is afgestemd, ook al blijft de tram dan voorlopig in het oude verhaal zitten.
Ik krijg hier meermaals de vraag te horen om de budgetneutraliteit los te laten. Het is niet dat ik altijd rigoureus vasthang aan wat in het verleden beslist is, maar bij de start van het decreet Basisbereikbaarheid heeft men wel gezegd dat het kernnet en het aanvullende net budgetneutraal zullen moeten verlopen. Men heeft dat toen gezegd omdat men ervan uitging – en dat is achteraf ook bewezen door de benchmarkstudie – dat er nog heel wat efficiëntiewinsten te boeken zijn. Talrijke lege bussen om het uur laten rondrijden in perifere gebieden, dat komt de efficiëntie niet ten goede. En dat is juist het hele verhaal van basisbereikbaarheid: inzetten op een vraaggestuurd model in plaats van op een aanbodgestuurd model. Ik denk dus dat er sowieso efficiëntiewinsten te rapen zijn. Een en ander zal blijken in het verdere verloop.
Vervoersarmoede kunnen we ons uiteraard absoluut niet permitteren. Maar in die perifere gebieden, waar we geen lege bussen willen laten rondrijden, moet het verhaal van vervoer op maat – de flexsystemen en de flexbussen – daar net een antwoord op bieden. En daarover heb ik al gezegd dat er een groeipad is richting 64 miljoen euro, recurrent op jaarbasis, om dat vervoer op maat extra te kunnen faciliteren.
Hoe gaat het dan verder inzake participatie en het nog eerder betrekken van bewoners? Ik verwijs naar wat ik bij mijn initiële antwoord al gezegd heb. Er is wat dat betreft autonomie gegeven aan de vervoerregioraden. Zij hebben hun eigen huishoudelijk reglement, waarin ze opnemen hoe ze omgaan met participatie en met trajecten van communicatie en dergelijke meer, en wie of wat ze als stakeholders betrekken in hun eigen vervoerregioraad. Het is niet aan mij om nu in elke vervoerregioraad als het ware als een stiefmoeder te gaan opleggen hoe ze dat moeten doen. Neen, ze hebben die oefening in 2019 gemaakt en ik denk dat ze die oefening ook moeten honoreren. Maar uiteraard ben ik sowieso pleitbezorger van transparantie en duidelijkheid in dat hele verhaal.
Mijnheer Bex, uiteraard focus ik mij zeker niet alleen op één vervoerregio, maar liggen alle vervoerregioraden mij nauw aan het hart, ook daar waar er misschien een minder grote massa aan kritiek is. Ik heb talrijke mails gekregen over onder andere tram 7 en tram 4, maar ik weet dat ik ook heel wat vragen gekregen heb vanuit onder meer het Pajottenland – ik denk dat u dat vooral aanbelangt – maar ook van alle andere vervoerregioraden. Ik heb van heel wat mensen vragen en bedenkingen gekregen. Het is natuurlijk ook allemaal nieuw. Het zal pas effectief duidelijk worden wanneer dat ook allemaal op de rails wordt gezet. Ik probeer iedereen van antwoord te dienen. En ik wil uiteraard alles op alles zetten om vervoersarmoede te voorkomen. We moeten wat dat betreft zeer goed kijken naar hoe het vervoer op maat daar straks een passend antwoord op kan bieden. Nog niet alle vervoerregioraden hebben vandaag goedkeuring gehecht aan hun plan rond vervoer op maat. Een aantal hebben dat wel al gedaan. Een aantal hebben ook al specifiek hun Hoppin- of mobipunten vastgelegd. Dat is ook een zeer belangrijk aspect in het totale verhaal.
Er ligt nu heel veel werk op tafel bij onze administraties, zowel bij het departement MOW als bij De Lijn, om vooruitgang te boeken in de verdere uitrol. Ik spreek mijn welgemeende dank uit voor het vele werk dat gedaan is door alle participanten in de vervoerregioraden. Nu is het zaak om alles op alles te zetten om die deadline te halen. Daar willen we alleszins ten volle op inzetten.
U had het over een doorlichting op vervoersarmoede, mijnheer Bex. Ik wil eerst kijken wat finaal de plannen zijn rond het vervoer op maat en hoe zich dat vertaalt in de verdere uitrol. En pas dan moeten we kijken of er nog al dan niet sprake is van blinde vlekken.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord en collega Bex, bedankt voor de uitmuntende aanvullende vragen die u hebt gesteld.
Minister, ik denk dat u een zeer fijne stiefmoeder zou zijn, maar ik wil u zeker niet vragen om u overal mee te gaan bemoeien en vervelend over iedereens schouder mee te kijken naar wat ze doen. Ik denk dat we het eens zijn dat het van cruciaal belang is voor het draagvlak voor alles wat er nu verandert dat, ten eerste, mensen die dagelijks het openbaar vervoer gebruiken, ook gehoord worden, want zo kom je tot betere ideeën en minder weerstand. Dat ontbreekt vandaag de dag nog. En als minister kunt u daarover, los van de woorden die u uitspreekt, mee gaan nadenken om ervoor te zorgen dat er over de verschillende vervoerregioraden uniformiteit is.
Twee, ik ben blij dat het plan voor de trams nu ‘on hold’ staat. Voor mij moet elke stap die nu gezet zal worden, een verbetering zijn en meer mensen bereiken met een groter aanbod en meer comfort. Dat dreigde niet te gebeuren, dus laten we van deze kans nu gebruikmaken om er echt voor te zorgen dat het een verbetering zal zijn voor elke Antwerpenaar en eenieder die gebruikmaakt van het openbaar vervoer. Dat is een moeilijke taak, waar nog veel over nagedacht zal worden, maar het is ongetwijfeld ‘to be continued’.
De vraag om uitleg is afgehandeld.