Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega’s, de Vlaamse overheid dingt mee naar Europees geld om enorme militaire transporten door ons land vlotter te laten verlopen. Daarbij wordt concreet gedacht aan een extra rijstrook langs delen van de E313.
Het Amerikaanse leger wilde in mei vorig jaar al eens uitgebreid testen hoe snel het met duizenden militairen en de daarbij horende voertuigen en tanks van de Antwerpse haven naar het noorden van Duitsland kon oprukken. De chronisch verstopte Antwerpse ring bleek daarbij een groot obstakel te zijn. Omdat men geen groot verkeersinfarct wilde veroorzaken, mocht de colonne Amerikaanse legervoertuigen alleen ‘s nachts over de ring van Antwerpen trekken, om vervolgens via de E313-autosnelweg richting de Duitse grens te rijden. Vanwege het coronavirus werd de oefening uiteindelijk afgeblazen.
De EU ziet er sinds kort op toe dat de verschillende lidstaten in voldoende militaire mobiliteit voorzien richting de oostelijke grens, kwestie dat bij een conflict met Rusland de NAVO-troepen zich niet vastrijden in het verkeer. Om dit te realiseren wil Europa zo'n 1,5 miljard euro voorbehouden voor mobiliteitsprojecten die toelaten dat militair personeel en materieel sneller hun bestemming bereiken in geval van een crisis in Europa. Vlaanderen denkt daarbij concreet aan de aanleg van een extra rijstrook langs bepaalde knelpunten van de E313-autosnelweg Antwerpen-Luik en de N49/E34-snelweg aan de haven van Zeebrugge.
Er lopen besprekingen over het verbeteren van onze transportinfrastructuur, die ook kunnen bijdragen tot een verbetering van de militaire mobiliteit. Vlaanderen hoopt zo twee vliegen in één klap te slaan: wegenwerken die het sowieso overweegt om de mobiliteit van de burgers te verbeteren deels laten financieren via de EU omdat het ook de militaire mobiliteit ten goede komt. Europa belooft bij groen licht de helft van de kosten van deze projecten te dragen.
Minister, kunt u een stand van zaken geven van de evolutie van de gesprekken?
Welke initiatieven wilt u nemen om een deel van de Europese fondsen binnen te halen? Ik denk dat dat een bijzonder interessante optie is, en dat Vlaanderen er toch alles moet aan doen om toch een stuk van die taart binnen te halen.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, uiteraard willen we een stukje van de taart binnenhalen. We zullen zeker altijd alles op alles zetten.
Ik geef de stand van zaken van het verloop tot nu toe. Op dit ogenblik wordt op Belgisch niveau onderzocht welke infrastructuurprojecten kunnen bijdragen aan een verbetering van de militaire mobiliteit en welke mogelijk aanspraak kunnen maken op de Europese cofinanciering uit die enveloppe voor militaire mobiliteit. Voor alle duidelijkheid: het gaat over geplande civiele infrastructuurwerken die ook een toegevoegde meerwaarde kunnen zijn voor de militaire mobiliteit, en niet andersom. Men vertrekt van het civiele verhaal.
Momenteel wordt nagegaan welke projecten in de Vlaamse investerings-pipeline in aanmerking komen voor militaire mobiliteit, maar evenzeer of ze dan kunnen voldoen aan de voorwaarden qua maturiteit en uitvoeringstermijn van de Europese financieringsoproep ter zake.
Om die Europese financiering te verkrijgen, is het belangrijk dat we de civiele en de militaire meerwaarde kunnen aantonen. Onze administratie kijkt specifiek naar de as Zeebrugge-Antwerpen langs de N49 en de E34, naar de as Antwerpen-Luik langs de E313, naar bepaalde onderdelen van de Oosterweelverbinding die in aanmerking kunnen komen en naar de relevantie van bepaalde werken aan de R0 voor de militaire mobiliteit. We kijken nu naar die vier projecten.
We willen sowieso de goede samenwerking met de betrokken partners voortzetten. Het is heel belangrijk die Europese fondsen binnen te halen. Er is op dit ogenblik een goede samenwerking en we gaan straks na welke infrastructuurwerken op Belgisch niveau de hoogste slaagkansen hebben, zodat we hiervoor een subsidieaanvraag kunnen voorbereiden. Daar is nu nog niet veel duidelijkheid over, maar ik wil zeker meedelen dat de beschikbare enveloppe van 1,5 miljard euro, die over de 27 Europese lidstaten te verdelen is, door middel van een competitieve subsidieoproep zal worden verdeeld. We willen zeker een stukje van de taart meepikken. We blijven hier volop aan voortwerken en we gaan na of we met die vier specifieke dossiers verder kunnen gaan.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, want vier projecten is natuurlijk niet niets. Het zal moeilijk worden om voor alle vier de projecten iets binnen te rijven. We hebben investeringen in onze havens gepland. We hebben vorige week de conceptnota over de havenstrategie bekeken. Ik denk dat we in dat verband ook interessante denksporen kunnen bekijken. Ik denk dan meer bepaald aan de havens van Zeebrugge en Antwerpen, waar de komende jaren serieus in de infrastructuur zal moeten worden geïnvesteerd. Ik vind het vreemd dat die projecten hier niet mee in zijn opgenomen. Overweegt u nog dit te bekijken of houdt u het bij de vier projecten die u hebt opgesomd?
De heer De Veuster heeft het woord.
Minister, ik heb u net horen verklaren dat u rekening zult houden met de Europese financieringstermijn. Wat is die termijn? U weet dat we net zijn begonnen met de start van het complex project met betrekking tot de oostelijke verbinding. Dat leeft in die regio. Ik heb u over delen van de Oosterweelverbinding en de E313 horen spreken. Iets doet me vermoeden dat dit het stuk tussen het rondpunt in Wommelgem en de splitsing in Ranst zal zijn. Daar zit het altijd vol. Hoeveel tijd hebben we daarvoor als we ons voor dat Europees project zouden inschrijven?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, het gaat om een oproep door de EU die moet passen in de periode van 2021 tot 2027. Dat is een vrij kort tijdsbestek. U hebt me gevraagd waarom het om die vier dossiers gaat en waarom we bijvoorbeeld niet naar de havens van Zeebrugge en Antwerpen kijken. De dossiers moeten al voldoende voldragen en voldoende klaar voor uitvoering zijn. Ze moeten ook passen in de uitvoeringstermijn van 2021 tot 2027.
Daarom hebben wij gekeken naar projecten als dat van de N49. Daarvoor werden een aantal onteigeningen opgenomen in ons investeringsplan. Die dossiers zijn dus genoeg gerijpt om over te gaan tot de uitvoering van de werken. Dat geldt ook voor de andere elementen. Jullie weten dat we al een vergunning hebben voor Oosterweel en voor de werken aan de ring. We hebben vooral gefocust op die dossiers, die voldoende rijp en matuur zijn, om ermee verder te kunnen gaan. Ze moeten namelijk ook wel binnen de uitvoeringstermijn van de Europese financieringsoproep vallen. We hebben het daarstraks gehad over de sluis van Zeebrugge en de omgevingsvergunning daarvoor in 2024. Vandaag zijn de zaken echter wat te onzeker om te focussen op deze dossiers.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik denk dat we, over alle partijgrenzen heen, alleen maar kunnen hopen dat België inderdaad in een goede onderhandelingspositie zit, dat Vlaanderen in een goede onderhandelingspositie zit, en dat we inderdaad een aantal van die budgetten kunnen binnenrijven, zodat onze burgers mee kunnen profiteren van dat Europees geld om een betere mobiliteit in Vlaanderen te kunnen bewerkstelligen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.