Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, bestuurders die gevaarlijke goederen vervoeren over de weg, worden verplicht om een ADR-certificaat (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route) te halen. Dat is ook logisch, aangezien het vervoer van gevaarlijke goederen de nodige kennis vereist, zowel inzake lading en bepakking als inzake de te volgen procedures in geval van calamiteiten.
Door de coronacrisis bleek het niet altijd eenvoudig of even evident om vervallen ADR-certificaten tijdig te vernieuwen. Een aantal landen, vooral onder impuls van het industrieland bij uitstek, de economische locomotief van Europa, zeker West-Europa, Duitsland, hebben daarom een multilateraal akkoord ondertekend om de geldigheid van vervallen ADR-certificaten te verlengen tot 1 oktober 2021. België ondertekende dit multilateraal akkoord, nummer 333 – die akkoorden hebben nummers – evenwel niet. De voorgaande twee akkoorden om de geldigheidsduur te verlengen werden door ons land dan weer wel ondertekend.
Ons land zou het akkoord niet ondertekend hebben, omdat de lessen en opleidingen om de certificaten te bekomen of te verlengen sinds eind vorig jaar ononderbroken hebben plaatsgevonden. De gewesten, die in dezen bevoegd zijn, zagen dan ook geen noodzaak om een verdere verlenging door te voeren.
Volgens de beroepsfederatie, de Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners (Febetra), zorgt deze beslissing voor grote problemen. Niet alleen zorgt dit voor een grote druk bij de opleidingscentra, die sowieso al minder mensen mogen ontvangen door de geldende maatregelen, maar ook bij buitenlandse bestuurders van landen die dit akkoord wel hebben ondertekend. Dat zijn dan vooral onze buurlanden. Een Nederlandse chauffeur met een vervallen ADR-certificaat, waarmee hij probleemloos mag rijden in Nederland en Duitsland, zal dat in ons land dus niet kunnen. En die mensen weten dat dan niet.
Bovendien zal er in Vlaanderen streng toegezien worden op de geldigheid van ADR-certificaten, ook bij buitenlandse bestuurders, zo liet het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) weten. In Wallonië besliste men net om geen controles uit te voeren, gezien de onduidelijke situatie voor buitenlandse bestuurders.
Kunt u toelichten waarom België multilateraal akkoord nummer 333 niet heeft ondertekend? Wat was het standpunt van het Vlaamse Gewest in deze kwestie?
Welke impact heeft deze beslissing op de ADR-opleidingscentra? Kunt u garanderen dat elke bestuurder die een opleiding moet volgen of examens moet afleggen voor het behalen van een ADR-certificaat dit binnen een redelijke termijn kan volbrengen?
Wordt er specifieke communicatie voorzien naar buitenlandse bestuurders, zodat deze afdoende op de hoogte zijn van de afwijkende regelgeving in Vlaanderen – toch een transitregio?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Keulen, dank u wel voor uw vraag rond het verhaal van de ADR-certificaten.
Waarom heeft België multilateraal akkoord 333 niet ondertekend? België heeft dat in zijn totaliteit moeten doen, na overleg met de gewesten. Het Waalse Gewest zei finaal zonder meer dit niet te willen ondertekenen, omdat het geen problemen gesignaleerd gekregen had. De opleidings- en examencentra waren niet opnieuw gesloten en daarom zag het gewest er de nood niet van in. Aan Vlaamse zijde was er initieel wel nog bereidheid om het akkoord alsnog te verlengen, maar er waren ook geen concrete problemen. Daarom is finaal beslist – en die beslissing moest unaniem genomen worden door de 3 gewesten – dat België het akkoord niet ging ondertekenen. We zijn trouwens zeker niet de uitzondering: slechts 16 van de 52 ADR-landen hebben het akkoord ondertekend.
Wat zijn gevolgen van de niet-ondertekening? De ADR-regeling blijft van toepassing. Bestuurders moeten rijden met een geldig ADR-certificaat. Rijden zonder een geldig ADR-certificaat is als dusdanig een ernstige inbreuk. Het gaat hier trouwens over transport van gevaarlijke goederen, waarvoor sowieso de nodige knowhow, kennis en expertise nodig is.
De Vlaamse administratie past de ADR-regelgeving toe op zowel de Belgische als de buitenlandse bestuurders. Het klopt dat het Waalse Gewest dat niet doet. Wij blijven dat alleszins wel doen.
Ik wil nog meegeven dat Febetra initieel foutieve informatie heeft verspreid onder zijn leden, wat een klein beetje voor verwarring gezorgd heeft. Maar dat is intussen rechtgezet.
Dan was er de vraag naar de impact van de beslissing op de ADR-opleidingscentra. Het is belangrijk om hier mee te geven dat de impact op de Vlaamse bestuurders uitermate beperkt is. In Vlaanderen werkt alles, dus er is geen enkele reden die verantwoordt dat de regelgeving over het vervoer van gevaarlijke stoffen niet zou worden toegepast. Alle opleidingscentra hebben voldoende cursussen georganiseerd. Er zijn voldoende examenmomenten. Kortom, hier is er als dusdanig geen probleem en loopt alles zoals het moet lopen.
Tot slot vroeg u naar communicatie voor de buitenlandse bestuurders, zodat zij ook op de hoogte zijn van de regelgeving. Daaromtrent kan ik u meegeven dat de delegatieleider van ons land, de heer Philip Raucq, aan het UNECE-secretariaat (United Nations Economic Commission for Europe) heeft gemeld dat de verdragspartij België het akkoord niet ondertekend heeft. Vanuit Vlaanderen zal er dus verder geen specifieke communicatie meer gevoerd worden naar buitenlandse bestuurders. Men gaat ervan uit dat het daarmee geweten is. Ik hoop dat daarmee al uw vragen van de baan zijn.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik heb twee bedenkingen. Ten eerste denk ik dat niemand – dat staat buiten elke discussie – het kennen en het toepassen van de ADR-regelgeving niet belangrijk vindt. Dat maakt inderdaad soms het verschil tussen leven en dood. Dat is van groot belang, niet alleen voor de veiligheid van de chauffeurs zelf, maar ook voor de veiligheid van de andere weggebruikers en de mensen die in de omgeving van drukke wegen wonen. Ik denk dat we daar allemaal aan dezelfde kant staan.
Ik zou er alleen op willen aandringen, minister, om toch een stukje te sensibiliseren, al is het maar via de digitale oplichtborden die u langs de autostrades en zo hebt, om ook de buitenlandse chauffeurs daarover te informeren. Dat lijkt mij ook een stuk fair play. Ik heb daar soms ook mee te doen. En ik ben er ook al eens kwaad op. Want als je van hieruit naar Brussel moet, rijd je soms langs muren van vrachtwagens. Sommigen doen dat heel gedisciplineerd, anderen doen dat minder. Maar aan de andere kant zijn dat allemaal mensen die heel hard werken voor hun dagelijks brood. Dat ze dan eventueel beboet worden voor iets wat ze niet weten of wat hun, zelfs met goede intenties, ontsnapt aan kennis, vind ik jammer. Mijn vraag is dus om op een of andere manier, via sensibilisering, via oplichtborden of via andere campagnes, mensen toch de kans te geven om zich in regel te stellen.
En uiteraard staat de grond van de zaak, de waarde van die regelgeving voor de veiligheid, de gezondheid en alles wat je daar verder aan synoniemen bij kunt bedenken, buiten discussie.
De heer De Veuster heeft het woord.
Minister, ik hoorde u zeggen dat Vlaanderen initieel wel bereid was om dat te ondertekenen, maar het dan toch niet gedaan heeft omdat er geen consensus was. Waarom blijven we dan beboeten, als Wallonië zegt dat het niet gaat beboeten?
Gelukkig bestaat er zoiets als een ADR-certificaat. Dat komt de veiligheid alleen maar ten goede. Ik denk dat niemand daarover gaat discussiëren. Maar onze buurlanden hebben dat wel ondertekend – vooral Nederland en Duitsland – of hebben laten weten dat ze niet gaan controleren. En dat is in Wallonië het geval. Wij zitten daar, met onze open exporteconomie en als belangrijk transitpunt, natuurlijk tussen. Ik vraag mij af hoe dat gaat vallen bij die andere landen. Ik vermoed niet dat we ons daar ongelooflijk populair mee gaan maken. Kunnen we daardoor geen reputatieschade oplopen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer De Veuster, het Waalse Gewest wilde niet ondertekenen omdat ze geen problemen gesignaleerd hadden gekregen en omdat de opleiding- en examencentra niet opnieuw gesloten waren. Dus, iedereen heeft ruim een jaar voorafgaand aan het einde van zijn certificaat de tijd om zich opnieuw in regel te stellen. Er was dus eigenlijk geen reden om opnieuw de verlenging te onderschrijven, en er moet unanimiteit zijn.
Na overleg heeft men uiteindelijk op Belgisch niveau beslist om de verlenging niet te ondertekenen. Ook aan Vlaamse zijde waren er uiteindelijk weinig mensen die meldden dat ze een probleem hadden met het niet-tijdig kunnen halen van hun certificaat. Daarom is unaniem beslist om niet te ondertekenen. Een aantal landen heeft dat wel gedaan, maar het zijn er maar 16 op 52. Het zal ook wel wat afhangen van de lokale situatie, van in welke mate de opleidingscentra open of gesloten waren.
U kunt dan vragen waarom we wel blijven controleren en opvolgen. We willen niet dat straks iedereen zonder geldig attest zal rondrijden. Dus, nu de boodschap geven dat we niet controleren, is ook geen goede zaak. De heer Keulen heeft terecht geschetst dat er mensen zijn die heel correct omgaan met hun transporten, maar er zitten ook enkele charlatans tussen van wie je je afvraagt hoe ze ooit hun rijbewijs voor een vrachtwagen hebben gehaald. Dus, vandaar is het goed dat we blijven controleren, zeker gelet op het feit dat het om transport van gevaarlijke producten gaat. Daarom lijkt het mij aangewezen om de controles te blijven doen.
De heer Keulen heeft het woord.
In uw repliek is het sensibiliseren van buitenlandse chauffeurs u ontsnapt. U neemt de verantwoordelijkheid om te handhaven. Daar kan niemand tegen zijn omdat dat nu eenmaal wetgeving is en regels moet je ook durven te handhaven. Maar ik vind ook dat je mensen fair moet behandelen en hen op z'n minst moet informeren dat wat in hun land niet van toepassing is, hier wel geldt. We zitten nu eenmaal in die specifieke, in die atypische coronatoestand. Dan moeten we elkaar helpen en elkaar – ik zal een straffer beeld gebruiken dan ik bedoel – niet de duvel aandoen door onwetendheid te bestraffen. Ik denk dat u met sensibiliseren een level playing field creëert en geen reputatieschade oploopt wanneer u de Nederlanders en Duitsers, die hier talrijk op onze autostrades aanwezig zijn, zegt dat dit hier nog altijd geldt, dat er wordt gecontroleerd en dat ze er dus voor moeten zorgen dat ze in orde zijn met de ADR-verplichting.
De vraag om uitleg is afgehandeld.