Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, tijdens het weekend van 6 en 7 maart trok de Pro League de ‘Football for All’-campagne op gang, die later deze maand ook wordt opgenomen door de Rode Duivels. Met deze actie roepen de voetbalclubs op tot respect en verdraagzaamheid ten aanzien van de diversiteit op en rond onze voetbalvelden, in het bijzonder ten aanzien van leden van de lgbtq-gemeenschap (lesbian, gay, bisexual, transgender, queer (or questioning)). De cornervlaggen en aanvoerdersband droegen dat weekend de regenboogkleuren en de clubs plaatsten boodschappen op hun sociale media.
Dit leidde bij verschillende clubs echter tot zeer veel negatieve reacties. KV Kortrijk verwijderde de Facebookpost hierover door de massale negatieve reacties, OHL zag zich gedwongen een reactie te publiceren om de negatieve homofobe reacties op zijn Facebookpagina te veroordelen en een Vlaams parlementslid van het Vlaams Belang vond dat zijn favoriete club zich beter kon focussen op de match dan op lgbtq-rechten. Dit toont aan dat homo-, bi- en transfobie nog steeds zeer aanwezig zijn in onze samenleving en dat er ook in de sport- en supporterswereld nog veel werk aan de winkel is.
Minister, ik had mijn vraag opgesteld voordat het drama in Beveren plaatsvond. Ze is dus zeer actueel.
Minister, plant u overleg met de voetbalwereld naar aanleiding van de ‘Football for All’-campagne om na te gaan welke stappen Vlaanderen bijkomstig zou kunnen nemen?
In antwoord op een eerdere vraag verwees u naar een grootschalig onderzoek naar discriminatie in het jeugdvoetbal dat zou starten in juni 2020. Wat is daar de stand van zaken?
Welke plannen heeft Sport Vlaanderen dit jaar inzake de strijd tegen homo-, bi en transfobie?
Plant u specifieke acties om sportclubs te helpen om online haat tegen te gaan?
Welke acties zal Sport Vlaanderen ondernemen om ook supportersverenigingen mee te nemen in de strijd tegen homo-, bi- en transfobie, haat en racisme?
Minister Weyts heeft het woord.
Dit komt regelmatig ter sprake. We hebben het in deze commissie regelmatig over homofobie, discriminatie en racisme. U kent mijn visie ter zake: het zijn uitingen van een maatschappelijk probleem en ze manifesteren zich dus ipso facto ook in de sport.
Specifiek wat de voetbalfederaties betreft, weet ik dat zij dit thema absoluut ter harte nemen. Sinds 2013 hebben de voetbalfederaties met het actieplan ‘Holebi of hetero, maak er geen spel van!’ steeds verdere plannen, campagnes en acties rond dit thema uitgebouwd.
De federaties lanceerden zopas een nieuw actieplan, ‘Come Together’, tegen racisme en discriminatie. Het plan bestaat onder meer uit de aanstelling van een inclusiemanager, een nieuwe Diversity Board, een Nationale Kamer voor Discriminatie en Racisme. Dat zou moeten bijdragen aan het meer melden van racisme en discriminatie en zou dat een pak toegankelijker moeten maken.
Het toont aan dat er heel wat gebeurd is en ook nog heel wat gepland staat. Niet enkel specifiek rond dit thema, want we zien in het algemeen veel initiatieven in de voetbalwereld op het kruispunt van discriminatie, diversiteit, gendergelijkheid, gelijke kansen en inclusie. Dat is goed, omdat het een holistische benadering is. Het bestrijden van racisme en discriminatie begint trouwens met het stimuleren van diversiteit op het vlak van sportparticipatie, als sporter, als trainer. Er is volgens mij geen sport zo divers en kleurrijk als voetbal, op het terrein en ook steeds meer langs het terrein, al kunnen we in de bestuurskamer nog wel een weg afleggen.
Al deze acties moeten bijdragen tot een mentaliteitswijziging. Dat gebeurt niet van de ene dag op de andere. Wel ben ik ervan overtuigd dat men veel en ook de juiste initiatieven neemt.
U vroeg ook naar het grootschalige onderzoek met betrekking tot discriminatie in het jeugdvoetbal. Die studie wordt eind deze maand afgewerkt.
Met de sportsector zetten we vanzelfsprekend verder in op sensibilisering en communicatie over dit thema, onder meer op 17 mei, de Internationale Dag tegen Holebifobie, Transfobie en Interseksefobie (IDAHOT). Er werd recent een werkgroep opgestart om initiatieven uit te werken. Dit jaar werkt het netwerk BIND Sport (Bewegen In Nieuwe Dimensies) aan een masterplan inclusie in en door sport, om vanuit dat kader beleid en initiatieven te ontplooien. Verder loopt er ook een intern diversiteitstraject met de afdelingen van Sport Vlaanderen.
Online haatspraak is een problematiek die verder gaat dan enkel de sportsector. Het is helaas een algemeen maatschappelijk verschijnsel, dat zo breed mogelijk moet worden aangepakt. Het kan bijvoorbeeld opgepikt worden binnen het Vlaams Actieplan Radicalisering. Het bestrijden van alle vormen van extremisme en polarisatie, zowel online als offline, maakt daar deel van uit. Uiteraard zijn we dan ook bereid om bij toekomstige updates van de opleidingen rond het gebruik van sociale media voor sportclubbestuurders via het Dynamo Project daarop in te zetten.
Wat het profvoetbal betreft, is er richting supporters een belangrijk kader met de Voetbalwet en de federale Voetbalcel. Dat is niet enkel repressief of sanctionerend, maar ook preventief op het vlak van voetbalgeweld en ander wangedrag en sensibilisering van supporters. De Pro League heeft al een tweetal jaar een actieplan en voorziet nu bijvoorbeeld in vorming voor daders van discriminerende spreekkoren.
Op amateurniveau verlopen de acties via de sportfederatie of sportclubs. Ik verwijs naar ons ethisch sportenbeleid en aanknopingspunten binnen het integriteitsbeleid, die bijvoorbeeld gedragscodes ten aanzien van supporters of ouders langs de zijlijn kunnen voorzien. Het Centrum Ethiek in de Sport werkte trouwens reeds rond sportouders en biedt hierrond vorming aan.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord en voor de opsomming van zeer veel zaken die reeds gebeuren en die jammer genoeg nog niet leiden tot het stoppen van – daar hebt u zeker gelijk – een groot maatschappelijk probleem. We blijven hier herhalen dat sport kan helpen om tot een betere maatschappij te komen. Ik denk dat we via de sport signalen moeten blijven geven dat geen enkele vorm van discriminatie kan. We moeten clubs blijven bedanken voor al hun inspanningen op dat vlak. Ook nu hebben zij dat gedaan en blijven ze dat doen. De clubs spelen hierin een cruciale rol.
Het probleem ligt echter niet enkel bij de supporters. Dit weekend bijvoorbeeld zei een voetbalcommentator op de zender ELEVEN SPORTS tijdens een duel: "Even een rugriddermoment, maar op deze speeldag van diversiteit en inclusie moet dat allemaal kunnen." Dat is niet alleen slechte humor, maar het zijn uitspraken die helemaal niet kunnen. Dat zijn homofobe uitspraken die niet thuishoren op onze sportvelden en niet uit de monden van sportcommentatoren horen te komen. Zult u samen met de minister van Media inspanningen doen richting sportverslaggeving?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Ik wil namens onze fractie heel kort tussenkomen, niet om bijkomende vragen te stellen, maar alleen maar om vast te stellen dat de vragen en bekommernissen van mevrouw Lambrecht terecht zijn. Het stemt mij toch wel zeer positief dat al wie in dezen verantwoordelijkheid draagt – dan heb ik het niet alleen over de overheid, maar ook over de federaties en clubs – dit ernstig neemt. Er worden heel wat initiatieven genomen.
Ik zie ook heel veel evolutie ten positieve in het algemeen.
Het is nog niet zo lang geleden dat oerwoudgeluiden in stadions schering en inslag waren of dat er over holebi’s allerlei opmerkingen werden gemaakt. Ik denk dat we heel wat bakens verzet hebben. Zijn we al op het punt gekomen dat we die dingen volledig hebben uitgebannen? Neen, maar dat is dikwijls de verantwoordelijkheid van ieder individu. Ik denk dat er voldoende elementen zijn om daartegen in te gaan, zowel vanuit de wetgeving als door de afspraken die binnen de sportfederaties en clubs worden gemaakt.
Ik heb geen vraag, alleen de bemerking dat we dezelfde weg moeten blijven bewandelen. Ik denk dat de boodschap dan heel duidelijk zal zijn. We zeggen dat ook in andere commissies als daar het onderwerp aan de orde is: finaal word je niet met holebifobie of eerder met holebihaat geboren. Dat is het gevolg van een opvoeding, een misopvoeding of miscasting, als ik het zo mag zeggen. Een pril geboren kind heeft dat niet in zijn genen. Ik denk dat we daarom op alle vlakken duidelijk moeten blijven maken dat homohaat en andere haatzaken in onze samenleving geen plaats mogen krijgen.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik wil de Pro League echt nog eens bedanken voor het feit dat ze die campagnes volop uitrolt, net als die eersteklassenploegen. Ik wil dat doen, omdat dat symbolisch belangrijk is, en omdat we allemaal weten dat het werk nog lang niet gedaan is. Daar mogen we niet flauw over doen, collega’s. Het is nog altijd een heel groot taboe en het is nog altijd heel moeilijk. We zien dat door de reacties op sociale media, maar ook op de sportterreinen zelf. Het is een feit dat heel wat topsporters en amateursporters er vandaag niet voor durven uit te komen van wie ze houden, dat ze als man met een man samen zijn of als vrouw met een vrouw. Enerzijds zijn ze bang om vrienden te verliezen, anderzijds zijn ze bang dat dat een impact zal hebben op de teamgeest. Daarbovenop vrezen ze de reactie van de supporters. Dat kan eigenlijk niet in een regio als Vlaanderen, waar we er prat op gaan dat we die gelijke rechten voor iedereen garanderen en waarbij we ervan uitgaan dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn, welke mening men ook heeft en los van wie men houdt. Dat kunnen we dus absoluut niet aanvaarden. Een van de belangrijkste manieren om dit te doorbreken, is niet alleen een doortastend beleid, maar ook door in die campagnes luid te verkondingen dat het wel oké is. Dat doet de Pro League ook. Men gaat toch tegen die weerstand in en geeft die heel belangrijke boodschap. Heel wat topsporters hebben dat ook al gedaan, de Pro League doet dat, en u als minister doet dat ook.
Dat is ook de oproep: blijf het versterken, blijf het mee uitdragen, blijf die noodzakelijke gesprekken voeren die nodig zijn. Op die manier zullen we de stappen vooruit blijven zetten, waar de heer Van Dijck ook naar verwezen heeft. Als we nu denken dat het niet meer nodig is, dan zetten we stappen achteruit. Dit moet natuurlijk gepaard gaan met doortastende maatregelen, maar dit soort campagnes is zeker nuttig en nodig. Daarom wilde ik van dit moment gebruikmaken om de mensen die de campagnes voeren, ook te bedanken. We zullen ze nog nodig hebben; dat tonen de vele reacties aan die we hebben gezien.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Bedankt, mevrouw Lambrecht. U komt heel consequent tussen bij dit thema van homofobie en racisme in de sport. Minister, ook u bedankt voor uw antwoord met een opsomming van alle debatten en gesprekken die werden gevoerd over het probleem van homo- en transfobie en racisme. Er wordt altijd benadrukt dat er al heel veel gebeurt vanuit de Vlaamse overheid, maar dat er nog steeds veel werk aan de winkel is en dat het niet alleen vanuit de overheid zelf mag komen. In dat opzicht ben ik ook heel blij met deze campagne en het actieplan dat de Pro League heeft, en dan zeker met de ‘Football for All’-campagne. Er komen veel negatieve reacties op. Dat toont alleen nog maar aan dat men nog meer dergelijke campagnes moet voeren.
Zeker de spelers van grote clubs kunnen enorme rolmodellen en ‘allies’ zijn voor de holebigemeenschap, en ook in de strijd tegen racisme en xenofobie. Daarvoor alle steun.
Ik heb ook geen bijkomende vragen, minister. Ik kan alleen maar herhalen dat de strijd tegen homofobie, transfobie en racisme een strijd is die we op verschillende domeinen moeten voeren, niet alleen op de Vlaamse bevoegdheidsdomeinen, maar op die van alle overheden. We moeten daarbij altijd samenwerken met de sectoren zelf, met de federaties en de clubs. Dat doet men op dit ogenblik heel goed, maar het is nodig dat er nog meer gebeurt.
Sportclubs, en zeker amateurclubs, moeten een veilige omgeving bieden, waar iedereen zich veilig kan voelen, de sport kan beoefenen. Dat kan natuurlijk niet als er een sfeer van homofobie en racisme heerst. Dus, alle steun vanuit de CD&V-fractie voor alle initiatieven die u verder nog zult kunnen nemen om homofobie, transfobie en racisme een halt toe te roepen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Mevrouw Lambrecht, ik dank u voor de vraag, maar u had uw voorbereiding wel iets beter kunnen doen. Waarom zeg ik dat? Wel, de reactie bij Waasland-Beveren was helemaal niet zoals u zegt, dat lgbt-rechten niet belangrijk zouden zijn. Dat staat daar helemaal niet. Waasland-Beveren is een specifiek geval, waar dag in, dag uit, of toch om de twee dagen, wordt geprotesteerd bij de club zelf, aan de poorten, waar de club nooit over bericht, en dan plots krijgen we op sociale media dan toch eens een bericht te zien. De supporters voelden zich in de steek gelaten door de club. Dat heeft niets te maken met de campagne die is opgezet.
Trouwens, ik vind het ook wel een beetje spijtig dat de supporters geculpabiliseerd worden. Zelf maak ik al sinds jaar en dag fier deel uit van de harde supporterskern van Waasland-Beveren. We zijn een hechte familie, waarin geen plaats is – dat gebeurt gewoon niet bij ons – voor holebihaat of andere dergelijke dingen. Ik denk ook niet dat iemand daar een voorbeeld van kan geven in onze supportersgroep.
Bij Kortrijk kunnen we het inderdaad niet meer zien, maar ik ben eens bij OHL gaan kijken. Ik betwijfel of alle mensen die op die Facebookpost hebben gereageerd, allemaal supporters zijn. Ik weet niet of u ooit al eens tussen de supporters van Leuven hebt gekeken, maar ik zal voor de kunst de eerste vijf namen opgeven van de meer dan duizend, inderdaad, walgelijke en boze reacties: Obadah T. Habaibeh, Ibrahim Ahmad, Anas Al Ma'ani, Mohmmad Krreshan, Motasem Mohamad, en ik kan zo blijven doorgaan. Ik heb geen naam overgeslagen omdat dat mij beter zou uitkomen, absoluut niet. Ofwel is Leuven volledig geïslamiseerd en staan er in dat vak alleen maar supporters met de naam Mohamad, maar dat is überhaupt niet het geval. Dus, stop met supporters te culpabiliseren.
We hebben op het vlak van supporters – over de kleedkamers kan ik niet meespreken – de laatste jaren enorme stappen vooruit gezet. Ik ga van kleins af aan naar het voetbal en ik kan me ook oerwoudgeluiden en dergelijke herinneren. Dat gebeurt allemaal niet meer. En als het zeer sporadisch gebeurt, dan is dat bij bepaalde clubs die daarvoor bekendstaan, en dat betreur ik ook. Het probleem ligt in dit geval echt niet bij de supporters. Het is een cultureel probleem dat veel breder gaat dan het voetbal.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik hoor heel wat overpeinzingen, die er allemaal op neerkomen dat er heel veel goede inspanningen gedaan zijn, zeker ook door de voetbalfederatie. Er is nog een weg te gaan, maar er is onmiskenbaar vooruitgang vast te stellen.
Ik heb nog een vraag genoteerd met betrekking tot een bepaalde commentaar die in het kader van sportverslaggeving zou zijn gedaan. Of je dit kunt catalogeren onder homohaat, dan wel onder een uiting van een gelimiteerd humoristisch talent, laat ik over aan mijn collega van Media. Ik weet ook niet over welke uitspraak het gaat. Als u daarop zou willen doorgaan – ik weet niet of dit zinvol is –, dan moet ik u doorverwijzen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord en voor de doorverwijzing. Ik wil nog eens benadrukken dat ik de bewuste uitspraak geen humor vind. Ik vind het heel misplaatst dat een verslaggever op dergelijke manier over mensen spreekt.
Mijnheer Brusselmans, wij culpabiliseren dé supporters niet. Wij doen namelijk niet aan veralgemening, zoals andere partijen wel doen. Iedereen die mij kent, weet dat. Ik praat niet over dé supporters. Het zijn er enkelen die dit doen. Gelukkig heeft een overgrote meerderheid, wat ook hun naam is of hoe die ook klinkt, het heel goed voor met het voetbal en de maatschappij.
Minister, ik wil eindigen met u te danken. Ik ben tevreden met uw antwoord. U bent tevreden met de inspanningen, maar u zegt ook dat het hier niet stopt, dat u op die lijn voortdoet. Dat is inderdaad de enige weg om ooit uit de impasse van de homohaat te geraken: een aanhoudende rechte lijn houden dat wat nu gebeurd is, niet kan. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.