Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Ook bij deze vraag wil ik beginnen met een woordje uitleg over de reden waarom ik deze vraag stel. Ik besef dat wij intussen al meerdere debatten hebben gehad, zowel in de plenaire vergadering als in de commissie, over het taalgebruik in deze campagne. We hebben daar een heel duidelijke lijn getrokken, de meeste partijen hebben dat toch gedaan. Er zijn campagnes gevoerd in andere talen om ervoor te zorgen dat iedereen mee is. Daar is uiteraard geen probleem mee. De individuele communicatie vanuit de gemeente naar de inwoners gebeurt in het Nederlands. Ik denk dat we het daarover eens zijn.
Deze vraag gaat echter specifiek over richtlijnen voor de organisatie van vaccinatiecentra die, volgens mijn berichtgeving, niet werden nageleefd. Dat is toch nog iets anders. Vandaar dat ik deze vraag op de agenda wilde plaatsen.
Het is natuurlijk de bedoeling dat bij de vaccinatiecentra die de faciliteitengemeenten bedienen telkens iemand aanwezig is die de inwoners in het Frans kan bedienen. Daar is geen enkel probleem mee. Maar berichten en mededelingen moeten in het Nederlands en in het Frans worden aangebracht, met voorrang voor het Nederlands. Nogmaals, het zijn bijzondere omstandigheden maar we zien dat de verschillende vaccinatiecentra niet allemaal die regels volgen. Sommige doen de triage volgens woonplaats, bij anderen is daar totaal geen sprake van en wordt automatisch iedereen in drie talen bediend zonder dat de mensen daar zelf om vragen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van deze crisissituatie. Ik denk dat daar een duidelijk signaal nodig is.
Minister, welke concrete richtlijnen werden er gehanteerd met betrekking tot communicatie en bediening in vaccinatiecentra die faciliteitengemeenten bedienen? Werd hierop al controle uitgeoefend?
Er is duidelijk sprake over een incoherente aanpak in de verschillende eerstelijnszones. Ik denk dat het tijd is dat er actie wordt ondernomen om een meer coherente aanpak te verzekeren.
Zult u actie ondernemen opdat het meertalig taalgebruik op een correcte manier wordt toegepast?
Minister Somers heeft het woord.
Dit is inderdaad een thema dat we al een paar keer behandeld hebben en ik heb dan ook een uitvoerig antwoord gekregen van mijn medewerkers. Ik ga proberen om dat toch een beetje in te korten om niet al te veel in herhaling te vallen met datgene wat hier in het verleden al een aantal keer gezegd is.
U weet dat mijn administratie het agentschap Zorg en Gezondheid, de vaccinatiecentra en de lokale besturen ondersteunt door advies te geven over de correcte toepassing van de taalwetgeving. Dat heb ik in het verleden al toegelicht. We doen dat op verschillende manieren, onder ander op de website laatjevaccineren.be, waarop veelgestelde vragen beantwoord worden. We hebben dat ook toegelicht via webinars, op 21 januari 2021 en 18 februari 2021, voor de lokale besturen en zorgraden, die de organisatie van die vaccinatiecentra op zich nemen. U kunt deze webinars herbekijken en de presentaties vinden op laatjevaccineren.be, indien daar nood aan is.
Op vraag van een collega van het Vlaams Belang en ook van u heb ik ook al toegelicht welke regels precies gerespecteerd moeten worden: de lokale besturen moeten hun communicatie opstellen in de voorgeschreven bestuurstaal, zoals blijkt uit de bestuurstaalwetgeving, maar het gebruik van andere talen kan volgens de cumulatieve richtsnoeren van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht in uitzonderlijke omstandigheden, voor een specifiek doel, met de uitdrukkelijke vermelding dat het gaat om een vertaling – dus met voorrang voor de bestuurstaal – en voor een specifiek doelpubliek.
De coronacrisis is een uitzonderlijke omstandigheid. Bovendien heeft een staat een positieve verplichting om bij een reëel en imminent risico op het leven of de fysieke integriteit van de bevolking essentiële informatie aan het publiek ter beschikking te stellen. Dat volgt uit de artikelen 2 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In de voornoemde omstandigheden kan, naast de voorgeschreven bestuurstaal, de informatie eveneens verspreid worden in andere nuttige talen. Er mag enkel gecommuniceerd worden in de talen die vereist zijn om het beoogde doel te bereiken. Ik denk wat we allemaal de brede communicatie begrijpen. U hebt dat daarnet ook bevestigd. We willen een vaccinatiegraad van 70 procent of meer bereiken.
Bij een schending van de taalwetgeving door lokale besturen in Vlaanderen kan klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid. Mijn administratie heeft tot op heden nog geen dergelijke klachten ontvangen.
Wat de lokale besturen betreft, denk ik dat u mijn grootste respect deelt voor de inzet die ze de voorbije tijd aan de dag hebben gelegd.
Toen collega Laeremans op 19 januari zijn vraag om uitleg stelde, heb ik hier benadrukt dat ik toezicht houd op de correcte naleving van de bestuurstaalwet, overeenkomstig de bepaling van ons regeerakkoord. De richtlijnen zijn duidelijk. Deze richtlijnen wijzen op het belang van de correcte toepassing van de bestuurstaalwet, met oog voor de richtsnoeren van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.
Daarnaast beantwoordt mijn administratie adviesvragen van vaccinatiecentra, regioverantwoordelijken en de regiocoördinator inzake het taalgebruik, met name in faciliteitengemeenten of in vaccinatiecentra die inwoners van faciliteitengemeenten bedienen. Beersel en Zaventem, bijvoorbeeld, zijn op de hoogte van deze adviezen en richtlijnen.
Vaccinatiecentra vormen geen juridische entiteit op zichzelf. Lokale besturen, eerstelijnszones en zorgraden werken samen en hebben elk hun eigen inbreng. Binnen elk vaccinatiecentrum zullen het lokaal bestuur, de zorgraad en de eerstelijnszone zo goed mogelijk samenwerken om zoveel mogelijk mensen te laten vaccineren. Het is uiteraard mogelijk dat er verschillen zijn in de organisatie, afhankelijk van de situationele omstandigheden. De combinatie van richtlijnen en eenduidige adviesverlening biedt echter een helder kader voor een uniforme aanpak van het taalgebruik op het terrein.
Hoe de centra ook georganiseerd zijn, de adviezen en de informatie die ze gekregen hebben met betrekking tot de taalwetgeving, zijn heel eenduidig. Ze hebben die allemaal gekregen en ze moeten allemaal binnen dat kader opereren. Onze diensten houden daar toezicht op, maar tot nu toe is er nog geen enkele klacht geweest. Mocht u weet hebben van wanpraktijken of een verkeerde interpretatie, mevrouw Sminate, dan zou ik u uitnodigen om dat te laten weten aan de toezichthoudende overheid en dan zal die kort op de bal spelen en kijken of de klachten al dan niet gegrond zijn. We moeten hier uiteraard waakzaam optreden en onszelf ervan verzekeren dat deze situatie niet gebruikt wordt om onze bestuurstaalwetgeving te omzeilen. Daar ben ik het volkomen mee eens. Maar binnen het kader van wat kan, moeten we natuurlijk ook ruimte geven om zoveel mogelijk mensen te kunnen bereiken.
Ik hoop dat dat een antwoord is op uw vraag.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, u hebt de regels nog eens heel duidelijk weergegeven. Die zijn correct. U zegt dat u bevoegd bent om daar toezicht op te houden, maar dan stel ik voor dat u of uw diensten bijvoorbeeld in Zaventem eens een kijkje gaan nemen. Ik heb de informatie gekregen dat het daar niet correct verloopt, dat men geen onderscheid maakt en men het Nederlands daar niet vooropstelt. Volgens mij loopt het daar niet allemaal volgens de regels die u net geschetst hebt.
Nogmaals, ik heb alle begrip voor deze crisissituatie – ik probeer al vooruit te lopen op de reacties die straks misschien gaan komen –, maar ik vind ook dat we vanuit het principe moeten blijven vertrekken dat het Nederlands vooropstaat. Zo niet, dan wekt dat wrevel bij inwoners in de Rand, want dat geeft het signaal dat mensen zich niet hoeven aan te passen, omdat de overheid zich aan hen aanpast als het dringend is. Dat staat haaks op onze visie op integratie in Vlaanderen. Ik vind het dus toch wel belangrijk dat ook daarvoor aandacht is, naast de crisis.
Minister Somers heeft het woord.
Nog twee elementen. Eén, ik zal onze diensten op vraag van mevrouw Sminate eens laten kijken in Zaventem. We gaan ter plaatse kijken hoe het daar verloopt. Ik wil dat graag doen, ik wil me daar graag toe engageren. Ik weet niet of daar echt iets fout loopt, maar als u me dat signaal geeft, dan ben ik bereid om te gaan kijken of alles correct verloopt.
Twee, ik vind het respect voor de taalwetgeving vanzelfsprekend, niet alleen vanuit het belang van onze taal en de gevoeligheden die daarrond bestaan, maar ook vanuit het standpunt van de rechtstaat. Als je gelooft in de rechtstaat, dan is dit onderdeel van ons positief recht, wat evenveel respect en naleving verdient als alle andere delen van ons positief recht. We gaan dus kijken in Zaventem. Ik zal de diensten vragen om ter plekke te gaan kijken of daar inderdaad een probleem zou zijn. En als dat zo zou zijn, dan zullen we bijsturen.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Mijn dank daarvoor.
Het gaat goed vandaag. (Opmerkingen van minister Bart Somers)
De vraag om uitleg is afgehandeld.