Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Om een antwoord te bieden op de economische gevolgen van de coronacrisis, riep de Vlaamse Regering verschillende mechanismes in het leven. Denken we aan het intussen bekende klavertje vier, met daarin het Welvaartsfonds, een verhoogde waarborgcapaciteit, de coronaleningen, de uitbreiding van de Winwinlening en het Vriendenaandeel.
Het Welvaartsfonds is een fonds van 500 miljoen euro – 240 miljoen euro via de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) en 260 miljoen euro via private partners – dat moet investeren in kapitaalsverhogingen en achtergestelde leningen van toekomstgerichte en gezonde Vlaamse ondernemingen. Nu is de eerste fase van het Welvaartsfonds uitgewerkt. In het tweede kwartaal van 2021 volgen nog de tweede en derde fase. De tweede fase is voor institutionele investeerders en de derde fase voor de particuliere spaarder.
We lezen steeds vaker dat de Belgische particuliere belegger zich echter tot het buitenland wendt om daar te beleggen en dus ondernemingen van eigen bodem aan zich voorbij laat gaan. Ik wil daar, voor alle duidelijkheid, niet mee zeggen dat de Belgische spaarders beleggen op een buitenlandse beurs, maar de fondsen waarin ze geld beleggen, zijn meestal gericht op buitenlandse beurzen. Daar is uiteraard niets mis mee, want elke belegger doet wat hij denkt te moeten doen, maar het is wel een gemiste kans voor onze Vlaamse ondernemingen.
Minister, hoe wilt u Vlamingen sensibiliseren om te investeren in onze bedrijven en beloftevolle start-ups? In welke mate kan de derde fase van het Welvaartsfonds hiervoor worden ingezet?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Gryffroy, voor uw volgehouden aandacht voor de ondersteuning en de kapitaalbehoefte van onze Vlaamse bedrijven.
U hebt terecht verwezen naar de berichten over de tanende interesse van bedrijven en van particuliere beleggers in de Brusselse beurs, heel recent nog naar aanleiding van het vertrek van de beurs van het West-Vlaamse Sioen, wereldtop op het vlak van technisch textiel en hoogwaardige beschermkleding.
Daarom hebben we een aantal initiatieven genomen, zoals de Winwinlening en het Vriendenaandeel. We zijn een kmo-land, en dat betekent dat er heel veel potentieel zit voor de bedrijven én voor geïnteresseerde spaarders. Ook het Welvaartsfonds heeft als focus de versterking van de solvabiliteit van gezonde Vlaamse bedrijven die door covid sterk geïmpacteerd zijn.
Ik ben het met u eens dat het heel belangrijk is om die initiatieven goed te communiceren. Vanuit de samenwerking tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en PMV informeren en sensibiliseren wij de Vlaamse ondernemers over de financieringsmogelijkheden die hen ter beschikking staan.
Zo hebben we net een heel brede campagne gehad op radio, sociale media en in gespecialiseerde tijdschriften om het Vriendenaandeel op de kaart te zetten. U herinnert zich wellicht de ‘friends with benefits’-slogan. Mijn persdienst liet mij toen weten dat mijn Twitteraccount ontplofte. Het was dus een geslaagde campagne omdat de aandacht van de mensen getrokken werd naar het Vriendenaandeel, en dat is positief.
Hetzelfde is gebeurd voor de Winwinlening, die een enorme vlucht kent. In januari en februari 2021 samen zitten we al aan 25 miljoen euro. 2020 was al een record met 100 miljoen euro en nu hebben we in twee maanden al 25 miljoen euro. We zullen het record dit jaar dus verpulveren.
Ik kan ook de PMV-fondsinvestering vermelden, voorheen bekend als ARKimedes II. Hiermee doen we vanuit PMV co-investeringen in concrete private investeringsfondsen. De focus van de fondsen ligt net op start-ups. PMV-fondsinvesteringen heeft kapitaal toegezegd aan 31 investeringsfondsen ten belope van 285 miljoen euro.
Het Welvaartsfonds zal een belangrijke rol spelen in de relance door de solvabiliteit te versterken van gezonde Vlaamse ondernemingen. Wat de derde fase betreft, namelijk de deelname van particulieren, is het belangrijk dat dit een risicokapitaalfonds is. Het Welvaartsfonds zal risicokapitaal investeren in beloftevolle Vlaamse ondernemingen. Door het verhoogde risicoprofiel van een dergelijk fonds zal investeren in het Welvaartsfonds dus in ieder geval voorbehouden zijn voor particuliere investeerders met een aangepast MiFID-beleggingsprofiel (Markets in Financial Instruments Directive). Dat is een parameter die PMV dus in overweging moet nemen bij de juridische vormgeving hiervan.
Voor meer conservatieve spaarders hebben we de Winwinlening, waar we tijdens covid de overheidstussenkomst in geval van definitief verlies tijdelijk hebben opgetrokken tot 40 procent van het openstaande bedrag.
Het antwoord op uw tweede vraag is dus eigenlijk ‘ja’, maar dit zal sowieso voor mensen een meer risicovolle belegging zijn.
Ik eindig met een uitsmijter. Ik was deze week op bezoek in het Health House in Leuven. Daar werd gezegd dat heel wat investeerders contact opnemen om te vragen in welke start-ups die aan innovatie doen in de gezondheidszorg, ze kunnen investeren. Je voelt dus dat er dezer dagen wel interesse is om te investeren. Het is dus niet allemaal kommer en kwel.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het is een mes dat aan twee kanten snijdt. Volgens recente cijfers hebben we tot nu toe een kleine 2 miljard euro uitgegeven aan premies, die vooral gericht zijn op solvabiliteit. De Winwinlening, het Vriendenaandeel en het Welvaartsfonds zijn vooral gericht op liquiditeit, zijn kapitaalsversterkend. U hebt het over beloftevolle start-ups enzovoort, maar onder andere UNIZO zegt dat een op de zes tot een op de drie kmo's in financiële problemen zit. Dat zijn niet altijd start-ups en scale-ups. Die kmo’s moeten het dan niet hebben van het Welvaartsfonds, want die mogelijkheid is er niet. Zij moeten het dan hebben van de Winwinlening of het Vriendenaandeel. U zegt dat er al 25 miljoen is omgezet in de eerste twee maanden van dit jaar, maar het gaat over bedragen die naar de miljarden euro’s toe gaan die ondernemingen nodig hebben.
Ik ben mij ervan bewust dat bedrijven stilaan opnieuw op eigen benen moeten staan en losgekoppeld moeten worden van het overheidsinfuus. Dat wil ook niet zeggen dat de overheid hen aan hun lot moet overlaten. Ik zit zelf een beetje in dubio: hoe worden ‘gewone’ kmo’s bereikt die geen start-up of scale-up zijn, zoals een uit de kluiten gewassen aannemer, een schrijnwerkerij of bedrijven die zwaar getroffen zijn door corona omdat ze bijkomende kosten hebben?
Ik hoorde onlangs het verhaal van een aannemer die vroeger zijn verplaatsingen deed met een lichte bestelwagen, waarin zes tot acht personen konden plaatsnemen. Dat mag niet meer. Men mag wel op overvolle bussen, trams en treinen zitten, maar niet in een minibusje. Met andere woorden: hij heeft extra lichte bestelwagens moeten huren. Dat kost hem 25.000 euro per maand extra. Meer inkomsten heeft hij niet, maar hij heeft wel meer kosten. Zulke bedrijven, die voor de crisis gezond waren, komen terecht in een negatieve spiraal van bijkomende kosten, waardoor ze in financiële moeilijkheden geraken. Maar ze komen niet in aanmerking voor het Welvaartsfonds, ze kunnen hooguit in aanmerking komen voor een Winwinlening of een Vriendenaandeel. Er zit dus een lacune in het helpen van een klassieke, gezonde onderneming bij het loskoppelen van het overheidsinfuus en toch zorgen voor voldoende liquiditeit.
Mijn vraag is dan ook of u in de toekomst niet moet bekijken of dit Welvaartsfonds enkel gebruikt mag worden voor scale-ups en start-ups. Kunnen die voorwaarden niet veranderd worden, zodat ook bedrijven die een gezonde balans hebben maar het wel nodig hebben, er gebruik van kunnen maken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gryffroy, ik denk dat er wat verwarring heerst. Het Welvaartsfonds is echt gericht op alle sectoren, in alle levensfases. Het is dus niet zo dat het Welvaartsfonds zich beperkt tot start-ups. Zowel het Vriendenaandeel als het Welvaartsfonds zijn gericht op solvabiliteit, in alle sectoren, in alle levensfases. Ook onze coronalening staat trouwens open voor het segment van de meer traditionele kmo’s. Zij worden dus absoluut niet uitgesloten. Die aannemer die u als voorbeeld gaf, komt daar zeker voor in aanmerking. Het hangt gewoon af van de individuele beoordeling van een dossier. Een klassieke gezonde onderneming zal zeker ook een beroep kunnen doen op bankfinanciering. Als u de impressie hebt dat het enkel geldt voor start-ups, dan zullen we die impressie moeten bijsturen, want dat is niet zo. We hebben er veel over gediscussieerd. Vlaanderen is een kmo-land. We gaan de maatregelen die we nemen toch niet alleen voorbehouden voor de start-ups? Er werd wel specifieke aandacht gegeven aan start-ups, om onze maatregelen ook bekend te maken, maar de klassieke onderneming wordt zeker niet uitgesloten.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dat was dan inderdaad een verkeerde impressie, die misschien bijgestuurd moet worden. Ik denk dat dat fonds inderdaad wel de behoefte kan dekken voor de liquiditeitsnood die er is bij heel veel Vlaamse ondernemingen, niet enkel bij de hightechondernemingen.
Ik denk ook dat we in een derde fase zeker moeten bekijken hoe we de Vlaming warm kunnen maken voor dit type van Welvaartsfonds, als dat goed werkt. Want we zien dat hij nu niet kiest voor onze eigen beurs. De Vlaming zal moeten geloven in onze eigen ondernemingen. Inderdaad, dan moeten we heel sterk inzetten op de impressie die u nu wekt. Heeft dat misschien te maken met het feit dat PMV zich specifiek op dat statuut richt, als een gespecialiseerde investeringsmaatschappij? Dat was toch wel de impressie die ik had. Dat is dus misschien wel iets om aan te werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.