Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
We hebben op 9 december 2020 een goed debat gevoerd waarbij onze resolutie werd goedgekeurd over de heroverweging van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije. Er werden daarin meerdere punten vooropgesteld, zoals onze vraag om de onderhandelingen vanuit Europa met Turkije stop te zetten. Tegelijkertijd vroegen we ook een heroriëntering van pretoetredingssteun.
Op 18 februari 2021 bezorgde de Europese Commissie een antwoord op onze resolutie. Daarin stelt de Commissie dat zij de bezorgdheid van het Vlaams Parlement over de recente ontwikkelingen in het binnen- en buitenlands beleid van Turkije en in de betrekkingen tussen de EU en Turkije ernstig neemt, en ze verwijst daarbij naar de Europese Raad van 11 december 2020. Daar sprak de Europese Raad zijn teleurstelling uit over de unilaterale acties en provocaties van Turkije ten opzichte van de EU, de EU-lidstaten en de Europese leiders. Iedereen zal zich nog herinneren dat onder meer de Franse president zwaar beledigd werd. Er waren provocaties door gasboringen in de territoriale wateren van Griekenland. En er is uiteraard het voortdurende conflict op Cyprus, waarbij de helft van het Cypriotische eiland door onder meer Turkse militairen wordt bezet.
In het antwoord verwijst de Europese Raad in dat verband ook naar zijn vraag om meer personen en entiteiten toe te voegen aan de sanctielijsten betreffende beperkende maatregelen in het licht van ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijke deel van de Middellandse Zee. Daarnaast wees de Commissie ook op de vraag van de Europese Raad aan de hoge vertegenwoordiger en de Commissie om een verslag in te dienen over de stand van de politieke, economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Turkije.
Dit verslag moet gaan over instrumenten en mogelijke verdere stappen, waaronder een uitbreiding van het toepassingsgebied van bovengenoemd besluit. De Europese Commissie bevestigde dat het de bedoeling is dat de Europese Raad hier uiterlijk tijdens zijn bijeenkomst van maart 2021 op ingaat. Als ik het goed voorheb, is dat 25 maart, binnen een dikke week dus.
Daarnaast stelt de commissie in het antwoord ook dat zij – geheel in lijn met het advies van het Vlaams Parlement – naar aanleiding van een verzoek van de begrotingsautoriteit de EU-middelen al ingrijpend geheroriënteerd heeft om voorrang te geven aan sectoren als democratie en bestuur, het middenveld en de rechtsstaat en grondrechten, met name ter ondersteuning van Turkse burgers en niet-gouvernementele organisaties die de universele en Europese waarden verdedigen, maar dat een besluit over een eventuele opschorting van de EU-financiering in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) niet afzonderlijk kan worden genomen en deel moet uitmaken van een brede EU-aanpak van de relaties tussen de EU en Turkije. Door een volledige opschorting van de financiering zou de commissie, naar eigen zeggen, een verkeerd signaal geven aan op de EU gerichte segmenten van de Turkse samenleving en, vooral ook, aan de maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers die van IPA-steun afhankelijk zijn, wie dat ook mogen zijn.
Tijdens de gedachtewisseling over de Europese Raden van 10 en 11 december 2020 ging onze Vlaamse diplomaat Axel Buyse dieper in op het debat over de relatie tussen Turkije en de Europese Unie. De heer Buyse verwees naar de bijkomende oplijsting van personen die onder de sancties vallen. Hij haalde ook aan dat de commissie gevraagd heeft om een rapport op te stellen. Tot slot stelde de Vlaamse diplomaat dat de EU bij haar voorstel blijft om een grote multilaterale conferentie over het oostelijk Middellandse Zeebekken te organiseren om de kwestie ten gronde te bespreken. Opmerkelijk was ook dat vermeld wordt dat de Europese Unie in overleg treedt met de Verenigde Staten om het Turkse probleem te ontleden en misschien te kijken hoe men gezamenlijk kan optreden. Belangrijk hierbij is dat men spreekt over een ‘Turks probleem’.
Minister-president, hoe evalueert u het antwoord van de Europese Commissie over een heroverweging van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije, onder meer ook in het licht van onze resolutie die door een meerderheid is goedgekeurd?
Hebt u zicht op de uitgebreide sanctielijst? Wie valt daaronder? Is die niet symbolisch? Is het geen lege doos?
Hebt u meer duidelijkheid over het nieuw gevraagde verslag over de stand van de politieke, economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Turkije? Werd dit reeds opgeleverd en wat zijn de bevindingen?
Binnen een dikke week is er de Europese top, maar we horen met betrekking tot dit punt bijzonder weinig. Op de website van de Europese Raad is daar weinig over vermeld. Hebt u er weet van of dit dossier op de agenda van de Europese Raad staat?
Kunt u toelichting geven bij de intra-Belgische standpuntbepaling? In het Vlaams Parlement pleitte een duidelijke meerderheid voor sancties, opschorting van de toetredingsmiddelen en stopzetting, alvast op dit ogenblik, van de onderhandelingen.
Is er duidelijkheid of de aangekondigde grote multilaterale conferentie over het oostelijk Middellandse Zeebekken zal plaatsvinden? Ook daar horen we bijzonder weinig over.
Hebt u weet van overleg tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten om het Turkse probleem te ontleden en kunnen we ter zake een eventueel gezamenlijk optreden verwachten?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De resolutie van het Vlaams Parlement over Turkije werd via twee kanalen aan de Europese Commissie bezorgd: enerzijds via de Senaat in het kader van de politieke dialoog, anderzijds via de Vertegenwoordiging van Vlaanderen bij de Europese Unie. Het antwoord van de Europese Commissie werd niet aan de Vlaamse Regering bezorgd en dus kan ik er ook geen gedetailleerde uitspraken over doen.
Afgaande op de elementen die u zojuist opsomde, lijkt het dat de Europese Commissie een correcte weergave heeft gegeven van de laatste stand van zaken van de discussies rond Turkije op de Europese Raad.
Het is een goede zaak dat de pretoetredingsfondsen al grondig werden geheroriënteerd. De bezorgdheden van de Europese Commissie over de gevolgen voor het Turkse middenveld van een volledige stopzetting van deze steun zijn mij bekend.
Heb ik zicht op de uitgebreide sanctielijsten? De Raad nam in november 2020 een besluit aan waarbij het bestaande kader voor beperkende maatregelen naar aanleiding van ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijke Middellandse Zeegebied met een jaar werd verlengd, tot 12 november 2021. De Europese Unie kan daardoor gerichte beperkende maatregelen opleggen aan personen of entiteiten die verantwoordelijk zijn voor of betrokken bij ongeoorloofde booractiviteiten in het oostelijke Middellandse Zeegebied. De sancties bestaan uit een reisverbod naar de EU, een bevriezing van tegoeden voor personen en een bevriezing van tegoeden voor entiteiten. Bovendien is het EU-personen en -entiteiten verboden middelen ter beschikking te stellen van de op de lijst geplaatste personen. Momenteel zijn twee personen onderworpen aan sancties.
In december riep de Europese Raad de Commissie nog op om een omstandig rapport op te stellen over de staat van de Europees-Turkse verhoudingen, inclusief opties om stappen te zetten. Het is tot op vandaag nog altijd wachten op dit rapport, dat op de komende Europese Raad van 25-26 maart op tafel komt, na voorbereiding door de Raad Buitenlandse Zaken van 22 maart.
Ook in het najaar van 2020 had de Commissie herhaaldelijk de bijeenroeping voorgesteld van een heuse diplomatieke conferentie over de diverse problemen in het oosten van het Middellandse Zeebekken. Ook hierover is het voorlopig stil. In de huidige voorbereiding van de Europese Raad van 25-26 maart wordt over Turkije enkel gemeld: “The European Council will take stock of the situation in the Eastern Mediterranean (…).”
De EU-diplomatie signaleerde dat er overleg zou komen met de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden over een gemeenschappelijke aanpak van de spanningen met Turkije. Of dat er al geweest is, zal mogelijk ook blijken in de aanloop naar de volgende Europese Raad.
President Biden erfde een Turks-Amerikaanse relatie die zwaar gehavend is door tien jaar van oplopende spanningen en teloorgaand vertrouwen. De lijst met serieuze twistpunten tussen Ankara en Washington is lang en heeft te maken met het als autocratisch beschouwde karakter van het Erdoganregime. Een van die twistpunten is de beslissing van Ankara om, als NAVO-partner, het Russische S-400-luchtverdedigingssysteem aan te kopen. De meeste spanningen tussen Washington en Ankara liggen in de pogingen van president Erdogan om een assertieve, onafhankelijke Turkse buitenlandse en defensiepolitiek uit te rollen, met interventies in Syrië, Irak, Libië en de Kaukasus, en de vestiging van militaire basissen in Qatar en Somalië. Bovendien verstrakte Ankara zijn beleid inzake een hereniging van Noord-Cyprus met het Griekstalige deel van het eiland. En er is uiteraard ook het binnenlands beleid van Erdogan dat wordt gepercipieerd als toenemend autoritair.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw zeer omstandige antwoord. U kent het standpunt van het Vlaams Parlement, want we hebben daar al uitvoerig over gedebatteerd.
U haalde aan dat er maatregelen of sancties ten aanzien van personen of entiteiten kunnen worden genomen. De vraag is of die daadwerkelijk genomen zijn. Soms heb ik de indruk dat de Europese Unie sancties neemt die geen enkel effect hebben. Het lijken mij dan eerder symbolische sancties. Er wordt gesproken over het bevriezen van rekeningen die personen of instellingen in dit land hebben, maar in de realiteit blijkt dat die personen niet eens een rekening hebben in België. Het opleggen van een reisverbod heeft heel concrete gevolgen. Ik stel mij de vraag of die maatregelen daadwerkelijk sancties zijn dan wel of het puur symbolische sancties zijn ten aanzien van instellingen, waar Turkije gewoon mee lacht.
Met betrekking tot die diplomatieke conferentie blijft het inderdaad bijzonder stil. U citeerde: “The European Council will take stock of the situation in the Eastern Mediterranean (…).” We zien dat president Erdogan opnieuw een charmeoffensief lanceert richting de Europese Unie, maar in de praktijk zien we natuurlijk nergens verbetering van de mensenrechtensituatie. Er blijven veel journalisten en oppositieleden in de cel. Er blijven spanningen met alle omringende landen. Turkije blijft betrokken bij gewapende conflicten. Het meest recente was in Libië. We hebben dan Nagorno-Karabach gezien. We hebben de betrokkenheid gezien in de territoriale wateren van Griekenland. En zoals ik al zei, is er nog steeds de bezetting van een deel van Cyprus.
De verloving – zoals ik dat noem – van de Europese Unie met Turkije sleept ondertussen al 25 jaar aan. Men is op zoek naar goede afspraken, maar de verloving zal nooit leiden tot een huwelijk, als gevolg van de verschillende pesterijen, conflicten en spanningen. Het lijkt misschien eerder op een Belgisch huwelijk, waarin er ook spanningen en permanente conflicten zijn die nooit grondig worden uitgepraat, maar waarover beide partners op een verschillende lijn zitten.
Minister-president, weet u of de sancties die worden opgelegd, effectieve sancties zijn? Worden er daadwerkelijk in België of Vlaanderen rekeningen geblokkeerd? Zijn het concrete sancties of neemt de Europese Commissie symbolische sancties, met als gevolg dat Turkije gewoon verderdoet?
De heer Deckmyn heeft het woord.
We hebben al uitvoerig het debat gevoerd naar aanleiding van de resoluties die hieromtrent zijn ingediend, namelijk over de verhouding tussen de EU en Turkije.
Ik heb het antwoord van de Europese Commissie op de resolutie van de meerderheid gelezen. Het bevat, gelukkig maar, interessante elementen, maar ook echt teleurstellende. Een van de zaken die ik kan optekenen, is dat de Raad opmerkt dat Turkije een kandidaat-lidstaat is en een belangrijke partner blijft op vele gebieden van wederzijds belang. Binnen dat kader wordt Turkije via het instrument van de pretoetredingssteun, het zogenaamde IPA, verder gefinancierd met het oog op toetreding tot de Europese Unie. Het zal u niet verbazen dat het Vlaams Belang vindt dat dit moet stoppen. Dit kan niet. Iedereen weet dat dit een piste is die nergens toe leidt, maar het is vreemd dat we die piste blijven volgen en dat daar geen verandering in komt. De financiële bijstand via IPA voor 2014-2020 werd weliswaar al verlaagd, maar het is eigenlijk niet duidelijk wat de toekomst zal brengen.
Ik vind het ook zeer teleurstellend dat in het antwoord gesteld wordt dat men inzake de opvang van vluchtelingen in Turkije op dezelfde piste blijft. De EU en Turkije zullen zich blijven inzetten voor de uitvoering van de verklaring EU-Turkije van maart 2015. Het blijft dus een status quo. Ik wil toch wijzen op het risicovolle daarvan, want het is een element dat door Erdogan en Turkije te pas en te onpas als chantagemiddel wordt gebruikt. Ook daar moet men zoeken naar andere oplossingen.
Blijkbaar blijft iedereen zeer omzichtig als het om de aanpak van het Turks probleem gaat. Turkije voelt zich bijgevolg prima bij zo veel machteloosheid van de EU. De sancties zijn eigenlijk symbolisch en hebben weinig effect. Het gevolg is dat Turkije er zich niets meer van aantrekt en zich in de brede regio agressief blijft gedragen. De voorbeelden zijn al aangehaald en zijn hier al vaak besproken. Ik vrees dat we op deze manier nergens zullen geraken.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, ik dank u voor uw omstandige beschouwingen. Wat uw concrete vraag betreft, weet ik niet of er in Vlaanderen rekeningen geblokkeerd zijn. Ik zou dat moeten nagaan. Eigenlijk kan de EU maar één goed standpunt innemen, en dat is de toetredingsonderhandelingen met Turkije gewoon stopzetten. Dat is het enige wat moet gebeuren. Al de rest is willen, maar niet kunnen van de EU. Maar blijkbaar moet er nog veel water door de Schelde stromen om de EU zover te krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.