Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, vier Europese regeringsleiders, namelijk Duits bondskanselier Angela Merkel, Fins premier Sanna Marin, Deens premier Mette Frederiksen en Ests premier Kaja Kallas, schreven onlangs een brief aan Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, om aan te klagen dat de Europese lidstaten te afhankelijk zijn geworden van technologie uit het buitenland. Zij vinden dat dat moet veranderen, zo staat er in die brief te lezen. Zij doen daarmee een oproep om een versnelling hoger te schakelen en op die manier de digitale soevereiniteit van het continent te verzekeren. Er wordt gesteld dat de creatie van digitale economische waarde en innovatie vooral elders gebeurt. Ze stellen letterlijk: “Onze zwakten en afhankelijkheid worden almaar duidelijker.” Als statement kan dat tellen. In de brief wordt er ook steun uitgesproken voor de Europese plannen om de zogenaamde ‘techreuzen’ aan te pakken.
Ondertussen is de Europese Commissie aan de slag gegaan om voorstellen te formuleren om die digitale soevereiniteit te versterken. Die moeten nog worden besproken binnen het Europees Parlement en de lidstaten moeten zich daar ook nog over uitspreken. Interessant in dit schrijven is dat men erin verwijst naar iets waar Europa intern nog niet uit is, namelijk de suggestie dat we er in bepaalde sectoren toch voor moeten zorgen dat we in tijden van crisis niet afhankelijk zijn van toeleveringen van essentiële goederen vanuit landen buiten de EU.
De vier auteurs van de brief stellen immers dat ze toegewijd blijven aan de open markt en vrije handel en dat digitale soevereiniteit niet per se een protectionistische insteek moet betekenen.
Minister-president, wat is het standpunt van de Vlaamse Regering betreffende de zogenaamde digitale soevereiniteit in Europa? Werden er hieromtrent reeds bepaalde initiatieven genomen door de Vlaamse Regering? Ziet u een belangrijke rol voor Vlaanderen weggelegd in dit verhaal? Zo ja, welke? Welke knowhow heeft Vlaanderen vandaag reeds in huis? Dan heb ik het bijvoorbeeld over het uitbaten van grote databases en innovatieve ontwikkelingen op het vlak van de digitale economie.
Minister-president Jambon heeft het woord.
De Vlaamse Regering schrijft zich in in de geïdentificeerde probleemstelling dat we als Europa in de digitale economie steeds afhankelijker zijn geworden van buitenlandse spelers en dat het belangrijk is dat we onze eigen digitale agenda moeten kunnen bepalen. Heel wat van de ideeën en acties die Duitsland, Denemarken, Estland en Finland naar voren brengen zijn interessant. Ik denk bijvoorbeeld aan: het verdiepen van de digitale eengemaakte markt; het in kaart brengen van kritieke sectoren en strategische afhankelijkheden en ze opnemen als leidende principes in de doelstellingen van de EU inzake digitalisering; het wegwerken van afhankelijkheden door middel van betere beleidsbenadering of wederzijdse afhankelijkheid met andere wereldspelers. De Europese Commissie wordt ook opgeroepen om nieuwe initiatieven te nemen inzake digitalisering, alsook bestaande te versterken. Velen daarvan zijn gerelateerd aan artificial intelligence (AI), quantum computing en dergelijke, maar ook de Digital Services Act. Dit zijn thema’s die voor de Vlaamse Regering belangrijk zijn en door Vlaanderen gesteund worden. Een echte digitale eengemaakte markt, vormgegeven op basis van Europese normen en waarden, zou een positieve zaak zijn voor Vlaamse digitale bedrijven en andere innovatoren, waardoor de algemene outline van de oproep en het concept zeker te ondersteunen valt vanuit de Vlaamse Regering.
Onze invulling van digitale soevereiniteit wordt gestuurd in de richting van een groeiend digitaal leiderschap als EU door selecte en gerichte acties te ondernemen waar nodig, terwijl we open markten behouden en internationale samenwerking en het externe handelsaspect versterken. Ondanks het woord ‘soevereiniteit’ heeft deze visie een zeer open karakter, iets waar we als Vlaamse Regering attent voor zijn. We worden met andere woorden meer zelfredzaam waar nodig, zonder dat we ons afsluiten van de buitenwereld, en blijven net partnerschappen aanreiken op basis van onze normen en waarden. Ik ben dan ook verheugd om mee te delen dat België samen met Tsjechië, Ierland, Letland, Litouwen, Luxemburg, Polen en Zweden een brief heeft gestuurd naar Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, ter opvolging van de Duitse, Deense, Estse en Finse brief, waarin de nadruk wordt gelegd op het belang van openheid in de vormgeving van dit concept. Ik heb de steun van de Vlaamse Regering voor dit initiatief vooraf aangegeven aan de eerste minister. Dit is ook een belangrijk thema met het oog op de agenda van de volgende Europese Raad.
Er werden inderdaad reeds initiatieven genomen op volgende gebieden. Data en cloud: er wordt een datanutsbedrijf opgezet. Dit moet meer cloudinfrastructuur voorzien in Vlaanderen die voldoet aan Europese regelgeving en er in de toekomst voor zorgen dat we minder afhankelijk zijn van buitenlandse spelers. De digitale transitie is een van de rode lijnen in ons plan Vlaamse Veerkracht. Artificiële intelligentie en cybersecurity: binnen het Vlaams Beleidsplan Artificiële intelligentie en Cybersecurity worden er tal van acties opgezet richting bedrijven om deze technologieën op te nemen en waar mogelijk te gaan inzetten in hun bedrijfsvoering en ontwikkeling van producten. Dit gebeurt steeds onder begeleiding van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en maakt onze bedrijven minder afhankelijk van buitenlandse leveranciers. Supercomputing: ondersteuning vanuit Vlaanderen aan de European High-Performance Computing Joint Undertaking (EuroHPC JU) en participatie aan het Large Unified Modern Infrastructure (LUMI) consortium binnen EuroHPC. Deze initiatieven zijn bedoeld om meer rekenkracht in de EU aanwezig te hebben en onze supercomputers daarop te kunnen aansluiten. Rekenkracht wint enorm aan belang als het aankomt op het trainen van algoritmen in het kader van artificiële intelligentie. Ook belangrijk om hierbij te vermelden is het Vlaams Onderzoeksprogramma AI. Onze kennisinstellingen kunnen zo nieuwe, innovatieve technologieën ontdekken die Europa een voorsprong kunnen geven in de toekomst.
Ik zie inderdaad een belangrijke rol voor Vlaanderen weggelegd. Vlaanderen heeft momenteel reeds heel wat knowhow in huis.
Ik geef een paar voorbeelden. Eerst en vooral is er de aanwezigheid van imec, dat een belangrijke rol speelt in twee Europese ambities voor het digitale decennium tegen 2030, namelijk: 20 procent van de wereldwijde productie van halfgeleiders moet plaatsvinden in Europa, en een eerste kwantumcomputer in Europa. Vlaanderen heeft ook een sterk halfgeleider ecosysteem, met zijn micro- en nano-elektronica die enkele van de sleuteltechnologieën zijn waarmee Europa haar concurrentiepositie wil behouden en versterken. Vlaanderen kan bogen op een deskundige knowhow hierin, geconcentreerd rond zijn vijf universiteiten en het strategisch onderzoekscentrum imec. Een brede pool van startups en andere innovatieve spelers fungeert als een brug tussen deze knowhow en een reeks nieuwe toepassingen, zoals slim textiel, revolutionaire medische apparaten, biotechnologische doorbraken, digitale innovaties en zo meer.
Op het vlak van cybersecurity heeft Vlaanderen een erkende wetenschappelijke expertise. Internationaal onderscheidt Vlaanderen zich van de rest in vier grote expertises: applicatie- en softwarebeveiliging; strategische veiligheidsdiensten; systeem en infrastructuur; technologische bouwstenen. Vlaanderen investeert jaarlijks 20 miljoen euro in cyberveiligheid. Het Vlaams Beleidsplan Cybersecurity is gericht op onderzoek, praktische toepassingen bij bedrijven en opleiding.
Vlaanderen zet, zoals gezegd, eveneens in op AI met het Vlaams actieplan Artificiële Intelligentie. Het plan bevat een jaarlijkse investering van 32 miljoen euro en is gericht op onderzoek, implementatie, ethiek en opleiding. Hierbij komt het vooral neer op slim te focussen en te specialiseren in de relevante AI-domeinen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw erg interessante antwoord. We zijn inderdaad te afhankelijk geworden van actoren buiten de EU inzake digitalisering. Digitalisering is natuurlijk een erg ruim begrip. Het gaat van artificiële intelligentie over cybersecurity tot het gebruik van buitenlandse technologie. Ik wil ook verwijzen naar een artikel dat ik vandaag in de krant las in verband met Telenet, dat vandaag aankondigde dat het niet in zee wenst te gaan met het Chinese ZTE in het kader van de uitrol van zijn 5G-netwerk. Dat kadert ook in dit verhaal, dat is een van de vele elementen waar we aandacht voor moeten hebben. Het is niet alleen maar ZTE als Chinees bedrijf dat geweerd wordt. We hebben gezien dat elders in Europa, ook in het Verenigd Koninkrijk, Huawei ook geweerd wordt net vanwege de zaken die ik vandaag met mijn vraagstelling wens aan te kaarten-
Ik verneem met interesse dat België samen met andere landen ook een brief heeft geschreven aan de Europese Commissie, in navolging van de brief die ik daarnet heb aangehaald. Ik ben verheugd dat u mee dit initiatief genomen hebt. Dit duidt inderdaad op een terechte bezorgdheid ter zake. Ik denk dat het wel mogelijk zal zijn om een kopie van die brief te verkrijgen, maar dat zullen we later dan misschien nog via de secretaris doen.
Vlaanderen heeft belangrijke troeven in dit dossier. U verwijst terecht naar imec, een belangrijke speler ter zake, en ook onze universiteiten en digitale start-ups, die over belangrijke expertise beschikken die meegenomen mag worden in deze zaak.
Minister-president, ik heb dus zeker geen bijkomende vragen, maar ik hecht er heel veel belang aan dat we minder afhankelijk worden van buitenlandse technologie, dat we ook een beetje het heft in eigen handen kunnen nemen zonder te verzanden in protectionistische maatregelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.