Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de arbeidsomstandigheden in Qatar bij infrastructuurwerken ter voorbereiding van het WK voetbal in 2022
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, deze vraag is iets korter, maar daarom niet minder belangrijk.
Volgens een onderzoek van de Britse krant The Guardian zijn er sinds 2010 maar liefst 6500 arbeidsmigranten overleden in Qatar. Arbeiders zouden er in omstandigheden werken die haast neerkomen op slavernij. Het is niet de eerste keer dat dit wordt vermeld, maar deze krantenartikels bevestigen nogmaals dat het er niet goed aan toegaat. Het onderzoek legt de mensonwaardige werkomstandigheden heel duidelijk bloot: men moet er bij 50 graden Celsius werken aan de infrastructuur ter voorbereiding van het WK in Qatar in 2022. Er is al heel wat protest hieromtrent gerezen, en dat protest groeit steeds meer aan. Er is zelfs een oproep om het WK in Qatar te boycotten.
Minister-president, daarom had ik u graag de volgende vragen voorgelegd. Bent u op de hoogte van de berichtgeving over de mensonterende werkomstandigheden in Qatar? Ik vermoed van wel, maar wat is uw visie hierop? Hoe staat u ten opzichte van een boycot van het WK in Qatar in 2022? Bent u bereid om dit aan te kaarten bij de Federale Regering? Waarom zou u dit doen, of waarom niet? Wat kan Vlaanderen voorts nog ondernemen om deze toestand internationaal aan te kaarten?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Voorzitter, ik zal mijn inleiding niet helemaal herhalen, want dat zou hetzelfde zijn als wat collega Deckmyn heeft geschetst. Mijn vraag gaat inderdaad ook over de woon- en arbeidsomstandigheden van die arbeidsmigranten in Qatar, en het feit dat 6500 mensen er de dood hebben gevonden sinds 2010.
Minister-president, wat is de reactie van de Vlaamse Regering op de berichtgeving over de arbeidsomstandigheden voor migranten in de aanloop naar het WK voetbal in Qatar? Hoe evalueert u de huidige diplomatieke en economische relaties tussen Vlaanderen en Qatar? Ziet u mogelijkheden om de arbeidsomstandigheden voor migranten in het land aan te kaarten in de uitoefening van de relaties met Qatar? Ziet u initiatieven op Europees en internationaal niveau die de problematiek op de agenda plaatsen? Welke acties acht u mogelijk op Europees of internationaal niveau, en wat kan Vlaanderen daaraan bijdragen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, ik nam inderdaad kennis van het bericht in The Guardian over de werkomstandigheden in Qatar. Hoewel de problematiek natuurlijk niet nieuw is, blijft dit soort berichten toch steeds terecht voor verontrusting zorgen. Er rezen al vragen over de toekenning van het WK voetbal 2022 aan Qatar, en het valt af te wachten hoe een sportevenement zoals het wereldkampioenschap kan worden georganiseerd in een land waar temperaturen tot boven 50 graden Celsius kunnen gaan. In het kader van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) loopt Qatar daarentegen niet zo’n slecht parcours, hoewel er uiteraard nog veel verbetering nodig is. Zo voerde Qatar wijzigingen door in zijn arbeidsmarktbeleid, waarbij het land komaf maakte met het zogenaamde kafalasysteem. Daardoor zijn werknemers niet langer verplicht om toestemming te vragen aan hun werkgever om van baan te veranderen. Ook werd het systeem inzake de verplichte exitvergunningen voor gastarbeiders afgeschaft. Daarnaast voerde Qatar een minimumloon in, dat ook voor gastarbeiders zal gelden, nota bene als eerste land in die regio. Tevens moeten werkgevers verzekeren dat hun werknemers beschikken over degelijke accommodatie en voldoende voedsel, al dan niet via een toelagesysteem.
Ook de Europese Unie, bij monde van de Europese Dienst voor extern optreden, was positief over de gezette stappen. Daarbij deelde ze ook een schouderklopje uit aan de IAO. Waarschijnlijk heeft de verhoogde aandacht van de internationale gemeenschap een positief effect gehad op deze evolutie. Niettemin gebeurt verandering vaak slechts stapsgewijs, en, zoals gezegd, heeft Qatar nog een lange weg af te leggen. Mijn diensten blijven dit dan ook binnen de IAO nauwgezet opvolgen.
Mijnheer Deckmyn, u vroeg hoe wij staan tegenover een boycot. Ik vind uiteraard samen met u dat Qatar de arbeidsrechten van zijn bevolking en van zijn gastarbeiders moet respecteren. De geijkte weg om Qatar daartoe te bewegen is enerzijds de multilaterale weg, meer bepaald via de IAO, en anderzijds via de Europese Unie. Ik geef mijn diensten dan ook de opdracht om de zaak nauwlettend op te volgen, maar ben niet van plan om dit aan te kaarten bij de federale collega’s om een boycot van het WK voetbal 2022 te eisen.
Er werd me gevraagd hoe ik de huidige diplomatieke en economische relaties tussen Vlaanderen en Qatar evalueer. Qatar maakt deel uit van de ruimere MENA-regio (Midden-Oosten en Noord-Afrika), een van de onmiddellijke buren van de Europese Unie. Het is voor de Europese Unie, en dus ook voor Vlaanderen, van strategisch belang dat de MENA-regio, met zijn jonge bevolking, zich economisch kan ontwikkelen, en dat de democratische rechtstaat er vaste wortel schiet. Vlaanderen is in deze regio actief op het vlak van handel, havens en mensenrechten.
Met Qatar specifiek is er niet echt een nauwe diplomatieke relatie. Zo zijn er geen ontvangsten of zendingen geweest naar Qatar en zijn er geen verdragen of memoranda van overeenstemming afgesloten tussen Vlaanderen en Qatar. De economische relaties met Qatar zijn daarentegen aanzienlijker. Er is ook een kantoor van Flanders Investment & Trade (FIT) in Doha.
In de bilaterale handelsrelaties tussen Vlaanderen en Qatar zien we wel de impact van COVID-19. In de periode van januari tot en met november 2020 hield de export goed stand, namelijk min 1,72 procent in vergelijking met 2019. Het is onze 70e exportmarkt. De import zakte echter met 55,11 procent, vooral door een daling van de invoer van minerale producten. Zij zijn onze 54e leverancier. De vooruitzichten zijn voorzichtig positief. Het opheffen van de blokkade tegen Qatar door de omliggende landen eind 2020 komt het regionale economische klimaat zonder meer ten goede.
Er werd gevraagd wat we nog meer kunnen ondernemen. Zoals gezegd, kaart Vlaanderen dit soort problemen aan in Europees en multilateraal verband. Mijn diensten zullen deze problematiek nauwgezet blijven opvolgen in de IAO. Ik zal via die weg blijven pleiten voor betere arbeidsomstandigheden voor gastarbeiders. Ook op Europees niveau zullen we dit blijven opvolgen. Ook blijft FIT in zijn toekomstige activiteiten de Vlaamse bedrijven sensibiliseren voor maatschappelijk verantwoord internationaal ondernemen. Het is nodig dat onze bedrijven aandacht besteden aan de mogelijke impact van hun activiteiten op de mensenrechten van kwetsbare of uitgesloten personen. Ook zal ik deze problematiek aankaarten bij toekomstige diplomatieke gesprekken of in het kader van toekomstige zendingen naar de regio.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw antwoord. De berichten over die arbeidsomstandigheden dienen we ernstig te nemen, en moeten we zeker overal aankaarten. U doet dat ook. U hebt dat daarnet gezegd. U hebt ook gezegd dat er wordt gesteld dat Qatar geen slecht parcours loopt inzake internationale arbeidsomstandigheden. Dat is natuurlijk een rare argumentatie, want ik denk dan altijd: minder slecht is eigenlijk ook slecht. Als dan wordt gerefereerd aan het artikel in The Guardian, dat wijst echt op omstandigheden die wijzen op slavernijtoestanden. We moeten dat dus zeer ernstig nemen en internationaal goed opvolgen.
Ik meen dat u daar echter wel initiatieven toe wilt nemen, waarvan akte en waarvoor dank, niet alleen op internationaal vlak, maar ook rechtstreeks, bilateraal met Qatar, naar aanleiding van zendingen of diplomatieke contacten, waarvoor dank, want ik denk dat het toch wel alarmerend is wat we hier horen. Het is belangrijk dat dit ook in Vlaanderen op de agenda wordt geplaatst.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw antwoord. Ik ben het eens met u dat een boycot geen zoden aan de dijk brengt. Ook Amnesty International bevestigt dat: die arbeidsmigranten verliezen hun job, moeten naar huis, krijgen geen loon meer. Het probleem wordt alleen maar verscherpt. U hebt gelijk als u zegt dat we de wapens die we hebben, moeten kunnen gebruiken. We beschikken over weinig wapens, maar een wapen dat we misschien wel hebben, is datgene wat we hebben via onze vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering in Genève. Via die post wordt ook het naleven van de internationale arbeidsrechtelijke verdragen opgevolgd bij de hoofdzetel van de IAO. Het zou dus een idee kunnen zijn om een onafhankelijk onderzoek in te stellen, met overleg met Qatar op dat niveau en misschien uiteindelijk zelfs sancties. Dat kan misschien een suggestie zijn.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, het is terecht dat dit punt hier op de agenda komt. De berichtgeving van The Guardian heeft bevestigd wat wij eigenlijk allemaal al wisten: de omstandigheden bij het werken aan de sportinfrastructuur in Qatar zijn mensonterend. Dit duwt ons eigenlijk nog eens met de neus op de feiten. Het riedeltje dat internationale sportevents zouden helpen om de rechten van de mensen ter plaatse te verbeteren, zij het qua werkomstandigheden, zij het qua mensenrechten, wordt hiermee nogmaals doorprikt. We moeten ons toch eens afvragen hoe wenselijk het nog is dat internationale sportevents worden toegekend aan regio’s of landen waarvan we weten dat ze de mensenrechten zo aan hun laars lappen. Ik bevroeg zelf minister Weyts al over de organisatie van de Europese Spelen in regio’s die zichzelf als lgbtq-vrije zone uitroepen. Ook dat is voor ons onaanvaardbaar. Dergelijke landen en regio’s begrijpen enkel de kracht van de centen, en dus moeten we de kracht van Vlaanderen ook gaan gebruiken als tegengewicht. De Belgische Voetbalbond heeft ook gesteld dat Qatar het WK eigenlijk nooit toegewezen had mogen krijgen. In Nederland liet Hendriks Graszoden, dat het gras leverde bij diverse andere EK’s en WK’s, al weten zich terug te trekken vanwege de flagrante schending van de mensenrechten in het Arabische land. Het Limburgse bedrijf laat daarmee om ethische redenen een miljoenenorder liggen, een zeer moedig signaal.
Minister-president, ik heb eigenlijk maar één vraag. Ik hoorde dat u heel wat zult doen. U zult het aankaarten bij zendingen, en ook via de IAO en andere wegen, maar zult u ook FIT de opdracht geven om expliciet te vragen dat Vlaamse bedrijven richtlijnen meekrijgen inzake ethische bezwaren tegen het WK in Qatar?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, namens onze fractie wil ik me graag aansluiten bij deze terecht gestelde vragen. Ik vraag me ook af, zoals zovelen, hoe het in godsnaam mogelijk is dat bijna elf jaar geleden werd beslist om, van alle plekken in de hele wereld, uitgerekend daar een WK voetbal te gaan organiseren. Daar bestaan veel theorieën over. Ik laat dat voor de rest in het midden. Het is hier eigenlijk niet de plek om daar verder over uit te weiden. Daar sterven mensen bij het bouwen van voetbalstadions. Men gaat daar een WK houden. Dat zal inderdaad niet worden geboycot. Mensen zullen daar worden ontvangen met de laatste nieuwe technologische snufjes. Niemand van de bezoekers zal daar gaan zweten of het te warm hebben, maar men moet zich ervan bewust zijn wat dat heeft gevergd, wat het op dit moment vergt om dat te laten plaatsvinden. Minister-president, ik was dus ook tevreden dat u heel duidelijk stelde dat u er op alle mogelijke manieren, diplomatieke manieren, met betrokkenheid van FIT, alles aan zult doen om dat aan te kaarten daar waar u de kans hebt. Mij lijkt dat absoluut nodig.
Wij weten natuurlijk ook dat er een aantal hervormingen zijn gebeurd. Dat zijn absoluut pluspunten, maar als je ziet vanwaar men komt, is alles natuurlijk relatief in dat land. Ik vind dit moeilijk. De andere collega’s vroegen of er veel Vlaamse bedrijven zijn die daar op dit moment in de sportsector investeren. Het moeilijke is natuurlijk dat, als de Koninklijke Belgische Voetbalbond of de overheid, of beide, op dit moment, zeggen dat we niet naar een boycot gaan, het dan ook wel een te begrijpen signaal is dat we aan de bedrijven zeggen dat ze moeten weten waaraan ze beginnen en dat de overheid er wél aan meedoet. Ik vind dus dat we op een exacte manier en heel goed omschreven met onze bedrijven moeten communiceren. FIT kan dat zeker. Ik denk dat dat absoluut van belang is. Ter zake hebben we in FIT een goede partner.
Minister-president, u hebt ernaar verwezen. Ik ken de theorie wel dat voetbal door de internationale aandacht als drukkingsmiddel kan worden gebruikt. Het is ook om die reden dat er niet voor een boycot wordt gekozen. Ik denk echter dat het geen kwaad kan dat u op alle mogelijke manieren, in overleg met de Koninklijke Belgische Voetbalbond en andere partners, die grote bekommernissen van ons meeneemt en bij al uw diplomatieke gesprekspartners op tafel legt.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, ik wil uiteraard ook even onze verontwaardiging en grote bezorgdheid uiten over wat er zich voordoet in dezen. Ik heb ook vernomen dat er inderdaad leveranciers zijn die zich terugtrekken, en dat er ook supportersclubs zijn die niet meer willen afreizen. Er zijn dus heel wat verontrustende signalen. Ik wil me eigenlijk aansluiten bij de vraag van collega Nachtergaele over die onafhankelijke waarnemers. Ik denk dat dat misschien wel een goede piste is, naast alle andere argumenten en elementen die we moeten aangrijpen om deze toestand aan te pakken, en uiteraard moeten we ook de Wereldvoetbalbond hierover aanspreken.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Lambrecht, ik kan u alleen zeggen dat FIT altijd maatschappelijk verantwoord ondernemen promoot, ook op het internationale vlak, bij alle contacten die we hebben in het buitenland, en ook bij alle handelspartnerschappen die we opzetten. Dat is dus een basisuitgangspunt voor FIT. Dat zal in Qatar dus natuurlijk niet anders zijn.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik kan enkel maar herhalen wat ik daarnet heb gezegd. Ik ben alleszins al tevreden dat u, onder andere via FIT, maar ook via diplomatieke en andere internationale kanalen, deze zaak zult blijven opvolgen. Ik denk dat het een terechte bezorgdheid is dat u dit daadwerkelijk opvolgt en op de gepaste tijden en de gepaste plaatsen aankaart.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.