Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de gebrekkige Nederlandstalige dienstverlening in het vaccinatiecentrum op de Heizel
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Laeremans heeft het woord.
Enkele artikels in de pers van vorige week geven aan dat het voor Nederlandstaligen niet evident is om in hun taal geholpen te worden in de Brusselse vaccinatiecentra. Zo lazen we onder meer in Het Laatste Nieuws van 3 maart: “Ondertussen blijkt uit verschillende getuigenissen dat er weinig tot geen begeleiding of uitleg over vaccinatie in het Nederlands te verkrijgen is.” en “Zorgverleners leken het geen probleem te vinden dat de gevaccineerde in kwestie niet alles begreep, ook al kwamen vragen over het gebruik van medicatie aan bod. Ook de post-FAQ, met essentiële info voor de gevaccineerde, is alleen in het Frans beschikbaar.” en “Nederlandstaligen in het testcentrum van Brussel-Zuid zouden respectloos behandeld worden en de schriftelijke communicatie zou er uitsluitend in het Frans gebeuren.”
In BRUZZ van 2 maart doet een Nederlandstalige uit Brussel haar verhaal: “Heel concreet vroeg ik me af of het vaccin invloed heeft op de pil”, vertelt ze. “Daar vond ik online zo goed als geen informatie over.” Maar een antwoord kreeg ze niet, omdat er volgens haar niemand in de buurt was die Nederlands sprak. “Ik zei dat ik Nederlandstalig ben, maar er werd verwacht dat ik mijn beste Frans bovenhaalde. De optie om er een Nederlandstalige arts of verpleger bij te halen, werd nooit aangeboden”, gaat ze verder. De arts of verpleger die ze aansprak, ging verder in het Frans. “Die stelde me ook vragen in het Frans die ik niet helemaal begreep, vermoedelijk over bloedverdunners.”
Mijn parlementaire collega Niek Lootens stelde op de Heizel zelf ook vast dat er amper Nederlands werd gesproken, dat Franstalige informatieaffiches tweemaal zo groot waren als de Nederlandstalige, als er überhaupt al Nederlandstalige affiches hingen.
Dit soort toestanden verbaast ons allerminst, want Vlamingen worden in Brussel telkens weer behandeld als tweederangsburgers.
En vanmorgen nog konden we weer zo'n artikel lezen op BRUZZ, over het testdorp Merode in Etterbeek. Dat is opgericht met behulp van de gemeente, maar valt onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), en het Franstalige Rode Kruis staat in voor de testafnames. Een Brusselse Vlaming gaf aan dat hij in het Nederlands geholpen wilde worden, maar de stewards bleven hardnekkig Frans spreken. Ze gaven aan dat de zaken in Brussel nu eenmaal in het Frans gebeuren. Een van hen beschuldigde de Brusselse Vlaming zelfs van racisme, en ze haalde de politie erbij omdat hij Nederlands bleef spreken. Blijkbaar is dat een crimineel feit.
Minister, in uw beleidsverklaring bepleit u in de strategische doelstelling (SD) 3 – de versterking van de positie van het Nederlands in de hoofdstad – onder meer de correcte naleving van de taalwetgeving. U beloofde dat u zelf een signaalfunctie zou opnemen in de richting van Brusselse besturen die in gebreke zouden blijven.
Vandaar mijn vragen. Welke proactieve stappen hebt u gezet in verband met de geplande vaccinatiecentra, om er mee over te waken dat de Brusselse Vlamingen volledig zouden kunnen worden geholpen in het Nederlands, zowel bij de inenting als bij de schriftelijke en digitale informatie?
Bent u intussen ter plaatse geweest om u te vergewissen van deze toestand? Zo ja, hoe evalueert u die?
Worden de Nederlandstalige Brusselaars aan het loket doorverwezen naar een afdeling waar ze gegarandeerd in hun taal worden geholpen, of wordt dat aan het toeval overgelaten? Er zijn daar verschillende rijen, en ik kan me inbeelden – met alle vrijwilligers die daar werken – dat je niet overal, in elke rij, kunt garanderen dat er goed Nederlands wordt gesproken. Maar dan zou men ten minste een of twee rijen de garantie moeten kunnen geven. Anders wordt dat gewoon aan het toeval overgelaten, en dan schuift men het maar af op de vrijwilligers.
Ten slotte, welke stappen zult u zetten om uw signaalfunctie waar te maken, en de taaltoestanden daadwerkelijk te verbeteren?
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, het grootste vaccinatiecentrum van ons land, met een capaciteit van 4.800 vaccinaties per dag, bevindt zich op de Heizel in Brussel. Naast sporadische logistieke, technische en organisatorische problemen blijkt er ook op vlak van dienstverlening het een en ander te haperen.
Collega Laeremans haalde het al aan: vorige week kwamen er berichten dat Brusselaars in het vaccinatiecentrum op de Heizel geen begeleiding en uitleg over de vaccinatie in het Nederlands kunnen krijgen. Zo blijkt uit een getuigenis dat de zorgverleners het niet problematisch leken te vinden dat de persoon in kwestie niet alles goed begreep, ook al werden er vragen gesteld over het gebruik van medicatie. Een Nederlandstalige zorgverlener werd er niet bij gehaald. Ook de lijst met veelgestelde vragen na de vaccinatie, met essentiële informatie voor de gevaccineerden, blijkt alleen in het Frans beschikbaar te zijn.
Daarnaast bereiken er ons ook getuigenissen dat Nederlandstaligen in het testcentrum van Brussel-Zuid met weinig respect behandeld worden en dat de schriftelijke communicatie er uitsluitend in het Frans gebeurt. Collega Laeremans verwees er ook al naar dat er deze ochtend op BRUZZ opnieuw een bericht was over gebrekkige Nederlandstalige dienstverlening in het testcentrum Merode in Etterbeek.
Er is dus blijkbaar geen enkele garantie op de Nederlandstalige dienstverlening in de test- en vaccinatiecentra, die nochtans wettelijk verplicht is. Het is essentieel dat Nederlandstalige Brusselaars in hun eigen taal informatie kunnen krijgen over de vaccinatie en zelf de nodige vragen kunnen stellen. Communicatieproblemen kunnen heel snel leiden tot levensgevaarlijke situaties. De bevoegde GGC-Collegeleden, Alain Maron en Elke Van den Brandt, dragen hier een grote verantwoordelijkheid in.
Als minister, bevoegd voor Brussel, hebt u een raadgevende stem op vergaderingen van het Verenigd College van de GGC. Bovendien engageert u zich in uw beleidsnota voor Brussel om zelf een signaalfunctie op te nemen in de richting van de Brusselse besturen die in gebreke zouden blijven op vlak van een goede Nederlandstalige dienstverlening.
Daarom heb ik dan ook de volgende vragen aan u, minister. Zult u uw raadgevende stem binnen het Verenigd College van de GGC aanwenden om het gebrek aan Nederlandstalige dienstverlening in de test- en vaccinatiecentra in Brussel aan te kaarten op de eerstvolgende vergadering van het Verenigd College?
Welke acties zult u vanuit uw bevoegdheden nemen om een correcte tweetalige dienstverlening bij de test- en vaccinatiecentra in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te garanderen voor de Nederlandstaligen in Brussel?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel voor de vraagstelling die ik bijzonder belangrijk vind. Het gaat hier immers niet alleen over de taalwetgeving maar vooral over de taalwetgeving in een zorgcontext. Daar is die des te belangrijker. Wanneer het gaat over zorg en gezondheid is goed begrijpen waar het over gaat, cruciaal, soms zelfs levensnoodzakelijk. In die context is respect voor de taalwetgeving essentieel.
U weet dat ik niet bevoegd ben voor de toepassing van de federale wetgeving in Brussel, al heb ik daar een signaalfunctie, die ik in dezen heb opgenomen.
De nationale wetgeving is glashelder op dit punt. De Brusselse vaccinatiecentra die georganiseerd worden door de GGC moeten het Nederlands en het Frans als bestuurstaal gebruiken. Concreet betekent dit dat de berichten en mededelingen bestemd voor het publiek in een GGC-vaccinatiecentrum in Brussel-Hoofdstad, in het Nederlands en in het Frans opgesteld moeten zijn. In relatie met Brusselaars wordt verplicht de taal van de burger te gebruiken, voor zover dit het Nederlands of het Frans is.
Indien een Nederlandstalige Brusselaar of een Brusselaar die zich van het Nederlands wil bedienen in een Brussels vaccinatiecentrum niet in het Nederlands kan worden te woord gestaan, is er dus een schending van de taalwetgeving. De Brusselaar kan in dat geval een klacht indienen bij de toezichthoudende overheid, namelijk de GGC, en/of de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.
Dat is de wetgeving die duidelijk en helder is. Het is ook een goede wet die de rechten van de Nederlandstaligen beschermt. Iedereen heeft recht op zorg in eigen taal. Dat is niet alleen een taalrecht, dat is ook een sociaal recht.
Als Vlaams Brusselminister ben ik juridisch niet bevoegd om ter zake op te treden maar het is een grote zorg dat die wetgeving en deze rechten zo toegankelijk mogelijk zijn voor elke Brusselaar. Ik verwijs in dit verband onder meer naar de recente campagne via het Steunpunt Taalwetwijzer, specifiek op Brussel gericht. Jullie hebben daar ook al vragen over gesteld. Er zijn ook gemeentebesturen – ik denk aan collega Vanlouwe in Ganshoren – die dat breder ter beschikking hebben gesteld dan alleen aan de Nederlandstalige mandatarissen. Het is een campagne die goed loopt en relevant is en waar trouwens ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) haar schouders onder heeft gezet.
Ik heb de collegevergaderingen van de GGC niet afgewacht om mijn signaalfunctie daarin toe te passen. Wij hebben contact opgenomen met het kabinet van Brussels minister Van den Brandt in haar hoedanigheid van GGC-Collegelid en voorzitster van de VGC. Ik kan u daaruit de volgende feedback meegeven.
De GGC heeft alle informatie met betrekking tot COVID-19 beschikbaar gesteld op de website coronavirus.brussels/nl. Deze website omvat informatie over de geldende maatregelen, de testcentra, maar ook praktische informatie over de vaccinatiecentra. Het is uiteraard belangrijk dat deze informatie volledig in het Nederlands raadpleegbaar is. Dat is op dit moment het geval. Er zijn een aantal voorbeelden gegeven rond de FAQ, die nu rechtgezet zijn en nu ook beschikbaar zijn in het Nederlands. Daar heeft die signaalfunctie haar vruchten kunnen afwerpen. Het kabinet van minister Van den Brandt heeft zich geëngageerd om daarop toe te zien.
De Brusselse uitrol van de vaccinatiestrategie- en campagne wordt gecoördineerd door de GGC. Wekelijks komt er een werkgroep strategie en een werkgroep communicatie samen om af te stemmen en kort op de bal te kunnen spelen. De VGC-administratie neemt deel aan deze overlegmomenten. Via deelname van de VGC aan deze werkgroepen wordt het Nederlandstalige netwerk meegenomen in deze oefening. Zo is er onder andere een samenwerking met BRUZZ waar gesensibiliseerd zal worden over het belang van vaccinatie.
De GGC stelt een conventie op met elk vaccinatiecentrum. Dat is eigenlijk het juridische kader dat daar toepasselijk is. De verplichte tweetaligheid wordt opgenomen in die conventie. In elk vaccinatiecentrum moeten Nederlandstalige medewerkers aanwezig zijn die de tweetalige dienstverlening ook moeten kunnen garanderen. Onthaalmedewerkers in die vaccinatiecentra worden gesensibiliseerd om ook in het Nederlands te spreken zodat Nederlandstalige Brusselaars of Brusselaars die zich van het Nederlands wensen te bedienen, in hun moedertaal of tweede of derde taal, op weg geholpen kunnen worden in het vaccinatiecentrum.
Ik heb ook gelezen wat er dan vandaag nog is bij gekomen. Als die feiten kloppen – voor de duidelijkheid: ik heb geen reden om te twijfelen of dat klopt – is dat bijzonder ernstig. Ook daarover hebben we contact opgenomen met de medewerkers van het kabinet van collega Van den Brandt die dat aan het onderzoeken zijn en uiteraard ook zeer ernstig nemen. Maar aangezien het nieuws nog maar net bekend is geraakt, kan ik daar ook geen verdere details over geven.
Wat kan ik als Vlaams Brusselminister bijkomend doen? Een eerste punt heb ik al vermeld. Via het Steunpunt Taalwetwijzer doe ik er alles aan wat binnen mijn mogelijkheden ligt om de taalwetgeving zo toegankelijk mogelijk te maken voor elke Brusselaar, zodat hij zich ook bewust is van de rechten die hij of zij ter zake heeft. Daarnaast geef ik natuurlijk ook invulling aan mijn signaalfunctie ten aanzien van de Brusselse besturen om de Nederlandstalige of tweetalige dienstverlening te verbeteren. We hebben het daar al regelmatig over gehad in de commissie Brussel: ik zie het ook als mijn opdracht om het overleg en de samenwerking tussen de betrokken Vlaamse ministers en de bevoegde leden van de GGC te ondersteunen en te faciliteren.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Uiteraard is het zo dat taalwetgeving in een zorgcontext nog belangrijker is dan in een gewone context, omdat het daar inderdaad cruciaal en soms levensnoodzakelijk is. Ik weet uiteraard dat u niet zelf bevoegd bent en ik ben blij dat u nog eens de wetgeving herhaalt en toegeeft dat ze geschonden is, dat u dan toch contact opgenomen hebt met het kabinet van Elke Van den Brandt en dat er ondertussen een aantal zaken rechtgezet zouden zijn.
Maar ik heb u ook gevraagd: wat hebt u proactief gedaan? U wist toch dat dit er zat aan te komen. U wist toch dat dit problemen zou opleveren, zoals het altijd het geval is in de gezondheidszorg wanneer Franstaligen er Nederlandstaligen moeten behandelen. Men blijft hen gewoon maar beschouwen als tweederangsburgers. Dat had dus sterker proactief voorbereid moeten worden. Men wist dat dat zou gebeuren en het zal nog gebeuren. Ik vind het een beetje jammer dat u daar niet op hebt geantwoord . Ik weet niet of u ter plaatse bent geweest, daar hebt u ook niet op geantwoord. Ik vind het maar normaal dat u daar eens naartoe zou gaan en met eigen ogen zou checken of het nu allemaal wel beter loopt. U hebt een signaalfunctie, u gebruikt ze wel denk ik, maar het is vaak responsief. Achteraf zegt u: ‘Ja er loopt iets mis, vooruit, we zullen nog eens communiceren.’ Dat moet toch op voorhand sterker in de verf gezet worden. U reageert, bijvoorbeeld op uw Twitteraccount, op heel veel zaken, die onder meer met uw bevoegdheid Jeugd te maken hebben en u zet die zaken terecht ‘in the picture’. Maar ik vraag me af waarom zulke incidenten niet meer ‘in the picture’ kunnen komen op uw Twitteraccount, met toch ook een aantal volgers. U zou er kunnen zeggen: ‘We nemen het niet dat zoiets gebeurt en we vragen aan alle mensen die dit lezen dat zij alstublieft ook met ons contact opnemen wanneer zulke zaken zich voordoen.’ U zou er daadwerkelijk iets aan moeten doen. Het is schrijnend, het is elke keer dezelfde mentaliteit. We gaan dat niet oplossen met achter de feiten aan te hollen. Vandaar dus mijn oproep om dat toch meer proactief te doen en echt wel bijna testen te gaan afnemen om te zien of het daar wel loopt zoals het moet lopen.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is eigenlijk echt wel een regelrechte schande dat in 2021, tijdens de grootste pandemie uit de moderne geschiedenis, de Brusselse overheden er niet in slagen om de wettelijk verplichte tweetalige zorg aan te bieden. Nochtans is dit zo cruciaal. Zoals u zelf aanhaalde, gaat het hier niet alleen over een taalrecht maar ook over een sociaal recht. De Brusselse gezondheidsinspectie heeft laten weten dat ze zich bewust is van het probleem en daar zo snel mogelijk aan zou verhelpen. Maar laat ons eerlijk zijn, dit is geen alleenstaand voorval. Keer op keer moeten wij vaststellen dat de GGC geen enkele moeite doet om het Nederlands ook maar een rol van betekenis te geven in de hele Brusselse zorgketen. Dat is niet alleen onwettelijk en discriminerend, op het vlak van welzijn en gezondheid is dat gewoon levensgevaarlijk. Ik zou echt beschaamd zijn om momenteel een Vlaams-Brusselse politica te zijn binnen de Brusselse regering. Ik zou heel graag van de Vlaamse partijen binnen de Brusselse meerderheid willen weten wat zij al hebben gedaan om hier iets aan te doen.
We weten dat er een groot probleem bestaat op het vlak van tweetalige dienstverlening, maar wat is er sinds de start van de legislatuur al gedaan? Helemaal niets. Bevoegd minister Elke Van den Brandt blinkt uit in afwezigheid. Niets doet zij om de Nederlandstalige Brusselaars te beschermen. Sorry, maar online-informatie in het Nederlands is absoluut niet voldoende. Dat dit standaard nog niet in orde was, is eigenlijk schrijnend. Nederlandstalige dienstverlening moet ook ter plaatse aanwezig zijn. Het gaat hier over zorg door artsen, verpleegkundigen, zorgverleners.
Minister, we weten allemaal dat u die tweetalige dienstverlening in theorie niet kunt organiseren. Die verantwoordelijkheid ligt bij de GGC. Maar u hebt daar wel die raadgevende stem. U moet daar op tafel kloppen voor alle dossiers waar de GGC in gebreke blijft.
We hebben het hier al gehad over de verplichte inburgering, over de vorming van de ziekenhuisnetwerken en ook telkens opnieuw over de naleving van de taalwetgeving. Wij merken dat er op dat vlak geen enkele verbetering is, terwijl het op zich toch een ambitie is van u om een belangrijke signaalfunctie op te nemen. Wij kunnen dit in het Vlaams Parlement blijven aanklagen, maar er moet ook iets aan gebeuren. Als Vlaams minister van Brussel hebt u hierin toch wel een bijdrage te leveren. U verwijst naar de Taalwetwijzer waarvan ik het bestaan en de hervorming al heel warm heb onthaald, maar u hebt ook die raadgevende stem in de GGC. Doe daar dus alstublieft iets mee. U bent al in contact getreden met Elke Van den Brandt om aan te geven dat dit niet kan, maar blijf daar alstublieft op hameren. Wees ook proactief en veroordeel dit in de media.
Minister, de volgende week gaan er in Brussel nog acht andere vaccinatiecentra open. Welke stappen zet u om een herhaling van de feiten op de Heizel in de andere vaccinatiecentra te vermijden?
De heer Bex heeft het woord.
De minister en de collega’s hebben gelijk dat in de Brusselse test- en vaccinatiecentra mensen in het Nederlands terecht moeten kunnen. De eerlijkheid gebiedt ook om te zeggen dat dit vaak het geval is, maar dat het inderdaad duidelijk is dat zich op het terrein een aantal problemen voordoen.
Mijn Groen-collega Juan Benjumea-Moreno heeft de problemen in de vaccinatiecentra aan de Heizel vorige week al aangekaart waar die moeten worden aangekaart, namelijk in de GGC-raad. Nu blijkt dat de problemen die in de onlinecommunicatie bestonden – blijkbaar ging het over een aantal verkeerde links – snel werden rechtgezet.
Op het terrein, wat natuurlijk minstens even belangrijk is, weten we dat het in Brussel vaak moeilijk is om Nederlandskundig personeel te vinden. Dat is zo voor functies die al bestonden voor corona en dat is dan logischerwijze bij uitstek zo wanneer in een crisis snel personeel en vrijwilligers moeten worden gevonden. Maar collega’s, dat mag geen excuus zijn. In de GGC-conventie die is afgesloten met die vaccinatiecentra is afgesproken dat in elk vaccinatiecentrum Nederlandstalige medewerkers aanwezig moeten zijn die tweetalige dienstverlening kunnen garanderen. Daarnaast zullen onthaalmedewerkers gesensibiliseerd worden om ook voldoende mensen in het Nederlands te woord te staan bij de ontvangst.
Mijn oproep aan Brussels minister Maron die hiervoor bevoegd is, is heel duidelijk: de opstartfase heeft duidelijk gemaakt dat er problemen zijn. De taalklachten die worden ingediend, moeten heel nauwkeurig worden opgevolgd. Minister Maron moet er vooral voor zorgen dat de inhoud van de GGC-conventie ook realiteit wordt op het terrein, want die is goed. De Groen-vertegenwoordigers in de GGC-raad zullen daar alleszins aan meewerken.
Ik ben al tamelijk lang politiek actief in Brussel en mij valt op dat de situatie van het Nederlands er niet echt op vooruitgaat, zelfs al staan de Franstaligen positiever tegenover de taal Nederlands. Er is minder haat dan in de jaren zeventig, maar in de praktijk wenden veel mensen zich tot diensten en daar kunnen ze niet worden geholpen in het Nederlands.
Daarvoor is er maar één oplossing en dat is dat vooraleer iemand wordt aangeworven door de Brusselse overheid – het gewest, de gemeenten of de federale overheid – die moet beschikken over een Selor-attest. Als die daar niet over beschikt, kan die gewoonweg niet worden aangeworven.
We kunnen nog heel veel praten en sensibiliseren enzovoort, maar dat is een beetje hetzelfde alsof je een mecanicien aanwerft zonder attest in de garage, de een zal zijn best doen en de ander niet. Maar goed, ik heb toch liever iemand die gediplomeerd is vooraleer die aan mijn auto begint te sleutelen dan iemand van wie je niet goed weet of die het wel of niet wil doen.
De enige oplossing is dus dat we ergens een wet indienen opdat men bij elke aanwerving zonder Selor-attest van een bepaald niveau, die persoon gewoon schrapt. Ik weet dat dat praktisch heel moeilijk ligt omdat er dan een heleboel mensen niet kunnen worden aangeworven, maar het is ook een stimulans voor mensen om hun best te doen. Voor de overheid werken zou eigenlijk iets moeten zijn waarvoor je de nodige diploma's moet hebben. Dat is mijn persoonlijke mening. Minister, ik weet niet wat u daarvan vindt, maar na vijftien jaar kom ik tot deze conclusie.
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, dank u voor deze interessante beschouwing. Ik kijk uit naar het wetsvoorstel dat uw collega‘s van de Open Vld-fractie in de Kamer of de Senaat zullen indienen. Het is natuurlijk een federale bevoegdheid en ik weet niet hoe zich dat verhoudt tot deze vraag om uitleg. Insinueert u dan dat degenen die vaccineren, moeten beschikken over een Selor-attest? Ik weet het niet, maar dat leek me toch uw insteek. Het gaat hier sowieso over federale wetgeving, dus ik ben benieuwd naar de voorstellen in de Kamer of de Senaat.
Ik kan me vinden in veel van wat hier is gezegd. Collega Bex, u hebt een aantal zaken gezegd over de wijze waarop de GGC daarnaar kijkt. Ik wil wel even de puntjes op de i zetten over een belangrijk detail. Je weet dat ik een geschiedenis heb als constitutionalist. Het is niet enkel minister Maron, maar ook minister Van den Brandt die 100 procent integraal verantwoordelijk zijn voor deze kwestie. Ze zijn samen verantwoordelijk. Ik geef dat maar even mee. Ik weet dat er afspraken over bestaan en in de operationele werking is het waarschijnlijk slim om zulke afspraken te maken. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid die ze samen opnemen.
Voor de rest kan ik me zeker vinden in veel van wat u zegt. De collega's schijnen een beetje uit het oog te verliezen dat het niet de minister voor Brussel is – en trouwens ook niet de Vlaamse Regering – die verantwoordelijk is voor de organisatie van de vaccinatie in deze covidcrisis. De GGC is daarvoor verantwoordelijk, werkt daar preventief rond en bekijkt de zaken op voorhand. Ze sluit daarvoor conventies af en volgt die ook op.
Wat ik daar op voorhand rond heb gedaan: ik focus vooral op mijn eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Een illustratie daarvan is de Taalwetwijzer, waar we grondig aan hebben gewerkt, ook met de VGC en de verschillende besturen in Brussel, om te komen tot een goede en duidelijke aanpak en verspreiding in het netwerk in Brussel. Dat is mijn taak en dat is mijn verantwoordelijkheid.
Daarnaast heb ik effectief mijn signaalfunctie die zich kan uiten via een collegevergadering, maar ik speel liever kort op de bal, mevrouw Tavernier. In dezen heb ik dat ook gedaan, met positief gevolg, denk ik. Collegelid Van den Brandt heeft de nodige zaken gedaan om een aantal punten op te volgen, zeker wat tweetalige communicatie betreft. Ook de incidenten die gemeld zijn, worden opgevolgd.
Ik hoop dat het mogelijk is om dergelijke incidenten te vermijden, maar tegelijk zitten we natuurlijk in een acute crisis waarin dokters, verplegers en vrijwilligers het beste van zichzelf geven om zo snel mogelijk en op een zo goed mogelijke manier de bevolking te vaccineren met prioriteit voor het zorgpersoneel en kwetsbare mensen. Daarbij moeten natuurlijk de taalregels gerespecteerd worden. Ik kan me wel inbeelden dat daar in een aantal gevallen opvolging aan moet worden gegeven en dat het effectief nog kan worden verbeterd. Het is de verantwoordelijkheid van de VGC om dat te doen. Ik heb er vertrouwen in dat collega Van den Brandt daar verder haar schouders onder zet. Wees gerust, vanuit mijn bevoegdheden doe ik alles wat kan om het belang van de taalrechten in de kijker te zetten.
Ik ben een beetje verwonderd dat er zoveel aandacht is voor mijn twitteraccount, het is fijn om te weten dat sommigen dat lezen. Ik zal er in de toekomst bij stilstaan dat jullie dat grondig opvolgen.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, wij zouden toch graag zien dat u dat iets meer op de voorgrond zou aanpakken, en meer proactief. Er komen nog vaccinatiecentra. Laat uw kabinetsmedewerkers daar naartoe gaan en een praktijktest uitproberen. Dat zou misschien al veel helpen.
Het is goed dat u dat op twitter ook in de verf wilt zetten. Dank u daarvoor. Ik hoop dat dat dan regelmatig zal gebeuren.
Wat de heer Bex aanhaalde, kan ik voor een stuk delen. Hij zegt dat we niet alleen moeilijk Nederlandstaligen vinden, dat is juist, maar het is niet zo moeilijk om de Franstaligen die instaan voor het onthaal te verplichten om een mondje Nederlands te spreken, al is het dat ze het vanbuiten moeten leren of van een briefje aflezen. Dat is niet zo moeilijk.
Het probleem is dat de Franstaligen altijd maar excuses zoeken. In een artikel deze morgen had burgemeester De Wolf van Etterbeek van de MR het over de stadswachters in paarse vest. Hij zei dat het mogelijk was dat ze enkel Frans spraken want dat ze vaak geen diploma hebben of langdurig werkloos zijn. Dat is totaal naast de kwestie! Ze moeten – zoals Nederlandstalig schepen van Etterbeek Van Bockstal van CD&V terecht aangeeft – hier geen thesis verdedigen in het Nederlands, het gaat enkel over basishulp en hoffelijkheid in het Nederlands om mensen wegwijs te maken. Je moet alleen maar kunnen zeggen: schuif aan, houd afstand. En zelfs dat gebeurt niet. Dat zou op zijn minst op een papiertje moeten staan voor die Franstaligen zodat ze dat kunnen aflezen. Dat zou al een klein stapje zijn in de goede richting om de praktijk wat te verbeteren.
Mevrouw Ampe, u zou een attest vragen vooraleer de overheid mensen zou aannemen, dat vragen wij al jaren. Dan zijn we daar bondgenoten. Ik hoop dat dat ooit de werkelijkheid wordt.
Ik wil afronden met een beschouwing over de toekomstige staatshervorming inzake gezondheid die hier toch duidelijk mee te maken heeft. Er zijn een aantal partijen die er tegenwoordig voor pleiten om in de toekomst een België met vier gewesten te hebben waarbij Brussel volledig bevoegd zou zijn voor de gemeenschapsmateries, Onderwijs en Zorg bijvoorbeeld. Dat zou pas noodlottig zijn voor de Brusselse Vlamingen. Ik citeer uit een onverdachte kritiek, niet van mijn partij en zeker niet van iemand met sympathie voor mijn partij. Hier slaat hij de nagel op de kop: “Brussel zorgt niet voor tweetaligheid. Brussel heeft de taalwet nooit uitgevoerd. Onderwijs en Welzijn regionaliseren in plaats van communautariseren is culturele moord plegen op Vlamingen in Brussel.”
Ik weet niet of u weet van wie dit citaat is. Het is van Bert Anciaux. Ik vind dat hij daar zeer groot gelijk heeft. Laat ons daar toch een klein beetje over nadenken wanneer we die staatshervorming voorbereiden.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, wij zullen als fractie de gebrekkige tweetalige dienstverlening blijven aanklagen in verschillende assemblees. Wij zullen niet rusten tot dit eindelijk eens ernstig aangepakt wordt, daar mag u op rekenen. De politici die niet doorhebben dat het respect voor de basisregels en voor de taalwetgeving levensbelangrijk is, zijn degenen die het land uiteindelijk ten grave zullen dragen.
Mijnheer Bex, minister Maron is bevoegd, maar minister Van den Brandt ook. We hebben hier een dubbel probleem. Maron heeft al zijn misprijzen voor de Nederlandstalige zorg getoond en mevrouw Van den Brandt steekt zich weg, ze laat de Vlaamse Brusselaars in de kou. Ik kan daar gewoon niet bij. Het is anno 2021 blijkbaar te veel gevraagd om in zoiets essentieels als een vaccinatiecentrum in de eigen landstaal te worden geholpen. Terwijl er in de vaccinatiecentra in de rest van Vlaanderen wordt gecommuniceerd in verschillende talen, zonder enige wettelijke verplichting, lukt dat in Brussel nog niet in de twee officiële ambtstalen. Nogmaals, ik kan daar niet bij.
Minister, we weten dat u die tweetalige dienstverlening in theorie niet kunt organiseren, ik heb dat daarnet ook gezegd. De verantwoordelijkheid ligt inderdaad bij de GGC. Maar wij verwachten dat u hier, als Vlaams minister voor Brussel, nog sterker op weegt via die raadgevende stem in de GGC. Ga alstublieft aan tafel zitten in het GGC-College, ga daar alstublieft naartoe. De taalwetgeving is de basis waarop het samenlevingsmodel van onze tweetalige hoofdstad is gestoeld. U mag de discriminatie van de Vlaamse Brusselaars niet zomaar aanvaarden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.