Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik heb een vraag om uitleg over het digitaal loket voor ondernemers. Dit verhaal gaat terug tot de vorige legislatuur. Uw voorganger, Philippe Muyters, stelde toen de ontwikkeling van een dergelijk loket voorop. Het concept daarvan is heel goed. Het betekent dat ondernemers in dit land of alleszins in Vlaanderen voor al hun zaken in een ‘onestopshop’ terechtkunnen, ongeacht of het gaat over vergunningen, subsidies, steunmaatregelen tijdens corona bijvoorbeeld. Er is dan een digitaal loket waar alle gegevens gecentraliseerd zijn. Dat is een heel goed voornemen maar het probleem was dat de uitwerking daarvan wat stroever verliep. Nu zitten immers heel wat zaken verspreid over de agentschappen. Het is wat moeilijker dan origineel gepland om die allemaal in dat digitaal loket te krijgen. Voormalig minister Muyters heeft dat ook erkend in 2019 toen hij zei dat het e-loket beter en uitgebreider moest.
In het huidige Vlaams regeerakkoord werd opnieuw de ambitie opgenomen om dat digitaal loket van de grond te krijgen en er echt wel voor te zorgen dat alle overheidsagentschappen daarop aansluiten, zodat de dienstverlening aan ondernemers en elk contact met de Vlaamse overheid op een eenvoudige, digitale manier afgehandeld kan worden.
In antwoord op mijn schriftelijke vraag van vorig jaar gaf u al een overzicht van de agentschappen en diensten die op dat moment beschikbaar waren via het e-loket. Er zat toch al een beetje vooruitgang in. Tevens bleek dat heel wat agentschappen en diensten, die toch wel cruciaal zijn voor het welslagen, er nog niet op aangesloten zijn.
De finale ambitie is nog niet bereikt – ik denk dat u dat ook beaamt. Voor alle duidelijkheid: dat is geen kritiek op u. Ik zou niet durven. Dat is wel iets waaraan we natuurlijk moeten werken om die dienstverleners aan ondernemers te optimaliseren.
Ik heb dan ook een aantal vragen, die zeker in het licht van deze crisis relevant zijn.
Hoe evalueert u de vooruitgang tot op heden? Wanneer denkt u dat we dat breed e-loket voor alle interacties met ondernemers in de praktijk kunnen omzetten? Zal dat nog deze legislatuur gebeuren? Of denkt u langere tijd nodig te hebben? Dat zou geen schande zijn, voor alle duidelijkheid.
Eerder gaf u aan dat er ‘zodra mogelijk’ een brede communicatie naar ondernemers zou gebeuren. Acht u dat op dit moment wenselijk of mogelijk? Of denkt u dat er nu al zoveel verschillende communicaties zijn naar ondernemers dat daar het best even mee gewacht wordt?
Een van de knelpunten tijdens de vorige legislatuur was dat er bij de agentschappen en diensten niet altijd de bereidheid was om aan te sluiten op dit e-loket of om hun dienstverlening wat om te gooien. Merkt u vandaag nog steeds wat weerstand op dat vlak? Is iedereen bereid om dit te doen? Dat is namelijk wel de eerste stap. Als de agentschappen niet bereid zijn, dan zal het nooit lukken.
Ik heb nog een laatste, heel belangrijke, vraag – ik kom er in mijn repliek misschien nog op terug – over de lokale besturen. Als schepen van Economie heb ik in Diest een beetje dezelfde oefening gemaakt. We proberen daar zoveel mogelijk Ruimtelijke Ordening en andere zaken te centraliseren. Ik denk dat het nuttig zou zijn dat zo’n e-loket uiteindelijk niet enkel voor de Vlaamse overheid zou dienstdoen maar dat ook de lokale besturen daarin ingebed zijn. Dat zou volgens mij ook nuttig zijn voor de gegevens die daarin worden ingevoerd, want lokale besturen, en zeker diegenen die een centrummanager of iets dergelijks hebben, hebben meer voeling met de praktijk. Ik kan bijvoorbeeld in mijn stad perfect zeggen welke zaak een café of een restaurant is. Denkt u dat de lokale besturen hier ook in ingebed kunnen worden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vande Reyde, zoals u zelf zegt, is er inderdaad een wat gemengd beeld. In 2020 hebben we 88 producten toegevoegd aan het e-loket. In 2019 zaten er 23 producten in het e-loket en in 2020 111. Dat is toch betekenisvol, denk ik. De interne prognose voor 2020 van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), aan het begin van het jaar dus, was 20 tot 50 producten. Dat doel is dus ruimschoots gerealiseerd. Daar zaten ook de coronamaatregelen van VLAIO, Flanders Investment & Trade (FIT) en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken in. We hebben hiervoor een aparte rubriek aangemaakt zodat gebruikers die maatregelen gemakkelijk zouden terugvinden op het e-loket. Een week na de opstart verliep alle coronasteun van VLAIO trouwens volledig via het e-loket ondernemers. Het Vlaams beschermingsmechanisme staat met stip op 1 in de top 10 van de ‘meest aangevraagde producten’ op het e-loket. Dat is slecht voor onze financiën, natuurlijk, maar dat is goed voor het leren kennen van en het omgaan met het e-loket. Ik vind dat dus een heel positieve zaak.
Er werden ook een aantal producten van lokale besturen toegevoegd aan het e-loket. Zo heeft Antwerpen 23 producten volledig geïntegreerd in het e-loket, waarbij de gebruiker dus niet meer opnieuw moet aanmelden om zijn aanvraag in te dienen. Dat is heel belangrijk voor de klantvriendelijkheid van de overheid. Hij kan ook de dossierstatus van de producten opvolgen. Voor de andere lokale besturen gaat het over een basisintegratie, waarbij de aanvragen voor een aantal producten complementair worden ontsloten in e-loketondernemers.be, dus parallel met de eigen communicatiekanalen van het lokaal bestuur. Dossieropvolging is hiervoor vandaag nog niet mogelijk, maar dat wordt verder opgevolgd.
In 2021 zijn er twaalf nieuwe producten toegevoegd die via het e-loket kunnen worden aangevraagd of opgevolgd. 2021 is natuurlijk nog niet zo lang bezig, collega Vande Reyde. Sinds begin februari kun je bijvoorbeeld de omgevingsvergunning aanvragen en opvolgen via het e-loket. Dat was een heel belangrijke stap voor de functionaliteit van dat loket. Het gaat om meer dan 20.000 dossiers van ondernemingen. Die integratie is vlot verlopen. Het is dus een grote stap voorwaarts in de dienstverlening naar ondernemers, maar ook voor lokale besturen een incentive om aan te sluiten op het e-loket. Vanuit het beleidsdomein Omgeving zullen ook nog extra aansluitingen volgen.
In 2020 waren er in totaal 257.393 aangemelde gebruikers van het e-loket. In 2019 waren dat er 602. De sprong in het gebruik is dus wel spectaculair. Een online gebruikersbevraging leert dat 8 op de 10 gebruikers e-loketondernemers.be een score van minstens 4 op 5 geven als we hen vragen of ze het e-loket zouden aanraden aan andere ondernemers. In de periode januari-februari 2021 hebben al 136.106 gebruikers het e-loket bezocht. Dat is enorm, dat is al meer dan de helft van het totaal voor 2020. Daar spelen de coronamaatregelen natuurlijk een rol in. Maar ik heb het al vaak gezegd: corona heeft tot gevolg dat onze administratie en alles wat we doen bekender wordt, dichter bij de ondernemingen komt, waardoor ook de urgentie om nog veel meer in dat e-loket te steken een beetje toeneemt. We zijn dus stappen in de goede richting aan het zetten.
Dan uw tweede vraag. In het najaar van 2020 werd via sociale media een communicatiecampagne voor het e-loket gevoerd. Ook in 2021 worden er vervolgacties gepland. Zo werden in februari via sociale media berichten uitgestuurd, specifiek in het kader van de aansluiting van de omgevingsvergunning. Dat was heel belangrijk. Maar de enorme stijging van de bezoekersaantallen is vooral te wijten aan de coronamaatregelen. Het is misschien een beetje ironisch dat corona voor het e-loket een ideale reclamecampagne is op dit moment.
Dan de knelpunten, die er zeker zijn, collega. De snelheid van aansluiting op het e-loket, waarbij een product dus aangevraagd of verder opgevolgd kan worden, wordt bepaald door de graad van digitalisering van de aan te sluiten producten, meer dan door de bereidheid van agentschappen en diensten. Vooral bij de lokale besturen zie ik op een aantal punten nog een lacune op het vlak van digitalisering van de eigen maatregelen. Dat is ook een beetje een beperkende factor.
De focus van instanties die door een digitaliseringsproces gaan, ligt daardoor in de eerste plaats op het ontwikkelen van een eigen werkende applicatie. De aansluitingen op ons e-loket komen bij sommigen maar in de volgende fase aan bod.
Om sneller te kunnen integreren hebben we het nu precies om die reden mogelijk gemaakt om de aansluiting gefaseerd te doen. Instanties kunnen instappen via de basisintegratie waarbij de gebruiker vanuit e-loket doorgeklikt wordt naar de informatie-of formulierpagina bij de instantie. Je kunt dan de volledige integratie in een latere fase doen. Voordeel daarvan is dat de gebruiker sneller vanop een centrale plaats naar de juiste plaats kan doorgaan om het product aan te vragen.
Dan de lokale besturen. Ik heb doorheen mijn antwoord al een beetje over die lokale besturen gesproken. Vandaag lopen er nog concrete integratietrajecten met tien lokale besturen. Antwerpen heb ik al vermeld, maar ook Gent, Sint-Truiden, Sint-Niklaas, Hasselt, Turnhout, Aalst, Mechelen, Maasmechelen en Zaventem zijn actief aan de slag. Vanuit Antwerpen krijgen we ook feedback dat het e-loket in de top vier staat van kanalen waarmee ondernemers kennismaken met maatregelen van de stad Antwerpen. Dat is een goede zaak. Het is heel belangrijk dat we met die ervaring van Antwerpen ook samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) nog eens een tandje bij steken in het overtuigen van lokale besturen om aan te takken. Zeker het feit dat je in twee fases kunt instappen neemt een pak zorgen weg.
Wat de informatieverstrekking dan concreet betreft: er zijn infosessies zoals de AIV-trefdag (agentschap Informatie Vlaanderen), en ook initiatieven van de VVSG, de Vlaamse ICT-organisatie (V-ICT-OR). We benaderen lokale besturen ook rechtstreeks via een vliegende ploeg die zal worden opgericht in het kader van Vlaanderen Radicaal Digitaal.
U moet zich van die vleugels niet zo veel voorstellen, het is gewoon een ploeg die snel bij de lokale besturen kan zijn. Men zal inzetten op het aansluiten op Mijn Burgerprofiel en e-loketondernemers.be. Deze teams worden nu opgestart door AIV. Ik verwacht daar wel een boost van. Ook kunnen geïnteresseerde partijen zelf terecht op de website e-loketondernemers.be.
Ik denk dat de evolutie positief is: van 602 aanmeldingen in 2019 naar 257.393 in 2020. Als we in de post-coronafase komen, zullen we heel hard moeten inzetten op het verder aantakken zowel binnen onze administratie als binnen de lokale besturen. Daarvoor worden dus die ploegen opgericht in het kader van Vlaanderen Radicaal Digitaal.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord. Het is hoopgevend hoe u daar verder werk van wilt maken. ‘Great minds think alike’ zegt men. U sprak over Vlaanderen Radicaal Digitaal, ik dacht daarbij dat in het kader van het relancebudget veel middelen naar digitalisering gaan. Er is 116 miljoen euro voorzien voor de digitalisering van de Vlaamse overheid. Kunnen we daar iets van gebruiken om die projecten ‘in turbo’ te zetten?
Ik vind het heel goed dat u de lokale besturen al in gedachten hebt en dat aansluiten al mogelijk is. Het is een taak of een piste om lokale besturen beter te betrekken bij gegevensvergaring. Ik weet wat wij weten in Diest en andere steden. De kennis die wij hebben, wordt nog niet voldoende gedeeld met hogere overheidsniveaus. Dat gaat niet enkel over diensten bij VLAIO maar ook bij Ruimtelijke Ordening. Dat is zeer belangrijk voor heel veel ondernemers als ze willen uitbreiden of een functiewijziging willen. Dat moet allemaal sneller kunnen, makkelijker en digitaler. Dat is een cruciale factor. Lokale besturen kunnen daar echt wel een partner zijn. Ik zou op die weg willen doorgaan.
Nog een punt, we hadden het er gisteren over, is de fraudebestrijding inzake de coronasteun. Het werd breed gedragen in de plenaire vergadering gisteren welke sporen we daar gaan volgen. Een cruciaal punt, door de heer Gryffroy naar voren gehaald, was dat de gegevensvergaring beter moet. De gegevensuitwisseling met andere bestuursniveaus moet eveneens beter. Een digitaal loket kan in de toekomst bij uitstek het middel daartoe zijn. Hoe ziet u dit in het kader van het opsporen van misbruik van steun tijdens corona? Kan dat daar ook voor ingezet worden?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, ik heb nog een bijkomende vraag. Een digitaal ondernemersloket is inderdaad een positief gegeven. Het is de logica zelve dat onze overheid alles doet om dat voor de burgers en ondernemers zo toegankelijk mogelijk te maken. Het digitale loket is zeer geschikt om het leven van onze ondernemers net dat tikkeltje gemakkelijker te maken. Het is dan ook van groot belang, zoals collega Vande Reyde aangaf, dat alle mogelijke partners ingebed zijn in dit loket. Mogelijks is het al een beetje ter sprake gekomen, maar toch. Wat is de reden dat sommige agentschappen niet staan te springen om aan te sluiten?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Collega Vanryckeghem, ook dank aan u voor de aanvullende vraag.
Collega Vande Reyde, sinds u de schriftelijke vraag stelde, hebben we dus enorme sprongen voorwaarts gemaakt. Wat u opmerkt over de Vlaamse overheid, geldt ook voor de lokale besturen. Er zijn er nu tien aangesloten. In Antwerpen is dat voor het hele aanbod. Voor mij is het natuurlijk van belang dat heel veel andere lokale besturen ook diezelfde sprong maken. Het is dus een beetje zoeken. Ik heb uitgelegd hoe het komt dat nog niet zovelen dat doen. Het traject en het aanbod zijn zeer goed, net door het feit dat we hebben toegelaten in twee fasen te werken. Zowel wat de Vlaamse overheid als de lokale besturen betreft, staat er nu eigenlijk een turbo op. We hoeven er niet nog een turbo extra op te zetten, want die staat erop. Dit staat in de steigers. Die lokale besturen moeten zich hier nu bij aansluiten, zoals u terecht stelde. Ik wil eigenlijk dat dit nu een vliegwiel is. Zoals ik net zei, corona heeft de aandacht van de ondernemers hierop gevestigd, dus het is het moment om dat nu ook te doen.
Het e-loket is zeker ook een schakel met betrekking tot de premies en de controles. Alle coronasteun is net via het e-loket verlopen. Dat vergemakkelijkt dus absoluut de opdracht. Ik heb gisteren ook gezegd in de plenaire vergadering dat we echt aan het bekijken zijn hoe we die fraudeopsporing nog kunnen verbeteren. Ik zei gisteren trouwens ook dat het feit dat we aan alle lokale besturen ook een overzicht hebben gegeven van wie steun heeft gekregen, ook tot omgekeerde resultaten leidt, waarbij lokale besturen merken dat er blijkbaar toch iets niet pluis is met die en die onderneming. Dat vergemakkelijkt ook de controles. Zo stond Vilvoorde bijvoorbeeld vandaag in de krant. We hebben vanuit Vilvoorde een aantal berichten gekregen van dingen die niet kloppen en van dichterbij moeten worden bekeken. Als je dat dus op deze wijze kunt doen, is dat eigenlijk een win-winsituatie voor iedereen.
Collega Vanryckeghem, wat de ondernemingen betreft, ik denk niet dat het zo is dat men niet wil, maar er moeten vooral intern voldoende stappen worden gezet op het vlak van digitalisering. Veel lokale besturen willen dat eerst in orde hebben vooraleer ze zich aansluiten. Het is dus geen onwil. Net daarom heb ik toegelaten dat men in twee fasen kan aansluiten. Bij de eerste is er de basis, waarbij je aantakt en iemand dan naar jouw pagina’s gaat. Later is er dan de volledige integratie. We zetten ook ons vliegend team, zodra dat in actie is, daarvoor in. Collega Vande Reyde, ook in het kader van de relance kunnen we dat daar projectmatig onmiddellijk bijzetten, als dat nodig is, maar Vlaanderen Digitaal is eigenlijk al een project waarbij er specifiek al heel wat middelen worden ingezet op die digitalisering, door dat team dat we het veld laten opgaan. Ik denk dat daar nu voorlopig geen extra middelen voor nodig zijn, net omdat we daar een project van hebben gemaakt, maar mocht dat zo zijn, dan zullen die middelen ook worden vrijgemaakt.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik ben heel blij met uw progressie in dit project, en ook heel blij met de manier waarop u inderdaad de dingen die lokale besturen weten, inzet om misbruiken of fraude – de twee worden soms door elkaar gebruikt, niet altijd terecht, maar goed – te detecteren, om onrechtmatig gebruik van steun, coronasteun, maar later ook van gewone economische subsidies, te detecteren. Ik denk dat dat een heel goede zaak is. Ik zou zeggen: doe zo verder. Laten we hopen dat op het einde van de legislatuur, wanneer dit project ondertussen toch tien jaar oud zal zijn, de beleidsdoelstelling die oorspronkelijk door collega Muyters werd vooropgesteld finaal zal zijn verwezenlijkt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.