Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Parys heeft het woord.
De coronapandemie heeft een grote invloed gehad op ons mentaal welzijn, maar heeft ook de eenzaamheid laten toenemen. Tijdens de eerste lockdown verdubbelde het aantal meldingen over eenzaamheid bij hulplijnen als Tele-Onthaal en Awel. Het is opmerkelijk dat klachten over deze problematiek niet verminderden toen de maatregelen werden versoepeld tijdens de zomer van 2020.
In februari 2019 keurde het Vlaams Parlement het voorstel van resolutie betreffende de aanpak van eenzaamheid in Vlaanderen goed. Die resolutie doet enkele aanbevelingen om eenzaamheid in Vlaanderen in kaart te brengen en aan te pakken. Zo is er nood aan een longitudinaal onderzoek om eenduidig eenzaamheid in Vlaanderen in kaart te brengen. Dit kan bijvoorbeeld door eenzaamheid te bevragen in de Belgische Gezondheidsenquête.
Daarnaast vragen de indieners om een interventiedatabank eenzaamheid op te richten samen met de Verenging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de gemeenten te ondersteunen om de aanpak van eenzaamheid op te nemen in hun beleid, sensibiliseringscampagnes op te zetten en gebruik te maken van sociale-impactobligaties (SIO’s) om vernieuwende initiatieven te stimuleren.
Op de ministerraad van 12 februari 2021 werd het doelstellingenkader van het Vlaamse Eenzaamheidsplan 2021-2024 besproken. De tekst formuleert doelstellingen die gestoeld zijn op de resolutie, maar die nog heel weinig concreet zijn. De SIO’s bijvoorbeeld zijn niet mee opgenomen in het doelstellingenkader, hoewel dit parlement dat ten stelligste had gevraagd in een resolutie.
Minister, ik heb vier vragen.
Het kader blijft op de oppervlakte voor de uitwerking of timing van de acties. Wanneer zult u die concretiseren? Hoe wilt u tot die uitwerking komen?
Waarom zijn de SIO’s niet opgenomen in dat doelstellingenkader? Hoe zult u alsnog de SIO’s inzetten om eenzaamheid aan te pakken?
De resolutie vraagt om een longitudinaal onderzoek op te zetten om eenzaamheid in kaart te brengen. Hoe staat u hiertegenover? Welke acties zult u ondernemen om dat te faciliteren?
Eenzaamheid kan het best aangepakt worden op lokaal niveau omdat dit bestuursniveau het dichtst bij de mensen staat. Samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en het middenveld zal er een Vlaamse strategie uitgewerkt worden om de zorgzame buurten te ontwikkelen en eenzaamheid als aspect in op te nemen in de meerjarenplannen 2021-2025 van de lokale besturen. Hoe ziet u dit concreet? Wat is de stand van zaken?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik beantwoord uw vraag samen met de vraag die de heer Vaneeckhout had ingediend. Ik neem aan dat collega Vaneeckhout dat niet erg zal vinden.
U hebt ongetwijfeld gemerkt dat we als basis voor dit kader de aanbevelingen hanteren van de resolutie die u vermeldt. We putten ook uit het regeerakkoord en de beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding. Uiteraard is het nodig om het kader en de geformuleerde doelstellingen in een volgende fase concreet in te vullen met acties. Deze worden opgevraagd bij de verschillende departementen. De acties worden tegen eind april verzameld, om zo tot een uitgewerkt plan te komen in samenspraak met alle bevoegde ministers en dat voor de zomer in te dienen bij de Vlaamse Regering. Deze acties zullen dus ook elk een timing bevatten. De talrijke uitingen van intermenselijke solidariteit en de vele initiatieven van lokale besturen, middenveldorganisaties, voorzieningen en vele vrijwilligers tijdens de coronacrisis zullen ons daarbij sterk inspireren.
De SIO’s waarover u sprak, zijn geen doel op zich, maar een middel om bepaalde doelstellingen te bereiken. Daarom staan zij niet in het doelstellingenkader. Zij kunnen wel ingezet worden bij de verdere uitwerking van de acties. Ik sluit dan ook niet uit dat een of meer SIO’s worden voorgesteld bij de verdere concretisering van dit plan.
Het klopt dat de resolutie vraagt om een longitudinaal onderzoek op te zetten om eenzaamheid in Vlaanderen in kaart te brengen of om dit op te nemen in de Belgische Gezondheidsenquête. Ondertussen stel ik vast dat er door de impact van de coronacrisis al heel wat bevragingen zijn ontwikkeld die peilen naar het mentale welzijn van de Vlaamse burgers. Ik denk dat het zaak is om eerst de resultaten van die onderzoeken te analyseren en pas dan te beslissen tot een bijkomend onderzoek. Ik begrijp dat het longitudinale aspect daarin belangrijk is, maar ik wil een keuze daartoe graag mee laten afhangen van een beleidsanalyse van de resultaten en de gehanteerde methodologie en vraagstelling in de lopende onderzoeken.
Het aanpakken van eenzaamheid maakt inderdaad deel uit van het beleid inzake zorgzame buurten. Het engagement om in te zetten op zorgzame buurten is opgenomen in mijn beleidsnota. De urgentie van het investeren in zorgzame buurten is extra benadrukt door de coronacrisis. De Vlaamse Regering nam dit engagement dan ook op in haar relanceplan Vlaamse Veerkracht en wil het mentale welbevinden van Vlamingen en de sociale cohesie in de samenleving versterken, onder meer door te investeren in zorgzame buurten. In de voorbije maanden hebben we met verschillende kennisinstellingen en de VVSG van gedachten gewisseld over dit thema; we hebben onderzocht welke raakpunten er zijn tussen de zorgzame buurten en het beleid dat we uittekenen in de verschillende welzijns- en zorgsectoren, zodat we dit beleid daarop kunnen enten. In een volgende stap zullen we het terrein consulteren via de Vlaamse Raad. Na deze uitgebreide informatie- en consultatierondes zullen we het beleid inzake zorgzame buurten in detail uittekenen en vormgeven. Het aspect eenzaamheid krijgt daar zeker aandacht bij.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik noteer dus ten eerste: tegen de zomer concreet. Ten tweede dat de SIO’s eventueel worden meegenomen in de uitvoering van die concrete doelstellingen tegen de zomer. Onze vraag is om daar echt extra aandacht voor te hebben en dat instrument ook te gebruiken. Ten derde, ik begrijp dat u zegt dat er een aantal enquêtes naar mentaal welzijn lopen, en dat u daar eerst naar wil kijken. Dat is waar en dat is zeker te verstaan.
Onze vraag is natuurlijk wel, minister: elke keer wordt er een nieuw soort enquête opgesteld die peilt naar eenzaamheid. Dat betekent natuurlijk dat je op lange termijn niets meer met elkaar kunt vergelijken. Want iedereen doet het op een iets andere manier, stelt een iets andere vraag. Dat betekent dat je ook op langere termijn de resultaten niet met elkaar kunt vergelijken. Minister, kunt u daar zo snel mogelijk voor coherentie zorgen, zodat we niet altijd ad-hocinitiatieven hebben die op lange termijn niet zo nuttig zijn?
Vier, ik heb goed genoteerd dat u met zorgzame buurten aan de slag gaat en dat u met de VVSG en die lokale besturen een samenwerking opzet. Wij zullen alleszins strikt opvolgen wat er uit die initiatieven komt. Wij vinden het bestrijden van eenzaamheid bijzonder belangrijk als thema. Het is moeilijk, omdat je niet op een knop kunt drukken om het op te lossen, minister. Dat begrijpen wij ook. Maar we hopen dat die concrete doelstellingen ook meetbaar zullen zijn en dat we daarvan de uitkomst zullen meten op langere termijn. Wij willen u daar graag in ondersteunen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Er zijn al heel wat goede initiatieven op het lokale niveau. Het is heel belangrijk om daar de good practices uit te halen. We hebben tijdens de vorige legislatuur een voorstel van resolutie goedgekeurd omtrent intergenerationele samenwerking om de projecten te stimuleren. Ik denk daarbij aan de rusthuisklas, een zeer mooi voorbeeld van hoe we de gemeenschap binnenbrengen in het woonzorgcentrum. We moeten zulke projecten absoluut aanmoedigen en stimuleren.
De vereenzaming is tijdens corona natuurlijk nog toegenomen, omdat de ‘praktische’ contacten ook zijn weggevallen voor de ouderen. Maar we mogen niet alleen focussen op de ouderen, want uit onderzoek is al duidelijk gebleken dat eenzaamheid álle leeftijdscategorieën treft. Ook dat is een belangrijk aandachtspunt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Inderdaad, collega's, het is een belangrijk thema. Eenzaamheid doet zich voor in alle lagen van de bevolking, bij alle leeftijden. We hebben daarover in de vorige legislatuur inderdaad een resolutie goedgekeurd.
Het lokale niveau lijkt mij de meest aangewezen partner om eenzaamheid aan te pakken. We hebben het hier al gehad over Fred & Frieda, hoe we zo'n project meer lokaal kunnen maken en lokaal mee kunnen laten implementeren. Dat heeft volgens mij immers veel meer effect dan wanneer we dat alleen maar op een hoger niveau doen en we mensen zich meer centraal laten registreren op een website.
Ik heb vorige week nog Dirk De Wachter gehoord rond het thema eenzaamheid. Wat hij zei, komt hierop neer: eigenlijk is het al erg als we moeten spreken over eenzaamheid. Want het beste is niet te moeten spreken over eenzaamheid, maar wel over heel veel andere activiteiten of andere manieren van ontmoeting tussen mensen. En dat, minister, is waarin wij eigenlijk mee hebben voorzien in de resolutie van vorige legislatuur. Betrek ook andere sectoren: de sportsector, de cultuursector, de jeugdsector. Want zij bieden mee een heel grote buffer tegen eenzaamheid, omdat zij mensen de gelegenheid geven om elkaar te ontmoeten. Minister, op welke manier zullen die andere sectoren ook worden betrokken?
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, ik dank jullie voor jullie bijkomende vragen, of beter aanmoedigingen, op dit thema en vooral op de zaken waarvoor we de ambitie hebben ze uit te voeren. Dat zullen we ook proberen waar te maken in de komende periode. Ik deel met jullie uiteraard de mening dat dit een zeer belangrijke uitdaging is voor datgene wat ons te wachten staat.
Eenzaamheid is inderdaad niet alleen iets van ouderen. Daarom heb ik samen met mijn collega’s Dalle en Jambon acties opgemaakt voor jongeren, lokale besturen en cultuur, met het doelstellingenkader om ook met andere beleidsdomeinen daarrond te werken. We moeten niet het warm water weer uitvinden, maar we moeten vooral de krachten bundelen om daar heel stevig op in te zetten.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik heb daar niets aan toe te voegen, behalve dat wij u achter de veren zullen zitten om hier zo snel mogelijk werk van te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.