Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, op 2 maart 2021 verscheen in de pers dat er een nieuwe drugopvolgingskamer (DOK) komt in Turnhout. Turnhout is de derde afdeling van het Antwerpse parket die zo’n kamer krijgt. Eerder kregen zowel de afdeling Antwerpen als Mechelen al een drugopvolgingskamer. De drugopvolgingskamer is een gespecialiseerde kamer die de mogelijkheid verschaft aan de beklaagde om aan zijn drugsprobleem te werken. Daarbij wordt er hulpverlening georganiseerd en wordt de beklaagde intensief opgevolgd door de DOK. Als de beklaagde gedurende een langere periode bewijst dat hij/zij clean is, dan kan dat ervoor zorgen dat de straf wordt opgeschort. Via de DOK wil men ervoor zorgen dat de oorzaak van het plegen van criminaliteit, met name de drugsverslaving, aangepakt wordt.
Bij dat initiatief wordt er samengewerkt tussen het openbaar ministerie, de justitieassistenten, het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) en het centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGG). Daarvoor is het dus cruciaal dat al die actoren op elkaar afgestemd worden.
In uw beleids- en begrotingstoelichting (BBT) gaf u al aan dat u, in overleg met uw federale collega-minister van Justitie, wilde komen tot een uniforme en structurele werking van die kamer en een bijhorende inzet van de justitieassistenten om zo druggerelateerde criminaliteit beter aan te kunnen pakken. Bij deze drugopvolgingskamer is dan ook een belangrijke rol weggelegd voor de justitieassistenten. Zij wonen onder andere steeds deze zitting bij en staan ook in voor de toeleiding naar de hulpverlening.
Minister, hoeveel justitieassistenten zullen er ingezet worden bij deze drugopvolgingskamer? Zullen zij hiervoor een specifieke opleiding krijgen?
Welke initiatieven neemt u daarnaast om ervoor te zorgen dat al deze DOK’s op elkaar afgestemd zijn, zodat er geen verschillen zijn?
Wat is de huidige stand van zaken om ook drugopvolgingskamers op te richten in andere regio’s? Bent u hiervoor reeds in overleg met de andere betrokken ministers? Bent u daarnaast ook in overleg met de betrokken collega-ministers om ervoor te zorgen dat alle actoren op elkaar afgestemd worden? Ik kijk alvast uit naar uw antwoord.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega Blancquaert, om het thema op de agenda te zetten.
In het justitiehuis van Turnhout zullen drie justitieassistenten ingezet worden om de opdrachten komende van de drugopvolgingskamer op te volgen. Zij maken ook deel uit van het subteam Probatie.
De werkmethodes die gehanteerd worden binnen de drugopvolgingskamer zijn een onderdeel van de procedure ‘bemiddeling en maatregelen’ en dus niet nieuw voor de justitiehuizen, en zijn opgenomen in de opleidingen die voorzien worden voor de justitieassistenten. De justitieassistenten krijgen daarnaast ook een individueel opleidingsaanbod inzake de drugproblematiek via het online vormingsplatform van het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD).
Binnen de afdeling Justitiehuizen zelf wordt er ook op regelmatige tijdstippen een meerdaagse groepsvorming op maat georganiseerd rond dit thema. We werken hier ook samen met het Vlaams expertisecentrum.
In Vlaanderen bestaan er binnen de rechtbanken een aantal proefprojecten rond de drugopvolgingskamers. Het gaat onder andere om Antwerpen, Mechelen en nu ook Turnhout, het drugbehandelingstraject in Brugge, en de drugbehandelingskamer in Gent. Ondertussen zijn ook andere parketten en rechtbanken reeds vragende partij voor gelijkaardige initiatieven.
Via de Interministeriële Conferentie (IMC) Justitiehuizen ben ik reeds in overleg met mijn federale collega-minister van Justitie over hoe we een structurele inbedding kunnen vormgeven om een wildgroei en versnippering in het aanbod tegen te gaan. Wij gaan vanuit de justitiehuizen zelf een voorstel doen voor hoe een dergelijke procedure het best uniform wordt aangepakt en dit daarna afstemmen met mijn federale collega.
Ik vraag ook op korte termijn een wetgevend initiatief van mijn federale collega, met het oog op de creatie van een specifiek maar duidelijk omschreven mandaat voor de justitiehuizen. Vanuit de justitiehuizen is er steeds een grote bereidheid geweest om mee te draaien in de pilootprojecten, maar ik denk dat we de pilootfases ondertussen voorbij zijn en dat de tijd rijp is om op basis van die verschillende modellen tot één uniforme werkwijze te komen, die we vervolgens ook kunnen toepassen in heel Vlaanderen.
Zoals ik al meegaf, ben ik via de IMC reeds in overleg met mijn federale collega van Justitie. Die gesprekken lopen goed. Maar voor het doen slagen van deze intensieve trajecten is er niet enkel afstemming nodig met de bevoegde parketten en dus de Federale Regering, maar – u hebt er ook even naar verwezen – is een vlotte doorstroming naar de drughulpverlening eveneens noodzakelijk. Daarom ben ik ook in overleg met de collega bevoegd voor Welzijn, omdat er qua hulpverleningsaanbod toch regionale verschillen zijn. We bekijken dit in het kader van de hervorming van de zorgtrajecten voor justitiabelen, die nu lopende is. Het is natuurlijk belangrijk dat de hulpverlening daarin volgt, want het moet op elkaar worden afgestemd.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Dank u wel voor uw uitgebreid antwoord, minister. U haalde zonet die verschillende proefprojecten aan die momenteel lopen. Hoe lang lopen die verschillende projecten dus?
Momenteel is de controle op alternatieve straffen en maatregelen door de justitiehuizen een gemeenschapsbevoegdheid. Lijkt het u dan eventueel ook geen goed idee om die projecten die zich exclusief gaan richten tot druggebruikers die in contact komen met justitie, over te hevelen? Hoe staat u daar zelf tegenover?
Mijn laatste bijkomende vraag, minister: welke andere initiatieven zult u vanuit uw bevoegdheid nog nemen in verband met deze groep delinquenten?
Minister Demir heeft het woord.
Die proefprojecten lopen al een hele tijd, maar wij willen dat eigenlijk inbedden in ons beleid, in de Vlaamse Justitie. Daarvoor hebben we wel een officieel mandaat nodig, zodat die proeffase eindigt. Nu zitten we nog altijd in een proeffase, terwijl dat toch al even duurt. Dan kunnen we het ook bekijken om het verder uit te werken en uit te rollen. Er zijn ook nog een aantal andere proefprojecten lopende met betrekking tot jongeren.
Uw suggestie in het kader van werkstraffen ga ik bekijken. Ik ga dat meenemen.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Dat was duidelijk. Dank u wel, minister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.