Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de illegale handel in plasticafval
Vraag om uitleg over de export en dumping van plasticafval
Vraag om uitleg over de rol van de haven van Antwerpen in de illegale handel met plasticafval
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega's, ik wil even stilstaan bij de problematiek van plasticafval en de rol van onze haven daarin. Journalisten van onder andere De Tijd lieten hun licht schijnen op de export van plasticafval. Dat blijkt big business te zijn waar veel geld mee te verdienen valt als je weet hoe het aan te pakken. Maar dat alles gaat ten koste van onze natuur, want of het nu dichtbij of ver weg is, vervuiling tast onze planeet aan en daar zullen we uiteindelijk allemaal de dupe van zijn. We weten dat plastic als materiaal een hele uitdaging is. Het is daarenboven niet de eerste keer dat die problematiek zo scherp gesteld wordt. Daarom heb ik deze vraag ingediend.
In de haven van Antwerpen wordt plasticafval vanuit het binnenland en het buitenland getransporteerd naar andere oorden. Met jaarlijks bijna een half miljoen ton is België wereldtop in de export van plasticafval. In het artikel wordt gesuggereerd dat Antwerpen een gemakkelijke draaischijf is, omdat er tal van problemen zijn. De controles zijn er minder. De Omgevingsinspectie Vlaanderen zou maar vijf mensen tellen om illegale afvaltransporten te controleren. Bij hun controles komt 15 tot 30 percent illegale transporten aan het licht. Mogelijk zijn het er meer, maar met deze capaciteit zitten ze aan het maximum van controles en glippen er nog steeds illegale transporten door de mazen van het net. Ook de douane doet controles, maar ook daar zouden problemen zijn. Ook bij het legale transport van internationale afvalhandelaars is het niet altijd duidelijk of het zogezegde schone plasticafval gerecycleerd wordt op de plaats van bestemming. Met andere woorden, het artikel was nogal stevig negatief en stipte heel wat pijnpunten aan. Daarom heb ik de volgende vragen.
Minister, erkent u de weergave in het artikel van het plasticcircuit? Hoe staat u hiertegenover?
Welke acties zult u ondernemen om dit beter en milieuvriendelijker te laten verlopen?
Eén van de basisprincipes in het Materialendecreet is het toepassen van de prioriteitsvolgorde volgens de Ladder van Lansink in het gebruik van materialen, waarbij we afval maximaal zien als grondstof. De Vlaamse overheid moet sturend optreden om die prioriteitsvolgorde vorm te geven. Welke acties hebt u genomen of wilt u alsnog nemen om in het kader van plasticgebruik dit principe nog meer te stimuleren en afdwingbaar te maken?
In het artikel wordt verwezen naar het feit dat onze eigen verwerkingscapaciteit voor afval te laag is. Is het interessant dat we onze eigen verwerkingscapaciteit verhogen? Hoe kunnen we dat eventueel doen? Wat is uw standpunt daarover?
Bent u op de hoogte van de werkdruk bij inspecteurs en milieudeskundigen van de Omgevingsinspectie Vlaanderen die controles op illegale afvaltransporten uitvoeren? Hoe wilt u daaraan tegemoetkomen? Welke initiatieven plant u op korte termijn?
Welke controles heeft Vlaanderen ingebouwd om er zeker van te zijn dat al het plastic dat vanuit of via Vlaanderen naar andere landen wordt geëxporteerd voor recyclage, ook effectief wordt gerecycleerd? Hoe zeker zijn we daar vandaag van? Volstaat dat garantiesysteem volgens u? Als we in dezen transport en bestemmingen vastleggen, is het cruciaal dat dat opgevolgd kan worden en effectief de juiste bestemming krijgt.
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, Vlaanderen is een kleine regio die erin slaagt om vaak boven zijn gewicht te boksen, maar er meestal niet in slaagt om de goede dingen te kiezen om boven zijn gewicht te boksen. De haven van Antwerpen is er een extra goed voorbeeld van. Ze heeft een geweldige reputatie wat betreft import van coke in Europa. Ze heeft een geweldige reputatie wat betreft handel in illegaal gekapt exotisch hout in Europa. Ze is blijkbaar ook bijzonder groot in het transporteren van plasticafval over heel de wereld. Ze is de vierde grootste exporteur van plasticafval in de hele wereld, en jammer genoeg blijkbaar ook op een manier die heel vaak over de rand van de legaliteit gaat.
Ik heb hetzelfde artikel gelezen als collega Rombouts. Ik word er hoe langer, hoe kwader van als ik voor de zoveelste keer lees dat in de haven van Antwerpen het toezicht en de controle op de wettelijkheid van een hoop trafieken ondermaats zijn en ver achterblijven ten opzichte van bijvoorbeeld de haven van Rotterdam, die bij wijze van spreken aan de andere kant van het water ligt. Daardoor worden we opnieuw een hub waar voornamelijk illegale trafieken geweldig gemakkelijk hun weg vinden en zijn we geweldig aantrekkelijk voor een soort van gangsterisme dat we eigenlijk toch beter met alle mogelijke middelen buiten onze grenzen zouden proberen te houden.
De Omgevingsinspectie in de haven van Antwerpen geeft zelf toe over veel te weinig personeel te beschikken. Als ik het goed heb, gaat het om vier of vijf mensen om illegale afvaltransporten op te sporen en om toezicht te houden op het geheel. En daardoor verloopt er dus een geweldige carrousel van verschepingen van illegaal afval naar Zuid- en Zuid-Oost-Azië via Antwerpen.
Zoals ik daarnet al zei, proberen we ons in Vlaanderen te positioneren als een regio die boven zijn gewicht bokst en die het voorbeeld geeft. We zijn heel trots op onze manier van selectief ophalen van afval en het promoten van recyclage. We willen een circulaire hub worden. Maar als je dan kijkt naar wat er hier gebeurt in de haven van Antwerpen met plasticafval, is dat natuurlijk een beetje een lachertje, als je aan de ene kant een beeld probeert te creëren en aan de andere kant naar de realiteit kijkt.
Ik dacht dus dat het toch de moeite was om hier eens een grondige discussie over te hebben, te beginnen met een aantal vragen aan de minister. Mijn excuses dat ik ze op uw verjaardag moet stellen. Gelukkige verjaardag, trouwens. Ik moet trouwens ook zeggen dat ik u al op één tegenstrijdigheid heb betrapt binnen uw fractie. Want als ik goed kan tellen, is 1980 geen 25 jaar geleden, zoals de collega ons daarstraks probeerde wijs te maken. Ofwel kan de heer Vandaele niet tellen, dat is ook een mogelijkheid. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele)
Jaja, goed geprobeerd, Wilfried.
Minister, wat vindt u er zelf van als u moet vaststellen dat de haven van Antwerpen, waar uw diensten controle op moeten houden, eigenlijk een internationale draaischijf is geworden voor de zwendel in plasticafval?
Is het inderdaad zo dat er in Antwerpen minder strikt wordt gecontroleerd dan in buurhavens? Als het waar is dat er inderdaad maar vijf mensen zijn voor de vierde grootste haven om plasticafval te controleren, denk ik dat dat klopt, maar ik wil het toch graag door u bevestigd horen.
Bent u in overleg met het bestuur van die haven over de problemen, niet alleen in dit soort van illegale trafieken, maar bijvoorbeeld ook inzake tropisch hout? Die discussie is al vaker gevoerd. Blijkbaar hebben ze toch een geweldige reputatie van aantrekkelijk te zijn voor illegale trafiek. Dat lijkt mij niet per se het imago dat we in Vlaanderen willen uitdragen naar de wereld.
In welke mate komt er ook plasticafval dat we zelf selectief ophalen in Vlaanderen, in dat circuit terecht? Want we vragen heel wat van bedrijven en particulieren inzake selectieve ophaling en het zou jammer zijn om te zeggen dat we het dan gewoon allemaal samen op een hoop gooien in Antwerpen en het naar China sturen.
Hebt u initiatieven op het oog om die illegale trafieken tegen te gaan, bijvoorbeeld de versterking van de Omgevingsinspectie, om daar eens ernstig controle op te houden, bijvoorbeeld volgens hetzelfde stramien als in Rotterdam? Ik ga het daar in eerste instantie bij houden. Alvast bedankt voor uw antwoord.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Collega’s, in 2019 exporteerde ons land een half miljoen ton plastic afval. Ons kleine land is de vierde grootste exporteur ter wereld, na Duitsland, Japan en de Verenigde Staten. Dat is toch wel ongelooflijk. Dat blijkt uit de cijfers en het artikel waar de collega’s al naar verwezen. En de grootste draaischijf van die export is natuurlijk de export die geschiedt vanuit onze Antwerpse haven.
De haven is inderdaad heel populair door haar goede ligging en de internationale connectiviteit, maar ook om andere redenen wordt ze gekozen als draaischijf door internationale handelaars in plastic. Mijn collega’s verwezen al naar de lakse controles, onderbemanning, verouderde technologie en de focus op de drugshandel. Ik hoef dit niet te herhalen. Dit kwam allemaal aan het licht na een onderzoek. Het is iets wat goed en dringend aangepakt moet worden, minister. Die laksheid trekt criminele handelaars aan die op illegale wijze gemengd plasticafval exporteren en die er grof geld aan verdienen. We weten met z’n allen dat dit een heel slechte zaak is voor ons milieu.
Volgens de douanewoordvoerder van de haven werden in 2019 442 gerichte controles op kunststofafval uitgevoerd en werd 1,5 procent van de containers gecontroleerd. Dat zou in lijn liggen met andere Europese havens. Volgens een vertegenwoordiger van een afvalverwerkingsbedrijf, die ook in het onderzoek aan bod komt, zijn er echter veel te weinig mensen om dit te kunnen controleren.
Toch wordt er internationaal steeds strenger toegekeken, net omdat de impact op het milieu steeds duidelijker wordt. Zo besliste China in 2018 niet langer de stortplaats voor westers plasticafval te willen zijn. Landen met een lage loonkost en flexibele milieuwetgeving zoals Maleisië, Vietnam, Thailand en vooral Turkije zijn tegenwoordig wat dat betreft ideale bestemmingen.
Dat aanhoudend dumpen van plasticafval in het Verre Oosten heeft een dramatische impact op het milieu. De helft van al het plasticafval dat sinds 1950 geproduceerd wordt, zou op zo’n stortplaats in de open natuur terechtgekomen zijn. Het is zover gekomen dat men Belgische supermarktverpakkingen terugvindt op stranden in Maleisië.
Volgens de nieuwe, strengere regels mag vanuit EU-landen alleen schoon en gesorteerd kunststofafval vrij verhandeld worden. Verschillende experts juichen die nieuwe regels toe, maar niet iedereen is ervan overtuigd dat ze de illegale stromen zullen inperken. Strengere regels zorgen er volgens sommige betrokkenen alleen maar voor dat er nog meer naar illegale circuits en zwakke plekken wordt gezocht. In internationaal opzicht lijkt de haven van Antwerpen zo’n zwakke plek.
In welke mate gaat u akkoord met het onderzoek dat de haven van Antwerpen een zwakke plek is inzake de controle op illegale handel in plasticafval?
Op welke manieren wordt illegale export in Vlaanderen momenteel gecontroleerd? Meent u dat de controles die men vandaag uitvoert, voldoende zijn? Hoe kunnen die controles verbeterd worden?
Hoe evalueert u de samenwerking tussen de verschillende diensten, zoals de douane, de Omgevingsinspectie, overheden en het havenbedrijf inzake de controle op deze illegale handel? Hoe kan deze verbeterd worden?
Hebt u weet van illegale stortingen in Vlaanderen, zoals dat blijkbaar het geval is in Frankrijk, Spanje en andere EU-lidstaten?
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, er is al heel veel gezegd door mijn collega’s.
Het komt erop neer dat de verwerking van plasticafval big business is. Er zijn ook wat criminele kapers op de kust die daar misbruik van maken. Jammer genoeg wordt de haven van Antwerpen daarvoor misbruikt. Mijn collega’s hebben dat al treffend verwoord. Mensen uit de sector geven in hun getuigenis aan dat het makkelijk is om vanuit de haven van Antwerpen het misbruik te organiseren.
Er wordt verwezen naar de vijf omgevingsinspecteurs die de controles moeten uitoefenen. Ter vergelijking: in Rotterdam is er sprake van twintig controleurs en men wil dat aantal uitbreiden naar dertig. Men wil zo de illegale afvalhandel voor een stuk tegenaan. Dan weet je ook dat er iets niet klopt.
Dat we al met vier deze vraag stellen, toont aan dat er heel wat partijen dit geen goede zaak vinden. Dit moet worden aangepakt. Ik zal dus meteen overgaan tot mijn vragen, want ik ben benieuwd naar uw antwoorden.
Welke conclusies trekt u zelf uit dit onderzoek? Ik denk niet dat u uit de lucht komt vallen. Dit is iets wat we al langer weten en ook aanvoelen. We hebben daar al een paar keer over gelezen, er is al onderzoek naar gedaan. Welke conclusies trekt u hier concreet uit?
Zal er dan logischerwijs een uitbreiding komen van de Omgevingsinspectie voor de haven van Antwerpen? Daar is nood aan.
Wat is de impact van de illegale afvaltransporten op de recyclagecijfers voor Vlaanderen?
Zult u contact opnemen met uw federale collega's en met het Havenbedrijf om de illegale handel met plasticafval beter te controleren? Zo kunnen we toch al minstens een ding doorstrepen als collega Tobback het volgende keer opnieuw over de haven van Antwerpen heeft.
Minister Demir heeft het woord.
Het gaat in concreto over 4,55 fte’s. Dat is natuurlijk veel te weinig. Ik denk dat we het daar allemaal mee eens zijn. Zeker voor zo’n grote haven als Antwerpen volstaat dat niet. Volgens de informatie die ik heb gekregen, zijn die 4,55 fte’s bovendien zowel in de haven van Antwerpen als in de haven van Zeebrugge aan het werk. Dat is niet goed.
U weet dat we bezig zijn met een nieuwe oefening rond het omgevingshandhavingsprogramma. We willen een aantal zaken op een andere manier plannen. Ik heb van mijn administratie hierover al een eerste indicatie gekregen, maar ik vind die niet goed. We zullen daar vanuit het kabinet echt wel aan sleutelen. De prioriteiten die we in ons programma naar voren schuiven, moeten natuurlijk weerspiegeld worden in het aantal handhavers dat we willen inzetten. Ik wil onderlijnen dat er bij de dienst Handhaving heel wat goede medewerkers zijn. Voor 2020 stond er in het omgevingshandhavingsplan dat de 4,55 fte’s 500 units met afval moesten controleren. In realiteit hebben ze er 730 kunnen controleren. Het ligt dus niet aan dat X aantal medewerkers. Dat ze met te weinig zijn, hoef ik u echter niet te zeggen, zeker als ze beide havens moeten controleren. Daarom hebben we ook een handhavingsprogramma met prioriteiten. Afval is een prioriteit. Dat heb ik ook begrepen uit uw verschillende tussenkomsten, niet alleen vandaag, maar ook in het verleden.
Afvalverwerking is inderdaad big business. Ik sta er ook van versteld hoe we daarmee omgaan. We moeten het controleren van plasticafval zeker prioritair maken. Dat zal ook vervat zitten in het programma. Het is de bedoeling dat ik ook bekijk hoeveel fte’s we in de havens van Antwerpen en Zeebrugge zullen inzetten. Dat dat er meer moeten zijn dan die 4,55 fte’s kan ik wel al meegeven.
Naast de inzet op meer personeel en de afronding van het handhavingsprogramma, is er nog een belangrijk item. We moeten de materiaalstromen digitaliseren. U weet dat de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) daar samen met ons fel mee bezig is. In het ontwerp van VLAREMA 8 (Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen), dat al een eerste keer door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd, staat dat alle identificatieformulieren voor afvaltransport vanaf 1 januari 2023 digitaal moeten zijn. Dat maakt het veel makkelijker om bepaalde stromen op te volgen en fraude te detecteren.
Dus vandaar dat we een traceringssysteem van het begin- tot het eindpunt willen maken en daaraan ook heel die digitalisering willen koppelen om die volledige afvalstroom te kunnen opvolgen en fraude veel beter te kunnen detecteren. Voor het eerst zal de OVAM ook aan Europa rapporteren over dit nieuwe systeem. De bedoeling is dat we, naast het feit dat we daar extra mensen op moeten zetten, die digitalisering daarop toepassen.
Vervolgens is ook de samenwerking heel belangrijk, enerzijds met onze afdeling Handhaving. Ik heb begrepen – dat is de informatie die ik krijg – dat er wel een goede samenwerking loopt met de douane en de scheepvaartpolitie. Zij zijn natuurlijk ook mee aanwezig vanuit hun eigen invalshoek in de haven. Dat is ook een centrale dienst en een aanspreekpunt voor het fenomeen van de afvalzwendel. De samenwerking tussen die drie diensten – handhavers, douane en scheepvaartpolitie – gaat goed. Er is een goede informatie-uitwisseling en er is heel geregeld overleg. In het kader van de extraterritoriale bevoegdheid zijn er ook dossieroverdrachten met Brussel en de Service Public de Wallonie. In het kader van retourverzoeken zijn er ook samenwerkingen met de Interregionale Verpakkingscommissie en de OVAM. Daarnaast heeft de OVAM nu ook een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met het Havenbedrijf. Een groot deel van die overeenkomst bestaat erin om afspraken te maken rond acties en gegevens uit te wisselen omtrent transporten en eindbestemmingen van plasticafval. Aan de hand van een vraag die een parlementslid – ik weet niet meer wie – een jaar of een half jaar geleden gesteld heeft, zijn we die gesprekken aangegaan met het Havenbedrijf. De samenwerkingsovereenkomst is nog maar heel recent getekend. Het is goed dat we daar die afspraken rond gegevensuitwisseling rond plasticafval krijgen.
Naast het handhavingsaspect, bekijken we ook hoe we alle afvalstromen die ons land verlaten, maximaal kunnen beperken. Hiervoor is actie nodig op het Europese niveau. Op 1 januari 2021 is een eerste verstrenging ingegaan: een wijziging aan het Verdrag van Bazel. De gevolgen van dit besluit zijn dat nu vanuit de Europese landen alleen schoon en gesorteerd kunststofafval dat geschikt is om direct gerecycleerd te worden, nog vrij mag worden verhandeld. Dat is dus nieuw. De export van alle overige soorten kunststofafval, zoals mengsels van diverse typen of vervuild kunststof, valt onder de kennisgevingsplicht van de Europese verordening voor de overbrenging van afvalstoffen.
Daarnaast is ook die verordening zelf momenteel in herziening. Ons standpunt in Vlaanderen is dat we willen streven naar een volledige exportban van plastics uit Europa, weliswaar binnen de kaders van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dat standpunt brengen wij binnen België, maar ook binnen Europa. Wij vinden dat Europese kunststoffen ook in Europa verwerkt moeten worden en dat dat niet geëxporteerd moet worden naar verre landen. In de zomer komt de Europese Commissie met een voorstel aan de lidstaten rond de herziening van deze verordening. Wij volgen dat dossier dan ook met heel veel belangstelling op, omdat we ook hier een oplossing zien aan de bron van het probleem zelf.
Onze eigen plasticverpakkingen uit het huishoudelijk circuit worden vandaag al in Europa verwerkt, zoals jullie weten. Het bedrijfsmatig verpakkingsafval blijft slechts voor minder dan 42 procent binnen Europa, 19 procent gaat naar Turkije en 39 procent naar andere Aziatische landen. Ik denk dat ieder van jullie het standpunt dat wij verdedigen binnen Europa, begrijpt. Wij hopen dat we van de Commissie een goed voorstel gaan krijgen naar de zomer toe.
Als de Europese Commissie met dat standpunt zal komen dat wij, maar ook andere landen, mee verdedigen, gaan we in Europa ook nood hebben aan bijkomende sorteer- en recyclagecapaciteit. Die zal bijgebouwd worden, en zal in Europa, maar ook in Vlaanderen gebouwd worden. Vandaar gaan we ook in het kader van de relance 30 miljoen euro investeren in innovatieve recyclagetechnieken. Kunststoffenrecyclage valt daar ook onder. Jullie weten dat we kunststoffenrecyclage als prioriteit naar voren hebben gezet, en ook asbestrecyclage en luiers. Dat zijn de drie prioriteiten binnen Vlaanderen. Wij willen ook een hub worden als dat bedrijfsafval binnen Europa gerecycleerd gaat worden. Dat is ons standpunt. Wij vinden echt niet dat dat naar verre landen moet gaan. Dan pak je het probleem ook aan de bron aan. Ik zie dat ook wel veel lidstaten dat standpunt verdedigen. Ik hoop dat de Commissie hier met een oplossing komt. Vanuit Vlaanderen gaan we investeren om zelf ook een aantal hubs te hebben. Rond bijvoorbeeld asbestrecyclagetechnieken zien we in Nederland dat daar heel wat vooruitgang is, maar ook in Vlaanderen gaan we de komende jaren heel veel asbest moeten verwijderen. Het is goed dat we dat ook binnen Vlaanderen kunnen recycleren. Daar zetten we op in.
Voor het overige, kort samengevat: die 4,55 fte’s voor Antwerpen en Zeebrugge is te weinig. Het nieuwe handhavingsprogramma komt eraan. Alles rond afval wordt ook mee een prioriteit. Er zal ook een verschuiving komen naar handhaving toe om dat op een goede en deftige manier te doen. Het overleg met de scheepvaartpolitie en de douane zit goed. De samenwerkingsovereenkomst met het Havenbedrijf is afgesloten. Het traceringssysteem van begin- tot eindpunt om die stromen goed op te volgen en fraude te detecteren: ook die oefening loopt. Ik ben blij dat we daar snel mee van start zijn gegaan, omdat ik daar een mogelijkheid zie tot veel betere controle en het detecteren van fraude en om dat vervolgens ook aan te pakken. Het werk is dus nog niet af.
En de opmerking van collega Tobback inzake mijn verjaardag beschouw ik als een compliment.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik heb net de opmerking van collega Tobback gemist, maar, minister, ik wil u bij deze ook nog van harte proficiat wensen met uw verjaardag.
Vooral ook dank voor uw antwoord, waarin u duidelijk en heel scherp stelt dat er heel wat misloopt in de handhaving en dat we effectief een tekort hebben aan handhavers. Van het handhavingsprogramma wilt u ook een meer prioritaire actie maken, naar ik begrijp. Het feit dat u inzet op digitalisering, is een belangrijk element. Op het moment dat je dat instrument mee kunt inzetten om de controle efficiënter te doen, is dat zeker interessant, hoewel altijd op het terrein aanwezig zijn – ik ben daar echt gelover in – ook echt belangrijk is om de handhaving effectief sluitend te maken.
Een kleine vraag wat de digitalisering betreft. Ik heb begrepen dat daar ook nog een rapportering zou moeten gebeuren bij Europa. Hoe ziet u de timing daarvan? Wanneer verwacht u dan effectief resultaten met de digitalisering te kunnen boeken?
Wat de samenwerking betreft tussen uw diensten, de douane en de scheepvaartpolitie, ben ik blij dat dat een positieve samenwerking is en dat dat positief geëvalueerd wordt. Als de diensten versterkt worden, kan dat alleen maar nog meer versterkt worden. Dat er een samenwerkingsovereenkomst is met het Havenbedrijf, is ook een belangrijk element. Ik begrijp vooral dat het gaat over gegevensuitwisseling.
Was het dan in het verleden zo dat u bepaalde gegevens niet kon bekomen en dat dit u dan ook belemmerd heeft om de handhaving op een goede manier te kunnen doen, of hoe moet ik dat zien? Wat verwacht u precies, vanuit die samenwerkingsovereenkomst, als meerwaarde voor de handhaving? Dat is een bijkomende vraag.
Ten slotte stelt u heel duidelijk dat de doelstelling is om ons plastic binnen Europa te gaan verwerken, in plaats van het te gaan exporteren buiten Europa, en dat kunnen wij alleen maar toejuichen. Dat is zeker ook de visie die we vanuit CD&V altijd mee naar voor brengen. Maar als we zien wat de doelstelling nog is voor het bedrijfsplastic – 59 procent nog – dan is dat wel nog een gigantische uitdaging. U rekent daar ook zeker op ondersteuning binnen Europa. Ik hoop dat we daar effectief positieve voorstellen zullen kunnen zien.
Omgekeerd stel ik me wel de vraag of we effectief alleen op Europa moeten wachten, of kunnen we extra stappen zetten? Ik weet dat plastic ook in die 30 miljoen euro zit die voorzien wordt om te investeren in innovatieve verwerkingsinitiatieven – u hebt het net ook aangegeven in het kader van de relancemiddelen. Dat is positief. U haalt ook aan dat u mogelijk verwerkingscapaciteit in Vlaanderen wilt voorzien. Maar zijn er belemmeringen om daar verder op in te zetten? Hebt u Europa daar effectief voor nodig, of wat zou Europa daar als surplus kunnen betekenen? Tot hier mijn bijkomende vragen.
De heer Tobback heeft het woord.
Om te beginnen, minister, was de opmerking over uw verjaardag als een compliment bedoeld. Ik ben blij dat u het ook zo begrepen hebt. Over de andere punten heb ik misschien toch iets minder complimenten.
Om eerlijk te zijn, ik apprecieer natuurlijk dat u zegt dat u de capaciteit gaat uitbreiden, dat u meer mensen gaat inzetten, en inspanningen doet om te digitaliseren. Maar ik vind dat u daar vrij weinig concreet in wordt. Ik heb niet gehoord welke ruimte er zal zijn voor bijkomende mensen, ik heb niet gehoord dat er heel harde en bindende ambities zijn om die trafiek ook echt helemaal af te sluiten. Het is bijvoorbeeld leuk om te weten dat er een goede samenwerking is, dat de mensen van de Omgevingsinspectie en de douane het gevoel hebben dat ze gezellig met mekaar samenwerken. Maar ondertussen zijn we in de vierde doorvoerhaven wel een hub van illegale trafieken. Die gezellige samenwerking is blijkbaar toch niet geweldig efficiënt in het halen van resultaten.
We zijn ook niet op één dag de vierde doorvoerhaven in de wereld geworden. Dat is een lang proces geweest, en er zijn nog altijd maar vier en een halve voltijdse eenheden om al die controles uit te voeren. Voor alle duidelijkheid, dat zijn geen mensen die alleen maar met afvaltrafieken bezig zijn, of wel? Dat wil ik wel goed weten. Ik heb ook al gewezen op de problematiek van Antwerpen als een centrum voor illegale houthandel, als een centrum voor bushmeat dat binnen en buiten komt, dus als die vierenhalf mensen de volledige Omgevingsinspectie zijn van alle trafieken in de havens van Antwerpen en Zeebrugge samengeteld, dan is dat een echte aanfluiting, vooral als ik hoor dat men in Rotterdam praat over twintig tot dertig mensen. Ik wou dus graag weten of dat enkel over afval gaat. Of is dat het globale contingent van mensen die beschikbaar zijn?
Ten slotte ging heel veel van uw antwoord over onze ambitie om de hub van circulaire economie en afval en dergelijke te worden. U zult mij moeten verontschuldigen als ik daar eerder ongerust dan gerust van word. Tot nu toe blijkt dat we in Vlaanderen altijd geweldig goed zijn in het spelen van de rol van het Las Vegas van allerlei illegale trafieken, en van iedereen die ergens met allerlei gesjoemel wil terechtkunnen. Iedereen die niet naar Rotterdam kan, die komt dan maar via Antwerpen, want wij promoten ons als een hub. Ik hoop – en ik zou dat graag van u horen – dat als we een hub willen worden, dat we dan een hub zullen zijn die alleen maar openstaat voor wie het correct wil doen, voor wie op een hoog niveau van kwaliteit en van milieubescherming hier terechtkomt. En dat we niet, zoals we in Vlaanderen maar al te vaak doen, bereid zijn om in ruil voor een paar centen onze ogen voor alles dicht te knijpen, als het maar passeert bij ons. Zo worden we keer op keer te kijk gezet ten opzichte van de buurlanden als de plaats waar eigenlijk alles kan, waar we overal toe bereid zijn, en waar we de hoofdstad van de Europese sjoemelaars worden, op allerlei vlakken. Een dergelijke hub is wat mijn fractie betreft enkel aanvaardbaar als die hub een voorbeeld is van correct werken en niet wanneer het van Vlaanderen de vuilnisbak van Europa maakt, zoals dat nu blijkbaar op een aantal vlakken het geval is. Ik vind dat dit niet de rol is die we moeten ambiëren voor onze regio.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik zal proberen om niet in herhaling te vallen, want de twee vorige sprekers hebben natuurlijk al veel bijkomende vragen gesteld.
De inleiding van mijn vraag was heel duidelijk. België exporteerde in 2019 bijna een half miljoen ton plasticafval. België is een van de vier grootste exporteurs van de wereld, na Duitsland, Japan en de Verenigde Staten. De hoeveelheid die wij exporteren, is immens.
Het onderzoek was inderdaad heel duidelijk: lakse controles, onderbemanning, onvoldoende technologie, de focus op drugshandel waardoor er minder controles zouden zijn op de containers van kunststofafval. Minister, ik denk dat er effectief heel veel werk aan de winkel is. U hebt daar in uw antwoord heel duidelijk op gewezen. Het is een moeilijk dossier maar er is effectief nood aan die extra controles, aan extra technologie, aan meer digitalisering. We zijn daar een tandje aan het bijsteken, maar er zal nog een extra tandje moet worden bijgestoken. Het onderzoek heeft verduidelijkt waar moet worden bijgestuurd. Ik zal het dossier, zoals vele andere dossiers, verder opvolgen in de hoop dat de situatie verbetert. Dat is ten voordele van het milieu en van de gezondheid van ons allemaal.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik denk dat de collega’s u al heel wat hebben gevraagd en u hebt daar ook eerlijk op geantwoord, minister. Zo begrijp ik na uw antwoord dat de situatie nog erger is dan toen ik het artikel heb gelezen. We dachten dat er 5 controleurs waren in de haven van Antwerpen. Het bleken er 4,55 te zijn voor de haven van Zeebrugge en van Antwerpen. Collega Tobback vroeg terecht of dat dan het enige is waar ze mee bezig zijn, en daar ben ik ook wel heel benieuwd naar.
Ik zou graag concreet weten welke stappen zullen worden gezet wanneer het gaat over het opvoeren van de controles. Ik heb net het voorbeeld van Rotterdam gegeven dat we ook in de kranten hebben kunnen lezen. Daar heeft men twintig controleurs en zal er worden opgeschaald naar dertig controleurs. De haven van Antwerpen heeft een andere vorm dan die van Rotterdam, die voor een deel gesloten is en die dus beter kan worden gecontroleerd. De haven van Antwerpen is groter en poreuzer. Mogen wij daar op zijn minst ook tien, vijftien, twintig extra mensen verwachten? Wanneer zullen we weten over hoeveel mensen het gaat en wanneer kunnen die aan de slag gaan? Ik ben daar echt benieuwd naar, omdat ik denk dat we het er kamerbreed over eens zijn dat dit geen goede situatie is.
U hebt het ook gehad over de digitalisering. Ik wil verwijzen naar een opmerking die we ook wel al hebben gehoord. In de strijd tegen de drugshandel wordt vanuit de douane gewerkt met zegels of seals om bepaalde containers te kunnen controleren. Maar vaak blijkt het te gaan over zaken die onvoldoende werken, snel kapotgaan, van ondermaatse kwaliteit zijn. We kunnen dus digitaliseren, stappen vooruitzetten en gebruik maken van technologie, maar dan moet dat natuurlijk ook efficiënt zijn.
De haven van Antwerpen vindt het belangrijk een flexibele haven te zijn, een haven waar men flexibel snel overslag kan doen. Dat is een concurrentieel voordeel vergeleken met andere havens. Rekening houden met het feit dat de haven van Antwerpen poreuzer is en een andere vorm heeft dan die andere havens, mag flexibiliteit echter geen synoniem zijn van een lekke zeef, van een soort van 'mark' voor mensen met criminele intenties die al op voorhand weten dat de pakkans daar veel kleiner is.
De vraag is dus vooral wanneer we zullen weten hoeveel extra controle er komt en op welke manier die vorm zal krijgen. Ik denk dat dat momenteel de cruciale vraag is.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
De collega’s hebben al een heel uitgebreide toelichting gegeven. Minister, ik dank u voor uw antwoorden.
Het kan niet zijn dat we aan de wereldtop staan van dit soort van illegale transacties en dergelijke meer. Ik hoorde in uw antwoord al een aantal positieve noten en dat stemt me hoopvol voor de toekomst.
Het inzetten op digitalisering zal enorm belangrijk zijn. Ik merk ook op dat de afdeling Handhaving in 2020 een pak meer controles heeft gedaan dan gepland. Ze hebben 730 controles kunnen doen, terwijl er maar 500 gepland waren. Dat is ook een positief element. Maar ik denk dat er inderdaad verder moet worden gewerkt om deze tanker bij te sturen. Het lijkt me heel belangrijk dat er op Europees vlak actie wordt ondernomen. Wij zijn hier immers wel een spil, maar het is niet louter afval van bij ons dat hier wordt geëxporteerd. We moeten verder inzetten op het streven vanuit Vlaanderen naar een volledige exportban van plastics buiten de EU. Dat is heel belangrijk. Onze eigen plasticverpakkingen uit het huishoudelijk circuit wordt momenteel volledig in de Europese Unie verwerkt. Wat het bedrijfsmatig verpakkingsafval betreft – maar daarmee trap ik hier een open deur in, collega's – is er nog heel wat werk aan de winkel. We moeten daar blijvend oog voor hebben en dit breder open trekken. Dat moet een streven zijn binnen de hele Europese Unie.
Ik hoor ook dat de huidige erkenning van Valipac eindigt eind 2021. Ook daar is er dus een kans om verregaande bijkomende verplichtingen inzake traceerbaarheid op te leggen. Ik denk dat die traceerbaarheid heel belangrijk is, hand in hand met die digitalisering. We moeten weten waar dat afval vandaan komt, waar het naartoe gaat en wat ermee gebeurt. Zo niet, staan we compleet machteloos. Ik kijk dus ook uit naar het resultaat van die besprekingen.
Minister, u gaf ook nog aan dat de OVAM zeer recent een samenwerkingsovereenkomst sloot met het Havenbedrijf omtrent afspraken over transporten en eindbestemming van plasticafval. Gaat het dan enkel over dataverzameling of gaat het ook effectief over ingrepen die kunnen worden gedaan, extra controles en dergelijke meer en zijn daar concrete doelen vooropgesteld? Ik heb er wel alle begrip voor dat de eerste gesprekken lopen en dat het kader nog maar net is opgesteld, maar ik zou graag weten of hierbij een bepaalde richting wordt uitgegaan. Ik dank u alvast voor uw antwoorden.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dit is inderdaad een vraag over Valipac. Vorig jaar stel ik een soortgelijke vraag. Minister, u stelde toen dat de recyclagecijfers van Valipac worden gecontroleerd door zowel Valipac zelf als de Interregionale Verpakkingscommissie. U zei toen dat onafhankelijke expertisebureaus audits uitvoeren bij operatoren en bestemmelingen van afvalstoffen, en dat Valipac zelf ter plaatse controles uitvoert bij buitenlandse verwerkers.
De IVC volgt die problematiek ook op. Collega Perdaens sprak daarnet over de erkenning van Valipac en de heronderhandeling daarover. Minister, vorig jaar gaf u aan dat Valipac tegen eind 2020 60 procent van zijn plasticafval via gecertificeerde traders wil verhandelen. Ze hebben onlangs het bericht verspreid dat dit inderdaad het geval is maar dat controles ter plaatse heel moeilijk waren als gevolg van corona. Zij hebben ook de ambitie om dat tegen 2021 te laten evolueren naar 100 procent.
Minister, hebt u zicht op de precieze stand van zaken, op de impact van corona op die hele controleketen? Zal Valipac de doelstelling halen om 100 procent van het plasticafval via gecertificeerde traders te laten verhandelen en dat ook ter plaatse te laten controleren?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Schauvliege, het klopt dat u daar in het verleden zeer terecht vragen over hebt gesteld. We zullen in die nieuwe erkenning van Valipac voorstellen om inzake traceerbaarheid veel verder te gaan dan in de huidige erkenning. De besprekingen lopen, ook met de andere gewesten. Die tanker binnen Valipac moet dus keren. We zijn daar nu mee bezig en voor zover we nu weten, zal die 100 procent moeten worden gehaald. Dit moet nog worden bevestigd door de audits.
Verschillende collega’s verwezen ook naar de samenwerkingsovereenkomst met de haven. Het gaat over het uitwisselen van gegevens en het samenbrengen van data. Momenteel zijn die allemaal verspreid. Als wij die van het Havenbedrijf kunnen krijgen, dan kunnen wij de risicoanalyse gericht opstellen en gericht handhaven zodat de pakkans veel hoger ligt. Dat is de reden waarom we de samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten met de haven.
De handhavers houden zich vooral bezig met het ketentoezicht op afval. Ze hebben 730 containers gecontroleerd die specifiek met afval te maken hadden. Alles wat met de export van afval te maken heeft, zit natuurlijk wel bij andere collega’s. Het is dus niet zo dat die 4,5 voltijdsequivalenten, wat voor alle duidelijkheid nog te weinig is, alles doen. Zij doen alleen het ketentoezicht op afval. Zij controleren die containers maar de export van afval valt onder de douane. Ik weet niet hoeveel mensen daarmee bezig zijn; wellicht heel veel, ik zal dat eens moeten opvragen. Ook de scheepvaart en de politie worden daarvoor ingezet. In die zin geeft dat misschien een vertekend beeld. Ik zou ook eens moeten kijken hoe Nederland dat doet. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat het te weinig is.
Collega Annouri, we mikken na de zomer voor het opstellen van ons omgevingshandhavingsplan. Daarbij willen we inzetten op afval. Alle materiaalstromen zijn belangrijk. Ik denk dat we veel korter op de bal moeten spelen bij alles wat te maken heeft met afval in Vlaanderen. Dat heb ik ook onmiddellijk aangegeven. Dat wordt in juli afgeklopt en naargelang de prioriteiten zal worden bekeken hoeveel handhavers we daarop zullen zetten.
Binnen mijn bevoegdheden hebben we verschillende handhavers, bij de OVAM, bij het Departement Omgeving, bij Natuur en Bos, bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Het is de bedoeling om de tussenschotten tussen de verschillende diensten weg te nemen. Afval heeft immers ook te maken met milieu enzovoort. Die oefening loopt ook nog, maar het is de bedoeling om dat tegen deze zomer uit te klaren en te bepalen hoeveel personen we daarop zullen zetten.
Collega Tobback, ik wil heel duidelijk stellen dat wij ons promoten als recylagehub. Vlaanderen is koploper in Europa als het daarover gaat. Ik vind dat we daarop moeten blijven inzetten. Dat zal een hub zijn waar materialen terechtkomen waarvan opnieuw nuttige producten kunnen worden gemaakt.
Het is helemaal niet de bedoeling om de vuilbak van Europa te worden, integendeel. Het zou niet netjes zijn om zo te spreken over mensen die al jaar en dag met recyclage en circulariteit bezig zijn. Men moet een goed onderscheid maken. U weet dat wij heffingen hebben op het storten en verbranden van afval. Wij volgen die heffingen ook op om recyclage interessanter te maken dan eindverwerking. Dat is ook de visie en de richting die we moeten uitgaan. U weet ook dat we tijdens corona een stortplaats hebben ontdekt waar illegaal medisch afval werd gedumpt. Daar hebben we kort op de bal gespeeld. Waar we op de hoogte zijn, treden we op. Het commando voor de dienst Handhaving is om zeer kordaat op te treden. Men kan telkens een aanmaning of een verwittiging sturen, maar in dat opzicht heeft de dienst Handhaving nog wat werk voor de boeg om veel kordater en to the point te reageren, bijvoorbeeld wanneer illegaal afval wordt gedumpt. We hebben dat gedaan naar aanleiding van dat ene geval en we proberen dat continu te doen. Wij mogen niet de vuilbak van Europa zijn. Dat is niet de bedoeling.
75 procent van de gecontroleerde containers bevatte afval uit andere landen. Dat is natuurlijk weer heel ingewikkeld. Dat is dan geen Vlaams afval. De haven van Antwerpen is een groot doorvoerpunt. Dan moeten we ook andere collega's inschakelen. Extra mensen moeten dat uitklaren zodra het omgevingshandhavingsplan duidelijk is. We moeten prioriteiten stellen en zoals ik heb gezegd, zal afval sowieso een prioriteit zijn in het plan. Ik denk dat het daar hoog tijd voor is.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoorden. Ik denk dat de hoeveelheid aan vragen duidelijk maakt dat het parlement verontwaardigd is over de verhalen die naar boven komen wat betreft de trafiek van illegaal afval en het niet juist bestemmen van plasticafval en de uitdagingen die er op dat vlak zijn. Zoals ik aangaf, is het niet de eerste keer dat dat naar voren wordt geschoven. Het maakt misschien duidelijk dat het een complex verhaal is. Dat kunnen we erkennen, maar dat ontslaat ons er niet van om alles op alles te zetten om dat effectief in de kiem te smoren. Vooral de omvang van het probleem maakt mij bezorgd, alsook het feit dat er nog niet onmiddellijk kan worden gegarandeerd of het geëxporteerde plasticafval effectief op de juiste plaats van bestemming komt.
In die zin geven we alle steun aan de acties die worden genomen, waarbij het op korte termijn misschien nog een oncomfortabel gevoel geeft. U geeft duidelijk aan dat u een prioriteit wil maken van extra handhavers en dat u extra instrumenten uitwerkt om korter op de bal te spelen en om beter en scherper risicoanalyses te maken, met duidelijk de focus om op middellange termijn naar een recyclagehub te gaan. Ik ben daar iets positiever over dan collega Tobback. Ik heb misschien ook iets meer geloof in ons als Vlamingen om dat op een goede manier te organiseren. We hebben de kennis en de krachten om dat te doen. Zeker als we zien welke export we vandaag zelf nog realiseren, hebben we zelfs de plicht om dat binnen Vlaanderen verder vorm te geven en voor Europa een interessante rol te kunnen spelen. Ik zal dit verder opvolgen.
Minister, ik heb niet begrepen of er nog hinderpalen zijn vanuit Europa om in volle kracht vooruit te kunnen gaan, maar dat zal ik in een verdere vraagstelling nog opvolgen.
Op korte termijn wil ik u alleen aanmoedigen om zo spoedig mogelijk met extra acties meer garanties in te bouwen wat betreft het sluiten van illegale circuits en om de locaties van de bestemmingen goed op te kunnen volgen. Op middellange termijn geef ik u alle steun om samen met uw collega's in de Vlaamse Regering, onder meer minister Crevits, de recyclagehub op een goede manier verder uit te bouwen.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, dank u voor de verdere toelichtingen. Ik ben overtuigd van het feit dat u geëngageerd bent om dat correct te doen, net zoals ik ook overtuigd ben van het feit dat er in de circulaire economie en het circulair omgaan met en hergebruiken van grondstoffen bijzonder veel potentieel zit in de toekomst. Dat is een zeer mooie uitdaging die de komende jaren ook economisch zeer interessant zal zijn. Als je dat echt wilt doen in Vlaanderen, dan zijn daar beperkingen aan, gezien de ruimte die we maar hebben. Dan moeten de systemen conform de ambities zijn en opgewassen zijn tegen de uitdagingen die er zijn. Als dat zo is, dan ben je een plaats waar er spitstechnologie, nieuwe manieren van omgaan met grondstoffen en nieuwe economische sectoren zullen ontstaan. Als dat niet zo is – en op dit moment is dat niet zo – dan zal je inderdaad de afvalbak worden voor al degenen die hier terecht kunnen met hun overschot want ze weten dat het hier gemakkelijk is. Dan zal de spitstechnologie en de hele economische toekomst elders liggen. Dat is een keuze die men moet maken in Vlaanderen. Om die correct te maken, zal men ten aanzien van wat er vandaag beschikbaar is aan mogelijkheden en aan wettelijk en controlerend kader, niet een tandje moeten bijsteken, zoals collega De Vroe zegt, maar zal het roer moeten worden omgegooid.
Nogmaals, in het geval het gaat om spitstechnologie en nieuwe economische sectoren, zult u in mijn partij een partner vinden, maar dan zal het ook echt hard, duidelijk conform en voluit correct moeten zijn. Als het is om een oogje toe te knijpen op de typische Vlaamse manier en aan alles wel een mouw te passen en dan wel te bekijken waar we eindigen, dan zullen we het stort van al de rest worden en de vluchthaven voor alle foefelaars en zult u daar in ons een groot tegenstander van vinden. Ik denk dat u Vlaanderen dan ook tekort doet, want de eerste mogelijkheid geeft veel meer kansen voor de toekomst dan het eeuwige gefoefel waar we nog altijd zo sterk in blijken te zijn. U weet dus waar ik op hoop.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Collega Tobback, u minimaliseert mijn woorden. Ik heb deze vraag gesteld, omdat ik ook heel bezorgd ben.
Mijn excuses dan.
Oké. We zijn met vier vraagstellers heel bezorgd. Dat nog vele collega's zijn tussengekomen, is het bewijs dat velen die bezorgdheid delen. Er is een heel groot probleem. De minister heeft dat in haar antwoord ook erkend en heeft aangegeven dat ze beseft dat er heel wat werk aan de winkel is. Het sluitstuk is handhaving in de hele brede zin, gaande van extra controles tot nieuwe technologie, digitalisering enzovoort. Ik denk dat daar echt wel heel wat werk aan de winkel is en dat we dit dossier van heel nabij moeten opvolgen. We hebben dit trouwens in het verleden in deze commissie al gedaan. Het is niet een dossier dat nu naar aanleiding van dit onderzoek komt bovendrijven, het is iets waar we het in het verleden al over hebben gehad. Er is heel veel werk aan de winkel. We moeten dit goed opvolgen. In het antwoord dat de minister gegeven heeft, erkent zij dat. We zullen dit binnen enkele maanden opnieuw in deze commissie moeten bespreken, in de hoop dat er dan verbetering is.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het goed dat we het er kamerbreed over eens zijn dat dit snel moet worden aangepakt. Dat stemt mij gelukkig. De haven van Antwerpen heeft ongelooflijk veel potentieel, zeker nu met de fusie met de haven van Zeebrugge. Qua verduurzaming, economie en ‘community building’ zijn er heel wat opties. Maar het blijft een ongelooflijke smet op het blazoen van de haven van Antwerpen en een groot probleem dat er misbruik wordt gemaakt van de gaten in het systeem waardoor ze een aantrekkingspool vormt voor mensen met minder zuivere intenties. Dat moeten we echt tegengaan.
Minister, ik denk niet dat u het alleen zult kunnen doen. U moet daar ook het federale niveau en de haven van Antwerpen bij betrekken, maar ook u kunt aan mensen die geen zuivere intenties hebben een sterk signaal geven dat we die criminele activiteiten niet zomaar laten passeren. Ten eerste omdat we willen dat de haven haar volle potentieel kan benutten. Ten tweede omdat dit iets is waar wij echt niet voor staan. U hebt die hubs aangehaald en over recyclage gesproken. In tegenstelling daarmee is dit een achterpoort die we keihard moeten dichtsmijten. Ik reken onder andere op u om mee de portier te zijn.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.