Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Alvorens het woord te geven aan collega Annouri, heb ik gezien dat het toch een bijzondere dag is vandaag, minister: het zou uw verjaardag zijn. Gelukkige verjaardag van de hele commissie!
Dank u wel, voorzitter. Ik beloof dat, als we nog eens kunnen samenzitten na corona, jullie Limburgse vlaai van mij tegoed hebben.
Dat vergeten we niet. Perfect! Alvast bedankt.
De minister is 25, heeft ze mij toevertrouwd.
Ideale leeftijd!
De heer Annouri heeft het woord.
Minister Demir, wat een dag: uw verjaardag, en ik die als eerste een vraag mag stellen. Het kan dus niet meer stuk. En de zon die ook nog schijnt. Maar alle gekheid op een stokje, ook van mij een gelukkige verjaardag.
Ik had een vraag voor u over de geluidsnormen van de luchthaven van Deurne. U weet net als ik – u kent Antwerpen natuurlijk ook goed – dat de luchthaven van Deurne zich niet in niemandsland bevindt. Elke Antwerpenaar heeft al wel eens kennisgemaakt met het gebrul van een overvliegend vliegtuig. Maar de grootste last zit bij de omwonenden van de luchthaven zelf. Voor hen is wakker worden van een draaiende vliegtuigmotor om 7 uur geen uitzondering. En ook doorheen de dag worden ze regelmatig opgeschrikt door vliegtuiglawaai. Veel van de omwonenden maakten geen bewuste keuze om in een buurt met veel omgevingslawaai te gaan wonen. Een kleine zakenluchthaven, of een kleine luchthaven waar je op zaterdag of zondag als het mooi weer is een klein sportvliegtuigje hoort, is natuurlijk iets heel anders dan een groter wordende toeristische luchthaven. Dat zijn compleet andere zaken.
De geluidsoverlast van de luchthaven van Deurne is onderworpen aan de normering die is opgelegd door de milieuvergunning van 2008. Elk jaar laat de luchthaven de geluidscontouren berekenen door de KU Leuven. In het meest recente rapport van 2019 lees ik dat er 4881 mensen binnen een geluidscontour van 55 decibel rondom de luchthaven wonen. De Europese richtlijn omgevingslawaai hanteert 55 decibel exact als grens om te spreken van ernstige geluidshinder. In 2024 zal er een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd moeten worden voor de luchthaven van Deurne. Daarom had ik volgende vier vragen voor u.
Hebt u zicht op het aantal en de aard van de klachten die de voorbije jaren binnenkwamen wegens geluidsoverlast van de luchthaven van Deurne?
Kunt u de omwonenden van de luchthaven van Deurne de garantie geven dat de huidige geluidsruimte wordt aangehouden en de geluidsoverlast dus niet groter zal worden in de toekomst, na 2024?
Geluidsoverlast stapelt zich op. Het geluid van een drukke weg, een trein en een overvliegend vliegtuig zijn samen hinderlijker dan ieder geluid apart. Maar daar wordt vaak geen rekening mee gehouden bij de berekening van geluidsnormen. Zal er in de nieuwe omgevingsvergunning rekening gehouden worden met andere bronnen van geluidsoverlast, als men die metingen doet in de Antwerpse regio?
Het Vlaams regeerakkoord voorziet in de opmaak van een langetermijnvisie inzake de ontwikkeling van de luchtvaart in Vlaanderen. Bent u het met mij eens dat de opmaak van deze visie in alle transparantie moet gebeuren en dat elke stap daarnaartoe deel moet uitmaken van een breed maatschappelijk debat dat we met zijn allen kunnen voeren?
Minister Demir heeft het woord.
We zien aan de hand van de cijfers die gemeld worden bij de dienst Handhaving dat er in 2014 4 klachten waren, in 2015 32 klachten en in 2016 zelfs 72 meldingen. Sinds 2017 is het aantal klachten gestaag weer afgenomen en nu zitten we natuurlijk met corona. Maar er is wel een stijging bij het aantal klachten die bij de dienst Handhaving aankomen. Bij de luchthaven zelf worden er meer klachten geregistreerd, zeker na de komst van de vliegmaatschappij daar, medio 2015. Ik denk dat dat dus wat samengaat.
Ten laatste tegen 17 juni 2023 moet de luchthaven de hernieuwing van de omgevingsvergunning aanvragen, zoals u weet. De looptijd verstrijkt inderdaad op 17 juni 2024. Bij de aanvraag zullen de sectorale voorwaarden van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) getoetst worden, en ik wil u daarbij ook zeggen dat de vergunningverlener – wij dus – ook altijd bijzondere voorwaarden kan opleggen, rekening houdend met de lokale situatie. Ik denk dat daar wel eens goed naar gekeken moet worden. De omschrijving van de huidige geluidsruimte, zoals die nu in de bijzondere voorwaarden van de lopende vergunning is opgenomen, zal uiteraard ook bij de hernieuwing van de vergunning in elk geval geëvalueerd moeten worden. Hierbij zal ook rekening gehouden worden met alle beschikbare gegevens over de milieu-impact van de aanvraag, en ook geluidsoverlast zal daar mee bekeken worden.
In verband met uw derde vraag: bij vergunningverlening komen enkel bronnen van geluid die gerelateerd zijn aan de exploitatie van de hinderlijke inrichting in aanmerking voor een effectieve regulering van de geluidimmissie.
De geluidscontouren rond een vliegveld worden overeenkomstig de voorwaarden van VLAREM berekend op basis van het aantal vliegtuigbewegingen en de individuele geluidsproductie van vliegtuigen, en dit nader gepreciseerd voor de dag-, avond- en nachtperiode.
Het achtergrondlawaai, veroorzaakt door andere externe geluidsbronnen, zoals de aanwezigheid van weg- en treinverkeerslawaai, kan lokaal uiteraard ook bijdragen tot de hinderervaring, maar wordt bij de beoordeling van het luchtverkeerslawaai in het kader van de VLAREM-voorwaarden voor vliegvelden niet in beschouwing genomen. Dus het achtergrondlawaai niet, al de rest uiteraard wel.
Dan uw laatste vraag: momenteel is collega-minister Peeters bezig met een strategische visie voor de ontwikkeling van de luchtvaart in Vlaanderen in het algemeen. Ze is bezig met de voorbereiding. Vanuit het beleidsdomein Mobiliteit wordt bevestigd dat bij de opmaak van deze langetermijnvisie de relevante maatschappelijke actoren en stakeholders maximaal betrokken zullen worden, om zo tot een gedragen visie te komen.
De heer Annouri heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden, die voor een stuk aangeven wat we vandaag al weten: wanneer de vergunning zal verlopen, dat er een nieuwe aanvraag ingediend zal worden, dat die bepaald en beoordeeld zal worden op basis van de lokale omgeving, enzovoort. Maar de reden waarom ik die vraag eigenlijk stelde – ik stel die niet zomaar – is dat uit de jaarlijkse rapportering die gebeurt vanuit de KU Leuven, blijkt dat er nog maar een heel kleine marge overblijft voor groei van de luchthaven. Ik vrees een beetje voor het evenwicht dat er nu is. Er is veel maatschappelijk debat, en dat is goed, dat is nodig. Er is politiek debat – ook met de buurtbewoners – over het nut van zo’n luchthaven, waarom die er moet zijn. Je hebt mensen die pro of contra zijn, ook hier in deze commissie verschillen we van mening. Maar het feit dat die geluidsruimte afgebakend is, dat was altijd een van de voorwaarden waar iedereen het over eens was.
Als je kijkt naar de rapportage van de KU Leuven, dan zie je dat je echt tegen die grens aanbotst. Daardoor is het niet onlogisch en zelfs zeer waarschijnlijk dat, als die luchthaven wil blijven groeien – wat ik een slecht idee zou vinden voor heel de buurt en iedereen daarrond –, men de vraag zal stellen om die geluidsruimte uit te breiden. Nu is er een evenwicht dat er eigenlijk al is sinds 2004-2008 en dat ervoor zorgt dat die buurt, voor de mensen die daar wonen, toch nog zo leefbaar mogelijk is.
Wat ik eigenlijk van u zou willen weten, minister, is of u het een goed idee zou vinden dat die geluidsruimte uitgebreid zou worden? Of bent u het met mij eens dat het goed zou zijn dat die niét uitgebreid zou worden? Dat is eigenlijk de reden waarom ik de vraag stel. Als men nu kijkt naar de cijfers in de rapportering van de KU Leuven, dan ziet men dat het quasi onmogelijk is om binnen de huidige geluidsruimte te blijven – en die geluidsruimte is een heel goede zaak – en nog verder te groeien, wat ongetwijfeld een van de wensen van de regionale luchthaven is. Dat is mijn eerste bijkomende vraag voor u.
Een tweede vraag gaat over het maatschappelijk debat dat we nu aan het voeren zijn. We weten dat er een document is dat wij als parlementsleden kunnen inkijken – we doen dat, we respecteren de regels, we gaan er niet uit citeren, enzovoort. Maar, als men kijkt naar het Verdrag van Aarhus, dan wordt daarin gezegd dat elke burger recht heeft op informatie rond beslissingen over het milieu, en dat die informatie openbaar moet zijn, zodat iedereen kan weten waar het over gaat en mee het debat kan voeren. En men doet dat net om overheidsbeslissingen die genomen zouden worden, meer draagvlak te geven en om mensen op de hoogte te stellen van wat er gaande is, zodat het debat op een volwassen manier aangegaan kan worden en de burger betrokken wordt. Dan vraag ik mij af of u vindt dat de bepalingen in de tekst van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) en de dingen die daarbij horen – die op dit moment niet toegankelijk zijn – die rechtstreeks te maken hebben met de milieuvergunning en het milieu, onder dat Verdrag van Aarhus vallen. Vindt u niet dat die beter meteen openbaar gemaakt moeten worden? Want het gaat toch wel om belangrijke milieu-informatie voor mensen daar in de buurt en daarbuiten. Dat is een tweede bijkomende vraag die ik voor u had.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Collega Annouri, ik wil even tussenkomen. Het thema van geluid en luchthavens is een thema dat ik opvolg in deze commissie. Het is inderdaad een belangrijk thema omwille van de leefbaarheid rondom de luchthavens.
Nu, ik heb geen bijkomende hypothetische vraag voor u, minister, in de zin van ‘Stel dat de luchthaven groeit en de normen overschreden zouden worden, wat dan?’. U antwoordt dat de luchthaven momenteel voldoet aan de opgelegde voorwaarden, dat het aantal klachten daalt – het schommelt af en toe, maar de laatste jaren daalt het toch –, wat volgens mij een teken is van die lagere geluidshinder. Maar belangrijker vind ik dat de regering werkt aan een langetermijnvisie om de toekomst van onze luchtvaartsector te garanderen en om die sector ook duidelijkheid te geven. Dat zal inderdaad een moeilijke evenwichtsoefening zijn tussen economische belangen enerzijds en belangen op het vlak van leefbaarheid anderzijds.
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk dat jullie die cijfers ook wel hebben over de klachten, die sinds 2014 bij onze diensten geregistreerd worden, bij de afdeling Handhaving. Zoals gezegd, zie je daar in 2015 32 klachten, in 2016 72, in 2017 27, in 2018 25, in 2019 16 en nu 4. Dat laatste zal ook wel met corona te maken hebben. De klachten bij de luchthaven van Antwerpen zullen veel hoger liggen, maar ook die nemen af blijkbaar. Sinds 2017 is er een afname.
Collega Annouri, wat het verdrag betreft, zal ik juridisch nakijken of dit er al dan niet onder valt en of we dit kunnen vrijgeven. Ik ben voor zoveel mogelijk transparantie, maar ik wil die vraag wel juridisch laten bekijken, om te weten of we daar niets verkeerd mee doen. Als dat oké is, dan is er geen probleem.
Wat de vergunningsprocedure betreft, denk ik dat ik wel correct heb geantwoord. Zodra er een nieuwe aanvraag komt – tegen 17 juni 2023 zal er een hernieuwing aangevraagd moeten worden –, spreekt het voor zich dat we daarin alle sectorale voorwaarden van VLAREM zullen toetsen aan de vergunningsaanvraag. Wij kunnen als vergunningsverlener ook bijzondere voorwaarden opleggen. Ik besef goed dat er ook veel mensen in de omgeving van die luchthaven wonen. Ik kan moeilijk op het traject vooruitlopen en voorspellen wat ze gaan aanvragen, meer of minder. Maar het spreekt voor zich dat we het dossier, zodra het er is, zullen aftoetsen aan alle bepalingen die er zijn. Als er bijzondere voorwaarden nodig zijn, dan zal dat bekeken worden.
Wat de strategische visie betreft: het is goed dat er een maatschappelijk debat rond bestaat, want je hebt pro’s en contra’s, je hebt verschillende meningen daarover. Collega Lydia Peeters trekt het dossier, die strategische visie rond de luchtvaart in Vlaanderen, de vraag hoeveel luchthavens we in Vlaanderen nodig hebben. Zij trekt dat en ik denk dat het goed is dat iedereen – alle maatschappelijke actoren, alle stakeholders – daaraan meedoet, zodat er een gedragen oplossing uit de bus kan komen.
De heer Annouri heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister, en mevrouw De Coninck, om mee aan te sluiten.
Ik kom misschien heel kort terug op die klachten. U bent correct, minister, als u zegt dat de laatste cijfers van vorig jaar natuurlijk verbonden zijn met de coronacrisis. De toeristische luchtvaart lag voor een heel groot stuk stil en vooral vanuit Antwerpen is dat het geval geweest. Maar ik denk dat we ook niet te snel victorie moeten kraaien. De dalende cijfers van vóór dit coronajaar willen niet zeggen dat er ook steeds minder klachten zijn. We weten van het klachtenregistratiesysteem – op allerlei niveaus trouwens, bij allerlei systemen – dat, als je minder klachten krijgt, dat niet per se wil zeggen dat er minder klachten zijn. Je hebt de moeheid omdat mensen geregeld klachten moeten indienen en zien dat er weinig mee gebeurt. Je hebt de moeilijkheidsgraad, dat systemen wat moeilijker gemaakt worden, de drempels worden verhoogd om klachten in te dienen. Ik zou daar dus zeker niet te vroeg de conclusie aan willen verbinden, of helemaal niet de conclusie aan willen verbinden, dat dat wil zeggen dat er tout court minder klachten zijn in de omgeving.
Ik wil niet vooruitlopen op het dossier, maar ik denk dat het goed is om nu al na te denken over wat we willen in de dichtstbevolkte stad in Vlaanderen, op Brussel na. Willen we daar een regionale luchthaven hebben? Er is een groot verschil tussen sportvliegtuigjes horen brommen op een zaterdag en een zondag, of daar de keuze maken om de geluidsruimte te verhogen en daar meer toeristische vliegtuigen te laten landen en opstijgen. Dat laatste zou echt een heel slechte zaak zijn voor de buurt en voor Antwerpen an sich. Minister, ik hoop dat u vandaag heel wat mooie cadeaus krijgt van heel wat mensen. Ik denk dat het mooiste cadeau dat u en deze Vlaamse Regering zouden kunnen geven aan de mensen van Antwerpen die in de buurt van de luchthaven wonen, zou zijn om ervoor te zorgen dat die geluidsruimte behouden zal blijven. Ik denk dat het nodige debat rationeel niet anders dan tot die conclusie kan komen.
Ik ben blij met uw antwoord over het verdrag van Aarhus. Ik neem aan dat ik dan via mail of zo daar een antwoord op krijg van u of van uw diensten. Ik kijk daar alvast naar uit.
Dit debat zal ongetwijfeld nog vervolgd worden, zowel bij minister Peeters als bij u. Daar kijk ik ook al naar uit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.