Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Meer mét jongeren praten, niet óver hen. Dat is het opzet van de nieuwe app Waddist, die gelanceerd werd in een samenwerking tussen De Ambrassade en de Arteveldehogeschool. Via de app krijgen jongeren tussen 12 en 30 jaar dagelijks gediversifieerde vragen voorgeschoteld over zaken uit hun leefwereld, zowel informatief als luchtig. Het doel is om de stem van de jongeren luider te laten klinken, ook naar het beleid toe. Wie in onze commissie kan daar tegen zijn?
De ervaringen van het voorbije jaar leren dat dit niet overbodig is. Al vaak moesten we vaststellen dat er weinig zicht en aandacht geweest is – en dan verwijs ik niet naar mensen hier aanwezig – voor de impact van de coronacrisis en de coronamaatregelen op jongeren. Af en toe kwamen er wel opstoten, maar de reële impact op het beleid bleef al te vaak uit. We herinneren ons nog de recente discussies na het voorlaatste Overlegcomité, waar er toch aandacht ging naar de kapperszaken en de contactberoepen, maar waar tegelijk het perspectief voor kinderen en jongeren ondergesneeuwd raakte.
Er waren een aantal mediagenieke gebeurtenissen, al is het maar bijvoorbeeld Felix die in de aandacht kwam. Maar dat had misschien ten dele ook te maken met zijn familienaam, dat het toch iets makkelijker was om erdoor te komen. Tegelijkertijd was het iemand die een zeer terechte oproep lanceerde, en daar kan niemand van ons tegen zijn. Maar er is uiteindelijk ook vaak niet zo veel mee gebeurd. We herinneren ons ook nog de zaak van tieners die betrapt werden op een bijeenkomst bij een van hen en die strikt volgens het boekje werden aangepakt. Het is dankzij het feit dat de ouders vlot toegang hadden tot een advocaat die zich thuis voelt in televisiestudio's, dat hun verhaal terecht veel aandacht kreeg. Plots besefte iedereen hoe strikt het boekje voor jongeren is en welke impact dat op hen heeft. Ongetwijfeld zijn er veel andere jongeren die vandaag minder in beeld komen, minder hun stem kunnen laten klinken, en die in gelijkaardige situaties terechtgekomen zijn. En het valt maar af te wachten wat deze casus structureel zal betekenen voor de omgang met kinderen en jongeren als het gaat over bestraffing en het opvolgen van maatregelen. We horen toch andere groepen in de samenleving die eveneens uiten moeilijk met maatregelen om te gaan. Vaak wordt daar toch wat selectief mee omgegaan.
De crux in het hele verhaal is: hoe laat je de stem van zoveel mogelijk kinderen en jongeren klinken? Hoe zorg je dat niet enkel de meest mondige gehoord worden? Een app is als medium ongetwijfeld een van de meest laagdrempelige manieren om deze doelgroep te bereiken en te horen. Maar het zal nog altijd niet voor elke Vlaamse jongere het geval zijn dat die dan meteen geïnstalleerd wordt of gebruikt wordt, zeker niet zonder ambitieuze engagementen vanuit het beleid dat er met de antwoorden ook daadwerkelijk iets zal gebeuren.
Wat verwacht u zelf concreet van de Waddist-app? Hoe wilt u samen met de initiatiefnemers de participatiegraad zo hoog mogelijk krijgen? Vanaf welke participatiegraad durft u de resultaten van de dagelijkse bevragingen representatief te noemen? Houdt u daarbij ook rekening met representativiteit op basis van leeftijd, woonplaats of andere zaken?
Hoe kunnen we vermijden dat de app enkel gevoed wordt door de meest mondige jongeren? Welk engagement wilt u aangaan ten opzichte van de jongeren die de app gebruiken dat hun verzuchtingen daadwerkelijk beleidsmatig worden meegenomen? Zult u de app zelf ook gebruiken als medium om gericht jongeren te bevragen over bepaalde thema's?
Minister Dalle heeft het woord.
In mijn jeugd- en kinderrechtenbeleid wil ik de stem van kinderen en jongeren een centrale rol geven. Eigentijdse jeugdbevragingen over, met en door kinderen en jongeren dragen bij tot een actief en actueel jeugdbeleid. Waddist belooft een waardevol project te zijn dat op de actualiteit inspeelt en een soort thermometer wil zijn van wat leeft onder jongeren. Ik heb zelf het onderzoeksteam en het verantwoordelijke team van de Arteveldeschool onder leiding van Pedro De Bruyckere, gesproken op 16 november vorige jaar. Ik heb ze in contact gebracht met de mensen van De Ambrassade.
De app is het resultaat van een mooie samenwerking tussen de Arteveldehogeschool en de Ambrassade. De Ambrassade wil op die manier de stem van jongeren capteren, om haar opdrachten op het vlak van jeugdwerk, jeugdbeleid en jeugdinformatie te voeden. De goede samenwerking tussen beide partijen en het inspelen op de vragen van de jeugdsector, waardeer ik sterk.
U vraagt naar de participatiegraad. De app is een instrument van De Ambrassade om haar opdrachten te realiseren. Het is dan ook de opdracht van De Ambrassade om de participatiegraad zo hoog mogelijk te krijgen. De Ambrassade duidt dat de vragen in de app in de eerste fase zijn afgestemd op de leeftijdsgroep van 12 tot 18 jaar. De ontwikkelaars stimuleren jongeren op verschillende manieren om de app te gebruiken. Ze hanteren spelelementen zoals antwoordstreaks, een badgesysteem en sociale media. De volgende dag zien ze de antwoorden in de app en ze kunnen de vragen mee sturen. Op die manier wil Waddist de intrinsieke motivatie aanspreken. Er wordt op termijn gestreefd naar deelname van een brede groep jongeren, die zo de diversiteit in de samenleving weerspiegelt. Representativiteit zal hierin zeker een belangrijk vraagstuk zijn.
Het is altijd een uitdaging om ervoor te zorgen dat niet alleen de meest mondige jongeren een plaats krijgen. Het bereiken van onder meer de minder mondige jongeren en jongeren die minder digitaal geconnecteerd zijn, zal ook hier een uitdaging zijn. De Ambrassade en de Arteveldehogeschool doen op dit moment een beroep op het jeugdwerk, en in het bijzonder het jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, om de app te verspreiden. Daarnaast loopt er op sociale media in samenwerking met influencers een campagne om een zo groot mogelijke groep jongeren te bereiken. De ontwikkelaars sturen ook waar nodig bij zodat het panel de Vlaamse jeugd zo goed mogelijk weerspiegelt.
De app is een instrument van De Ambrassade om haar opdrachten te realiseren. Een van die opdrachten is de ondersteuning van de Vlaamse Jeugdraad, die uiteraard de centrale speler is als het gaat om jongerenparticipatie. Ik pleeg regelmatig overleg met de Vlaamse Jeugdraad, waarvan ik aanneem dat die gebruik zal maken van de informatie die jongeren door middel van de app aanreiken. Signalen kunnen bijvoorbeeld ook doorstromen naar het Kinderrechtencommissariaat, waarmee ik ook regelmatig overleg, of doorstromen naar het JOP, ons Jeugdonderzoeksplatform, voor meer diepgaand wetenschappelijk jeugdonderzoek. Ik heb net de beheersovereenkomst met het JOP ondertekend. Ik verwacht veel van de de integratie in het wetenschappelijk werk. Dat lijkt mij essentieel. De app mag geen geïsoleerd instrument zijn, maar moet geïntegreerd worden in de wetenschappelijke analyse van het beleid voor kinderrechten.
De app is nog maar net gelanceerd, dus het is nog wat vroeg om te zien hoe ze werkt. Ik wil nu eerst dat deze app vanuit de jeugd zelf gevoed en gebruikt wordt. Ik ben zeker benieuwd naar wat jongeren antwoorden op de vragen van de ontwikkelaars en welke vragen jongeren aan elkaar willen stellen. Het lijkt me niet zo'n goed idee om de app als een soort politiek of beleidsmatig kanaal te gebruiken. Dat zou de waarde ervan meteen uithollen. Ik hecht veel belang aan de bevraging van en het luisteren naar jongeren en doe dit breed, zowel rechtstreeks als via de organisaties die hun stem vertolken. De app is een bijkomende manier om de vinger aan de pols te houden. Maar ik heb niet de ambitie om in de komende weken zelf vragen voor te leggen om die onmiddellijk te laten testen. Daarvoor is het nog te vroeg.
De heer Van Eeckhout heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik denk dat ik een stuk op dezelfde lijn zit. Het lijkt me geen goed idee om de app nu al bij wijze van spreken hoofdzakelijk rechtstreeks vanuit het beleid te gaan gebruiken. Het lijkt me wel een mogelijkheid om in het achterhoofd te houden voor de toekomst om specifiek naar insteken te vragen. Via de initiatiefnemers kunnen er daar wel bepaalde suggesties worden gedaan.
Ik heb de app zelf gedownload en ik heb voor alle duidelijkheid, collega’s, de correcte geboortedatum van mezelf ingevuld. Ik doe me hier niet foutief als een 12- tot 18-jarige voor. Maar ik vind in de app een goede mix van ontspanning en ernst op dit moment. Ik denk dat dat ook de succesfactor kan zijn, dat er zowel eerder studentikoze antwoorden op komen als meer ernstige en beleidsmatige insteken uit kunnen volgen. Het lijkt me belangrijk om dat een vast item te maken in het structureel overleg met de Vlaamse Jeugdraad en met andere actoren om daarmee aan de slag te gaan en zelf ook actief na te denken: hoe kunnen we dat op termijn gebruiken?
Ik begrijp dat u op dit moment weinig evaluatie kunt maken. Het is inderdaad nog heel recent. Mijn vraag is wel een beetje: is er een bepaalde evaluatie gepland? In welke periode plant u die eventueel? Is het een optie – want ik ga ervan uit dat de financiering ervan op dit moment door De Ambrassade en de Arteveldehogeschool gebeurt – om daarvoor ook structureel middelen uit te trekken in het kader van het jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan (JKP) en in mogelijkheden te voorzien om dat project structureel te maken?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik ben ook een van die niet-jongeren die de app toch downloaden, maar de correcte leeftijd ingaf. Ik ben heel erg blij – en dat is ook een woord van dank aan de mensen die het ontwikkeld hebben – dat we als niet-jongeren toch ook mochten participeren. Het zijn inderdaad heel erg fijne vragen, mijnheer Vaneeckhout, die er passeren: een mooi evenwicht tussen ernst en gespreksstarters. Dat van het water van het wc-bakje was echt wel afschuwelijk, maar dat heeft zoveel mensen daarover doen praten, jongeren onderling. Als ik in mijn omgeving kijk, hebben heel wat mensen die app effectief gedownload, jongere mensen dan. Ik hoor nu van u, minister – en dat begrijp ik: de scope was initieel 12- tot 30-jarigen, maar in eerste instantie wordt gemikt op 12- tot 18-jarigen. Dat lijkt me ook logisch. Het lijkt me ongelooflijk moeilijk om communicatief 12- tot 30-jarigen te gaan aanspreken en te boeien. Ik vroeg me al af hoe ze dat concreet in evenwicht zouden houden. Maar daar hebt u al een antwoord op gegeven.
In de eerste week waren er 1700 antwoorden. Ondertussen zijn er 2500 mensen die antwoorden. Dat loopt nogal een vaart. Ik ben heel erg blij om te zien dat het ook effectief attractie krijgt. Ik denk niet dat wat de mensen antwoorden, meteen wetenschappelijk relevant zal zijn. In eerste instantie mag het plezant en informatief zijn en als het wetenschappelijk relevant of representatief kan zijn, is dat heel mooi meegenomen, maar 'if not, then not'.
De app lag er op 18 februari even uit. Ik neem aan dat dat door het grote succes van het downloaden was. Ik wens het de ontwikkelaars in ieder geval toe.
Nog een vraagje, minister. U gaf daarnet aan dat het niet de bedoeling is om de app politiek of beleidsmatig te gebruiken. De tip van de dag die ze dagelijks meegeven, is doorgaans heel erg breed en heel interessant. Ik denk toch dat dat jongeren echt aanspreekt. Ik merk toch ook een zeker gebrek aan nuance. Bij één van de tips ging over het klimaat. Klimaat an sich is een heel belangrijk thema, maar de sturing heel erg specifiek alleen richting vzw Klimaatzaak, was toch een beetje tendentieus te noemen. Ook al wordt daar op hun manier ook rekening mee gehouden en op hun manier naar gekeken, vraag ik om daar toch een evenwicht in te houden.
Voor de rest wens ik de ontwikkelaars en de mensen die erachter zitten, vooral heel erg veel succes. Het is fijn om dat vanop een afstandje te mogen meevolgen. Dank u wel.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij deze vraagstelling.
Iedereen is geboeid om te zien op welke manier we kinderen en jongeren op een zo goed mogelijke manier kunnen betrekken en bereiken. Alle kanalen in dezen zijn interessant om af te toetsen. Ik hoop dat we het kanaal ook voor jongeren laten, maar ik begrijp dat door het feit dat iedereen heel duidelijk ook de geboortedatum ook meegeeft, collega, het boeiend is om dat ook te volgen.
Minister, ik vind de tendens in uw antwoord zeer goed. U geeft heel duidelijk aan dat het een heel boeiend initiatief is om te volgen. Ik ben heel blij met de participatie van jongeren en de betrokkenheid van De Ambrassade in dezen. Het is namelijk hun corebusiness: zien op welke manier ze de stem van kinderen en jongeren kunnen samenbrengen en laten klinken in advisering en dergelijke meer. Het is heel belangrijk dat De Ambrassade vanuit haar taakstelling goed betrokken is bij die connectering.
Ook de link met het Jeugdonderzoeksplatform die u hebt aangehaald, lijkt mij belangrijk. De eerste positieve en zelfs ludieke ervaringen die ik van de collega’s hoor, maken dat dit zeker iets is wat de moeite is om te volgen. Het is ook interessant om een evaluatiemoment in te lassen. Minister, op welke manier zouden daar eventueel afspraken over kunnen worden gemaakt, om te bekijken wanneer en hoe die evaluatie zou kunnen gebeuren? Ik ben het met u eens dat als we zouden overwegen om dat als een beleidsinstrument te gebruiken, er dan heel veel meer bij komt kijken, wetenschappelijke onderbouwing en zo meer.
Collega Vaneeckhout vraagt om de betrokkenheid en de diversiteit van de jongeren te bekijken. Hoe wordt dit opgevolgd met het oog op een evaluatiemoment? Zijn daar afspraken over?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Rombouts, u geeft goed aan dat het hier gaat om de corebusiness van De Ambrassade. In de subsidieovereenkomst die we met hen hebben afgesloten staat dat zij een jeugdbarometer hebben. De app kan gezien worden als zo’n barometer. Er is een jaarlijkse evaluatie voorzien. Natuurlijk, als men denkt dat het nuttig is om het al eerder te bekijken, vermoed ik dat zij op regelmatige basis opvolgen wat de respons is en vooral hoeveel jongeren daaraan deelnemen en wat de noden zijn. Dan kan dat ook. Maar vanuit onze subsidieovereenkomst is een jaarlijkse evaluatie voorzien van de jeugdbarometer.
Dat is ook een antwoord op de vraag van collega Vaneeckhout over de financiering. Dit behoort tot de taakstelling van De Ambrassade. Zij hebben daarvoor de middelen gekregen in de subsidieovereenkomst.
Collega Perdaens, u vraagt iets over het klimaat. Ik moet bekennen dat ik die app nog niet heb gedownload. Ik heb dus nog niet gezien waar u naar verwijst. Ik ben het uiteraard met u eens dat er in die tips en vragen een evenwicht moet worden gevonden, dat dat correct moet zijn. Ik kan mij inbeelden dat het niet zo evident is om op korte tijd een app alle nuance van het debat te geven. Het klimaatdebat heeft veel aspecten. Maar ik ga ervan uit dat Arteveldehogeschool en De Ambrassade daar het nodige doen om ervoor te zorgen dat de tips evenwichtig zijn, op het vlak van thema’s en eventueel van opinies of standpunten, mochten die daar aan bod komen.
Ik dank jullie voor alle tussenkomsten. Ik denk dat dit een mooi initiatief is en dat we er nog veel van kunnen verwachten.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord.
Ik kijk uit naar de verdere evolutie en de evaluatie ervan. Ik wens nogmaals de initiatiefnemers te feliciteren met het initiatief. Ik hoop alvast dat, als we vaststellen dat dit een goed instrument is, wat afhangt van de evaluatie, er voldoende financiering is bij De Ambrassade en bij Arteveldehogeschool om dit waar te maken, en dat we daar anders als Vlaamse overheid onze verantwoordelijkheid nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.