Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, in de pers verscheen op 10 februari 2021 een artikel over het tekort aan pleeggezinnen. Zo zou er dringend nood zijn aan pleeggezinnen voor kinderen in nood, en dan vooral voor baby’s.
Pleegzorg Limburg licht dan ook toe dat er momenteel geen enkel pleeggezin meer beschikbaar is om een baby op te vangen. De mogelijke oorzaak voor dit tekort is dat er momenteel geen infoavonden georganiseerd kunnen worden door de coronamaatregelen, waardoor minder gezinnen zich dan ook opgeven om pleeggezin te worden.
Bij pleegzorg is het de bedoeling dat een pleeggezin paraat staat om het kind op te vangen indien dat nodig is. Een pleeggezin kan zowel een gezin zijn dat al kindjes opvangt als een gezin waarvan de mama of papa niet buitenshuis werkt. Daarnaast zijn er ook verschillende vormen van pleegzorg. Zo kan er bijvoorbeeld ook voor gekozen worden om enkel in het weekend een kind op te vangen. Wat betreft het kind dat opgevangen dient te worden, kan het gaan om een kindje dat in een moeilijke thuissituatie zit, uit het ziekenhuis komt of al in een voorziening verblijft.
Minister, kunt u toelichten of het probleem zich vooral bij de crisisopvang situeert of ook bij andere vormen van pleegzorg?
Hebt u nog weet van andere regio’s die kampen met een tekort aan pleeggezinnen? Zo ja, welke?
Hoeveel kinderen staan er momenteel op de wachtlijst voor een pleeggezin? Ik krijg die cijfers graag opgesplitst per regio, als dat niet te moeilijk is.
Welke impact heeft corona mogelijk nog op de problematiek van het tekort aan pleeggezinnen gehad?
Hoe zal er worden ingezet op het motiveren van mensen om zich toch op te geven als pleeggezin?
Welke initiatieven, zowel op korte als op lange termijn, neemt u om dit tekort weg te werken?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we hebben het daarstraks ruim gehad over de pleegzorg. Ik zal dus niet meer terugkomen op dat debat, we hebben dat allemaal kunnen volgen. Maar het is misschien wel een klein element van de puzzel van antwoord.
Door corona hebben een aantal initiatieven met betrekking tot de werving van pleeggezinnen digitaal moeten plaatsvinden. De inspanningen daartoe zijn wel degelijk gebeurd, ook in Limburg, maar een persoonlijk contact in de werving van pleeggezinnen, een belangrijke troef om gezinnen te motiveren en te overtuigen, was niet altijd even eenvoudig.
In de eerste golf werden bepaalde screeningsgesprekken waarbij een fysiek contact noodzakelijk was, uitgesteld. Maar ondertussen hebben de diensten voor pleegzorg op dit punt een sterke inhaalbeweging gerealiseerd.
Een tekort aan pleeggezinnen is er voor alle vormen van pleegzorg, maar meer uitgesproken voor de opvang van tieners, adolescenten, kinderen met een ontwikkelingsachterstand en voor de opvang van broers en zussen samen.
Het blijft in alle provincies een uitdaging om geschikte kandidaten te vinden.
In 2019 waren 829 kinderen en jongeren op zoek naar een pleeggezin, perspectiefzoekend of perspectiefbiedend: in de provincie Antwerpen 237, in Limburg 111, in Oost-Vlaanderen 233, in Vlaams-Brabant en Brussel 80 en in West-Vlaanderen 168.
Het is nog te vroeg om dit bevestigd te zien in cijfers, maar bij de pleegzorgdiensten leeft de perceptie dat corona ertoe geleid heeft dat burgers meer bewust stilstaan bij hun maatschappelijk engagement en van daaruit ook meer interesse tonen voor pleegzorg. De vraag naar informatie over pleegzorg blijft groot.
Er is ook de vaststelling dat de digitale informatiesessies voor sommige mensen laagdrempeliger zijn. Men hoeft zich voor zo’n eerste contact niet te verplaatsen en men kan ook anoniem participeren.
De diensten voor pleegzorg organiseren samen met Pleegzorg Vlaanderen vzw wervingscampagnes waarbij men vooral via plaatselijke pers, folders, sociale media enzovoort burgers probeert warm te maken voor de pleegzorg. Men zoekt daarbij ook naar nieuwe manieren om mensen te bereiken. Voorbeelden hiervan uit de vorige jaren zijn de samenwerking met Radio 2, Make Belgium Great Again en de Rode Duivels. Ook rond specifieke thema’s worden campagnes opgezet, bijvoorbeeld rond niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en pleeggasten. Geïnteresseerden worden gecontacteerd en uitgenodigd om deel te nemen aan de informatiesessies. Alle geïnteresseerden krijgen ook een informatiepakket toegestuurd.
Zoals ik al aangaf, voert Pleegzorg ieder jaar algemene en meer gerichte promotiecampagnes. Daarnaast zijn er nog meer inhoudelijke thema’s waar we potentieel in zien. Wat netwerkgezinnen betreft, zetten we in op de uitrol van programma’s als Family Finding. Dat is een benadering waarbij via vernieuwende methodieken maximaal gezocht wordt naar netwerkfiguren uit de oorspronkelijke context van kinderen en jongeren, met het oog op een onvoorwaardelijke en duurzame verbinding. Voor bestandsgezinnen verkennen we welke mogelijkheden er zijn om een sterkere symbiose te creëren tussen de werving en selectie van pleegouders en adoptiegezinnen. Specifiek voor de doelgroep van kinderen met verhoogde kwetsbaarheden rollen we het project Partners in Parenting uit, in samenwerking met voorzieningen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en jeugdhulp.
Ten slotte roepen we ook andere hulpverleners op om oog te hebben voor het omgevingsnetwerk van cliënten en van daaruit, in het geval dat pleegzorg geïndiceerd is, potentiële netwerkpleeggezinnen aan te brengen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat er hier heel wat initiatieven worden genomen. Het is inderdaad zeer belangrijk dat elk kind ergens veilig kan opgroeien. Pleegzorg wordt dan ook aangezien als het eerste alternatief na een uithuisplaatsing. Maar helaas bevinden nog veel kinderen zich in een verontrustende opvoedingssituatie. Pleegzorg is een manier om hun een veilige thuisomgeving te bieden, maar ook andere initiatieven uit de jeugdhulp kunnen hiertoe bijdragen.
Ik wil nog een bijkomende vraag stellen over de mobiele contextbegeleiding Signs of Safety, die gericht is op het creëren van veiligheid in de eigen context bij een dreigende uithuisplaatsing, voor private voorzieningen. U gaf in uw antwoord op een eerdere schriftelijke vraag van mij aan dat dit aanbod zou starten in januari 2021. Kunt u de stand van zaken hieromtrent toelichten? Is dit aanbod reeds gestart? Hoe verloopt de samenwerking tussen de voorzieningen en de sociale dienst van de jeugdrechtbank voor deze casussen? Wordt dit goed opgevolgd in het geval er problemen zouden rijzen?
De heer Parys heeft het woord.
Collega Wouters, dank u voor de vraag.
Minister, ik heb voor u een vraag in verband met de instroom. Kunt u bevestigen dat een groot aantal mensen zich kandidaat stelt om een informatiesessie bij te wonen, maar dat de uitval daarna bijzonder groot is? Kunnen we dit vergelijken met andere jaren? Kunnen we bekijken of er in elke fase proportioneel of procentueel meer of minder mensen uitvallen in vergelijking met vroeger? Kunnen we de redenen daarvoor in kaart brengen?
Komen er in de videomeetings die worden opgezet om kandidaat-pleegouders te werven pleegouders en pleegkinderen aan bod? Ik vind dat altijd de beste manier om mensen op een heel authentieke manier te overtuigen en om hun duidelijk te maken wat het betekent om pleegouder te zijn.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De zoektocht naar voldoende pleeggezinnen blijft natuurlijk een continue opdracht. Hoe kunnen we mensen motiveren om pleegouder te worden? Veel kinderen hebben daar nood aan. In het decreet hebben wij uitdrukkelijk gesteld dat dit voor elk kind dat uit huis moet worden geplaatst de eerst te overwegen hulpverleningsvorm moet zijn. We zien dat door de maatregelen en campagnes van de voorbije jaren het aantal pleeggezinnen stelselmatig is gestegen, maar er blijven veel noden. In 2020 werd voor de eerste keer de kaap van duizend pleegkindjes overschreden van wie de pleegouders gebruikmaakten van het laagste tarief in de voorschoolse kinderopvang. Dat aantal neemt jaar na jaar toe. Ik denk dat dat een goede evolutie is.
Er zijn natuurlijk campagnes nodig. Er zijn er al heel mooie geweest, maar ook in de toekomst zullen ze nodig blijven. Voldoende pleeggezinnen is een zaak, maar aan de andere kant is er de manier waarop de jeugdrechter omgaat met de taakstelling die uitdrukkelijk in het decreet is opgenomen. Minister, daarom hebben we gevraagd om een onderzoek te doen naar de motivatie van de jeugdrechters. In het decreet is voorzien dat wanneer een jeugdrechter een kind dat uit huis moet worden geplaatst niet in pleegzorg onderbrengt, hij moet motiveren waarom hij dat niet doet. De manier waarop die motivering gebeurt kan natuurlijk zeer verschillend zijn. Minister, hoever staat het met dat onderzoek?
Minister Beke heeft het woord.
Signs of Safety is gestart, maar het is nog iets te vroeg om daar nu al een evaluatie van te maken. Wij hopen dat we tegen de zomer de eerste indrukken kunnen krijgen van de implementatie, maar er moet nog verdere opvolging gebeuren en dat duurt wel iets langer.
Het is niet onlogisch dat mensen na infosessies over pleegzorg ook afhaken. Het is belangrijk dat er belangstelling voor is en dat die belangstelling ook groot is. We hebben daarstraks over de cijfers gesproken, maar het is natuurlijk een ontzettend groot engagement om op te nemen. Er zijn mensen die na infosessies de afweging maken of ze dit engagement wel zullen aankunnen, en dat is ook logisch.
Pleegzorg werkt met getuigenissen, zowel van pleegouders als van pleegkinderen. Die getuigenissen vinden we ook terug op de website en daar kun je alle informatie terugvinden.
Wat het motivatieonderzoek betreft, dat moet ik navragen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, ik ben heel blij dat het aanbod ‘Signs of Safety’ is gestart. We zullen dat verder opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.