Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Een aantal maanden geleden werd er op Europees niveau een European Mobility Package goedgekeurd. Deze nieuwe wetgeving moet oneerlijke concurrentie en sociale dumping in de Europese transportsector verminderen met duidelijkere regels en betere wetshandhaving. Men wil dit bereiken door onder andere duidelijke regels te formuleren over het detacheren van werknemers en het versterken van de handhaving van de cabotagewetgeving. Daarnaast worden bedrijven verplicht hun wagenpark om de acht weken te repatriëren naar het land van vestiging.
Deze stap vooruit komt in gevaar doordat een aantal Oost-Europese lidstaten, waaronder Polen en Hongarije, vijftien beroepsprocedures hebben opgestart bij het Europees Hof van Justitie voor een gedeeltelijke en volledige nietigverklaring van de wetgeving. Volgens hen is de wetgeving in strijd met de doestellingen van de Green Deal en is deze discriminerend ten opzichte van lidstaten die aan de rand van de EU liggen.
Zij willen vooral de verplichting voor bedrijven om hun wagenpark om de acht weken te repatriëren naar het land van vestiging, laten vernietigen. Een nietigverklaring van het Mobility Package betekent dat brievenbusfirma’s kunnen blijven bestaan. Als het gaat over bedrijfsmodellen die een bron zijn van oneerlijke concurrentie, van banenverlies, en ook van verlies aan belastinginkomsten, dan moeten we absoluut vermijden dat die praktijken kunnen blijven doorgaan. De Belgische Transportarbeidersbond (BTB) heeft daarom een brief gestuurd naar alle ministers bevoegd voor de mobiliteit in België met de vraag om een verzoek tot tussenkomst in te dienen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie ter verdediging van de wettigheid van het onlangs aangenomen mobiliteitspakket voor het wegvervoer.
Minister, hebt u die brief ontvangen? Gaat u hierover overleggen of heeft er hier al overleg over plaatsgevonden met de bevoegde ministers in de Federale Regering? Gaat u mee een verzoek tot tussenkomst indienen?
Minister Peeters heeft het woord.
Het Mobility Package is uiteraard een belangrijk aspect. We hebben uiteraard de brief van de BTB ontvangen, en eveneens een gelijkaardig schrijven van ACV-Transcom. We zijn ook op de hoogte van de rechtszaken die er door een zevental lidstaten van de EU werden aangespannen tot nietigverklaring van diverse bepalingen uit het Europees mobiliteitspakket. Die ontevredenheid is niet alleen te vinden bij een aantal lidstaten maar ook bij de Europese Commissie, omdat een aantal bepalingen in dat mobiliteitspakket niet stroken met de algemene visie en doelstellingen van de EU inzake de Green Deal.
Uiteraard verwelkomen we zelf ook graag de sociale en concurrentiële aanpassingen van het mobiliteitspakket wegvervoer. Er zitten zeker een aantal goede zaken in: betere arbeidsomstandigheden voor vrachtwagenchauffeurs, een effectievere handhaving van de regels en andere positieve elementen komen eraan. Heel wat van de nieuwe maatregelen vallen onder de federale bevoegdheid, maar wat betreft de Vlaamse bevoegdheden zal ik zeker toezien op de vrijwaring van de sociale verworvenheden en de toepassing van een eerlijk speelveld in heel de wegvervoersector. Op dat vlak deel ik alleszins uw enthousiasme rond het verhaal van het Mobility Package of het mobiliteitspakket en dat van de BTB.
Anderzijds is er ook een ander item dat we zeker ook in rekening moeten nemen, namelijk de ingevoerde afkoelingsperiode van vier dagen na cabotageoperaties. Deze is uiteraard erg nadelig voor de Vlaamse wegvervoersector. Net het feit dat onze wegvervoerders op de terugweg van een internationaal transport nog cabotageoperaties zouden kunnen uitvoeren, draagt bij aan de leefbaarheid van onze sector, ondanks de toch hoge loonkosten. Deze ingevoerde afkoelingsperiode beperkt de toegang tot belangrijke markten in onze buurlanden, in het bijzonder in Frankrijk. De Belgische markt is zelf te klein om het verwachte verlies aan ritten allemaal op te vangen. Bijgevolg hebben we over dit dossier ook meermaals overleg gehad met de collega-transportministers van het federale niveau en de andere gewesten om te kijken hoe we hiermee omgaan. Van de zeven lidstaten die een procedure gestart zijn tegen het mobiliteitspakket, zijn er vijf die ook de nieuwe cabotageregel hebben aangevochten in hun verzoekschrift. Gezien de grote economische belangen die hier op het spel staan voor onze Vlaamse wegvervoerders hebben wij in overleg met de andere gewestelijke collega’s beslist om aan te sluiten bij de rechtszaak die aangespannen werd door Malta. We konden ons het beste vinden in hun aanpak. Vandaar dat wij, wat dat betreft, een verzoek tot tussenkomst hebben ingediend, specifiek voor de nietigverklaring van het afkoelingsartikel.
Ik denk dat we die maatregel toch moeten nemen, om zodoende heel wat jobs in de sector te vrijwaren. We zijn niet gelukkig met dat onderdeel van het mobiliteitspakket. Dat pakket bevat natuurlijk een heel aantal goede elementen, maar hier is de sector toch zeer ongelukkig mee, vandaar die tussenkomst inzake het verhaal van Malta, dat een verzoekschrift tot nietigverklaring heeft gedaan voor de cabotage en de afkoelingsperiode.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik vind het persoonlijk een beetje jammer dat wij het globale pakket mee op de helling zetten. U hebt het zelf over de vrijwaring van de sociale verworvenheden en het toezien op een eerlijk speelveld. Dat zijn allemaal heel belangrijke zaken, waarin we toch grote stappen vooruit zetten met die Europese regelgeving.
Dat pakket is ook niet zomaar van vandaag op morgen tot stand gekomen. Daar is twee jaar over overlegd. Er zijn drie jaar lang sociale partners, stakeholders en zo verder bij betrokken. Nu gaan we dat voor een stuk mee op de helling zetten, doordat wij Malta gaan steunen, ook al is het dan, zoals u zegt, specifiek voor de vernietiging van het afkoelingsartikel. Maar natuurlijk zetten we daar de hele deal mee op de helling. Ik vind persoonlijk dat dat te betreuren valt. Want als het hele Mobility Package daardoor zou stranden, zijn we daar zelf ook mee verantwoordelijk voor, terwijl er toch heel wat positieve zaken in zitten, qua sociale bescherming en toezicht op eerlijke concurrentie. Die brievenbusbedrijven en zo verder, daar zijn we zeker ook niet bij geholpen, en ook niet de mensen die in die sector werken.
Ik had dat net binnengekregen voor ik mijn vraag ging stellen. Ik wist dus dat België Malta zou steunen. Vanuit onze fractie vinden we dat onbegrijpelijk, gezien alle sociale verbeteringen die daarin zitten. Ik vind dat we dat niet op de helling zouden mogen zetten.
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Robeyns, ik begrijp uw standpunt. U zegt terecht dat er heel veel goede elementen in dat mobiliteitspakket zitten, vandaar dat we er ook heel lang over nagedacht hebben. Maar er is de protectionistische houding van een aantal sectoren, en zeker het verhaal dat onze transportsector zich straks nog moeilijk kan bewegen door die afkoelingsperiode. Door de huidige regeling kunnen zij zich net goed op de markt positioneren. Als dat wegvalt en als ze daar een afkoelingsperiode van vier dagen moeten respecteren, heeft dat een belangrijke impact op onze Vlaamse transportsector. Daarom hebben we, na heel lang overwegen, besloten om aan te sluiten bij de rechtszaak van Malta.
Maar u moet natuurlijk ook eerlijk zijn: er zijn zeven lidstaten die het totale mobiliteitspakket hebben aangevochten. Toen kregen wij ook de vraag of we daarin mee zouden gaan. We hebben toen beslist om dat niet te doen, omdat we achter heel wat elementen in dat mobiliteitspakket staan. Toen dan het verhaal kwam van de rechtszaak van die vijf, om de cabotageregeling aan te vechten, konden wij ons daar wel in vinden. Nu, als de andere lidstaten gelijk krijgen met hun volledige vernietiging en dat wordt ingewilligd, waarvan ik hoop dat het niet het geval zal zijn, dan is dat zo. Ik hoop dat alleen de cabotageregeling zal worden geschrapt. De toekomst zal dat moeten uitwijzen. Het is aan de bevoegde instanties om daar in eer en geweten over te oordelen.
Wij vinden die jobs heel belangrijk. De cabotageregeling zou toch wel een aantal jobs kunnen kosten. Maar er zitten anderzijds ook heel wat positieve elementen in, en die juichen we alleen maar toe.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik kan alleen maar herhalen wat ik net heb gezegd. We zetten de hele deal mee op de helling. Ik vind dat jammer. Maar goed, dat is een keuze die jullie gemaakt hebben en die wij zeker niet gemaakt zouden hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.