Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het renovatiebeleid in Vlaanderen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Een van de grote werven is de werf van energierenovatie. Regelmatig is daar aandacht voor en het is belangrijk om ook in deze commissie die werf warm te houden.
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor een vierde van alle broeikasgasemissies. Er zijn al heel wat beleidsplannen de revue gepasseerd. Heel wat middenveldorganisaties of lobbygroepen hebben daar allemaal hun mening over. Allemaal willen ze werken in functie van betere huizen, beter geïsoleerde huizen, huizen die minder energie verbruiken en minder energie nodig hebben. Het komt erop neer dat woningen toegeleid moeten worden naar een beter label, meer bepaald een A-label.
Vandaag zijn we er nog lang niet. Er moet op vijf fronten gewerkt worden: betaalbaarheid, ontzorging, andere drempels, implementatie en de kwestie vrijwilligheid/dwang. We hebben daar al verschillende keren over van gedachten gewisseld.
De gemiddelde kostprijs om een woning energiezuinig te maken, is sterk afhankelijk van de basiskwaliteit en doelkwaliteit van die woning, maar bedraagt al snel meerdere tienduizenden euro’s, zeker als het gaat over een doorgedreven renovatie. Er werden door u en de vorige regering een aantal steunmaatregelen uitgewerkt. Wat blijkt nu? De mensen die die steun het meeste nodig hebben, doen daar te weinig een beroep op. En als er een beroep op wordt gedaan, volstaat het steunbedrag vaak niet. Wat gaat u doen om de steun en de maatregelen toe te leiden naar de mensen die die steun het meest nodig hebben?
Naast financiële middelen, vraagt verbouwen heel wat tijd en organisatiekracht. Mensen die al gebouwd of verbouwd hebben, zullen weten dat dit vaak niet over rozen gaat en dat het een bijzonder stresserende tijd is, met heel wat gedoe. Ook de gigantische papierwinkel is voor velen een drempel. Hoe wilt u de burger die wil renoveren beter ontzorgen?
Ten derde blijft in de huursector de zogenaamde split incentive een fundamenteel probleem, zowel bij huishuur als bij appartementen. Het komt erop neer dat de investeerder of de eigenaar de investeringen moet doen. Maar de baten zijn dan voor de huurder. Je zou kunnen zeggen dat de investeerder er weinig aan heeft. Al klopt dat natuurlijk niet, want het huis wordt beter. Een huis dat je niet onderhoudt of waarin je niet investeert, verliest zijn waarde. We weten dus wel dat dat op zich een valse discussie is. Maar toch is die split incentive een belangrijke belemmering voor veel mensen. Welke maatregelen wilt u nemen om dit probleem het hoofd te bieden?
De olifant in de kamer is de vrijwilligheid, waar renovatieactiviteiten onderhevig aan zijn. U weet dat een renovatieverplichting de verkoopprijs van slechte woningen naar een eerlijker, een lager niveau brengt, want nu worden slechte huizen veel te duur verkocht. Dat geeft nieuwe eigenaars – vaak jonge of oudere alleenstaanden of jonge koppels – ruimte om te innoveren. Waarom hebt u, in tegenstelling tot wat in het ontwerp stond, de renovatieverplichting op sleutelmomenten niet behouden in de definitieve plannen? Want niet alleen wij, maar ook de specialisten zijn ervan overtuigd dat dat een echte gamechanger zou kunnen zijn.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het is een vrij lange vraag, maar na de eerste vraag voel ik mij daar niet meer zo schuldig over, eigenlijk.
Collega’s, de renovatie van woningen is een gigantische uitdaging, maar ook een gigantische opportuniteit, zowel voor het klimaat, de economie als voor de portemonnee van de mensen. Het kwam ook recent nog eens naar boven in die interessante reeks van De Standaard over de haalbaarheid van de klimaatdoelstellingen voor 2030.
We hebben inderdaad een sterk verouderd woningenpark. Er zijn al heel wat inspanningen gebeurd in het verleden, ook door uw voorgangers, minister. Maar we moeten vaststellen dat we er nog niet zijn. Om ervoor te zorgen dat elke woning in Vlaanderen in 2050 minstens een energielabel A heeft, moeten we 80.000 tot 100.000 woningen per jaar renoveren of vervangen door nieuwbouw. In De Standaard rekende men uit dat dat neerkomt op 11 woningen per uur.
De oorzaak van de huidige lage of lagere renovatiegraad ligt in een samenspel van een aantal drempels, zowel financieel als niet-financieel. De gemiddelde renovatiekost om een woning 2050-proof te maken wordt door Steunpunt Wonen berekend op ongeveer 55.000 euro. Het zijn bovendien de meest kwetsbare eigenaars, de meest kwetsbare mensen, die wonen in de slechtst geïsoleerde en meest energieverslindende woningen. Daar loopt de renovatiekost algauw op tot gemiddeld 64.000 euro. De auteurs van de studie concluderen dat het deze groep is waar de overheid haar middelen prioritair op moet richten. Men raadt aan om ook in renovatiebegeleiding te voorzien voor zwakkere groepen, in het bijzonder ouderen, en die verder uit te bouwen.
Mensen met renovatieplannen hebben nu al vaak recht op heel wat premies en andere mogelijkheden qua ondersteuning, zowel fiscaal als qua financiering. Maar we moeten vaststellen dat dat soms een complex kluwen is, en dat bij velen het gevoel bestaat, ook bij hoogopgeleide jonge mensen, dat het te complex is, en dat het sop de kool niet waard is. Het initiatief dat u met uw collega, minister Diependaele, hebt genomen om tot een eengemaakte woningrenovatiepremie te komen is alvast een heel belangrijke stap en is zeer welkom om ervoor te zorgen dat er eenvoud en duidelijkheid komt in het ondersteuningssysteem.
Een laatste niet onbelangrijke remmende factor voor de renovatiegraad is de capaciteit in de bouwsector. Zullen we genoeg mensen vinden om 95.000 woningen per jaar te renoveren, rekening houdend met het feit dat we in alle relanceplannen van alle overheden incentives verwerken om in de hele brede bouwsector investeringen aan te zwengelen?
Minister, zult u in het licht van de aankomende verhoogde doelstellingen voor 2030 extra maatregelen nemen om de uitstoot door de gebouwensector aan te pakken?
Zult u die eengemaakte woningrenovatiepremie met minister Diependaele tegen 2022 uitwerken? Kunt u een stand van zaken geven bij de operationalisering ervan?
Hoe zult u de financieringsmogelijkheden voor de meest kwetsbare eigenaars vergroten, en ervoor zorgen dat zij daar een beroep op kunnen doen?
Hoe zult u ervoor zorgen dat ook huurwoningen grondig worden gerenoveerd, zowel op het vlak van woningkwaliteit als op het vlak van energetische vereisten? Dat is die split incentive waar collega Danen naar verwees.
Renovaties van appartementsgebouwen verlopen ook moeizaam. Hebt u specifieke initiatieven om deze problemen te verhelpen?
Welke maatregelen zult u nemen om de bemiddelde groep mensen die nu al volop renoveert, ertoe aan te zetten een groter deel van hun budget te besteden aan energetische ingrepen, in de plaats van bijvoorbeeld een duurdere keuken of badkamer te installeren?
Welke rol ziet u voor de Energiehuizen? Hoe evalueert u de uitbereiding van het takenpakket van de Energiehuizen en de samenwerking met de woonloketten? Welke rol ziet u voor de renovatiecoaches?
In 2021 zouden proefprojecten worden opgestart met thermografische foto’s, om op die manier sensibiliserend te kunnen werken ten aanzien van de eigenaars van slecht geïsoleerde woningen. Kunt u toelichting geven bij dit initiatief en de timing ervan?
Welke rol ziet u voor de lokale besturen en het middenveld? Hoe zult u die collectieve bottom-upinitiatieven voor renovatie beter ondersteunen?
Kunt u er mee voor zorgen dat er voldoende handen zijn om de renovatieambitie in de bouwsector waar te maken? Dat zal iets zijn wat u in overleg met uw collega’s Weyts en Crevits en met de sector zult moeten doen.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, het is zeer terecht dat dit vaak in de commissie aan bod komt, en dat daar ook veel vragen over worden gesteld. Het beste wat we kunnen doen inzake energie is onze woningen zo goed mogelijk isoleren, zodat er zo weinig mogelijk energie verloren gaat. Daarom heeft De Vlaamse Regering ongeveer 400 miljoen euro vrijgemaakt om alles op alles te zetten om woningen zo goed mogelijk te isoleren. We hebben dus dat budget. Verschillende collega’s zeiden al dat het belangrijk is dat dat budget ook bij de mensen terechtkomt die aan het renoveren zijn, ook bij beschermde afnemers. Want we moeten vooral vermijden dat de vrijgemaakte en voorziene middelen voor renovatie niet tot bij de doelgroep komen omdat de mensen niet weten hoe ze eraan moeten beginnen.
We hebben recent nog een aantal andere maatregelen genomen, naast de bestaande verhoogde premies voor beschermde afnemers, de gratis energiescan, de renteloze energielening en de huur- en isolatiepremie. En dit jaar en volgend jaar worden de isolatiepremies bij asbestverwijdering verhoogd met 8 euro per vierkante meter. Voor mensen die uitsluitend nachttarief hebben, hebben we ook verhoogde premies voorzien voor de isolatie van daken, vloeren, muren enzovoort.
Voor kansarme eigenaars hebben we het Noodkoopfonds, dat OCMW’s toelaat om middelen te voorzien. We hebben in de eerste call een bedrag van 7,7 miljoen euro kunnen vrijmaken. Voor dit jaar en volgend jaar hebben we nog eens 20 miljoen euro gereserveerd. Maar voor die bijkomende middelen is het natuurlijk belangrijk dat we het OCMW een zekere reflex aanleren. Zij moeten die eigenaars ook doorverwijzen naar dat Noodkoopfonds, want ik denk dat dat nog veel te weinig gekend is. Het zou heel jammer zijn dat de gereserveerde middelen niet tot bij die doelgroep komen. Daar is al contact gelegd met de federale collega’s. We gaan ook kijken hoe we die OCMW’s daar verder op kunnen laten toezien.
Beschermde afnemers zijn een prioritaire doelgroep om in aanmerking te komen voor een energielening. De premie voor de vervanging van een stookolieketel is voor hen verhoogd tot 2500 euro.
Het belangrijkste is, zoals collega Danen en Bothuyne zeiden, het eengemaakte loket met een overkoepelende woningrenovatiepremie. De principiële beslissing is genomen en zit nu bij de Raad van State. Daarna komt ze terug naar de regering. De twee administraties zijn volop bezig met IT en het organisatorische werk. We hopen om, als alles loopt zoals het moet lopen, dit in de loop van volgend jaar in te brengen zodat we de mensen kunnen ontlasten in hun zoektocht en de paperassen. Dan kan men één vraag stellen aan één loket zodat het vlotter kan gaan.
De werkgroep van de Vlaamse administratie is daar volop mee bezig. Automatisering en hergebruik van beschikbare informatie zullen het aanvraagproces slanker, sneller en aantrekkelijker maken. Naar aanleiding van deze integratie worden de woon- en energieloketten ook verder gestroomlijnd en versterkt.
Er zijn ook de Energiehuizen die de nodige informatie bij de mensen brengen. Dit voorjaar zal ik ook een call lanceren met als doel het opzetten van een pool van twintig opgeleide renovatiecoaches die de burger eerstelijnsrenovatieadvies en begeleiding zullen aanbieden. We beginnen met twintig coaches en in de loop van de jaren kunnen we zien hoe dit evolueert. Ze komen dus naast datgene wat de energiehuizen nu ook al doen.
Ik geef nog graag mee dat we ook met de instrumenten woningpas en het vernieuwde energieprestatiecertificaat (EPC) de burger ontzorgen. Zo werden in 2020 in de woningpas de beschikbare premies toegevoegd. Sinds kort kan de eigenaar ook het energielabel zelf berekenen, energiewinsten van maatregelen inschatten, de historiek zien van uitgekeerde energiepremies en uitgevoerde renovatiewerken zelf toevoegen. Ik wil ook overwegen of het niet nuttig is om voor makelaars een opleiding te voorzien vanuit onze diensten zodat zij op een goede manier alle informatie over premies kunnen overbrengen op het moment van de verkoop. Ik had laatst een gesprek met iemand die een huis had gekocht en dat wou renoveren. Ze wist niet dat die premies en de renteloze lening bestonden, maar dankzij de makelaar die de rondgang deed, was ze op de hoogte. Het is dus belangrijk om op het moment van de verkoop de mensen goed te informeren. Ik ben dus die opleiding voor makelaars en voor iedereen in de sector aan het bekijken zodat zij die informatie verder kunnen verspreiden.
In het kader van de Vlaamse Wooncode gelden nu al minimale normen in de huursector. Omdat ook huurders recht hebben op een comfortabele en energiezuinige woning, werkt collega Diependaele aan een geleidelijke verstrenging van de maximale EPC-score.
In 2021 zal de Europese Commissie de EPBD-richtlijn (Energy Performance Building Directive) herzien. In dat verband werd in het kader van het Renovation Wave-initiatief al aangekondigd dat de Europese Commissie, naast een strengere verplichting voor de opmaak van EPC’s, zal voorstellen om gefaseerd minimale normen voor energieprestaties voor bestaande gebouwen in te voeren.
Collega Danen verwijst ook naar de energieverplichting. U weet dat we zo veel mogelijk gaan voor een stimulerende aanpak. Ik wil volgend jaar ook het éénloket klaar hebben, net zoals het renteloos renovatiekrediet en de EPC-labelpremie. Het zou niet slecht zijn om dat op een bepaald moment te evalueren. Als men ziet dat het niet vooruitgaat, ondanks de vele maatregelen die men neemt, zowel financiële als ontzorgende, dan moet men dat als beleidsmaker nog eens goed bekijken. We volgen de evolutie op, maar het is wel goed dat volgend jaar alles al klaar zal zijn wat ondersteuning en voorbereiding betreft. We moeten dit jaar de stimulerende aanpak goed verderzetten en nagaan wat het resultaat is.
Collega Bothuyne, voor Vlaanderen geldt tot nader order de broeikasgasreductiedoelstelling van 35 procent. Het is ook zo opgenomen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP). We komen wel van ver. We moesten tegen 2020 15 procent reduceren maar we hebben maar 3 procent gereduceerd. We moeten de volgende tien jaar dus heel veel doen: min 35 procent.
U hebt ook gelijk dat het bij appartementsgebouwen moeizaam verloopt. We merken dat vooral aan de boodschappen die we krijgen vanuit de steden. Voor de ondersteuning van de opmaak van een masterplan BENOvatie dat de Vereniging van Mede-Eigenaars (VME) en syndicus begeleidt bij de renovatie van grote appartementsgebouwen, lanceer ik dit jaar een pilootcall. Voor diezelfde doelgroep onderzoekt het Vlaams Energie- en Klimaatagenschap (VEKA) samen met de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) de mogelijke lancering voor een publiek-privaat rollend fonds voor de renovatie van appartementen, zodat de looptijd van VME-kredieten kan worden verlengd van tien tot twintig of dertig jaar, en kan een voorstel voor een proof-of-conceptproject worden uitgewerkt. Er komt dus dit jaar nog een call voor de renovatie van appartementsgebouwen.
Dan kom ik tot de proefprojecten rond de thermografische foto's. Thermografische beelden visualiseren de warmteverliezen op een laagdrempelige manier en kunnen wellicht heel wat mensen mee ondersteunen richting een renovatiebeslissing. Een aantal Vlaamse gemeenten heeft in het verleden kaarten met thermografische luchtfoto’s opgemaakt en stelt die ter beschikking van de inwoners. Ook Fluvius wil voor het hele Vlaamse grondgebied thermografische luchtfoto’s opmaken en beschikbaar stellen. Omdat de combinatie van dakenscans en gevelscans de thermische verliezen via dak en voorgevel op laagdrempelige manier duidelijk maken, willen we ook een fijnmazig aanbod aan thermografische foto’s van daken en gevels realiseren en het gebruik ervan inbedden in de dienstverlening van de Energiehuizen en het eengemaakt woon- en energieloket. Het komt er dus aan. We starten met proefprojecten in regio’s met een goed uitgebouwd lokaal dienstverleningsaanbod rond energierenovatie. Na positieve evaluatie van de proefprojecten kan de uitrol verder worden veralgemeend. De call is in voorbereiding en zal samen met die voor het opzetten van een pool van renovatiecoaches worden gelanceerd.
Lokale besturen staan dicht bij de burger en velen hebben dit opgenomen in hun lokaal klimaatplan. De Vlaamse Regering heeft een expertisenetwerk opgericht om de lokale besturen daarin te ondersteunen. Het Netwerk Klimaat ging officieel van start op 4 december 2020 en is opgericht ter ondersteuning van de lokale besturen.
Minister Somers werkt ook aan een lokaal energie- en klimaatpact tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen. Ook daar zit heel wat in met betrekking tot collectieve renovaties. Zo zijn er lokale besturen die bijvoorbeeld per wijk willen renoveren. Daarin zit ook een verhoging van de bestaande burenpremie die moet bijdragen aan de effectieve realisatie van bijkomende collectieve energetische renovaties. De burenpremie is ook verhoogd en wordt aan het lokaal klimaatplan van minister Somers toegevoegd.
Er is de terechte bezorgdheid van de heer Bothuyne over het vermijden van het tekort aan arbeidskrachten in de bouwsector. Dat dreigt inderdaad een rem te worden op de implementatie van de renovatiestrategie. Er zal heel wat werk op ons afkomen. De ministers van Werk en Onderwijs zijn een actieplan aan het voorbereiden op het niveau van het Vlaams Bouwoverlegcomité. Dit actieplan moet nog verder uitgewerkt worden in de komende maanden. Het departement Onderwijs is door de Vlaamse Regering aangeduid als trekker voor de opmaak van dit actieplan.
Het renoveren van woningen verschilt vandaag heel erg in vergelijking met vijftien jaar geleden. Ik sta er zelf versteld van. Ik denk dan altijd aan bakstenen, zagen, en weet ik wat nog. Het is enorm veranderd. Er is heel veel technologie en er zijn heel veel nieuwe innovatieve zaken. We moeten jongeren die geïnteresseerd zijn in techniek er absoluut warm voor maken om die opleidingen te volgen. Aangezien we een heel oud gebouwenpatrimonium hebben, is de verwachting dat er heel veel gerenoveerd zal worden. We zullen dus alle arbeidskrachten nodig hebben. Er zijn misschien ook mensen die van job willen wisselen of mensen die door corona zonder job zijn gevallen. We moeten dat actieplan echt goed trekken. Werken in de bouw is niet meer zoals vroeger. We moeten het op een aantrekkelijke manier brengen om op die manier arbeidskrachten te voorzien.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik wil aansluiten bij wat u net hebt gezegd. We hebben in de bouw iedereen nodig en kunnen iedereen een heel nuttige job geven, van mensen die louter het uitvoerende werk doen – wat nodig en nuttig is – tot hoogtechnologische ingenieurs en alles ertussenin. De bouw daagt bijzonder uit en we moeten onze jongeren daarop voorbereiden en hun laten zien dat het echt wel interessant is. Zoals u zei, is het niet meer zoals vroeger, met troffel en bakstenen en wat cement maken. Dat is ook nog nodig, maar dat is de minderheid. Het is veel meer dan dat. Het is ook heel erg boeiend. Veel renovatiewerken zijn bijzonder uitdagend en mensen kunnen daar intellectuele bevrediging in vinden door echt mooie dingen te creëren.
U hebt heel uitgebreid geantwoord en ik heb weinig bijkomende vragen.
U zegt dat we op een bepaald moment misschien moeten evalueren. Ik denk dat dat echt nodig is. Kunt u daarover een indicatie van een tijdspad geven? Zoals u weet, moeten we tienduizenden woningen per jaar renoveren. We zitten daar momenteel nog helemaal niet aan. U zult allicht zeggen dat de maatregelen nog maar net in gebruik zijn en dat het moeilijk is om dat nu al te bepalen, maar het komt natuurlijk wel. Wanneer wilt u wel evalueren en mogelijk bijsturen?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Er waren veel vragen, maar ook heel veel antwoorden, en dat is goed. Het is een teken dat het beleid deze uitdaging heel serieus neemt. Het is ook een grote uitdaging. De renovatie van onze woningen zal bijzonder veel gezinnen, bijzonder veel actoren die ... (onverstaanbaar). Er worden belangrijke stappen gezet in het wegwerken van financiële drempels en niet-financiële drempels, zoals het aanstellen van renovatiecoaches, opleidingen, enzovoort.
Ik heb nog een bijkomende vraag met betrekking tot de opleiding. Het is goed dat u de makelaars zult betrekken. Er zijn echter nog actoren die heel relevant zijn en contact hebben met mensen die een woning willen verwerven of verbouwen. Ik denk uiteraard aan architecten. Het lijkt misschien logisch dat zij op de hoogte zijn van alle renovatietechnieken, maar misschien niet van alle ondersteuningsinstrumenten. Denk ook aan de diensten stedenbouw van de lokale besturen en de energiedeskundigen die labels uitdelen en woningen beoordelen. Ze moeten op de hoogte zijn van het steuninstrumentarium dat wordt vernieuwd om het zo tot bij de mensen te kunnen brengen. Dat is bijzonder belangrijk.
Met betrekking tot de energielening vraagt CD&V al vele jaren om stappen vooruit te zetten. We zijn blij dat deze regering daar werk van maakt. De uitbreiding van de renteloze lening is een zeer goede zaak. Misschien kan het ook een idee zijn, als we richting appartementen kijken, om gebundelde energieleningen toe te staan. Voor een wooncomplex van tien appartementen, zouden dan meteen tien gebundelde energieleningen renteloos tot 60.000 euro ter beschikking kunnen worden gesteld, om op die manier een complex in één keer aan te pakken. Nu zijn alle energieleningen individueel aan te vragen en toe te kennen. Door het instrument gebundeld ter beschikking te stellen, kunnen we een boost geven aan het renoveren van bijvoorbeeld appartementen.
We zouden nog heel veel vragen kunnen stellen, maar ik zal het hierbij houden.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik dank de collega's voor de uitgebreide vragen en de minister voor de uitgebreide antwoorden, maar ik heb in deze discussie heel erg het gevoel te kijken naar een loper op een loopband: er gaat heel veel energie verloren, er wordt heel veel intensiteit gecreëerd, maar fel vooruit gaat het niet.
Ik heb een heel specifieke vraag over cijfers. Er is al een paar keer allusie op gemaakt. De renovatiegraad moet immens omhoog wanneer we de doelstellingen willen bereiken. Wanneer en op welke manier kunnen we cijfers krijgen over de evolutie van de renovatiegraad van woningen en appartementen in Vlaanderen? Welk target zult u gebruiken bij de evaluatie die u aankondigt? Ik ben ervan overtuigd, en ik heb het al meermaals gezegd, dat de meest efficiënte maatregelen om ervoor te zorgen dat de renovatiegraad omhooggaat, net die zijn die de regering niet wil nemen of zelfs heeft afgeschaft. Het voorbije jaar, mede door corona, hebben nogal wat mensen woningen gekocht, eerder landelijke woningen. Mensen waren op zoek naar een woning met een tuin. Die prijzen zijn geweldig gestegen en mensen hebben dus een pak meer betaald. Als er nog altijd een renovatieverplichting was geweest, dan was die prijsstijging minder groot geweest en was het aantal renovaties, dankzij de golf van verkopen, met een ruk omhooggegaan. Die kans heeft deze Vlaamse Regering laten liggen, precies door de renovatieverplichting af te schaffen.
Dat was heel leuk voor wie woningen op het platteland wilde verkopen. Zij hebben daar dankzij COVID-19 goed aan verdiend. Dat is leuk geweest, maar de renovatiegraad heeft het niet veel geholpen. Het blijft natuurlijk een essentieel gegeven dat de meerwaarde of de winst die kan worden geboekt met grote investeringen in woningen die nu al vrij goed zijn geïsoleerd en uitgerust zeer klein is. De woningen die slecht zijn geïsoleerd en die niet zijn gerenoveerd, worden meestal bewoond door mensen die niet de middelen voor een grote renovatie hebben.
Minister, ik herhaal nog eens de twee maatregelen die u zult moeten nemen. Ten eerste is dat een collectieve prefinanciering van renovaties en ten tweede is dat een renovatieverplichting. Dan zult u de cijfers omhoog zien gaan. Mijn concrete vraag is wanneer we dit zullen evalueren en op basis van welke doestellingen u dat zult doen.
De heer Pieters heeft het woord.
Mijnheer Tobback, ik wil u bijtreden. Er zijn maatregelen voor mensen die het heel goed kunnen betalen en er zijn maatregelen als het Noodkoopfonds, maar een grote groep mensen zit daartussenin en heeft het financieel niet zo gemakkelijk. Voor de banken moeten ze 20 procent aan eigen kapitaal neerleggen en naderhand moeten ze renoveren. Dat is voor velen te veel, maar dat zijn de woningen waarmee we het beste resultaat kunnen halen en waarmee de grootste opgang in de cijfers kan worden gehaald.
Mijnheer Bothuyne, u had het over vakmensen. Dat klopt, want ook voor hen die het willen doen, is het niet altijd evident te weten wat moet gebeuren of de technische onderlegdheid te hebben om dit te controleren. Er zijn op de markt cowboys, aannemers die er met hun pet naar gooien en geen degelijk werk leveren. De weinige centen die mensen hieraan kunnen besteden, wensen ze dan ook goed te besteden.
Het is een zaak jonge mensen op te leiden, maar er zijn ook nog oudere vakmensen die wat minder mee zijn geëvolueerd. Ook zij moeten mee met de nieuwste technieken, maar dat is niet zo eenvoudig. Meestal zitten ze dertig of veertig jaar in het vak, maar ze moeten mee met de nieuwe trend en een goede oplossing bieden aan de mensen die hierom vragen. Er moet de nodige zorg zijn om de mensen die al langer in het vak zitten bij te scholen, zodat ze de nieuwste technieken meekrijgen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijnheer Tobback, mijnheer Danen, het is een interessante vraag om uitleg die bewijst dat deze Vlaamse Regering tijdens deze legislatuur vooral inzet op renovatie en op minder energie verbruiken. Wat jullie opmerkingen over de renovatieverplichting betreft, wil ik nog eens duidelijk stellen waarom we daar niet op zijn ingegaan en waarom we de renovatieverplichting hebben ingetrokken.
Er was sprake van een aantal limitatieve maatregelen. In bepaalde types van wooneenheden, zoals appartementen, waren die limitatieve verplichtingen bijna onmogelijk uit te voeren. Zo moest bijvoorbeeld iets met de gevel worden gedaan, maar wie in een appartement woont, kan niets met de gevel doen, want hij is maar voor een gedeelte eigenaar van het hele complex.
Om die reden hebben we beslist met een renovatiestimulatie te werken. We kunnen zien hoe het loopt en als het niet goed loopt, ga ik ermee akkoord dat we misschien andere maatregelen moeten invoeren. Het werken met limitatieve maatregelen waaruit een keuze moet worden gemaakt, is een systeem dat absoluut niet kan werken.
Wat ik wel zie is dat mensen die in een appartement wonen door de veelheid aan maatregelen soms wel in renovaties geïnteresseerd zijn, maar dat sommige investeringen enkel kunnen gebeuren indien alle mede-eigenaars akkoord gaan en daar wringt soms het schoentje. Het gaat niet enkel om de syndicus. We moeten hier eens over nadenken. Hoe kunnen we de mede-eigenaars stimuleren om tot een gemeenschappelijk akkoord te komen om bepaalde zaken te laten uitvoeren? Dat is mijn bijkomende vraag.
Minister Demir heeft het woord.
Dit jaar voeren we de renovatieverplichting voor de niet-residentiële woningen in. We hebben afgesproken dat daarvoor een verplichting geldt. Vaak gaat het om grotere oppervlaktes. We moeten goed bekijken in welke richting dit gaat, maar het is een goede zaak.
Wat de andere woningen betreft, gaan we in eerste instantie voor een stimulerende aanpak. Er zijn voor- en tegenstanders, maar wat we ook doen, we moeten sowieso eerst alles op alles zetten om het renovatieloket en het energieloket goed samen te voegen, zodat alles eenvoudig wordt. Het is mogelijk dat later een verplichting of wat dan ook wordt ingevoerd, maar eerst moeten we ervoor zorgen dat de diensten goed werken. Dat éénloket volgend jaar is voor mij essentieel. We voorzien in een budget van 400 miljoen euro voor alles wat met renovatie te maken heeft. We moeten ervoor zorgen dat er voldoende arbeidskrachten zijn. Er komt een actieplan aan en we hebben een netwerk opgericht om de lokale besturen te ontzorgen. Voor particulieren komen daar nog de renovatiemedewerkers en het Energiehuis bij.
Ik wil dit uiteraard evalueren. We zitten nu jaarlijks aan ongeveer 60.000 woningrenovaties waarvoor minstens een maatregel wordt genomen. In het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 is het de bedoeling naar 95.000 woningen te gaan. Dat is een forse stijging. Eind 2022 zijn we ongeveer anderhalf jaar bezig. Ik kan me voorstellen dat we dan nakijken hoe ver we staan, of bijkomend nog iets moet gebeuren, wat werkt en wat niet werkt. Dan kunnen we tot bijkomende maatregelen komen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik denk dat het sowieso goed is hierover binnen een half jaar of een jaar hoorzittingen te houden en te zien welke zaken al dan niet werken. Ik denk dat dit een goed idee is. Ik ben blij dat u dit wilt evalueren. U hebt een perspectief voor 2022 gegeven. Dat is op zich een goed idee. U hebt gezegd dat er mensen zijn die voor en tegen de verplichtingen zijn. Ik stel vooral vast dat de specialisten voor een verplichting waren en dat veel politici van meerderheidspartijen tegen een verplichting waren. Dat is het schema dat ik zie. Ik denk dat we naar een verplichting moeten gaan en ik ben blij dat u die deur nu al op een kier hebt gezet. Ik ben hoopvol.
De heer Bothuyne heeft het woord.
De uitdaging op het vlak van renovatie is gigantisch en ik denk dat de voorstelling fout is dat een maatregel, zoals een verplichting of een collectief financieringsvehikel, de oplossing zal bieden. Dat mensen worden verplicht te renoveren, betekent niet dat ze dit ook kunnen of dat ze het optimaal zullen doen. Ik denk dat een mix van maatregelen nodig is.
De Vlaamse Regering zet belangrijke stappen vooruit. Voor de financiering is er een eengemaakte en versterkte premie. We komen uit een tijd waarin er meer ideeën waren over de afbouw dan over de versterking van premies. Er is ontzorging door de renovatiecoaches en door de samenwerking met het middenveld en met de mensen die op het terrein actief zijn, zoals makelaars, architecten, notarissen en lokale besturen. Er worden veel nuttige stappen gezet en het is belangrijk dit permanent te evalueren en, waar nodig, eventueel bij te sturen. De uitdaging is groot genoeg om ervoor te zorgen dat we de komende maanden en jaren alle nuttige initiatieven nodig zullen hebben.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.