Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Warnez heeft het woord.
De tolken in de Vlaamse Gebarentaal zijn voor doven een cruciale schakel in hun leven. Ze zijn een schakel tussen dove en horende mensen. Een goede opleiding voor die tolken is dan ook belangrijk.
De inschalingscommissie formuleerde na validatie door de valideringscommissie het advies om het beroepskwalificatiedossier 'Tolk Vlaamse Gebarentaal' in te schalen op niveau 7 van de Vlaamse kwalificatiestructuur (VKS). Bij besluit van 18 september 2020 erkende de Vlaamse Regering de beroepskwalificatie van Tolk Vlaamse Gebarentaal op VKS-niveau 7.
Als gevolg van de bekrachtiging van het inschalingsadvies door de Vlaamse Regering is de graduaatsopleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal bij de onderwijsinstellingen waar de opleiding op niveau 5 wordt georganiseerd, met name Arteveldehogeschool en AP Hogeschool Antwerpen, in afbouw. Kandidaat-studenten kunnen voor de graduaatsopleiding niet inschrijven voor het academiejaar 2021-2022. Dat is normaal. De instellingen hebben dan ook geen campagne gevoerd om studenten aan te trekken. Ze waren niet aanwezig op de SID-in-beurzen enzovoort. Binnen dit vakdomein richt de KU Leuven volgend academiejaar in Antwerpen wel een masteropleiding in.
De Codex Hoger Onderwijs of andere decreetgeving voorziet geen alomvattend, concreet juridisch kader over de gevolgen van het afbouwen van individuele opleidingen, in dit geval graduaatsopleidingen, ten gevolge van een andere inschaling in de VKS. Een belangrijke reden hiervoor is waarschijnlijk dat deze situatie niet vaak voorkomt.
Uit mijn schriftelijke vraag van 28 september 2020 blijkt dat, naast de beroepskwalificatie Tolk Vlaamse Gebarentaal, dit zich in het verleden enkel heeft voorgedaan voor de beroepskwalificatie Gids, die in 2013 op niveau 4 werd ingeschaald. De opleiding behoorde op dat ogenblik tot het hoger beroepsonderwijs en werd aangeboden door de centra voor volwassenenonderwijs.
Door het gebrek aan decretaal kader ontstaan evenwel enkele vragen.
Tot wanneer kunnen studenten terecht in de afbouwende hogeronderwijsinstellingen voor bisvakken? Met andere woorden, tot wanneer moeten en kunnen instellingen vakken uit een uitdovende opleiding aanbieden? Tot wanneer kunnen instellingen diplomeren voor deze opleiding?
Ondersteunt u de betrokken hogeronderwijsinstellingen en voorziet u in begeleidende maatregelen specifiek voor deze situatie, gezien de gevolgen voor de instellingen op financieel vlak en op vlak van afbouw van personeel? Is daar overleg over?
Acht u het nodig in een regelgevend kader te voorzien bij de afbouw van individuele opleidingen ten gevolge van een andere inschaling in de VKS, om in de toekomst meer rechtszekerheid te kunnen bieden aan de studenten en het dekken van de personele en financiële gevolgen voor de instellingen te garanderen?
Minister Weyts heeft het woord.
Het klopt dat de beroepskwalificatie Tolk Vlaamse Gebarentaal op 18 september 2020 erkend werd op niveau 7 van de Vlaamse kwalificatiestructuur.
De eigenlijke ontwikkeling van de beroepskwalificatie heeft wel wat tijd in beslag genomen en alle partners waren hierbij betrokken. Bij de ontwikkeling van de beroepskwalificatie is ook gekeken naar de competenties die zijn opgenomen in de beroepskwalificatie Tolk gesproken taal. Men heeft ook naar buitenlandse voorbeelden gekeken.
Er is bij de start ook nagedacht of er een onderscheid kon worden gemaakt tussen een conferentietolk en een ‘gewone’ tolk. Maar na grondige gesprekken bleek dat dit onderscheid niet kon worden aangehouden. Iedere tolk Vlaamse Gebarentaal behoort tot dezelfde beroepsgroep die het beroep uitoefent in verschillende settings: conferentie, communicatie met een dokter, of in een klas waarbij kinderen de taal nog moeten ontwikkelen. Elke setting biedt de nodige uitdaging aan de tolk door de wisselende omstandigheden. Elke tolk Vlaamse Gebarentaal moet dus beschikken over een specifieke ‘skill set’.
Kortom, door de vele afwegingen en het vele overleg is de beroepskwalificatie een gedragen product. Dat heeft wel enkele jaren geduurd. Het reflecteert op een correcte wijze de competentienoden die gevraagd worden op de arbeidsmarkt en de inschaling op niveau 7 weerspiegelt de kwaliteitsvereisten die aan tolken, en dus ook de tolk Vlaamse Gebarentaal, worden gesteld.
Het klopt dat er decretaal in de Codex Hoger Onderwijs niets is voorzien voor de gevallen waarbij een beroepskwalificatie op een ander niveau wordt ingeschaald dan de bestaande opleiding van het hoger beroepsonderwijs, dus de graduaatsopleidingen. Het is wel zo dat de twee betrokken hogescholen akkoord gaan met de inschaling.
Op dit ogenblik zijn mijn medewerkers en de administratie in gesprek met de betrokken hogeronderwijsinstellingen, met name AP en Artevelde Hogeschool, om na te gaan welke regelingen voor het personeel, de financiering en de studenten, getroffen dienen te worden om een afbouwscenario vorm te geven. Daarnaast is er reeds een aanbieder op niveau 7, met name de KU Leuven, die een academische opleiding Vlaamse Gebarentaal aanbiedt op haar campus te Antwerpen. Het is een van de taalopties binnen Toegepaste taalkunde. Aangezien de gesprekken nog lopende zijn, is het nog te vroeg om in te gaan op de concrete modaliteiten.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik begrijp dat het moeilijk is om al een antwoord te geven.
Ter verduidelijking, minister: ik betwist de beroepskwalificatie niet. Ik begrijp dat het een proces met het veld is. Het is wel belangrijk om op korte termijn duidelijkheid te creëren voor de studenten. Kunnen ze die opleiding nog volgen? Ook voor de instellingen is dat belangrijk. Wanneer zult u duidelijkheid kunnen geven?
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik volg dit dossier al lang, en voor mij Helga Stevens.
Er was altijd al een moeilijk evenwicht tussen kwantiteit, het aantal doventolken, en kwaliteit. Dat kwam telkens opnieuw naar voren. De mensen hebben dan wel een tolk, maar die is niet gespecialiseerd genoeg voor wat ze nodig hebben. Ik heb me er zelf in moeten verdiepen. De ene tolk is de andere niet, laat staan een tolk die ook nog moet vertalen voor een Nederlandstalige. Dat geldt voor vreemde talen, maar ook voor jargon, bepaalde opleidingen enzovoort. Ik begrijp dat dat een niveau 7 is geworden, maar ik maak me zorgen over het aantal doventolken dat op termijn afstudeert en bijgevolg de nog grotere druk op de beschikbare doventolken om aan de vraag te voldoen.
Minister, u hebt het al aangegeven: de vraag van de heer Warnez was vooral gericht op het personeel, de afbouw en hoe dit verder kan, ook voor studenten die momenteel in de opleiding zitten. Mijn vraag gaat meer over de toekomst. Kunt u goed monitoren hoe groot de instroom is? Hoeveel gekwalificeerde tolken stromen uit? Op welke manier kunnen schakelprogramma’s worden gemaakt om maximaal tolken te kunnen blijven opleiden in ieders belang?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb eerlijk gezegd geen zicht op de timing. Het is inderdaad zo dat de betrokken instellingen voor hoger onderwijs de hele regeling aanvaarden. We zitten samen aan tafel met mijn kabinet, de administratie, Arteveldehogeschool en AP om na te gaan welke regeling we zouden kunnen treffen op het vlak van de afbouw. Met de KU Leuven hebben we het over de opstart van wat zij te bieden heeft op het vlak van de nieuwe opleiding op niveau 7. Daarover kan ik echt geen timing geven, omdat dit ook afhangt van de instellingen voor hoger onderwijs.
De heer Warnez heeft het woord.
Dat begrijp ik wel. We zullen dit verder opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.