Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, vorige week werd Shell Nigeria veroordeeld omdat het al zestig jaar lang, elke dag olie lekt in Nigeria, zowel op het land als in de rivieren. Het wordt de grootste olieramp ter wereld genoemd. De oliegigant is veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan verschillende Nigeriaanse boeren, gelukkig, zou ik zeggen. Zou zo’n grootschalige milieubeschadiging strafbaar zijn, dan zaten de bazen van Shell allang achter slot en grendel.
Het is een schoolvoorbeeld van wat we ecocide noemen, het doelbewust vernietigen van ecologische systemen, iets waar ik trouwens ook al eerder een vraag over gesteld heb. Mijn voorbeeld gaat nu over Nigeria, maar ook in Vlaanderen kunnen ecosystemen vernietigd worden, met desastreuze gevolgen voor mens en milieu. In het federale regeerakkoord werd de doelstelling opgenomen om te onderzoeken of ecocide kan worden bestraft, en kan worden opgenomen in het Strafwetboek. Inmiddels heeft de minister van Buitenlandse Zaken het thema ook al internationaal op de agenda geplaatst.
Zoals u weet, vindt onze fractie, zowel federaal als Vlaams, dit een zeer goede zaak, aangezien het ons beter in staat zal stellen om het milieu te beschermen. Wel maken we de bedenking dat daarmee een aantal overlappingen veroorzaakt worden met milieumisdrijven, die nu op gewestelijk vlak aangepakt worden met administratieve boetes. Dat is onder andere waarover ik eerder al een vraag stelde.
In oktober vorig jaar heb ik u daar een aantal vragen over gesteld. U stelde toen dat u een overleg gepland had met uw federale collega, minister van Justitie Vincent Van Quickenborne, om onder andere deze aangelegenheid te bespreken en een taakverdeling vast te leggen.
Ik stel vast dat er op federaal vlak een en ander beweegt rond dit onderwerp. Daarom had ik graag gepolst naar de evolutie van dat dossier en de aanpak in Vlaanderen rond ecocide.
Wat is het resultaat van uw bespreking met de federale minister van Justitie? Welke afspraken hebt u gemaakt?
Hoe ziet u zelf de bevoegdheidsverdeling tussen Vlaanderen en het federale niveau op het vlak van ecocide? Is er ruimte voor Vlaanderen om op te treden? En zo ja, zult u daartoe het initiatief nemen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Vandenhove, ik hoop dat er iets leerrijks wordt verteld op de Limburgse Klimaattop.
Daar durft u toch niet aan te twijfelen, met uw collega ...
Uiteraard niet, collega Vandenhove, de wijsheid komt uit het oosten.
Tijdens mijn vorige overleg met mijn federale collega Van Quickenborne is dit ter sprake gekomen. Er is afgesproken om het advies van de experten met betrekking tot een eventuele opname van ecocide in het Strafwetboek af te wachten.
Het Vlaamse Gewest is krachtens de bijzondere wet tot hervorming der instellingen (BWHI) algemeen bevoegd voor het leefmilieu, het waterbeleid en het natuurbehoud. Het federale niveau is wat betreft natuur en milieu enkel bevoegd voor de productnormen, de bescherming tegen ioniserende stralen en radioactief afval, en de uit- en doorvoer van uitheemse planten- en diersoorten. Zo is de bevoegdheidsverdeling, dat is duidelijk.
Als er op internationaal vlak een verdrag wordt afgesloten, zal het Vlaams Parlement daaraan zijn goedkeuring moeten geven. In de Vlaamse regelgeving is milieuschaderegeling vandaag dan ook gewoon al opgenomen.
De regelgeving voorziet twee manieren van bestraffen van milieumisdrijven. Het gaat om de strafrechtelijke handhaving en de bestuurlijke handhaving. Het is de procureur die kan kiezen of een proces-verbaal strafrechtelijk wordt behandeld of dat hij het doorstuurt naar de afdeling Handhaving voor een bestuurlijke beboeting.
Sinds 30 april 2019 is de omzendbrief van kracht waar de Vlaamse prioriteiten rond strafrechtelijke vervolging in zijn opgenomen. Het sanctioneren van milieumisdrijven is daar een van. Daardoor kan ik mij als Vlaams minister van Justitie bij een milieumisdrijf ook beroepen op mijn positief injunctierecht, waarbij ik dus de federale minister kan verzoeken om het parket te vragen een dossier te onderzoeken en/of te vervolgen. Zoals u weet, werd het positief injunctierecht op Vlaams niveau nog nooit gebruikt en op federaal niveau heel uitzonderlijk. Maar u kunt erop aan: als er flagrante schendingen gebeuren die geen strafrechtelijk gevolg zouden krijgen, zal ik niet nalaten het injunctierecht hiervoor te gebruiken.
Ten slotte is er, naast het sanctionerende spoor op Vlaams niveau, ook voorzien in een hersteltraject via bestuurlijke maatregelen, al dan niet gekoppeld aan een dwangsom. Voor alle duidelijkheid: dit instrument is geen sanctie, maar wel gericht op het herstel van het leefmilieu, wat ook van belang is.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord. Ik kan u alleen maar steunen. Indien er zich een dossier voordoet waarbij het mogelijk is om op te treden via het gebruik van dat positief injunctierecht, dan zou ik zeggen: ‘Go! Niet twijfelen.’
Ik heb nog één bijkomende vraag, bijna dezelfde als de voorgaande vraag. Uiteraard is dat een zaak van het federale niveau. Maar bij de bespreking van het advies van die experten is er wellicht ook gesproken over een mogelijke timing? Kunt u daar meer over vertellen?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, de veroordeling van Shell weegt symbolisch inderdaad heel zwaar door. Dat een heel grote multinational, die zo rijk en zo machtig is, door vier kleine boeren kan worden veroordeeld, geeft aan dat structurele vervuiling echt wel kan worden aangepakt en dat die kleine boeren ook meer de kans kunnen krijgen om aan gezonde landbouw te doen.
Dat is natuurlijk een symbolische strijd, die voor u misschien wat verder van het bed is. Maar in uw strijd tegen zwerfvuil hebt u wel aangekondigd dat u een kader zult creëren om GAS-boetes op te drijven en dat u met extra ondersteuning zult werken voor camerabewaking. Hoever staat u met die plannen, die een stuk dichter bij de Vlaamse realiteit staan?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Groothedde, u weet dat iedereen zich enorm ergert aan zwerfvuil. De cijfers van 2019 zijn niet goed. De cijfers van 2020 met inbegrip van corona krijgen we volgend jaar. Ik hou mijn hart daarvoor vast. Op basis van de cijfers van 2019 hebben wij de sector samengeroepen met de vraag wat we daarmee zullen doen. Ik werk nu aan extra maatregelen. Daarbij vind ik handhaving heel belangrijk. Normaal gezien is dat een lokale aangelegenheid en moeten de lokale besturen handhaven maar dat is niet altijd en overal het geval. We bekijken dan ook uitzonderlijk op Vlaams niveau hoe we extra kunnen inzetten op handhaving en of een verhoogde GAS-boete een mogelijkheid is. We hebben dat voorgelegd aan de federale collega, die het plafond moet bepalen maar daar wel voor open staat. Die gesprekken lopen. We leggen nu de laatste hand aan die extra maatregelen om zwerfvuil verder aan te pakken en zullen daar dan mee naar het parlement komen.
Collega Vandenhove, we hebben met de federale collega niet echt een timing afgesproken maar zodra het advies van de experten er is, nemen we opnieuw contact op. We wachten dat advies dus af.
De vraag om uitleg is afgehandeld.