Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik heb een vraag over de asbestafbouw bij prioritaire doelgroepen. Ik ben blij te horen dat u, minister, wilt inzetten op een asbestafbouwbeleid. Door mijn vraag wil ik u stimuleren om misschien nog wat extra dingen te doen.
De Vlaamse Regering gaf op 24 oktober 2014 haar principiële goedkeuring aan een versnelde afbouw op weg naar een asbestveilig Vlaanderen tegen 2040. Met deze beslissing gaf de Vlaamse Regering groen licht voor een gefaseerde, doelgroepgerichte aanpak met afbakening van de prioritaire doelgroepen en asbesthoudende materiaalstromen.
De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) kreeg de opdracht om een asbestafbouwbeleid uit te werken en te verankeren binnen het Materialendecreet. Dit asbestafbouwbeleid focust zich op de uitwerking van een gefaseerde en doelgroepgerichte aanpak voor een aantal prioritaire asbesthoudende materiaalstromen. Via een markt- en stakeholdersbevraging identificeerde de OVAM volgende prioritaire doelgroepen: scholen; publieke en overheidsgebouwen; residentiële gebouwen; land- en tuinbouw.
Tijdens de hoorzitting over asbestafbouw van januari 2021 gaf de OVAM een stand van zaken van de sectorprotocollen voor deze vier prioritaire doelgroepen. Voor scholen werd er reeds in 2018 een protocol afgesloten. Voor de sector van de sociale huisvesting was de ondertekening van de protocoltekst in voorbereiding. Voor de sectoren ‘zorg’ en ‘landbouw’ was de OVAM bezig met het afbakenen van de actoren en het opstarten van de onderhandelingen met deze actoren over een protocol.
Heel wat jeugdverenigingen met eigen lokalen hebben weinig of geen zicht op de aanwezigheid van asbest in hun lokalen, wat de nodige risico’s inhoudt bij verbouwings- of renovatiewerken. Deze voorzieningen voor jeugd werden nog niet opgenomen als prioritaire doelgroep. Voor de aanpak van asbestverwijdering in jeugdhuizen en jeugdlokalen werd er nog geen protocol afgesloten. Dat is evenmin het geval voor jeugdverblijfcentra en kamphuizen.
Er zijn lokale besturen, zoals de stad Gent, die de jeugdverenigingen een gratis asbestscan aanbieden. Naast deze asbestscan voorziet de stad ook een subsidie om het aanwezige asbest te verwijderen. Deze aanpak vormt echter de grote uitzondering in Vlaanderen.
Minister, voor de verwijdering van asbest uit lokalen van en voor jeugdverenigingen of jeugdhuizen werd er nog geen protocol afgesloten. Deze doelgroep werd door de OVAM niet als prioritaire doelgroep aangeduid. Nochtans is de situatie vergelijkbaar met die van de scholen. Heeft de Vlaamse Regering zicht op de grootteorde of scope van deze problematiek? Zo niet, hoe denkt ze daar zicht op te krijgen?
Waarom werden deze jeugdlokalen voor jeugdverenigingen of jeugdhuizen nog niet opgenomen als prioritaire doelgroep? Zal de OVAM binnen afzienbare tijd deze doelgroep opnemen als prioritaire doelgroep? Zijn er onderhandelingen lopende om een protocol af te sluiten voor deze doelgroep? Welke actoren zouden worden betrokken bij de uitwerking van dit protocol?
Voor de verwijdering van asbest uit jeugdverblijfcentra en kamphuizen werd er nog geen protocol afgesloten. Deze doelgroep werd door de OVAM niet als prioritaire doelgroep aangeduid. Nochtans is de situatie vergelijkbaar met die van de scholen, al blijven niet dezelfde kinderen voor langere tijd op dezelfde plaats.
Heeft de Vlaamse Regering zicht op de grootteorde of scope van deze problematiek? Waarom werd deze sector nog niet opgenomen als prioritaire doelgroep? Zal dat in de toekomst gebeuren? Welke actoren zouden worden betrokken bij de uitwerking van dit protocol?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, na de principiële goedkeuring in 2014 keurde de Vlaamse Regering het Actieplan Asbestafbouw in 2018 goed. In dat actieplan staat het concrete en afgebakende kader opgenomen waaraan de OVAM uitvoering geeft. Ik heb er nu ook geld voor voorzien, want dat stond er niet tegenover. Met een plan zonder middelen kun je niet veel doen.
Voor sectorale protocolondersteuning bakent het actieplan dit af tot volgende doelgroepen: scholen, land- en tuinbouw, sociale huisvesting en zorgsector.
Uiteraard zijn kinderen en jongvolwassenen een zeer kwetsbare doelgroep. De scope van gebouwen die kinderen doorheen hun dagelijkse leven betreden, reikt echter veel verder dan jeugdhuizen, -lokalen, -kamphuizen en -verblijfscentra. Op dit moment bestaat er geen afzonderlijk sectorprotocol, wat ook niet was voorzien in het oorspronkelijke plan. Het is heel aannemelijk om daar prioritair op in te zetten.
Het ondersteuningsmechanisme van protocolwerking is dus maar een van de ingezette ondersteuningsinstrumenten. Zo bieden de subsidies voor lokale besturen om bronophalingsprojecten te organiseren expliciet de mogelijkheid om ook gebouwen van sport- en jeugdverenigingen mee te nemen.
Steden en gemeenten zijn vaak zelf eigenaar van de lokale jeugdinfrastructuur. Vanuit hun decretaal verankerde voorbeeldrol zijn zij lokaal verantwoordelijk om het gemeentelijke patrimonium tegen de respectievelijke mijlpalen te inventariseren en asbestveilig te maken. Het initiatief van de stad Gent rond de gratis asbestscan kan mogelijk inspiratie bieden voor andere lokale besturen. Maar het is nog belangrijker om daar dan ook de nodige vervolgstappen aan te koppelen. Als er asbest wordt vastgesteld, moeten die materialen ook veilig en vlot verwijderd en afgevoerd kunnen worden. Aangezien de stad Gent zelf momenteel nog geen bronophalingsproject organiseert, wil ik hen warm aanmoedigen om hierin het voorbeeld te volgen van ondertussen al 80 procent van de Vlaamse gemeenten die dergelijke projecten uitrollen op hun grondgebied. We voorzien daarvoor ook de nodige middelen.
U hebt een punt dat de situatie in jeugdverblijven en kamphuizen te vergelijken is met scholen. Ik deel uw mening dat, omdat het vaak gaat over jongeren en kinderen, we de lijn moeten doortrekken. Sta me toe dat ik met de administratie bekijk onder welke vorm we het zullen doen. Ik vind het een welgekomen en goede suggestie van u. Ik ga ermee aan de slag.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, dat was het antwoord dat ik wilde horen, namelijk dat u ermee aan de slag wilt gaan. Natuurlijk kan niet alles tegelijk gebeuren, maar zoals u terecht zegt, is de situatie vergelijkbaar met de scholen en met andere plaatsen waar veel kinderen komen. Het is dus goed dat dit wordt aangepakt. Een van de allerbelangrijkste zaken is volgens mij de ontzorging. Mensen willen wel actie ondernemen, maar ze weten niet altijd waar naartoe. In veel gevallen gebeurt er dan maar niks omdat het te complex is. Ik hoop dat u inderdaad de koe bij de hoorns zult vatten en de OVAM zult aansporen om er werk van te maken.
Minister, ik zal ter ondersteuning van u ook aan minister Dalle deze vraag stellen zodat u misschien kunt samenwerken om na te gaan hoe we deze problematiek echt kunnen aanpakken. Nogmaals, ik wou deze vraag vorig jaar al stellen maar door corona dacht ik dat het misschien niet het moment was omdat er toch weinig activiteiten waren. Ik denk dat het nu echt tijd is om de koe bij de hoorns te vatten. Ik ben blij met uw antwoord en ik hoop dat er snel stappen vooruit zullen worden gezet.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Mijnheer Danen, ik dank u voor de vraag. Ik denk dat vriend en vijand kan en moet toegeven dat er deze legislatuur extra wordt ingezet op de asbestafbouw. Het is een fantastisch werk waar we ook vordering in maken. Het is een goede zaak.
Ik begrijp – en zowat iedereen – dat de OVAM niet iedereen als prioritaire groep kan aanduiden, maar de jeugd is toch ongelooflijk belangrijk. Ik ben heel blij te horen dat hun lokalen toch enige prioriteit kunnen krijgen en dat u daarop zult inzetten.
De OVAM biedt lokale besturen subsidies voor de organisatie van asbestafbouwende projecten aan. Ook als projectdeelnemer kan men ondersteuning genieten door deel te nemen aan een of zelfs meerdere afbouwprojecten in zijn provincie, stad of gemeente. Ik denk dat collega Danen met zijn laatste vraag een beetje de nagel op de kop sloeg door te zeggen dat, ook zonder extra sectorafspraak, er de mogelijkheid is om via de jeugdwerking zelf al in te tekenen op asbestafbouwende projecten. Die kans moet zeker worden gegrepen. Collega Danen, ik kijk er alvast naar uit dat u die vraag ook zult stellen aan minister Dalle. Via een boodschap voor de jeugd en een boodschap voor de lokale besturen voor de asbestscan, kan er nog extra worden ingezet op asbestafbouw. Dat is een heel goed plan.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij deze vraagstelling en ik wil ook de collega danken voor zijn vraag en de minister voor haar antwoord. Eenieder hier onderschrijft de asbestproblematiek. Ook de actie en de extra middelen die daarvoor vrijgemaakt kunnen worden om versneld een asbestveilig Vlaanderen te krijgen, zijn een positieve stap voorwaarts. Dat kinderen en jongeren tot een specifieke en kwetsbare doelgroep behoren, is voor iedereen duidelijk. De schoolomgeving is een omgeving waarin men vaak vertoeft. Dat is hetzelfde wat de jeugdlokalen betreft.
Zoals u terecht hebt gesteld, kunnen gemeenten vandaag al een heel belangrijke rol spelen om die jeugdverenigingen bij te staan in hun jeugdlokalen om hen mede te ontzorgen en/of zelfs mee de financiering op zich te nemen. In deze is het belangrijk, minister, dat u zeker aan de OVAM de nodige bewustmakende acties vraagt en om daaraan de nodige aandacht te besteden.
Dan wil ik nog een specifieke problematiek of knelpunt aanstippen. Als misschien niet alleen het gebouw, maar eventueel de omgeving van de jeugdinfrastructuur vervuild is met asbest, dan lopen de kosten vaak nog eens sterk op. Dan moet de overheid in deze mede de verantwoordelijkheid dragen. Er kan niet alleen naar het jeugdwerk worden gekeken.
Minister, ik wil vragen om zeker de link te leggen met minister Dalle omdat jeugdinfrastructuur nu eenmaal een prioriteit is in het hele jeugdbeleid. Dat is al jaren zo. Men staat daar voor gigantische uitdagingen. Er wordt daar heel sterk op ingezet. Dus die brug en de samenwerking zijn heel belangrijk. Ook minister Dalle is er gevoelig voor om te kijken hoe we namelijk win-winsituaties kunnen realiseren, zowel op het vlak van energie – wat vandaag al heel duidelijk is opgenomen in de middelen en in de samenwerking – als op het vlak van asbest en andere zaken.
We hebben in het regeerakkoord ook ingeschreven dat we uitkijken naar het jeugdinfrastructuurplan, dus in die zin denk ik dat daar die samenwerking openligt om stappen voorwaarts te zetten en afspraken te maken om op die manier in extra middelen te voorzien om die jeugdwerkinfrastructuur asbestveilig te maken.
Ik heb nog een suggestie, minister, en dat is om misschien eens te kijken op welke manier er ook samenwerkingen kunnen worden uitgebouwd voor buitenschoolse activiteiten. Dat gaat dan niet over de jeugdwerkinitiatieven, dat gaat niet over de scholen, maar wel de buitenschoolse activiteiten van kinderen en jongeren. Dat is namelijk ook accommodatie waar uiteraard kinderen en jongeren veel tijd doorbrengen. Dat is ook een element dat u het best in uw vizier meeneemt.
Minister Demir heeft het woord.
Dank collega’s voor de vele suggesties. We nemen ze mee, ook wat die buitenschoolse activiteiten betreft. Ik ga dat eens goed bekijken. Ik weet niet of dat onder zorg valt, ja of nee. Dat neem ik mee, uiteraard overal waar kinderen vaak vertoeven.
De OVAM neemt ook contact met lokale besturen die nog geen bronophaling doen. Ons doel blijft zeker om met onze subsidies 100 procent van de gemeenten te dekken. De OVAM zal daar ook de komende jaren fel op inzetten. Wat de vraag betreft over jeugdkamphuizen, jeugdverblijfcentra en ik denk bijvoorbeeld ook aan de sportclubs, ga ik de OVAM de opdracht geven om eens goed te bekijken hoe en onder welke vorm we dat kunnen doen en dan denk ik dat het goed is dat we een kleine aanpassing van het actieplan in die zin doen, maar dat is in het voordeel van onze jongeren.
Dank u, minister, de jongeren zullen u zeer zeker dankbaar zijn en dank u wel, collega Danen en de andere collega’s ook, voor de mooie aanbevelingen. Je merkt dat de hoorzittingen toch altijd interessant zijn en we hopen dat de toekomstige hoorzittingen ook zulke leuke suggesties zullen opleveren.
De heer Danen heeft het woord.
Ik wilde horen dat de minister hier werk van zou maken en ze heeft me laten weten dat ze dat wil doen. Ik kijk ernaar uit en ik zal niet nalaten om hierover af en toe vervolgvragen te stellen. Ik ben alleszins blij dat we die sectoren nu ook zullen aanpakken, want, zoals u zegt, minister, zijn dat plaatsen waar kwetsbare jongeren en kinderen komen en we moeten hen bij uitstek beschermen tegen de gevolgen van asbestvervuiling.
De vraag om uitleg is afgehandeld.