Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik heb de afgelopen weken heel wat pogingen gedaan om eindelijk eens een vraag om uitleg aan u te kunnen stellen. Ik heb er nu drie op een rij; daarmee bent u de volgende weken misschien van mij verlost.
Ik ga nog even terug naar de compensatieregeling voor de zonnepanelen, de vernietiging van het Grondwettelijk Hof. Ik ga niet heel de inleiding herlezen, want dat is eigenlijk al gedateerd. We hebben ook een actualiteitsdebat gehad waar een aantal vragen gesteld zijn. Maar ik wil toch even ingaan op dat budgettaire plaatje. De bedragen die toen in de media circuleerden en die ook door u naar voren geschoven zijn in de plenaire vergadering, zijn natuurlijk niet min voor de Vlaamse Regering. Er zijn af en toe ook wel verklaringen afgelegd – niet onmiddellijk door u, maar door andere ministers – waar eventueel die middelen vandaan komen. Daar had ik nog een aantal concrete vragen bij. Sommige zijn misschien herhaling, maar andere kunnen misschien nieuwe inzichten opleveren.
Vanuit welke budgetten binnen de begroting 2021 zal worden geput om die compensatiepremie uit te betalen?
Hoe zal die gefinancierd worden over de hele looptijd van deze legislatuur? Het is natuurlijk niet het bedrag 2021, maar het totale pakket loopt wel een aantal jaren door.
Welke rol speelt het Energiefonds bij de uitbetaling? Welke is de verhouding tussen Energiefonds en algemene middelen in de financiering van de beslissing?
Kunt u eventueel aan de commissie een aantal simulaties bezorgen over de manier waarop de Vlaamse Regering de maatregel tot 2029 inschat? Ook daar is het soms voor parlementsleden moeilijk, als er bedragen genoemd worden, om die volledige simulatie te kunnen inschatten.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen, mijnheer Rzoska. Het zijn drie interessante vragen trouwens.
Over uw eerste vraag kan ik redelijk beknopt zijn. De compensatieregeling voor zonnepaneeleigenaars zal in 2021 voor 100 procent door de algemene middelen gedragen worden. Vanaf 2022 is de afspraak gemaakt dat twee derde door de algemene middelen wordt gedragen en een derde door het Energiefonds.
Voor 2021 komt de raming uit op 109 miljoen euro. Hiermee worden alle zonnepaneeleigenaars vergoed die reeds een digitale meter hebben. Dit betreft een groep van zo’n 101.000 installaties, waarvan naar schatting zo’n 69.000 installaties recht zullen hebben op een financiële compensatie. De anderen in deze groep hebben het beoogde rendement van 5 procent reeds behaald. Dat is ook aan bod gekomen in de plenaire vergadering twee weken geleden.
Voor de financiering vanuit de algemene middelen wordt in eerste instantie de budgetlijn ‘gewone schadedossiers’ van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging (VFLD) aangewend. Hierop is jaarlijks 10 miljoen euro voorzien. In 2021 is hierop nog meer dan 9 miljoen euro beschikbaar, die dus voor de compensatieregeling gebruikt zal worden. Ook de komende jaren zullen deze VFLD-middelen hiervoor gebruikt worden. Wat voor de rest nog nodig is vanuit de algemene middelen, zullen wij voorstellen om bij de komende begrotingsrondes in te schrijven in de begroting.
De nodige budgetten in de jaren na 2021 zijn afhankelijk van de planning van de uitrol van de digitale meter. De minister van Energie heeft momenteel de pauzeknop ingedrukt tot minstens begin april 2021 – dat is ook gezegd in de plenaire vergadering – om hierover een verdere reflectie te kunnen houden. Daarvan zal het budgettaire pad over de jaren 2022-2029 afhangen.
Zonnepaneeleigenaars kregen dus een voordeel. Dat voordeel zat natuurlijk vervat in de energiefactuur. Dat deel is nu geschorst, of vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Wij gaan een voordeel geven via de algemene middelen. Dat is geen een-op-een, want er zijn nog heffingen die naar de federale overheid gaan en nu wel naar daar zullen gaan. In totaliteit is dat natuurlijk geen lastenverhoging, integendeel, omdat dat al uit die energiefactuur kwam, en dat zal daar nu niet meer in zitten. Dat wou ik nog meegeven. Die digitale meter wordt stelselmatig uitgerold. Maar hoe meer er naar achteren geschoven wordt met de zonnepaneeleigenaars, hoe langer dat voordeel nog vanuit de energiefactuur zal komen, en hoe minder naar de algemene middelen.
In de hypothese dat het dan naar voren wordt getrokken, zou dat dus meer uit de algemene middelen en minder vanuit die factuur komen. De middelen worden betaald door de burgers, daarover moeten we niet flauw doen. Maar de minister van Energie maakt momenteel de oefening over wanneer die uitrol voor de zonnepaneeleigenaars precies zal gebeuren en wanneer die ‘klik’ zal worden gemaakt van welk deel uit de factuur en welk deel uit de algemene middelen komt.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, gezien het actualiteitsdebat en de antwoorden van de minister op de openstaande vragen, heb ik eigenlijk geen bijkomende vragen. Ik kan leven met de uitleg en kijk uiteraard naar de begrotingscontrole, want daar zal de resterende 100 miljoen euro voor 2021 moeten worden gezocht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.