Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Warnez heeft het woord.
We kennen allemaal Columbus, de exploratietool voor jongeren. Het was voormalig onderwijsminister Crevits die de opdracht gaf aan de Vlaamse universiteiten en hogescholen om dit instrument te ontwikkelen, in nauw overleg met SOHO (secundair onderwijs - hoger onderwijs). Sinds 2016 kan die tool worden ingezet voor voorlaatste- en laatstejaarsstudenten in het secundair onderwijs.
Er is in de huidige tool voor de meeste modules vergelijkende feedback voorzien. Leerlingen kunnen momenteel hun score vergelijken met die van succesvolle studenten uit het eerste jaar professionele en academische bachelor.
Uit onderzoek is gebleken dat het instrument succesvol is en de resultaten een duidelijk verband houden met de studieresultaten. Het is dan ook goed dat deze Vlaamse Regering hier verder op wil inzetten.
Op voorstel van de minister besliste de Vlaamse Regering op 22 januari 2021 om in uitvoering van de beheersovereenkomst jaarlijks een subsidie toe te kennen. In 2021 wordt 250.000 euro toegewezen.
Bij de aankondiging om met de subsidie het instrument te verbeteren en te verbreden, wordt aangegeven dat in de toekomst ook oriëntatie richting graduaatsopleidingen mogelijk wordt. Columbus is vandaag ook vrij uniform voor alle scholieren en daarom zal er een proef op maat komen voor het bso en tso. Tot slot zal de tool volledig digitaal en van thuis uit kunnen gebeuren.
Op welke manier zal de vernieuwde proef meer op maat gemaakt worden van studenten uit het bso en tso? Werd de kwaliteit van de oriëntatie van deze leerlingen als onvoldoende geëvalueerd? Is er ook specifieke aandacht voor scholieren uit het kso?
Wordt verder ingezet op de uitwerking van de voorziene trainingspakketten ter versterking van bepaalde vaardigheden gemeten in Columbus?
Hoe ziet u de aangekondigde verbeterde begeleiding voor leerlingen die overstappen naar de arbeidsmarkt?
De tool bereikt momenteel 30 procent van de leerlingen. Ziet u kansen om nog meer scholen te overtuigen dit instrument in te zetten? Zult u via de onlineversie leerlingen toelaten individueel deel te nemen? Zo ja, hoe ziet u het ruimere keuzetraject, de procesgerichte aanpak en de rol van de begeleider?
Minister Weyts heeft het woord.
Columbus is een breed exploratie-instrument voor zowel aso, tso, bso als kso. Het peilt momenteel niet alleen naar interesses voor academische activiteiten en beroepen, maar eveneens naar activiteiten en beroepen die volgen op een professionele, technische of praktijkgerichte opleiding. Er zijn geen aparte instrumenten voor bso, tso noch voor kso. Columbus is in de eerste plaats gericht op die leerlingen die de overstap naar het hoger onderwijs beogen, los van de onderwijsvorm die ze al gevolgd hebben. Alle leerlingen kunnen de oriënteringsproef afleggen, ze zullen altijd feedback krijgen over het te verwachten traject in het hoger onderwijs.
Op individueel niveau is de oriënteringsproef dus wel degelijk bruikbaar voor elke studiekiezer die hoger onderwijs overweegt. Dat de aard van de feedback op groepsniveau zal verschillen is logisch en wenselijk.
Columbus werd opgestart nog voor de graduaatsopleidingen ingekanteld werden in het hoger onderwijs. Ondertussen is de eerste generatie jongeren die destijds de Columbusproef heeft afgelegd ook afgestudeerd in het hoger onderwijs. Zo hebben we nu veel nieuwe informatie die kan helpen om het oriëntatie-instrument effectief te verfijnen, en om ook de verwachtingen voor nieuwe opleidingen te kunnen bepalen.
Er worden dan ook vier concrete wijzigingen onderzocht. Eén, de differentiatie in het onderdeel wiskunde wordt mogelijk. Tot nu toe was Columbus vrij uniform voor alle scholieren, of ze nu in het aso, bso, kso of tso zaten. Er wordt al eens geklaagd dat het wiskundeniveau in de Columbusproef veel te hoog ligt en dus was afgestemd op het aso en minder geschikt voor bso, kso en tso en dat dit demotiverend werkt. Er worden daarom verschillende wiskundepakketten onderscheiden. Het meer gevorderd pakket was vooral essentieel voor oriëntering richting STEM-opleidingen (science, technology, engineering and mathematics). Leerlingen uit minder wiskundige richtingen die in het hoger onderwijs ook niet willen kiezen voor een opleiding waarin wiskunde een sterke rol speelt, kunnen nu enkel het basispakket invullen. De feedback zal daar dan ook aan aangepast zijn.
Twee, er zal ook richting graduaatsopleidingen georiënteerd worden. Op dit moment is het zo dat er enkel richting professionele en academische bacheloropleidingen wordt georiënteerd. Nu de graduaatsopleidingen in het hoger onderwijs zijn ingekanteld, worden die daaraan toegevoegd.
Drie, scholieren die eventueel meteen kunnen overstappen naar de arbeidsmarkt krijgen betere informatie.
De hoofdfocus van het instrument blijft liggen op het pad richting het hoger onderwijs, maar we bekijken ook of er misschien meer ondersteuning kan worden geboden voor wie zich niet naar het hoger onderwijs, maar naar de arbeidsmarkt wil oriënteren.
Vier, de informatie van de generaties studenten die, zoals ik heb gezegd, de Columbusproef vroeger hebben afgelegd, gaan we gebruiken om alles op punt te stellen. Dat is de eerste generatie die ze volledig heeft doorlopen en die perfect feedback kan verschaffen.
Het klopt dat vandaag nog 30 procent van de leerlingen gebruikmaakt van dat oriënteringsinstrument. Dat is mede doordat de feedback die de studiekiezers kregen, de voorbije jaren noodzakelijkerwijs beperkter was dan in het eindproduct. Dat is net omdat men eerst moet onderzoeken hoe studenten met een bepaald Columbusprofiel het doen in het hoger onderwijs. Nu we daar de eerste feedback van kunnen krijgen, verhoogt de meerwaarde van het instrument substantieel en we gaan ervan uit dat we door die terugkoppeling en de aanpassing de participatiegraad kunnen doen toenemen. We zijn ook in overleg met de koepels om te bekijken hoe we meer leerlingen kunnen bereiken.
De trainingspakketten die werden ontwikkeld, zijn nog altijd up-to-date en staan ook op de website van Columbus. Momenteel zijn er geen concrete plannen om nieuwe trainingspakketten te ontwikkelen aangezien er op die website een breed aantal tools gratis beschikbaar is voor iedereen. Het is ook de bedoeling dat het onderwijsveld zelf met de Columbusinformatie aan de slag gaat in functie van een verbetering van de remediëring voor studenten die kijken richting het hoger onderwijs.
Belangrijk om mee te geven in het kader van de coronapandemie, is dat er ook werk is gemaakt van de wijze waarop Columbus ook op individuele basis kan worden ingevuld en begeleid. In het kader van de lockdown hebben we dat ook gehad. Ook toen hebben we gezegd: het is niet omdat er geen klassikale of schoolse begeleiding is, dat je je niet kunt bedienen van dat instrument. In functie van het individueel gebruik van dat instrument zijn er wat aanpassingen doorgevoerd, maar het blijft nog altijd aanbevolen om dat instrument klassikaal te gaan benutten en in te vullen zodoende dat ook de nodige duiding kan worden gegeven. Dat is op bepaalde momenten niet mogelijk geweest. We gaan nog altijd uit van een online klassikaal invulmoment, maar de individuele invulling zou alleszins verbeterd moeten zijn.
Op https://columbus.onderwijskiezer.be is er nieuwe informatie beschikbaar met een corona-update van de voorbeeldtrajecten waarbij wordt aangegeven welke onderdelen je thuis kunt invullen en welke bij voorkeur op school plaatsvinden bij code geel/oranje. Als je dan toch een onderscheid moet of kunt maken, wordt er aangeduid: het is misschien beter dat je die specifieke delen klassikaal invult en er resten nog andere zaken die op individuele basis kunnen worden aangevuld.
Los daarvan blijft natuurlijk ook het coachinggesprek belangrijk. Je hebt wel de onderwijskiezer en het digitale aanbod, maar het coachinggesprek tussen de school en de leerling over een toekomstige studiekeuze blijft nog altijd essentieel. De leerkrachten en de scholen kennen de leerlingen het beste en weten wat hun potentieel is. Niet alleen kennis en talenten, maar ook karakters verschillen. Dat is ook iets wat graag in de weging wordt meegegeven.
We willen die Columbustool natuurlijk breder verspreid zien. We gaan er ook voor zorgen dat er meer communicatie-initiatieven gebundeld worden, bijvoorbeeld via Klasse, via Schooldirect, via nieuwsbrieven van de onderwijsverstrekkers, via de website en de Facebookpagina van Columbus. Daar gaan we blijven proberen om scholen en leerlingen warm te maken voor dat instrument, dat een goed instrument is en blijft in functie van het ondersteunen van die studiekeuze.
Er is ook een draaiboek beschikbaar voor scholen en leerkrachten over de manier waarop ze Columbus moeten gebruiken in de klas. Ook het overlegplatform Studiekeuze van Secundair Onderwijs naar Hoger Onderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) zorgt altijd voor een permanente opvolging.
Tot slot is Columbus een onderdeel van die viertrapsraket om jongeren goed voor te bereiden op hun toekomst. Naast het advies van de klassenraad, de deelname aan een verplichte, niet-bindende toelatingsproef en een snel heroriënteringstraject wanneer de student niet slaagt, moet Columbus er mee voor zorgen dat de studie-efficiëntie verhoogt, het aantal ontgoochelingen beperkt blijft en uiteindelijk de kosten voor de student en de maatschappij dalen. De bedoeling is echt een win-win op al die verschillende niveaus.
De heer Warnez heeft het woord.
Dank u, minister, voor het uitgebreide antwoord. Ik blijf vooral schrikken van die 30 procent. Ik vind dat toch nogal laag, omdat – ik kan natuurlijk niet voor iedereen spreken – het geloof in die Columbusproef vrij groot is. Het succes ervan is toch eigenlijk ook vrij groot. De toegang is eigenlijk ook relatief gemakkelijk. Waarom zou u dit dan niet gebruiken? In die zin geeft u aan dat de feedback versterkt zal worden en dat dit de scholen wat meer zal aanzetten om die ook te gebruiken en misschien ook individueel gebruik aan te moedigen. Maar, er moeten toch nog redenen zijn waarom die 70 procent dat niet gebruikt. Dan gaat het toch vooral over onbekend terrein, en dan lijkt het me zeker goed, minister, mocht u daar nog verder inzetten om het onbekende terrein bekender te maken, richting die scholen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het inderdaad uitgebreide antwoord. Wij zijn als N-VA altijd voorstander geweest voor een goede oriëntatie en om daarin alle instrumenten te gebruiken die zinvol zijn voor studenten. Columbus is er zo een. Ik hoop – en ik treed mijn collega bij – dat nog veel meer scholen en veel meer studenten er gebruik van maken om inderdaad aanvullende info te brengen bij alle andere info die er is. Ik vind dat we die kans moeten grijpen.
Twee, het verbreden en ook de link naar de arbeidsmarkt vind ik goed. Waarom is dat belangrijk? Om ook aan leerlingen in tso en bso, en zeker ook in de doorstroom, aan te duiden dat gaan verder studeren belangrijk is. Maar voor een groot aantal leerlingen is gaan werken ook belangrijk en dat daar ook interessante info voor hen uit kan komen. Dat werkt motiverend en waarderend. Dat is een belangrijk gegeven, ook dat dat individueel ingezet kan worden.
Hebt u ook al enig zicht wanneer die koppeling met de arbeidsmarkt gerealiseerd wordt? Is daar eventueel een aantakking op de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) een interessante piste om direct te begeleiden naar werk voor die leerlingen die daar wat moeilijkheden mee hebben?
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u voor die laatste nuttige suggestie. We willen inderdaad proberen te zorgen voor die toeleiding – dat is nog niet volledig afgeklopt voor alle duidelijkheid. Als we die toeleiding zouden willen doen, niet alleen naar hoger onderwijs, maar ook naar de arbeidsmarkt, dan denk ik dat de betrokkenheid van VDAB wel interessant kan zijn en dat we daar minstens ook een soort doorverwijzingsfunctie zouden moeten kunnen realiseren.
Ik ben het eens met u, mijnheer Warnez, als u zegt ‘al bij al toch nog een beperkt succes’. Ik vind dat eigenlijk ook. Het is gratis, er is www.onderwijskiezer.be, hoe eenvoudig kan het zijn? Het is toch zo’n cruciale keuze, dus je kan toch maar beter alle raadgevingen meenemen bij het bepalen van je studiekeuze. Er hebben vierhonderd scholen deelgenomen. Dat is 30 procent van alle laatstejaars.
Ik ga er wel van uit dat scholen nog meer belang hechten aan het individuele gesprek als zijnde richtinggevend. Dat zal ongetwijfeld wel, maar het ene sluit absoluut het andere niet uit. Nu die eerste cohorte is afgestudeerd en kan getuigen over de accuraatheid van de richtinggeving via die Columbusproef, hoop ik vooral dat we daar wat meer mee aan de slag kunnen. We moeten ze misschien in de communicatie en de promotie nog een tikje meer sexy maken en benadrukken dat dit instrument ook kan worden gebruikt buiten de klassikale context. Ik begrijp dat als men in de scholen op dat vlak bepaalde geplogenheden heeft, je daar niet tegen moet gaan vechten, maar dat je scholieren ook wel individueel kunt mobiliseren. Misschien moeten we meer communicatie gaan voeren richting individuele scholieren en niet alleen via de scholen. Je kunt bijvoorbeeld via de sociale media perfect de doelgroep targeten. Misschien is dat wel een goed idee, gelet op het gegeven dat Columbus een Facebookpagina heeft. Nu ben ik echt al in het hele operationele verhaal, maar dat lijkt mij wel een mogelijkheid.
De heer Warnez heeft het woord.
Het is duidelijk dat het een goede aanvullende tool is om een goede studiekeuze te maken, maar dat de communicatie misschien nog iets sterker mag. Alleen daarvoor is het goed dat we het hier nog eens hebben besproken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.