Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, minister, de vraag om uitleg die ik indiende, ging over Nederlandse leerlingen, maar eigenlijk wil ik het veel breder bekijken: leerlingen die in Vlaanderen school lopen maar hier niet wonen. Wij worden uiteraard in eerste instantie vooral geconfronteerd met Nederlandse leerlingen, maar het gaat om ruimere aanpassingen aan het Leerlingen Activiteiten en Registratie Systeem (LARS).
We hebben vastgesteld dat er vandaag nog steeds een verschil is qua teststrategie tussen Vlaanderen en Nederland. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen symptomatische en niet-symptomatische leerlingen. Het was voor Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) vaak moeilijk om Nederlandse leerlingen die geen symptomen vertonen, ervan te overtuigen om zich te laten testen. De Vlaamse strategie is veel strenger op dat vlak, en maar goed ook. Hier worden ook asymptomatische leerlingen wel degelijk getest.
Zo zijn we gestuit op een aantal praktische moeilijkheden. Wanneer Nederlandse leerlingen niet opgenomen zijn in LARS, moeten ze manueel opgevolgd worden. Wanneer ze er wel in opgenomen worden – wat logischer is, omdat de leerlingen hier schoollopen – is dat veel efficiënter. Dan kan gemakkelijker nagegaan worden of er bij hen een PCR-test of sneltest werd afgenomen.
Ik zou dus willen vragen om leerlingen die naar een Vlaamse school gaan, ongeacht hun afkomst, op te nemen in LARS, ook met het oog op de toekomstige vaccinatiestrategie, niet alleen voor deze pandemie maar ook voor andere vaccins.
Ik heb dan ook een eenvoudige vraag.
Bent u bereid om het mogelijk te maken dat leerlingen die in het buitenland wonen maar in Vlaanderen schoollopen ingeschreven worden in LARS?
Minister Weyts heeft het woord.
Leerlingen die in het buitenland wonen maar ingeschreven zijn in een Vlaamse school, krijgen een BIS-nummer – u gelooft me misschien niet, maar dat is echt zo. Ik weet niet waarvoor die afkorting staat, waarschijnlijk voor Belgisch Informatiesysteem of iets dergelijks. Het is alleszins een identificatienummer voor mensen die geen rijksregisternummer hebben. Het BIS-register is een soort kruispuntbankregister.
Op basis van dit BIS-nummer worden deze leerlingen toegevoegd aan LARS. Dit BIS-nummer wordt gecontroleerd vooraleer de leerling aan LARS wordt toegevoegd. Dat kan dus voor enige vertraging zorgen, omdat dit een extra handeling is. De grote meerderheid van buitenlandse leerlingen zit dus momenteel al wel degelijk in LARS.
De CLB’s kunnen via LARS testcodes aanmaken. Dat kan zowel voor Belgische leerlingen als voor leerlingen uit het buitenland die een BIS-nummer hebben. De leerlingen kunnen dan met deze testcode een afspraak maken om een test te laten afnemen. Het is wel zo dat coronatesten in Nederland – in tegenstelling tot hier – niet terugbetaald worden. Dit geldt ook voor Nederlandse leerlingen die zich in België laten testen. Ze krijgen hier dus een factuur van in de bus.
De testresultaten van de buitenlandse leerlingen met een BIS-nummer kunnen nog niet via LARS opgevraagd worden. Er kan dus wel een testcode aangemaakt worden voor deze leerlingen, maar de testresultaten worden niet automatisch via de Zorgatlas doorgegeven aan LARS. In de meeste gevallen brengen buitenlandse leerlingen de school en het CLB wel op de hoogte van het testresultaat, zeker wanneer dat resultaat positief is.
Momenteel is er nog bijkomend onderzoek nodig voor de inzet van COVID-19-vaccins bij minderjarigen. Dat weet u. Daarenboven zal er gevaccineerd worden op grond van de domicilie.
Er is nog niet beslist of en op welke manier de CLB's daarbij betrokken kunnen worden. Als je uitgaat van de betrokkenheid van de CLB's, dan ga je bijna per definitie uit van het werkplaatsbeginsel of het schoolplaatsbeginsel. Er wordt echter nog altijd uitgegaan van het woonplaatsbeginsel en ik ga ervan uit dat dit gehandhaafd blijft.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, dat BIS-nummer hebben we inderdaad ook gebruikt voor buitenlandse werknemers. Ik denk dat dat een oplossing kan bieden.
Ik ben wel wat verrast door het woonplaatsprincipe voor het vaccin omdat dat bij volwassenen niet zo is. Als een grensarbeider in Nederland werkt, kan die wel op zijn werk gevaccineerd worden. Dat moeten we toch eens nader bekijken. Maar goed, als dat de afspraken zijn …
Sneltesten zijn wel gratis, dacht ik, maar de PCR-test niet. Dat is een bijkomende drempel om zich hier te laten testen.
De koppeling tussen LARS en Zorgatlas is, toch wat leerlingen betreft, in orde gekomen, wat zeer goed is. Dat is wel nog niet het geval voor leerkrachten blijkbaar. Misschien kan er gewerkt worden aan een koppeling tussen LARS en Zorgatlas voor leerkrachten om zo tot een efficiëntere contactopsporing te komen dan vandaag het geval is. Dat is nog een punt om mee te nemen. U hebt er vorige keer werk van gemaakt, dus het zal nu ook wel lukken, denk ik. Weet u daar intussen meer over?
De heer Laeremans heeft het woord.
Ik hoor dat er in West-Vlaanderen een aantal leerlingen uit Frans-Vlaanderen schoollopen. Kunt u zeggen of dit een identieke situatie is als met de Nederlandse leerlingen die hier schoollopen?
U zegt dat de grote meerderheid oké is en een BIS-nummer heeft. Geldt dat dan ook voor die leerlingen uit Frans-Vlaanderen? Kan men die hier opsporen? Er moeten er toch een aantal door de mazen van het net geglipt zijn en die zouden opgevist moeten kunnen worden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het is duidelijk dat u zich het onderwijsjargon al volledig eigen hebt gemaakt. Als u ‘BIS’ ziet staan, denkt u meteen aan een afkorting, maar het is gewoon BIS, niet meer dan dat. Het staat niet voor ‘Belgisch en dergelijke’, maar als je zoiets ziet staan als het over onderwijs gaat, denk je meteen aan een afkorting.
De Nederlandse leerlingen zijn ingeschreven in een Vlaamse school. Is het niet zo dat ze via het leerlingensysteem, de databank die de school gebruikt, automatisch in LARS worden opgenomen, omdat de school een samenwerkingsovereenkomst heeft met het CLB, waar men hetzelfde nummer van die leerling op school gebruikt? Dat moet dan niet meer apart worden aangemaakt. Het zou raar zijn, mochten leerlingen tweemaal een BIS-nummer hebben, één in de school en één in het CLB.
Wat betreft de vaccinatie, wil ik nog even wijzen op leerlingen die stage lopen. Leerlingen in de derde graad in beroepsopleidingen, zoals Verzorging, die stage lopen in woonzorgcentra, worden volgens minister Beke – ik heb hem die vraag al drie weken na elkaar gesteld – gevaccineerd op de stageplaats. Ik neem aan dat het geen probleem is of zij al of niet een BIS-nummer hebben en dat ze gewoon mee worden gevaccineerd.
Minister Weyts heeft het woord.
Dit is een nogal technische discussie. Het heeft ongelooflijk veel voeten in de aarde gehad en maanden geduurd om ervoor te zorgen dat er vanuit LARS testcodes konden worden aangemaakt.
In het begin was het nog zo dat in LARS alle data werd verzameld en dat men vervolgens, om een testcode aan te vragen, nog eens in het federale systeem alle data apart moest ingeven. Gelukkig zijn we er, na lang aandringen en met steun van minister Vandenbroucke, in geslaagd om dat te laten aanpassen en te zorgen voor comptabiliteit.
Ondertussen hebben we nog een stap verder gezet: de samenvoeging van de data van besmettingen, quarantaines en testing tussen LARS en de Zorgatlas. Dat verklaart ook de nieuwe rapportering die we sinds gisteren gestart zijn, waarbij we natuurlijk een verhoogd cijfer hebben van het aantal besmettingen, omdat we ook een veel hoger cijfer hebben op het vlak van het aantal testen. En ook de gewijzigde teststrategie speelt een rol: in het lager onderwijs werden contacten van kinderen met besmette kinderen aanzien als laagrisicocontact, nu is dat ook een hoogrisicocontact. En dus wordt er nu ipso facto meer getest.
Daarnaast heb je natuurlijk ook de samenvoeging van de twee databanken: LARS en de Zorgatlas. Wat betekent dat concreet? Vroeger stonden in LARS enkel de CLB-cijfers die het aantal testen en besmettingen rapporteerden op grond van het contactonderzoek binnen de schoolmuren. In de Zorgatlas zaten dan die jongeren die werden getest op grond van het contact buiten de schooluren. Nu worden die twee samengevoegd en krijg je per definitie een hoger cijfer. Maar dat maakt dan ook dat we het iets beter kunnen monitoren.
Maar die samenvoeging is bij mijn weten ook doorgevoerd voor de leerkrachten. Dus ook die data zijn volgens mijn informatie samengevoegd. Ik zou het even moeten laten bekijken, want het verraste mij wat je daaromtrent zei, mijnheer Brouns. Maar ik ga ervan uit dat die wel degelijk zijn samengevoegd. Zo is het in elk geval gecommuniceerd. Dus ook bij de leerkrachten zie je een toename van het aantal besmettingen, vanwege de toename van het aantal testen en de samenvoeging van die beide databanken. Ik heb het zelf ook meegemaakt, ook mijn kinderen zijn getest. Maar het feit dat ze werden getest en die resultaten van de test werden nooit verwerkt in de data van de CLB’s, omdat ze niet getest werden vanwege contact binnen de schoolmuren, maar erbuiten.
De heer Brouns heeft het woord.
Bedankt, minister. Dat laatste kan ik bevestigen uit eigen ervaring. Dat klopt.
Er is een belangrijke nuance. De koppeling van LARS en de Zorgatlas voor leerkrachten geldt nog niet vandaag, maar daar wordt aan gewerkt, begrijp ik? Maar zoals u het zelf ook schetst is dat technisch blijkbaar een nogal moeilijke bevalling. De redenering die collega Daniëls maakt, vond ik logisch. Je loopt ergens school, en dan ben je onderworpen aan alle regels en systemen die er zijn om je op te volgen, niet alleen op het vlak van je prestaties maar ook je gezondheidssituatie. CLB’s staan voor dat gezondheidsbeleid in. Het is dan nogal logisch dat je in LARS zit. Dat daar dan nog een BIS-nummer voor moet worden aangemaakt, is misschien wel een omweg. Ik weet niet of dat de meest duurzame oplossing is naar de toekomst toe.
Wat die vaccinaties betreft: het voorbeeld werd gegeven van de stagiair in de zorg. Omgekeerd weet ik vandaag wel dat een aantal Vlaamse studenten in Nederlandse woonzorgcentra werkzaam zijn, en ook daar het vaccin krijgen. Ik ga ervan uit dat dat ook in de andere richting moet kunnen. Maar de essentie is dat de registratie van de leerlingen die in Vlaanderen school lopen maar hier niet woonachtig zijn, op een zo efficiënt mogelijke wijze moet gebeuren, op een gelijkaardige wijze als de Vlaamse scholieren. Zo wordt het werk van de CLB’s op dat vlak zo efficiënt mogelijk gemaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.