Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Van 2021 tot 2025 wil ASTER ongeveer 650.000 zonnepanelen op 58.000 gebouwen met sociale woningen laten installeren. In totaal is dit goed voor een investering van maar liefst 231 miljoen euro. Nu blijkt evenwel dat ASTER voor dit reusachtige project maar één contract heeft afgesloten. Met andere woorden: slechts één grote speler zal dit project mogen uitvoeren. Door de omvang van het project en de financiële eisen die ermee gepaard gaan, is het voor kmo’s nagenoeg onmogelijk om aan de opdracht deel te nemen.
Sectorfederaties Techlink en Nelectra hebben aan de alarmbel getrokken en stellen zich hier – mijns inziens terecht – vragen bij. Vlaanderen is een kmo-land. Die kmo’s hebben het niet echt gemakkelijk momenteel; dat weten we allemaal, dat is een open deur intrappen. Zowel grotere als kleinere spelers zouden bij de verwezenlijking van dit project betrokken moeten worden, zeker in een periode waarin het relancebeleid een cruciale periode tegemoet gaat. Ook u verklaarde in een eerste reactie dat u weliswaar niet rechtstreeks bevoegd bent voor de werking van ASTER, maar niettemin deze gang van zaken, deze werkwijze, betreurt. U zou ASTER daarover contacteren.
In een reactie op de sectorfederaties en op het ongenoegen stelt ASTER, bij monde van haar gedelegeerd bestuurder Björn Mallants: “ASTER is zeer ambitieus. De sociale onderneming wil het zonnepotentieel op de daken van sociale woningen activeren. We kunnen dat maar betaalbaar en op grote schaal doen als we één contract met één centrale partij sluiten. Het gaat hier immers niet enkel om het plaatsen van pv-panelen op daken, maar ook om monitoring, data- management, onderhoud, productgaranties, verzekeringen… Eén aanspreekpunt voor de sociale huisvestingssector is hierbij van cruciaal belang.” Verder zegt hij: “We moedigen Vlaamse kmo’s juist aan om consortia te vormen en mee te dingen naar het contract voor de installatie van de zonnepanelen. Dit is net een kans voor kleine spelers om op te schalen en zo aan een nobel en ambitieus project mee te werken. Maar dan moeten ze wel samenwerken.”
Minister, is er duidelijkheid over de manier waarop dit contract tot stand is gekomen? Hebt u intussen contact gehad per brief of op een andere manier? Zo ja, kunt u dit kort toelichten? Kreeg u ondertussen antwoord?
Ziet u, samen met uw collega’s Demir en Crevits, nog een mogelijkheid om deze beslissing van ASTER terug te draaien en ervoor te zorgen dat de lasten maar ook de lusten meer gespreid worden ten gunste van de Vlaamse kmo’s?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Smeyers, ik dank u voor uw vraag.
ASTER cv is een initiatief van de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH), de koepelorganisatie van de sociale huisvestingsmaatschappijen die in Vlaanderen sociale woningen verhuren. In het voorbereidend traject werd mijn administratie geconsulteerd met vragen over de compatibiliteit van de plannen van ASTER met de Vlaamse regelgeving. Zo werden een aantal versies van ontwerpstatuten voorgelegd. Mijn administratie heeft daarop aandachtspunten meegegeven zodat een participatie van SHM’s mogelijk zou kunnen worden. Daarnaast werden ook vragen gesteld over de wijze waarop de regelgeving moest worden geïnterpreteerd inzake de verdeling van de lasten en het voordeel dat aan de sociale huurder moet worden toegekend.
ASTER is volledig autonoom in haar werking, maar we ondersteunen wel het initiatief om op grote schaal zonnepanelen te plaatsen op de daken van sociale huurwoningen omdat dit past in het beleid van de Vlaamse Regering om meer hernieuwbare energie op te wekken en er ook een voordeel aan gekoppeld wordt voor de sociale huurder via zijn energiefactuur. We hebben dan ook steeds een constructieve houding aangenomen, ook al zijn we niet rechtstreeks betrokken. We maken er geen deel van uit, maar wij hebben altijd een heel constructieve houding aangenomen.
ASTER cv is een volledig privaatrechtelijke vennootschap en geen woonactor of sociale woonorganisatie die erkend wordt op basis van voorwaarden uit de Vlaamse Codex Wonen of uitvoeringsbesluiten. Het is dus een autonome vennootschap, die niet onder mijn toezicht staat. Bij het uitschrijven van de aanbesteding van deze opdracht was noch het kabinet, noch mijn administratie betrokken. Ik heb er dan ook geen zicht op hoe deze procedure tot stand is gekomen. Voor alle duidelijkheid: het zijn ook onze zaken niet. We hebben er zelf rechtstreeks niets aan te zeggen.
Dat betekent natuurlijk niet dat we geen bezorgdheid kunnen uiten. We hebben onze bedenkingen geuit over de manier van werken. Op 27 januari 2021 hebben we een brief naar ASTER gestuurd. Daarin geven we aan dat het risico aanzienlijk is dat de Vlaamse kmo’s buitenspel worden gezet omdat ze niet de kans hebben om in te schrijven. Intussen hebben we begrepen dat het misschien nog wel zou lukken. Er is wat discussie over. In elk geval: we hebben enkel onze bezorgdheid willen uiten. In tijden van relance lijkt het ons goed dat iedereen kan participeren aan zulke grote werken. Het geld dat de Vlaamse overheid uitgeeft in het relanceplan, 4,3 miljard euro, is bedoeld om de bouwsector opnieuw te laten draaien. Dit maakt er deel van uit.
In die zin denk ik dat we onze bezorgdheid wel mochten uiten. Meer kunnen we niet doen en meer wil ik ook niet doen, want het zijn mijn zaken niet, maar we hebben wel het recht om onze bezorgdheid te uiten.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Gelet op het autonome karakter van ASTER en de privaatrechtelijke aard van de vennootschap, kunt u niet meer doen dan uw gezag als minister van Wonen te laten gelden en het eens ter sprake te brengen. U hebt dat gedaan. We hebben gemerkt – en u bevestigt het ook – dat het bewustzijn bij ASTER er is. Meer kunt u niet doen, en wij kunnen alleen maar hopen dat zij inzien dat er zoveel mogelijk spelers moeten kunnen meedingen. We moeten in elk geval die eerlijke concurrentie laten spelen. Meer dan dat kunnen we niet doen, maar het zou toch behoorlijk zijn van hen om in deze coronatijden alle kmo's die kans te geven.
De heer Veys heeft het woord.
Collega’s, ik moet eerlijk zijn: ik begrijp het probleem niet zo goed. Er wordt gewerkt met een Europese aanbesteding. Daar wordt vaak mee gewerkt. De termijn liep tot 1 februari. Zich mengen in zo een procedure, is juridisch heel gevaarlijk, ik zou dat niemand aanraden. Maar ik vraag me af vanwaar de beweringen komen die hier gedaan worden. Niemand weet of er kmo’s hebben ingetekend. Ik heb ook de communicatie van de sectorfederatie gezien, maar die zomaar voor waar aannemen, is nog een andere zaak.
In essentie: dit is een goed project. Dit is de prioriteit, namelijk bewoners van een sociale woning toegang geven tot duurzame groene energie, het verschil laten merken in de portemonnee en dan nog eens een steentje bijdragen aan de heel nodige klimaattransitie. Dat is enkel maar een goede zaak.
Aan de andere kant willen we allemaal dat de kmo's er wel bij varen en voldoende kunnen participeren. Ik heb ook gelezen dat er een optie is om dat als consortium in te dienen. Ik denk ook dat dat de enige weg is. Ik heb zelf twee jaar gewerkt bij een klein aannemersbedrijf. Het gaat over 58.433 gebouwen, waar overal mensen wonen. Overal aanbellen, dat organiseren: een kmo kan dat niet aan. Op die schaal kan men niet anders dan dat op die manier aanpakken. Het gaat over een contract met een maximum waarde van 400 miljoen euro. Dat is echt niet niets. Er is nog weinig beslist. We zullen zien hoe het zit met kmo's die meededen of niet.
Minister, ziet u mogelijke gevolgen voor deze doelstellingen door het vernietigingsarrest van het Grondwettelijk Hof van de terugdraaiende teller? Kunnen de ambities volgens u gevrijwaard blijven of zijn er implicaties?
In de commissie Wonen van oktober stelde collega Smeyers daar ook al een vraag over. U gaf toen aan dat u zeker wou zijn dat de wetgeving op de overheidsopdrachten gerespecteerd werd. Hebt u indicaties dat dat niet gebeurd is?
Minister Diependaele heeft het woord.
Wat betreft de vraag over het arrest: neen, het systeem is nog niet uitgerold, ze zijn nog niet geplaatst. Ze wisten dat er een nieuw systeem zat aan te komen en dat het onder het nieuwe systeem valt. Dat is helemaal niet het geval.
Mijnheer Veys, wat ik wel een beetje vreemd vind, is dat u eraan twijfelt of het al dan niet zou kloppen dat het in een kavel is uitgegeven. Dat is publiek. U verwijst naar het feit dat het een Europese aanbesteding is. Een Europese aanbesteding wordt publiek gemaakt en wordt in de markt gezet. Iedereen kan zien dat het gaat over de volledige werken over heel Vlaanderen in één aanbesteding. Daar is geen twijfel over. U mag dat niet in vraag stellen.
Toen wij dat binnenkregen, was mijn bedenking waarom dat niet was onderverdeeld. U hebt gelijk: het is inderdaad perfect mogelijk dat kmo's zichzelf samen gooien en intekenen, dat kan zeker. Een ander punt is ook mogelijk, namelijk dat een groot bedrijf het binnenhaalt en werkt met onderaannemers. Ik spreek me niet uit over de prijs, want dat mag ik zeker niet doen, maar waarom zou het niet kunnen worden onderverdeeld in verschillende kavels? Dat is mijn vraag geweest. Dan zou het gemakkelijker en ook beheersbaarder en behapbaarder zijn, en zou er minder kans zijn dat er een buitenlandse grote producent inschrijft en dan nog altijd via onderaannemers werkt. Ik twijfel er niet aan dat dat zal gebeuren. Maar dan missen we natuurlijk de input die de grote aanbieder zal doen. Dat is de bezorgdheid die wij geuit hebben.
Het was volgens mij in het kader van de relance misschien beter geweest om het toch in verschillende kavels te doen. Men kan een aanbesteding ook in verschillende kavels in de markt zetten. Wij zetten ook af en toe dingen in de markt. Bijvoorbeeld het buitenlands vermogensonderzoek doen wij niet in een groot deel, dat doen we in 24 of 25 delen. Dan kunnen bedrijven specifiek inschrijven zodat het voor hen behapbaar is of wat dan ook. Om u maar te zeggen dat het ook een mogelijkheid was geweest. Wij hebben ons de bedenking gemaakt om het bijvoorbeeld per provincie op te delen. Dat was dan perfect in overeenkomst met de Europese aanbestedingsprocedure, er is geen enkele reden om daaraan te twijfelen, maar het zou wel de kansen verhoogd hebben voor bedrijven van hier. Daar ben ik van overtuigd.
Voor alle duidelijkheid, ASTER mag op geen enkele manier informatie delen tijdens de procedure. We zullen zien. Ik weet ook niets, in alle eerlijkheid. Er is de mogelijkheid dat er een consortium optreedt, dat kan. Dan kan het nog wel goed uitdraaien. Maar dat zullen we moeten bekijken zodra het rond is.
Ik blijf er wel bij dat die aanbesteding publiek is. Wij hebben daar kennis van kunnen nemen. Iedereen kon dat zien. Dan mag je die bezorgdheid wel uiten. Het gaat niet eens over gebruiken van gezag of wat dan ook, ik denk dat we de neuzen in Vlaanderen in de richting van relance moeten duwen en dat iedereen best meetrekt aan dat karretje. De overheid alleen zal dat niet kunnen, dus denk ik dat we die bezorgdheid in dat kader mochten meegeven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.