Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over de projectoproep die er is geweest over investeringen in toegankelijk groen in onze Vlaamse Rand. Sinds de coronapandemie hebben vele Vlamingen de natuur in eigen gemeente of de eigen streek herontdekt, de groene parken, bossen en landschappen in Vlaanderen. Maar we weten allemaal dat die open ruimte in de Vlaamse Rand onder druk staat. Nochtans staan we in de Vlaamse Rand bekend om onze prachtige parken en glooiende landschappen en hebben we dus een ideale omgeving om even uit te waaien, uit te blazen of tot rust te komen. Dat is niet vanzelfsprekend in onze regio, want we voelen de druk van Brussel, de grootste stedelijke zone van het land. Die is vlakbij en dat biedt dan wel kansen op het gebied van economie en toerisme, maar het creëert ook veel uitdagingen op het vlak van verstedelijking. Cijfermatig is bewezen dat we het moeten doen met minder open ruimte dan andere regio’s in Vlaanderen.
Het is dan ook goed dat die projectoproep er is gekomen en dat u samen met uw collega Demir hebt beslist om 3,5 miljoen euro vrij te maken om te investeren in projectsubsidies voor meer toegankelijke natuur en om het landelijke karakter te versterken. De projectoproep werd begin juni gelanceerd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Naast initiatieven van lokale openbare besturen komen voor het eerst ook verenigingen en organisaties in aanmerking voor een financiële ondersteuning, tot wel 50 procent van de aankoopprijs van het terrein – tot 60 procent voor bebossing – en tot 80 procent van werken voor een groene en toegankelijke inrichting.
Hoewel de projectoproep er in de zomermaanden kwam en de indieningsperiode niet zo lang was, werden er heel wat aanvragen ingediend en kregen in totaal 24 projecten verspreid over de Vlaamse Rand groen licht. Dat was het geval voor een project van mijn eigen gemeente – waarvoor dank, minister –, maar ook projecten in Ternat, Linkebeek, Merchtem, Wemmel, Overijse, Hoeilaart, Lennik en Beersel komen in aanmerking.
Minister, hoe evalueert u het tot nu gelopen traject en de interesse vanuit de lokale besturen en verenigingen met betrekking tot deze projectoproep?
Bent u van plan om in de toekomst dergelijke trajecten opnieuw uit te schrijven om verder te investeren in natuur in de Vlaamse Rand?
Ik dank u alvast voor uw antwoord.
Minister Weyts heeft het woord.
Goedemorgen iedereen, u weet natuurlijk waar het ons om te doen is in de Vlaamse Rand: om Vlaams en groen. Ik vergelijk die twee doelstellingen even met de vorige beleidsperiode: ook toen waren dat de doelstellingen, alleen was het nogal moeilijk om financiële middelen te koppelen aan dat discours. ‘Put your money where your mouth is’ was in de vorige regeerperiode moeilijk hard te maken.
Dankzij het Randfonds is dat tijdens deze regeerperiode wel even anders. Ik blik even terug. Wij hebben ook groene projecten in de Vlaamse Rand. Via toenmalig minister Schauvliege ben ik er toen ook wel in geslaagd om te zorgen voor extra groen in de Vlaamse Rand, maar aan een budgettair tempo van 1 miljoen euro in twee jaar, 2018 en 2019. Nu spreken we dankzij het Randfonds over een impuls van 3,5 miljoen euro, samen met minister Demir. 3,5 miljoen euro in één jaar.
We gaan dat investeren in 24 projecten, waarvan de helft wordt gedragen door het Randfonds, de andere helft door het ANB via de projectoproep ‘Groene Rand’. Ter vergelijking: die projectoproep bestond ook in de vorige regeerperiode. In die regeerperiode hebben we minder kunnen investeren dan de 3,5 miljoen euro die we nu op 1 jaar kunnen investeren. Daar zie je de hefboomwerking van dat fonds. We zorgen er ook voor dat het Randfonds een groter effect heeft, dat het niet enkel om die 3,5 miljoen euro per jaar gaat. In samenwerking met collega’s zoals minister Demir gaat het de facto om een verdubbeling van die middelen.
De inbreng van het Randfonds zorgde voor een hogere inbreng vanuit het ANB. Dit volgens het principe ‘een euro voor een euro’. Bovenop elke euro vanuit het Randfonds wordt 1 euro bijgelegd vanuit het ANB. Het Randfonds zorgt zo voor een groene turbo in de Vlaamse Rand. Evident lag de focus op de Vlaamse Rand, volgens de traditionele definitie van de 19 gemeenten. Maar we hebben dit uitgebreid naar een ruimere perimeter, namelijk naar Halle-Vilvoorde. Van de 24 projecten liggen er 17 in de Vlaamse Rand en 7 in de rest van Halle-Vilvoorde. Ik vind dit een goede balans. De focus blijft dus liggen op de Vlaamse Rand, maar we breiden ook een beetje uit naar de andere gemeenten van Halle-Vilvoorde.
De oproep stond open voor publieke en private partners. Dus lokale besturen, OCMW’s en intercommunales, maar ook verenigingen als Natuurpunt. Er was ook geen minimumvoorwaarde voor de aankoop van gronden. Vroeger was dat wel zo. Vroeger moest het perceel een zekere grootte hebben. Dat is natuurlijk ons groot nadeel in de Vlaamse Rand. We hebben niet meer van die grote percelen die kunnen worden aangeboden of die nuttig zijn voor aanplanting. We moeten gebruik maken van de kleinere percelen. Vroeger was daar geen steun voor. Dat hebben we nu aan de kant geschoven. Zo kunnen we zorgen voor bebossing en extra groen op de kleinere percelen. Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd. Dat geldt zeker voor de doelstelling van een vergroening van de Vlaamse Rand.
Naast die oproep met minister Demir komen er ook nog eens 7500 gordelbomen bij. Wij hebben van de Gordeleditie van 2020 een digitaal gegeven gemaakt. Dat is een groot succes geweest. Voor elke geregistreerde deelnemer beloofden we een boom aan te planten in de Vlaamse Rand. Belofte maakt schuld. We gaan zo 7500 bomen planten. De eerste bomen werden in Sint-Pieters-Leeuw geplant op het einde van 2020. In het momenteel lopende plantseizoen planten de Bûûmplanters de rest aan, de meer dan 7500 extra bomen.
Samen met collega Demir evalueer ik het tot nu gelopen traject. De interesse van lokale besturen en verenigingen voor de projectoproep was alvast zeer groot. Er waren 33 ingediende projecten, ter waarde van 8 miljoen euro. De vraag was groter dan het aanbod. We zijn tevreden met de respons. Er was ook een aanzienlijke stijging van het aantal projecten en van het subsidiebudget in vergelijking met de afgelopen jaren. In 2018 werden 7 projecten goedgekeurd voor in totaal 1 miljoen euro. In 2019 ging het over 8 projecten ter waarde van 900.000 euro. In 2020 waren er 24 projecten ter waarde van 3,5 miljoen euro.
Als conclusie van die evaluatie zullen we bekijken of we die samenwerking voortzetten en desgevallend ook kunnen verruimen, of we ons meer tot private personen zullen richten. Hoe dan ook zal het Randbeleid blijvend inzetten op het versterken van de groene Rand.
We bekijken nu de modaliteiten. Maar één ding is duidelijk. Er is een grote vraag naar het beschermen en versterken van de groene gordel. We gaan bekijken wat we nog extra kunnen doen. Ik zou heel graag ook dat mobiliserende effect hebben naar de ruimere samenleving. Zoveel mogelijk: niet alleen de klassieke lokale besturen en verenigingen, maar waarom ook niet particulieren en particuliere bedrijven in de verleiding brengen om ook hun duit, of hun boompje, in het zakje te doen ten voordele van de Vlaamse groene Rand.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, het zal u niet verbazen dat ik zeer blij ben met uw antwoord. U hebt aan het begin van de legislatuur aangegeven dat u via het Randfonds bijkomende inspanningen wilde doen om de Vlaamse Rand groen te houden en het groene karakter te versterken. Deze projectoproep is een mooi voorbeeld dat de doelstellingen van het Randfonds aantoont en de kritieken op dat fonds, die er aan het begin van de legislatuur waren en die eigenlijk onbegrijpelijk waren, weerlegt. U noemde het een hefboom, een groene turbo. Het zijn geen middelen die in de plaats komen van andere middelen, maar ze komen samen met de middelen van Natuur en Bos. De budgetten gaan ook niet enkel naar de strikte Randgemeenten, want zeven gemeenten zijn geen strikte Randgemeenten en ik ben daar zeer blij om. Ik kan u alleen maar aanmoedigen om dat beleid voort te zetten.
Er zijn 33 projecten ingediend. Ik heb in de omgeving hier gemerkt dat het enorm leefde bij de lokale besturen en het middenveld. De vraag om meer groen mogelijk te maken, zal blijven bestaan. Ik vind het dan ook positief dat u bereid bent om innovatief te denken en af te stappen van het inrichten van groen door de overheid, maar dat u wilt kijken naar private partners om de doelstelling van meer groen in de Vlaamse Rand te bereiken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik zal beginnen met de woorden van mevrouw De Coninck als ze zegt dat er aan het begin van de legislatuur nogal wat kritiek kwam op de plannen van het Randfonds. Die kritiek kwam grotendeels vanuit onze fractie, van mij. Toen was de vrees dat het Randfonds vooral een sinterklaaspolitiek van de minister dreigde te worden. Maar de kritiek was vooral ook dat als de middelen eenzijdig of exclusief zouden focussen op de negentien Randgemeenten, dit een ongelijke strijd zou worden voor alle andere gemeenten die daar niet toe behoren en net buiten de Rand liggen, maar toch worstelen met dezelfde uitdagingen van een grootstedelijke problematiek.
Minister, al goed dat ik op die nagel ben blijven kloppen. Het was aanvankelijk niet uw bedoeling om dit uit te breiden, maar het is goed dat u daarnaar hebt geluisterd. Het is goed om als minister rekening te houden met de kritiek vanuit de oppositie en dat u de enge definitie van de 19 gemeenten voor een stuk hebt losgelaten. Ik begrijp dat 7 van de 24 projecten buiten de strikte Rand liggen. U zegt wel dat u die focus wilt houden. Ik wil u oproepen om die focus toch los te laten, die enge focus op de strikte Rand. Behandel alle gemeenten op dezelfde manier, op hetzelfde niveau en vertrek vanuit de noden.
Ik ben zeer blij in uw antwoord te horen dat het echt wel een hefboom kan worden. Ik zal u daarvoor blijven feliciteren.
De focus voor dit jaar ligt nog op het groene karakter. Tijdens de bespreking van de beleidsbrief heb ik begrepen dat een volgende focus op onderwijsprojecten zou liggen. Zal dit vanaf 2022 zijn? Wat zullen de doelstellingen en criteria zijn voor de nieuwe call inzake onderwijs? Zullen daar ook – ik zie daar meer moeilijkheden – private partijen bij betrokken worden? Hebt u al enig zicht op die plannen?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat is de doelstelling voor dit jaar? Onderwijs zal de focus zijn, maar dat wil ook zeggen dat we heel concreet gaan werken. Voor het groene project gaat het concreet over extra bomen; voor het onderwijs gaat het over extra banken, extra capaciteit, extra zitjes voor leerlingen in de Vlaamse Rand, waar er ongelooflijk nood aan is. Dat zal vooral de concrete doelstelling zijn.
Ik geef ook nog even mee aan de vraagsteller dat we erin geslaagd zijn om met dit project, in samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos, 45.896 extra bomen in de Vlaamse Rand te planten. Afgerond zijn dat 46.000 extra bomen op 83 hectare. Dat zijn toch serieuze aantallen en dat betekent voor de vergroening een serieuze stap vooruit. Het is de bedoeling om een offensieve politiek te voeren. In het verleden was de houding defensief: houden wat we hebben aan groene ruimte in de Vlaamse Rand. Met projecten als deze, komen er 46.000 bomen bij, 83 hectare extra groen. We gaan dus in het offensief en verlaten de defensieve posities: niet behouden wat we hebben, maar extra groen.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, collega's, ik kan alleen maar bevestigen wat ik daarnet al zei. We zijn zeer verheugd met deze projectoproep. Wij moedigen u aan om dat beleid voort te zetten. Er is nood aan, en er is draagvlak voor. Het zal de Vlaamse Rand ten goede komen.
Aan collega Segers wil ik zeggen dat het lijkt alsof u horende doof bent geweest bij de bespreking in het begin van de legislatuur. Toen heeft de minister ook al gezegd dat het in eerste instantie voor de Randgemeenten is, maar dat het niet wil zeggen dat het zo strikt moet worden geïnterpreteerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.