Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT
Hoorzitting over de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg en deze hoorzitting via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Op donderdag 10 december is de nieuwe beheersovereenkomst voor de komende vijf jaar tussen Vlaanderen en de VRT goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Die beheersovereenkomst is ambitieus en er staan verschillende nieuwe zaken in. Maar tegelijkertijd valt op dat de VRT al die bijkomende lovenswaardige ambities zal moeten waarmaken met steeds minder middelen. De in 2019 aangekondigde besparingen worden immers volop doorgezet. Tegen 2025 zal de VRT het met maar liefst 25,1 miljoen euro minder moeten doen. De extra middelen voor de digitale transformatie, 16 miljoen zeer welgekomen euro’s, compenseren die besparingen niet.
De VRT staat met deze nieuwe beheersovereenkomst voor verschillende uitdagingen. Zo zal ze er samen met de andere mediapartners voor moeten zorgen dat de Vlaming correcte en betrouwbare informatie krijgt. De nadruk ligt nu op de correctheid van het nieuws, niet op de snelheid ervan. Daarnaast worden er hogere quota opgelegd. Zo moet de VRT het diverse Vlaanderen weerspiegelen in haar programma’s. Ze moet tegen 2025 streven naar een aandeel van 48 procent vrouwen. En daarmee gaan we eindelijk ooit aan 51 procent raken, wat de realiteit is. Dat is al een goede vooruitgang. Ze moet ook streven naar 9,5 procent mensen van buitenlandse origine en 2 procent mensen met een beperking in haar programma’s.
Daarnaast wordt er een hoge ambitie opgelegd in het bereiken van jongeren die minder en minder lineair kijken. En ik denk dat het mediaconsumptiegedrag van jongeren momenteel echt revolutionair is. Daar is echt sprake van een disruptie. De VRT moet voortaan 65 procent van de jongeren bereiken met het nieuwsaanbod. Ook moet het digitale aanbod van de VRT verder inspelen op het veranderende mediagebruik en moet ze ook aanwezig zijn op alle socialmediaplatformen, zoals Instagram, TikTok enzovoort. Verder worden – en daar was ik ook wel blij mee – de longreads op VRT NWS niet verboden, maar moet tegen 2025 65 procent van de artikels gespekt zijn met audio en/of video.
Ondanks die nieuwe uitdagingen krijgt de VRT ook te maken met nieuwe beperkingen en meer controles. Zo zal de onpartijdigheid van de VRT in de berichtgeving voortaan jaarlijks worden gecontroleerd, in samenwerking met een academische partner. Daarnaast zal de VRT zich terughoudend moeten opstellen bij het kopen van uitzendrechten op open net voor wieler- en voetbalwedstrijden, indien er interesse is bij de commerciële omroepen. De VRT zal ook transparanter moeten zijn over vergoedingen aan schermgezichten. Daar volgt ze eigenlijk wat de BBC ook al doet. Ze zal zich daar ook terughoudend in moeten opstellen. Mijn vrees is dat de grote mediatalenten van de toekomst niet meer op de VRT-televisie en -radio te zien dreigen te zijn. Verder zal de VRT geen internationale reeksen meer in preview kunnen aanbieden op VRT NU, maar de eigen fictiereeksen wel.
Dat zijn een heel pak vragen en bezorgdheden, ondanks mijn positieve algemene evaluatie van deze beheersovereenkomst, die uitstekend onderhandeld is geweest en die getuigt van een grote goodwill, zowel van de kant van de VRT als van de minister.
Minister, kunt u toelichten op welke manier de VRT de extra taken zal moeten uitvoeren met minder budget? Dat zal straks ook een heel belangrijke vraag zijn in de hoorzitting daarover met de nieuwe ceo, de heer Delaplace. De heer Delaplace stelde op 10 december in Terzake over de besparingen op de VRT dat “we keuzes gaan moeten maken in het aanbieden van de producten”. Zullen er door de besparingen bepaalde types programma’s of producten van de VRT sneuvelen?
Zullen de besparingen invloed hebben op de personeelssamenstelling van de openbare omroep? Dat is ook een terechte bekommernis van de vakbonden, want er zal meer gebeuren met minder geld. Zo ja, worden er al of niet afvloeiingen voorzien? Op welke manier? Tegen wanneer? Dat is een belangrijke bezorgdheid.
Waarom is ervoor gekozen om de VRT niet de kans te geven om op een eerlijke manier mee te bieden voor uitzendrechten voor sportwedstrijden? Kunt u garanderen dat de VRT door de nieuwe beheersovereenkomst haar polepositie in de sportverslaggeving niet zal kwijtspelen aan de private mediaspelers? Kunt u garanderen dat door deze nieuwe regel Sporza, dat toch wel een heel sterk merk is, ook een sterk merk zal kunnen blijven? Wat verwacht de minister dat de VRT nog zal kunnen uitzenden qua sport?
Op welke manier zal de controle voor transparantie en onafhankelijkheid, waar in de pers heel veel over te doen is geweest, opgezet worden? Wie zal de academische partner zijn? Zijn daar al stappen in gezet? Wordt dat een louter kwantitatieve oefening of ook een kwalitatieve? Dat zijn vragen die ik straks zeker opnieuw zal stellen.
Waarom is er gekozen voor nog meer controle op de onafhankelijkheid en neutraliteit van de VRT, terwijl elk onderzoek dat al is gebeurd, aantoont dat de stakeholders en de kijkers op dat vlak een heel groot vertrouwen hebben in de publieke omroep? Op welke manier zult u ervoor zorgen dat die grote focus op neutraliteit niet verlammend of intimiderend gaat werken op de nieuwsredactie van de VRT? Want die kans is toch wel bijzonder reëel, als journalisten weten dat met het apothekersschaaltje het aantal minuten voor deze of gene politicus wordt gemeten. Dan worden journalisten wel heel hard in een keurslijf gedwongen.
Ik wil nog afronden met een gedicht, voorzitter. Ik lees heel graag gedichten voor, maar dit jaar heb ik ervoor gekozen om het niet zelf te lezen. Het is een gedicht van Lisette Ma Neza, een slamdichteres. Zij was geïnspireerd door Amanda Gorman, die fantastische dichteres die de hele wereld heeft leren kennen. Ze was afgelopen zondag te gast in De Zevende Dag. Ik zou graag dat fragment willen laten horen. (Katia Segers toont een videofragment.)
De inauguratiedichteres
Alle mensen die ons met Amanda
vergeleken - de volgende ochtend
- de zwaarte van de aarde in haar
pigment opgeslagen
Een gezicht dat op het mijne lijkt,
een snelheid van witte woorden die
we eindelijk kunnen volgen
Hoe ze de toekomst van de Verenigde Staten
op haar schouders durfde te dragen
Terwijl ze op de schouders van
haar voormoeders stond
En verenigen deed ze
Herenigen deed ze
Vertegenwoordigen deed ze
“I have a dream” werd “I have a poem to recite”
Ik zie haar in jouw gezicht; mezelf
Mijn zuster Amanda, ik wil je schrijven over onze zussen
die net zoals wij durven spreken en schrijven
Durven dichten
Geen daden, maar dappere woorden:
dichten over hoe ze verdwijnen wanneer
ze plots zwarte vrouwen worden
Over het bloeden
De broeders die wegkwijnen
Het zwijgen
Het wegkwijnen van de moeders
die wenen in westerse talen
De trauma’s
De vaders die vluchtten
De mannen die kwijlen
De klasgenoten die aan onze vlechtjes trekken
Met elk verdriet van de meisjes
het verkleinen, het verkruimelen
van hun witte woordenschat
De stilte… die jij doorbrak
Het verhaal van de mensheid heeft haar ogen op jou gericht, Amanda
Schrijf nu het jouwe
En inderdaad
Zelfs als we rouwen groeien we op
En terwijl we rouwden groeiden we… op
Ik zie
Ik zie
Wat jij niet ziet het en het is
Zwart
En ik zag, ik zag
Wat jij ook zag
In het meisje met haar gele jas
Mezelf
Oog in oog
met het Trump-tijdperk
het Witte Huis dat weer kleur bevat
Black Lives Matter
En de coronacrisis stelt mijn zuster
Er is altijd licht en
We zijn enkel het licht als we
dapper genoeg zijn
Om in het licht te kijken
En voor even, zagen we het schijnen
Alle mensen die ons met Amanda
vergeleken de volgende ochtend
We zijn haar
We zijn hier
We zijn gehoord
Het zwarte meisje schreef
Het zwarte meisje sprak
– Marius Meremans treedt als voorzitter op.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, wij hebben met Groen heel gelijkaardige bekommernissen als mevrouw Segers.
U ondertekende op 10 december de beheersovereenkomst. Proficiat, u bent geland voor het einde van het jaar. We zijn ook heel blij om te lezen dat er verder zal worden ingezet op een digitale omslag, noodzakelijk om stand te houden als relevant mediabedrijf en om maatschappelijke impact te realiseren. Het is ook goed dat er een intense focus is op betrouwbare informatie als gemeenschappelijk referentiepunt en dat de strijd tegen desinformatie zal worden opgevoerd. Ook de extra aandacht voor diverse en jongere personen en groepen op het scherm en in de organisatie en de daaraan gekoppelde streefcijfers zijn waardevolle doelen.
Groen is echter ook bezorgd en vraagt zich af of de vele vooropgestelde ambities – digitalisering, vechten tegen desinformatie, meer cultuur en diversiteit – wel haalbaar zijn met het daarvoor beschikbare budget. Zal de VRT de doelen, vastgelegd in de beheersovereenkomst, niet gaandeweg moeten temperen en sommige zelfs schrappen, omdat het anders niet werkbaar is? Zijn er echt voldoende andere lijnen beschikbaar om extra inkomsten te genereren?
U maakt eenmalig een transformatiebudget van 16 miljoen euro vrij, gespreid over vijf jaar, om de VRT te reorganiseren en verder te digitaliseren. Hoe bent u aan dat budget gekomen? Is het tot stand gekomen na overleg met de VRT? Wat zijn de andere maatstaven of onderzoeken waarop u zich baseerde? Waarom denkt u dat dit voldoende is? U koppelt een reorganisatie en de verdere digitalisering aan elkaar. Waarom? Kunt u dat toelichten?
Het reclameplafond zal na 2021 evolueren met de markt. Groeit de reclamemarkt, dan stijgt het plafond en vice versa. De Vlaamse overheid zal een marktindex ontwikkelen, in samenwerking met de VRT en de particuliere media. Kunt u daar meer duiding over geven? Wat is de timing? Hoe zal dat in zijn werk gaan?
Verder kondigde u aan dat de Vlaamse Regering en mediabedrijven samen de strijd aangaan tegen nepnieuws, een strijd die we ook duidelijk terugvinden in de beheersovereenkomst. Een belangrijk onderdeel in die strijd is de opstart van een factcheckplatform. Op welke verschillende niveaus ziet u de actieve rol van de VRT daarin? Het factcheckplatform zou in 2021 af moeten zijn. Wanneer mogen we dat verwachten? Het factcheckplatfom kadert in een breed digitaal transformatieprogramma, waarvoor u 29 miljoen euro uittrekt. Hoeveel van dat budget zult u inzetten voor het factcheckplatform? Hoeveel wordt toegewezen aan de VRT? Is dat eenmalig of zult u het platform jaarlijks betoelagen?
De VRT is een onderdeel van het media-ecosysteem en wordt verondersteld dat te versterken. Daarvoor kan ze autonoom rendabele samenwerkingen met externen aangaan. Streamz is daar een voorbeeld van. Tijdens de hoorzittingen kwamen veel middenveldorganisaties aan het woord. Velen hadden dezelfde vraag. Zij wensen graag intensiever samen te werken met de VRT. Die organisaties functioneren echter niet vanuit een commercieel oogpunt. Toch zijn zij enorm belangrijk vanwege hun knowhow rond verschillende thematieken: welzijn, educatie, gezondheid, minderheidsgroepen, jongeren. Vreest u niet dat, gezien de dalende beschikbare middelen van de VRT, zij nog meer uit te boot zullen vallen? Hoe zult u erop toezien dat de VRT op een doorgedreven manier met hen samenwerkingen aangaat? Zult u daarvoor op zoek gaan naar extra budgetten, eventueel bij uw collega-ministers, aangezien het voor die beleidsdomeinen ook heel interessant kan zijn om samen te werken met de VRT? Wat is uw plan van aanpak?
Er zal een strikter beleid uitgewerkt worden op het vlak van gokreclame. Kunt u dit meer in detail toelichten? Waarom is er niet gekozen voor een verbod?
Ten slotte: de VRT is neutraal, betrouwbaar, onpartijdig, onafhankelijk en autonoom. Toch wordt dat geregeld in twijfel getrokken, met als doel de geloofwaardigheid van de sterke omroep te ondermijnen. Als antwoord dient de VRT mee te werken aan een vergelijkend onderzoek waar haar neutraliteit gemonitord zal worden. Bent u van mening dat de VRT al over de schreef ging? Waarom vond u het belangrijk om die monitoring expliciet op te nemen in de beheersovereenkomst? Wat zijn voor u de positieve elementen en de gevaren van zo’n onderzoek?
Tot daar mijn inleidende vragen.
Minister Dalle heeft het woord.
Zoals afgesproken zal ik eerst een algemene toelichting geven, waarin al een aantal vragen beantwoord zullen worden, of deels beantwoord zullen worden, en vervolgens ingaan op de specifieke vragen die nog niet beantwoord zijn. Ik begrijp dat de voorzitter van de raad van bestuur en de gedelegeerd bestuurder nadien onmiddellijk aansluiten en dat er vervolgens ruimte is voor extra vragen van alle collega’s hier.
Collega’s, het is een belangrijk moment geweest eind vorig jaar: de ondertekening van deze beheersovereenkomst. Dat is natuurlijk altijd het geval, maar zeker in deze tijden van transformatie van het medialandschap is dat erg bepalend, uiteraard voor de openbare omroep en voor al die kijkers, lezers, luisteraars van die openbare omroep, mediagebruikers, maar ook voor het volledige medialandschap.
We zijn daar niet over één nacht ijs gegaan. Toen ik op 2 oktober 2019 de eed aflegde, was de oorspronkelijke bedoeling om tegen de zomer van vorig jaar klaar te zijn. We zijn daar niet in geslaagd, we hebben die timing niet gehaald. Daar zat voor een deel wel covid tussen, maar ook voor een deel de voorgeschiedenis die we gehad hebben bij de start van de legislatuur. Maar we hebben wel de timing kunnen aanhouden, en daar ben ik heel erg tevreden mee. Eigenlijk zijn we met de echte besprekingen en voorbereidingen gestart op 20 februari 2020. We hebben er uiteindelijk acht maanden over gedaan, met een kick-off op ons kabinet die nog fysiek kon plaatsvinden. Nadien hebben we ongeveer alle meetings virtueel gedaan, via Zoom of Teams. Dat was een zeer uitdagende periode. Maar we zijn er – denk ik – in geslaagd om op tijd te zijn en vooral om kwaliteit werk af te leveren, met grote dank aan mijn eigen team, kabinet en administratie, maar zeker ook aan het team van de VRT, sinds augustus onder leiding van CEO Frederik Delaplace, en ook aan de collega’s in de regering en zeker ook jullie in het parlement.
Wij hebben sinds de start van deze regering en het afsluiten van de beheersovereenkomst heel regelmatig gedachtewisselingen gehad in het parlement, hoorzittingen, en ook een resolutie van jullie met aanbevelingen, met aandachtspunten. Jullie hebben kunnen zien dat heel wat van jullie aandachtspunten ook hun weerslag gevonden hebben in die beheersovereenkomst, punten die uiteraard door de meerderheid zijn aangehaald in de resolutie, maar ook suggesties en goede ideeën die door de collega’s van de oppositie naar voren zijn geschoven. Ik heb dat bijzonder geapprecieerd het afgelopen jaar, dat we ook met jullie zo goed hebben kunnen samenwerken daarover. Het was een traject stap voor stap, met een inhoudelijk voortraject waar we met de teams de verschillende inhoudelijke aspecten hebben uitgediept. Er is ook de bevraging geweest van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC). Uiteraard zijn elementen van de beleidsnota Media meegenomen, en, zoals gezegd, de resolutie die is voorbereid in deze commissie.
Diverse bedrijfsmatige aspecten zijn ook aan bod gekomen in die besprekingen, met de onmisbare steun van de financiële experten van de VRT en van de Vlaamse overheid. Heel bepalend was natuurlijk het leiderschap bij de VRT. U weet dat we gestart zijn met de interim-CEO van de VRT, Leo Hellemans, die niet alleen weer rust moest brengen binnen de VRT, maar vooral dat proces moest begeleiden, en dat zeer efficiënt gedaan heeft, en vervolgens vanaf augustus met Frederik Delaplace, die als nieuwe CEO zijn eigen inzichten heeft kunnen inbrengen in die onderhandelingen.
Het samen zoeken en evolueren naar toekomstgerichte strategische doelstellingen was daarbij bepalend. Dat is zeer constructief verlopen, ik denk dat ook de teams van medewerkers en de leiding van de VRT daarmee akkoord zullen gaan. Hetzelfde geldt overigens voor de beraadslaging nadien in de schoot van de regering en de interkabinettenwerkgroepen. Ook het feit – en dat is zeer opmerkelijk – dat de VRT overleg pleegde met de andere mediaspelers, mag als vrij uniek worden bestempeld.
Collega’s, we hebben natuurlijk in de pers verschillende reacties kunnen lezen: positieve, minder positieve, soms helemaal negatieve. Ik begrijp heel goed dat verschillende spelers, verschillende bedrijven, verschillende organisaties anders denken over de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en de VRT en dat, als zij het geschreven zouden hebben, het er misschien anders uitgezien had. Maar ik denk dat niemand zal ontkennen dat er op een bijzonder open manier is gesproken tussen de mensen van de VRT en de private mediaspelers. Hetzelfde geldt ook voor mijn eigen kabinet en administratie.
Zoals ik al zei, het zoeken naar opportuniteiten, het onderhandelen met de collega’s binnen de Vlaamse Regering: ook dat heeft een grote toegevoegde waarde gehad, zowel in de schoot van de interkabinettenwerkgroepen met de experten van de collega-ministers, en ook het betrekken en overtuigen van de collega’s in het kernkabinet en de Vlaamse Regering.
Dit alles, dit proces, dat toch wel lang geduurd heeft en een zeer diepgaand proces was, heeft gemaakt dat we vandaag fier mogen zijn op het resultaat dat voorligt. Ik denk dat ik namens de hele Vlaamse Regering spreek wanneer ik zeg dat we heel tevreden zijn met dit resultaat. De Vlaamse overheid, als enige aandeelhouder van de VRT, kan tevreden zijn met deze beheersovereenkomst. Dat zal ten gunste komen van al die 6,5 miljoen echte aandeelhouders van de VRT, namelijk alle kijkers, luisteraars en mediagebruikers die we in Vlaanderen en Brussel kennen.
Ik heb een presentatie over de beheersovereenkomst die toelichting geeft bij de zes grote strategische doelstellingen. Voor mij zijn er eigenlijk vier punten die echt de aandacht verdienen en die centraal staan in de strategische visie van de Vlaamse overheid op deze beheersovereenkomst.
Ten eerste leidt deze beheersovereenkomst een radicale digitale omslag van de VRT in. Het is uiteraard het geval dat de VRT al lange tijd bezig is met de digitale omslag. Net zoals vele andere mediabedrijven is de VRT steeds meer actief op digitale platformen, daar waar ook de mediagebruikers actief zijn. Maar met deze beheersovereenkomst zetten we een stap verder. We gaan een kwantumsprong nemen richting een meer digitale toekomst. Dat is essentieel op het moment dat het mediagebruik, zeker van de jonge mediagebruikers, maar eigenlijk van heel velen onder ons, radicaal aan het veranderen is. De VRT moet daar zijn waar de mediagebruikers zijn. De VRT biedt ongelooflijk sterke inhoud, zowel op het vlak van informatie en duiding, maar ook als het gaat over cultuur, over sport, over kwaliteitsvolle ontspanning. We moeten er vooral voor zorgen dat die topkwaliteit ook op de plaatsen komt waar men kijkt, waar men luistert, waar men leest, waar men media beleeft. Vandaar de eerste topprioriteit: radicale digitale omslag.
Ten tweede is het een openbare omroep. Het is een mediabedrijf, een mediaorganisatie, maar bovenal ook een openbare omroep met een maatschappelijke opdracht, rond diverse maatschappelijke thema’s. We hebben daarnet met collega Jans het gesprek gehad over mentaal welzijn, de rol van influencers. Dat soort maatschappelijke debatten die vandaag centraal staan in de manier waarop we omgaan met media, komen ook aan bod en moeten ook aan bod komen bij de openbare omroep. De beheersovereenkomst is op dat vlak bijzonder duidelijk.
Derde punt. Het is een beetje in lijn met de methodiek die gehanteerd is in de voorbereiding, de methodiek van samenwerking en dialoog. In de wijze waarop de VRT opereert, moet samenwerking centraal staan. Samenwerking met de private spelers uiteraard, met de private mediaspelers, met de private productiesector, met alle partners die in het medialandschap actief zijn. Ik heb dat in deze commissie al vaak gezegd: onze Vlaamse mediasector zal niet sterk zijn door zichzelf te beconcurreren, maar kan maar sterk staan door samen te werken om op die manier die Vlaamse topkwaliteit te versterken in een internationaal zeer uitdagende context, met zeer kapitaalkrachtige buitenlandse spelers. Die mentaliteit van samenwerking doordesemt als het ware heel die beheersovereenkomst. Of het nu gaat over innovatie en technologie, of het nu gaat over productie van fictie, of het nu gaat over de manier waarop rond desinformatie gewerkt moet worden, steeds staat samenwerking centraal. Geen samenwerking door zichzelf te verloochenen, maar samenwerking vanuit de eigen sterkte. Dat is een derde krachtlijn die ik zie in deze beheersovereenkomst.
Een laatste punt is een lijn van vertrouwen en transparantie. Het afgelopen jaar is niet gemakkelijk geweest voor de openbare omroep – dat weten wij in deze commissie zeer goed –, met een aantal conflicten, met een zeer kritisch, om niet te zeggen vernietigend auditrapport van Audit Vlaanderen. Dat heeft een context gecreëerd van wantrouwen. Ik stel vast dat die context van wantrouwen het laatste jaar is omgebogen in een situatie van vertrouwen, maar vertrouwen gekoppeld aan grotere transparantie. Transparantie omdat de openbare omroep niet bang hoeft te zijn om transparant te zijn, om publiciteit te geven aan de eigen verdiensten, de eigen doelstellingen en over de manier waarop het belastinggeld wordt besteed. De Vlaamse aandeelhouder heeft daar recht op. Maar vice versa moeten we als Vlaamse overheid daar ook vertrouwen aan koppelen. Wij hebben bewust gekozen voor een beheersovereenkomst die niet bestaat uit honderden pagina’s, die niet bestaat uit een overdreven aantal performantie-indicatoren – we noemen het nu key performance indicators (KPI’s) –, maar een beperkt aantal van die indicatoren die echt een ambitie uitstralen.
Collega’s, voor mij zijn dat de vier belangrijke punten: de radicale digitale omslag, de focus op de maatschappelijke rol en de maatschappelijke meerwaarde, de notie van samenwerking en tot slot vertrouwen en transparantie.
Dat alles heeft zich vertaald in een zestal strategische doelstellingen, maar vooraleer daarop in te gaan, wil ik er nog even op wijzen dat ook de missie van de VRT nog eens op een kernachtige manier is samengebracht. De missie van de VRT gaat over kwaliteitsvol en onderscheidend aanbod brengen. De VRT moet het verschil maken. De VRT speelt een belangrijke rol in het leven van alle Vlamingen, heeft een breed bereik en wil maatschappelijk een impact hebben. Het is natuurlijk geen bedrijf als een ander, geen gewoon privaat mediabedrijf. Het is er voor alle Vlamingen, en heeft daar ook een maatschappelijke rol in te vervullen. Betrouwbare informatie staat daarbij centraal. De Vlaamse identiteit staat ook prominent in de kijker, collega’s, in al haar verscheidenheid en diversiteit. Dat moet in de samenleving te zien zijn en moet ook bij de VRT te zien zijn. Tot slot streeft de VRT ook naar excellentie in de dienstverlening, en ook in de kwaliteit van de inhoud die wordt aangeboden. Het is altijd goed om die missie nog eens helder te stellen.
Ter inleiding is er ook een situatieschets, een omgevingsanalyse, die de belangrijkste evoluties in ons medialandschap weergeeft: de wijzigende samenleving – dat moet ik jullie niet zeggen – met de nieuwe tendensen en maatschappelijke evoluties, het laatste jaar uiteraard met een ongekende wereldwijde pandemie, waar natuurlijk mediabedrijven belangrijker geworden zijn dan ooit, met belangrijke informatie over het virus.
De strijd tegen desinformatie werd nog relevanter dan voordien. Ik ben ook op dat vlak in het kader van de coronacrisis heel tevreden dat de mediabedrijven en dus ook de VRT vanaf het begin werden gezien als een essentiële sector, noodzakelijk om ook in coronatijden te blijven werken. Sommige bedrijven moesten minder beginnen te werken en noodgedwongen een stapje terugzetten, de VRT en de andere mediabedrijven moesten net dubbele uren draaien.
Lineair is niet langer de referentie. Iedereen weet dat niet een op de vier jongeren nog lineair kijkt naar het VRT-journaal en naar VTM Nieuws. De meerderheid van hen volgt het nieuws op andere manieren. Tegelijk hebben we ook gezien, ook tijdens de COVID-19-pandemie dat het VRT-journaal en VTM Nieuws nieuwe records hebben gebroken op het vlak van kijkcijfers, om maar niet te spreken over het afscheid van Martine Tanghe. Op verschillende momenten zijn daar ongekende cijfers genoteerd. Het lijkt een paradox, maar dat is het niet. Lineair is niet langer de referentie, maar lineaire televisie blijft wel heel belangrijk en blijft ook behoren tot de kerntaken van de openbare omroep.
Een volgend punt betreft desinformatie, filterbubbels en polarisering. De recente geschiedenis in de Verenigde Staten toont het belang daarvan aan. Polarisering, desinformatie en fake news zijn natuurlijk van alle tijden, maar door de impact van sociale media heeft dit aan intensiteit gewonnen en staat deze problematiek hoger op de agenda. De openbare omroep heeft daar uiteraard een belangrijke rol in te spelen.
Ik hoef ook niet te zeggen dat de internationale rol een grote druk zet op de lokale media doordat de businessmodellen, met name op het vlak van marketing en advertenties, sterk onder druk staan door die grote spelers.
Een laatste en uitzonderlijk belangrijk punt is waar we met het relanceplan van de Vlaamse Regering op inzetten, namelijk de steeds meer sturende rol voor technologie en data, en het belang van digitale technologie en van innovatie. Dit heeft alleen maar aan belang gewonnen tijdens de afgelopen jaren.
Dat is de context waarin deze beheersovereenkomst tot stand komt en die ook verklaart waarom is gekozen voor zes strategische doelstellingen: de VRT is relevant voor en dicht bij Vlaanderen, voor iedereen een breed; kwalitatief en in toenemende mate digitaal aanbod; betrouwbare informatie als gemeenschappelijk referentiepunt; de Vlaamse cultuur en creativiteit stimuleren; durven innoveren en gebruik maken van technologie voor maatschappelijke impact; samen het media-ecosysteem sterk houden.
Ik wil per strategische doelstelling enkele krachtlijnen naar voren schuiven en verwijzen naar een aantal KPI’s die voor die strategische doelstellingen relevant zijn.
Ten eerste is de VRT als openbare omroep relevant voor en dicht bij Vlaanderen. Dat betekent dat de VRT moet inzetten op die maatschappelijke opdracht. De VRT is een maatschappelijk kompas dat centraal staat en dat bepaalde maatschappelijke thema’s, thema’s die leven in Vlaanderen, die te maken hebben met het sociaal weefsel, met de economie en met onze cultuur, hoog op de agenda zet. De VRT is daarbij herkenbaar, betrokken en dicht bij alle Vlamingen. Het gaat om een inclusief project voor heel Vlaanderen, een open Vlaanderen, waar iedereen zich thuis kan voelen en waar iedereen aan bod en in beeld komt.
Daarbij wordt de lat hoog gelegd. Een openbare omroep moet de hoogste standaarden hanteren inzake integriteit, beroepsethiek en deontologie. De VRT moet als het ware een referentiepunt zijn in een woelig medialandschap.
Creativiteit moet daar een centrale plaats in krijgen. Het is de creativiteit van die ongeveer tweeduizend medewerkers van al die bedrijven waar de VRT mee samenwerkt, die de rijkdom uitmaakt van de openbare omroep. De VRT ambieert daarmee een maatschappelijke impact te realiseren en meet ook die impact, want meten is weten, zeker ook voor KPI’s. Dat is belangrijk voor de jaarlijkse controle door de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM).
Er zijn een aantal KPI’s die uitdrukking geven aan die strategische doelstellingen. Zo zet de VRT in op continu onderzoek van de directe maatschappelijke impact die mediagebruikers toeschrijven aan het aanbod en de initiatieven van de VRT. We hebben vorige week in de commissie Media nog een vraag gehad van mevrouw Segers, denk ik, over een kenniscentrum in de mediasector. Ik heb daar toen een antwoord op gegeven met de verschillende elementen die daar zijn, zoals ons Kenniscentrum Mediawijs en andere partners. Maar de VRT is ook zelf voor een deel een kenniscentrum en heeft ook een studiedienst die zorgt voor waardevolle studies en metingen.
De VRT kan ook jaarlijks honderd voorbeelden van maatschappelijke relevantie naar voren schuiven, over de verschillende aanbodsmerken heen. Die maatschappelijke relevantie moet ook duidelijk tot uiting komen in minimaal honderd voorbeelden.
Er is ook de organisatie of de co-organisatie van jaarlijkse evenementen die mensen verbinden op het vlak van onder meer maatschappelijke thema’s, zoals cultuur, muziek en sport, waaronder minstens vijf culturele evenementen. Collega’s, het zal u niet ontgaan zijn dat de VRT niet alleen de grootste Vlaamse cultuurinstelling van het land is, maar de afgelopen maanden ook een bijzonder belangrijke rol heeft gespeeld voor de culturele sector, gaande van de Toots-sessies tot de digitale boekenbeurs en recent ook de samenwerking met Podium 19, waar in deze commissie al een discussie over was. Dit komt tot uiting in die co-organisatie van minimum vijf culturele evenementen.
De VRT werkt tegen begin 2022 een strikter beleid uit op het vlak van commerciële communicatie inzake gokken ten opzichte van de bestaande regelgeving.
De VRT maakt op basis van de aanbevelingen uit het forensisch rapport van Audit Vlaanderen een actieplan. Ik had in een reactie op dat rapport in de plenaire vergadering aangekondigd dat de aanbevelingen van Audit Vlaanderen zouden worden geformuleerd als een resultaatsverbintenis in de beheersovereenkomst. Hier is ook woord gehouden.
Tweede strategische doelstelling: de VRT is er voor iedereen met een kwalitatief en vooral in toenemende mate digitaal aanbod. De VRT moet er voor iedereen zijn, maar daarbij is er ook bijkomende aandacht voor een divers en jong publiek en voor laaggeletterde mensen. Niet alleen intellectueel Vlaanderen moet zijn gading vinden bij de VRT, maar ook alle andere lagen van de bevolking, ook de meeste kwetsbare groepen. Daarbij wordt ook werk gemaakt van voldoende representativiteit en toegankelijkheid en van een verhoging van de diversiteit op een drietal vlakken in het personeelsbestand.
Een derde punt waar ik in het begin naar verwezen heb, is de keuze voor een resoluut multimediaal, digital, crossmediaal aanbod. Met een merkenportfolio die dynamisch is en het multimediale aspect bespeelt – ik denk dan aan platformen als VRT NU, VRT NWS en Sporza – en met een toekomstgerichte visie om in contact te komen met kinderen en jongeren, met een grotere focus en complementariteit in de merkenportfolio waarbij merken geen doel op zich zijn, maar ter ondersteuning van de digitale strategie, en met een brede educatieve rol en proactieve aanpak voor het versterken van mediawijsheid, zal ook de VRT die ondersteuning bieden voor een sterkere mediawijsheid van onze Vlamingen.
Dat vertaalt zich in verschillende heel ambitieuze KPI’s. Een voorbeeld daarvan is dat de VRT met haar aanbod op weekbasis minstens 85 procent van alle Vlamingen bereikt en minstens 75 procent van elke relevante doelgroep, bijvoorbeeld jongeren. Er wordt ook gestreefd naar diversiteit in de beeldvorming, in het volledige intern en extern geproduceerde videoaanbod.
Daar zijn effectief zeer ambitieuze streefcijfers gesteld. Zeker op het vlak van geslacht wil de VRT van 40 procent naar 48 procent gaan in 2025. Ook op het vlak van afkomst wil men gaan van 7,5 procent naar 9,5 procent. Tot slot – en daar ben ik zeer fier op – is er voor de eerste keer in de geschiedenis van de VRT ook een ambitieus streefcijfer inzake handicap, van 1,5 procent bij de start naar 2 procent in 2025. De heer Vande Reyde heeft daar eerder al een vraag om uitleg over gesteld. Het is niet de bedoeling om daar met een rigide telsysteem te werken, maar om op basis van steekproeven na te gaan of men daar in de juiste richting gaat. Ook in het personeelsbestand wordt gekozen voor die bredere diversiteit.
Het digitaal aanbod is natuurlijk bepalend en komt tot uiting wanneer de KPI bepaalt dat wanneer minimaal 10 procent van de kinderen of jongeren gebruik maakt van een bepaald platform, de VRT op dat platform actief zal zijn. Dat is een zeer gedurfde keuze: de VRT zal ook aanwezig zijn op sociale mediaplatformen waar jongeren aanwezig zijn, zelfs al is het niet zo evident om daar als openbare omroep, als nieuwsmedium, aanwezig te zijn. NWS (@nws.nws.nws) op Instagram is daar een heel mooi en ook een steeds succesvoller voorbeeld van en ook TikTok wordt op dat vlak ontwikkeld. Ik veronderstel dat op het eind van de legislatuur mogelijk nog andere platformen die we vandaag nog niet hebben, die populariteit zullen genieten.
De VRT versterkt ook haar digitaal bereik door in te zetten op meer geregistreerde gebruikers. Dat is heel belangrijk in de digitale strategie van de VRT. Tegen 2025 wordt gestreefd naar een op de twee Vlamingen die als geregistreerde gebruiker gekend zijn en een VRT-profiel hebben. De bedoeling is dat minstens de helft van die geregistreerde gebruikers regelmatige gebruikers zijn en dus regelmatig gebruik maken van de VRT NWS-site en VRT NU. Dit is een heel ambitieuze doelstelling waarbij wij van een op de vier Vlamingen een geregistreerde gebruiker willen maken.
De derde strategische doelstelling gaat over de corebusiness van de VRT, met betrouwbare informatie als gemeenschappelijk referentiepunt. Er zijn in Europa veel verschillen tussen de openbare omroepen, maar minstens op papier of als mission statement leggen zij allemaal de focus op sterke informatie: correcte en betrouwbare informatie voor iedereen, informatie en duiding die ook onpartijdig en onafhankelijk is en die vanuit de redactionele autonomie tot stand is gekomen.
Collega’s, we hebben aan het begin van de legislatuur heel wat discussie gehad over de definiëring van de term ‘neutraliteit’ in het regeerakkoord. De termen die u hier ziet, zijn toen ook aan bod gekomen. Het is de vertaling, de definiëring die we daaraan hebben gegeven, die onpartijdigheid, die onafhankelijkheid en die redactionele autonomie die de kernpunten vormen wanneer het gaat over neutraliteit.
Er wordt informatie en duiding gegeven van topniveau en de VRT moet zich daarbij ook opwerpen tegen desinformatie door die correcte informatie in de kijker te zetten en actief te zijn op het vlak van factchecking. Daar is natuurlijk ook een educatieve rol aan gekoppeld. Die educatieve rol wordt via verschillende kanalen gespeeld. Dat gebeurde ook in de zomer in het kader van corona met de zomeruniversiteit, de Universiteit van Vlaanderen, waarbij opnieuw een soort van schooltelevisie werd aangeboden. Ook dat educatieve is dus belangrijk wanneer het gaat over informatie en duiding.
En tot slot, innoveert de VRT ook in haar nieuwsaanbod en zet ze daarbij de kerntaak, audio en video, centraal. Het is een radio- en televisieomroep, die audio en video natuurlijk centraal stelt, ook in die digitale en crossmediale strategie. Het nieuwsaanbod wordt daarbij in functie van het wijzigende mediagebruik bijgesteld. Daar komt innovatie aan te pas. Uiteraard wordt er heel sterk ingezet op audio en video binnen die doelstelling van informatie, ook op de online platformen.
Dat wordt ook opnieuw vertaald in doelstellingen, de KPI’s die daar uiting aan geven. De eerste is een van de zeer ambitieuze doelstellingen: in de totaliteit van de bevolking willen we 75 procent bereiken met het informatieaanbod van de VRT. Voor de jongerengroep, van 16 tot 24 jaar, gaat het over 65 procent. Ik verwijs nog eens naar het cijfer in het begin: een op de vier jongeren die nog naar lineaire televisie kijkt als het gaat over Het Journaal en VTM Nieuws samen. Dan weet je dat 65 procent zeer ambitieus is. Dat is een zeer terechte ambitie. De VRT zal binnen 5 of 10 of 20 jaar maar succesvol zijn als ze vandaag succesvol kan zijn bij jongeren. Dat is ook het voordeel van de combinatie van Media en Jeugd, dat we daarvoor extra aandacht hebben gehad, al moet ik zeggen dat dit ook vanuit de teams van de VRT van in het begin een groot aandachtspunt en een absolute topprioriteit was: aanwezig te kunnen zijn bij dat jonge publiek, om ook op termijn succesvol te zijn voor de hele Vlaamse bevolking.
De betrouwbaarheid van het aanbod is daarbij natuurlijk bepalend. Je kunt als openbare omroep maar succesvol zijn als je betrouwbaar bent. Er wordt jaarlijks een bevraging georganiseerd over die betrouwbaarheid via een transparante en representatieve methode. De VRT investeert in toepassingen die mediagebruikers helpen zich te wapenen tegen desinformatie, indien mogelijk samen met andere partners.
De VRT maakt ook minstens vijftien diepgravende onderzoeksjournalistieke verhalen per jaar. U zult zien dat dit ook een zeer ambitieuze doelstelling is. Zij spoort ook met de beleidsnota Media, waarin zeer veel aandacht uitgaat naar sterke onderzoeksjournalistiek, onder meer via de blijvende sterke ondersteuning van het Fonds Pascal Decroos.
Er is ook – en hier, collega’s, is heel veel om te doen geweest – een groeipad voor wat betreft de focus op het audiovisuele. Ook dit is vrij revolutionair. In het verleden is in de beheersovereenkomst al gezegd dat de focus van de nieuwssite van de VRT moet liggen op audiovisuele content. Nu is dat vertaald in een getal, in een helder omschreven doelstelling: 55 procent minimaal bij de start van de overeenkomst, en 65 procent tegen het einde. Zo kunnen we ervoor zorgen dat de VRT echt een sterke nieuwssite verder kan ontwikkelen, die ook kan profiteren van het ongelooflijk sterke aanbod van sterke audio en video die de VRT dag na dag produceert.
Een volgende strategische doelstelling gaat over het stimuleren van de Vlaamse creativiteit. De creatie van lokale producties is inderdaad een absolute prioriteit, producties in de brede zin van het woord. Men denkt spontaan aan televisieproducties, maar we hebben deze keer ook heel veel aandacht besteed aan audioproducties.
Diverse muziek in het aanbod, met een centrale plaats voor Vlaamse en Nederlandstalige muziek: dat klinkt u waarschijnlijk ook bekend in de oren. Ook dit is natuurlijk geen nieuw gegeven. Het gaat om het verzekeren van muzikale diversiteit, een levendige Vlaamse muzieksector, met ook heel veel oog voor nieuw en jong talent.
Het is ook de bedoeling dat er een dynamische weerspiegeling is van de Vlaamse samenleving en identiteit, een duidelijke rol op het vlak van Vlaamse cultuur en geschiedenis, en uiteraard respect voor de standaardtaal en het stimuleren van taalbeleving. Ook dat zijn elementen die hier prominent naar voren komen.
De VRT als krachtig cultuurhuis in Vlaanderen is ook iets wat in deze beheersovereenkomst prominent aan bod komt: met een breed, verdiepend, divers en kwalitatief aanbod en een betere ontsluiting van het cultuuraanbod, en met samenwerking.
Dit wordt uiteraard ook vertaald in KPI’s. De KPI’s rond Vlaams en Nederlandstalig aanbod zijn bekende indicatoren. Je hebt er ook rond Vlaamse muziekproducties op de radio, rond minstens 30 procent Nederlandstalige muziektijd op Radio 2 en op Radio 1 minimaal 15 procent.
Er is ook de vraag om jaarlijks 250 concerten te capteren via televisie en/of radio. En er wordt over de verschillende aanbodsmerken heen in het aanbod jaarlijks aandacht besteed aan tenminste tien gebeurtenissen, herdenkingsmomenten, initiatieven en dergelijke meer, op het vlak van de brede Vlaamse identiteit en cultuur.
Zoals in het verleden is er ook voldoende aandacht voor cultuuritems in Het Journaal van Eén. Dat bevat jaarlijks minimum 365 cultuuritems. Dat is dus 1 per dag. Ik krijg die kritiek vaak in mijn mailbox. Deze vragen worden dan aan de ombudsdienst of de andere diensten van de VRT bezorgd. Men vraagt waarom er zoveel aandacht is voor sport en zo weinig voor cultuur. Welnu, er wordt wel degelijk heel wat aandacht besteed aan cultuur, ook in Het Journaal, en dat blijft in de toekomst uiteraard zo.
De voorlaatste doelstelling is die rond innovatie en technologie. Hier willen we met het relanceplan van de Vlaamse Regering op inzetten. De Vlaamse mediasector in zijn geheel moet blijven innoveren om de digitale omslag te maken. Inzetten op innovatie, met publieke omroepalgoritmes en smaakverbreding, staat uiteraard centraal in de beheersovereenkomst van de VRT. En dan is er een moeilijk woord, waarbij ik altijd twee keer moet nadenken vooraleer ik het uitspreek: serendipiteit. Er wordt voor gezorgd dat u goed wordt bediend met items van uw voorkeur, maar er moet ook smaakverbreding mogelijk zijn: u wordt ook uitgedaagd met content die u op het eerste gezicht niet zou zien of lezen of horen maar waar u eigenlijk, dankzij slimme algoritmes, naartoe wordt geleid. Dat is een van de ambities. Ook de registratie zal daartoe bijdragen.
Ook op het vlak van de informatie kan er uiteraard sterk geïnnoveerd worden, alsook op het vlak van technologie en toepassingen.
Er is heel veel aandacht – en terecht – voor een veilig en transparant gebruik van data. Daarbij is het respect voor het privéleven natuurlijk bepalend voor de openbare omroep.
Ook de productie- en distributieprocessen moeten tegen het licht worden gehouden, onder meer om de interne werking efficiënter te maken, bijvoorbeeld door te werken met cloud-toepassingen en dergelijke.
Er wordt samengewerkt op het vlak van innovatie. Samenwerking en kennisdeling zijn daarbij bepalende principes.
Een aantal KPI’s geven daar uitdrukking aan. De VRT doet aan smaakverbreding via algoritmes en curatie. De impact daarvan wordt gemeten. De VRT is tegenover de mediagebruiker transparant over het gebruik en de aard van de publieke omroep. De mediagebruiker heeft inderdaad het recht om te weten hoe dat functioneert. Er wordt ook verwezen naar die geregistreerde mediagebruiker, waarbij een gebruiksvriendelijk portaal wordt aangeboden om de gebruikersdata te raadplegen en te beheren, in alle transparantie.
De VRT realiseert jaarlijks drie innovatieprojecten in samenwerking met Vlaamse en internationale mediabedrijven, universiteiten en starters.
Ik kom bij de zesde en laatste strategische doelstelling. De VRT wordt uitgenodigd om aan duurzame samenwerkingen mee te werken. Zij doet dat met heel veel plezier en ook in een welbegrepen eigenbelang: in het belang van de sector en de eigen werking, maar vooral ook van de Vlaamse mediagebruiker. De bedoeling is dat de openbare omroep daar beter van wordt, maar ook het hele media-ecosysteem. Alleen op die manier kunnen we een goed aanbod hebben voor alle mediagebruikers.
Een transparant beslissingsproces op het vlak van samenwerking is belangrijk. De focus ligt op culturele en economische duurzaamheid, ook in de audiovisuele productiesector. De productie van de Vlaamse content staat inderdaad onder druk. Zeker voor televisie is het een bijzonder dure business. De VRT kan daar een sterke rol in spelen. Zij doet dat en zal dat blijven doen, samen met andere partners. Ik denk bijvoorbeeld aan het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). We willen ook dat de internationale uitstraling van de Vlaamse content daardoor sterker wordt.
De samenwerking is prioritair gericht op de productie en valorisatie van Vlaamse content, onder meer via coproductie en prefinanciering met andere publieke omroepen en door de gezamenlijke valorisatie van Vlaamse content. Ook op het vlak van informatie en duiding kijken we uit naar intensievere samenwerking, bijvoorbeeld op het vlak van samenwerkingen die bijdragen aan pluralisme, kwaliteit en innovatie in de nieuwsmedia. Ook de strijd tegen desinformatie kan daarbij gebaat zijn.
Ook hier zijn er een aantal relevante KPI’s. De VRT laat haar samenwerkingsinitiatieven met de mediasector in 2024 evalueren door een onafhankelijke deskundige. Heel belangrijk is het groeipad in de externe productie. Daar is heel uitdrukkelijk bepaald dat er een evolutie is van 18,25 procent naar 20 procent van de totale inkomsten die besteed zullen worden aan externe producties en externe makers. De eerlijkheid gebiedt mij wel te zeggen dat de definiëring is gewijzigd, zodat die overstap geen radicale impact heeft. Wel heel erg belangrijk is dat we hebben voorzien dat, als er een stijging is van de commerciële inkomsten via een stijging van het reclameplafond – ik kom daar dadelijk op terug –, een derde van die extra middelen ten gunste komt van de externe productiesector. Ten aanzien van die externe productiesector hebben we voor de eerste keer een heel ambitieuze doelstelling geformuleerd voor de audiosector: podcasts en dergelijke meer.
Er wordt ook jaarlijks geïnvesteerd in de coproductie van minimaal vijftien afleveringen van documentaires, waarvan minstens acht auteursdocumentaires, one-offdocumentairefilms of -afleveringen per reeks. Dat is een belangrijk engagement van de VRT ten aanzien van de sector van de documentaires en de auteursdocumentaires.
Collega’s, daarmee heb ik de zes strategische doelstellingen kort overlopen. Er zit natuurlijk veel meer in, maar jullie hebben dat uiteraard heel grondig kunnen lezen en voorbereiden. Heel erg bepalend op het einde is de manier waarop de Vlaamse overheid en de VRT kijken naar de organisatie zelf. Ook daarover was er het afgelopen jaar veel te doen. We leggen de focus op een slagkrachtige VRT, een duurzame organisatie, en ook een performante en efficiënte organisatie. Het is een centraal aandachtspunt om daar verder in te blijven evolueren.
Zoals gezegd is er ook een nog sterkere focus op transparantie, rapportering en toezicht, maar tegelijk ook op vertrouwen, onder meer via de uitvoering van een aantal auditrapporten en aanbevelingen die geformuleerd zijn, niet het minst de aanbevelingen van Audit Vlaanderen, die jaarlijks zullen worden opgevolgd door Audit Vlaanderen en die ook hier in deze Mediacommissie aan bod kunnen komen.
In de vragen die aan bod kwamen, was het geld natuurlijk prominent aanwezig. Hier zien jullie de evolutie van de basisdotatie van de VRT, zoals ze is vastgelegd in de beheersovereenkomst. U weet dat de basisdotatie wordt opgesplitst in twee begrotingsallocaties. De ene is voor het gedeelte van de basisfinancieringsenveloppe die betrekking heeft op het loonaandeel, de andere voor de werkingskosten.
Collega’s, ik wil hier toch heel even bij stilstaan, want dit is nog niet veel in de kijker gezet. Er is een heel belangrijke aanpassing gebeurd in de manier waarop deze dotatie is geregeld. In het verleden werd maar een deel van de indexering van de lonen van de medewerkers bekostigd via een indexering van de dotatie. Er is nu heel uitdrukkelijk in de beheersovereenkomst voorzien dat de totaliteit van de indexering van de loonmassa van de VRT-medewerkers ten laste komt van de publieke dotatie. Collega’s Segers en Meuleman hebben gezegd dat er eigenlijk niets veranderd is aan het besparingstraject dat was vooropgesteld. Op het vlak van de nominale dotatie is dat juist, maar ik moet toch wel zeggen dat jullie het effect van dit element niet mogen onderschatten. Dit is structureel een zeer belangrijke bijstelling, waarbij we als Vlaamse overheid het engagement hebben opgenomen om de totaliteit van de index van de loonmassa van de VRT ten laste te nemen.
Er wordt ook een transformatieplan uitgewerkt, dat uiteraard bijhorende kosten zal bevatten. Om een deel van die kosten te financieren, is er ook een engagement voor een niet-recurrente, eenmalige toelage de komende jaren van 16 miljoen euro.
Ik wil ook even stilstaan bij het reclameplafond. Ook dat is iets dat de laatste maanden prominent aan bod is gekomen en waar heel lang over is gediscussieerd. Ik ben heel erg tevreden met het systeem dat hier wordt vooropgesteld. Vanaf 1 januari 2022 zal het globale plafond van de reclame-inkomsten van de VRT niet meer zomaar automatisch geïndexeerd worden. De bedoeling is om de verhouding die bestaat tussen de reclame-inkomsten van de VRT en de globale reclame-inkomsten in de Vlaamse mediamarkt, stabiel te houden. Dat betekent concreet dat de VRT extra reclame-inkomsten zal kunnen genereren op het moment dat, onder meer door samenwerking, de volledige mediasector erin slaagt om extra reclame-inkomsten binnen te halen. Ik denk dat het heel goed is dat de VRT zich niet neerlegt bij het status quo en bij het soort van defaitisme dat de internationale concerns de reclame-inkomsten uit Vlaanderen weghalen. Hier kan een zeer offensieve strategie uit komen om samen met de andere Vlaamse mediaspelers een groter aandeel in voornamelijk de digitale advertising binnen te halen. En als dat gebeurt, als men daarin slaagt, dan zal ook de VRT daar extra inkomsten uit kunnen puren door het systeem van de marktindex, een systeem dat we dit jaar in samenwerking met de VRT en de andere spelers zullen uitwerken.
Mevrouw Meuleman, ik wil toch een belangrijke correctie doen ten aanzien van wat u hebt opgemerkt. De ‘vice versa’ in uw vraag klopt niet, namelijk dat het reclameplafond stijgt in geval van een sterke groei van de reclamesector en dat het vice versa zou dalen. Dat dalen is niet voorzien. Dat betekent met andere woorden dat als de globale reclamemarkt stabiel blijft of daalt, het reclameplafond van de VRT sowieso stabiel blijft. Dat wordt dan nominaal constant gehouden. Er wordt geen daling in ingezet.
Ik verwijs ook opnieuw naar de externe productie. Er is gezegd dat als er extern extra inkomsten kunnen worden binnengehaald uit reclame-inkomsten, dat vooral ook ten goede zal komen van de externe sector, omdat een op de drie van die euro’s ook extern zal worden besteed.
Het is ook zo dat de patronale pensioenbijdrage voor de statutaire personeelsleden stabiel blijft en de komende jaren geïndexeerd wordt, ondanks het feit dat de pensioenlast nog tot 2027 stijgende is. Ook dat is dus een gunstig effect.
Collega's, ik ben daarmee aan het einde gekomen van de inleiding. Ik zal dadelijk nog even ingaan op de vragen van collega Meuleman en collega Segers. Maar vooraleer dat te doen, wil ik toch even de blik richten op de toekomst. We hebben nu, na lang onderhandelen, een beheersovereenkomst kunnen afsluiten. Ik hoop dat ik u ervan heb kunnen overtuigen dat die zes strategische doelstellingen zinvol zijn en dat die het juiste antwoord zijn op de uitdagingen in het medialandschap. Maar ik geloof ook dat de VRT daarmee klaar is voor de toekomst.
Het moet mij toch van het hart dat we het afgelopen jaar een enorme evolutie hebben gekend. Er was daarbij een heel groot onderscheid tussen de perceptie en de realiteit rond de VRT. Ik zie dat op een viertal punten. Ten eerste, wanneer het gaat over de top van de VRT. We hebben een heel woelige start gehad van deze legislatuur. De VRT heeft een heel woelige start gehad met, wat ik zou noemen, een ruzie aan de top van de VRT, met heel veel deining daarrond en ook heel veel discussies hier in het parlement, maar we zijn geëvolueerd van die situatie van ruzie aan de top naar sterk en stabiel leiderschap. Ik denk dat dat een niet te onderschatten factor is voor het succes de komende jaren.
Het tweede punt is dat we gegaan zijn van een kritiek die zei dat er blinde besparingen op de VRT zijn vanuit de Vlaamse overheid en dat men daar op een blinde en halsstarrige manier heeft willen besparen, naar een duidelijk budgettair traject vandaag, met investeringen en ook de mogelijkheid van een dynamische commerciële strategie. Ook daar zijn perceptie en realiteit uiteindelijk anders.
Het derde voorbeeld waarbij we ten goede geëvolueerd zijn, is dat we geëvolueerd zijn van beperkende regeltjes naar een focus op de kerntaken. Ik herinner mij nog heel goed dat ik op 4 oktober 2019, de tweede dag dat ik minister was, te gast was bij De Ochtend op Radio 1. Ik kreeg de ene na de andere bijzonder kritische – en dat is goede journalistiek, natuurlijk – vraag over het regeerakkoord met betrekking tot de VRT: ‘De VRT mag niet meer bieden op sportrechten’, ‘De VRT mag niet meer bieden op schermgezichten’, ‘De VRT zal minder reclame-inkomsten hebben’, ‘De besparingen zullen roekeloos zijn’, ‘Het zal een platte besparing zijn’, ‘De VRT moet neutraal zijn, maar moet vooral doen wat de N-VA zegt.’ Al die kritiek kwam bij mij naar voren. Er is het afgelopen jaar, collega's, een karikatuur gecreëerd die heel ver van de realiteit staat. Als je naar de beheersovereenkomst kijkt, zal, denk ik, iedereen erkennen dat we ver van die beperkende regeltjes zijn en vooral van de karikatuur van die beperkende regels, en dat we geëvolueerd zijn naar een focus op de kerntaken.
Ik wil één illustratie geven. Ik vind het zo frappant. Het is een thema dat heel prominent aan bod kwam in de onderhandelingen, namelijk de plaats van het digitale platform VRT NU. Ik heb in een Vlaamse krant in november nog gelezen: ‘VRT NU moet inbinden’. Twee maanden later, na het afsluiten van de beheersovereenkomst, las ik in diezelfde Vlaamse krant: ‘VRT zal .NU zijn of zal niet zijn’, een artikel waarin de offensieve strategie van de VRT rond VRT NU werd omschreven. Om maar te zeggen dat de perceptie voor de beheersovereenkomst op geen enkele manier strookte met wat er uiteindelijk in de beheersovereenkomst is opgenomen.
Collega's, ik ben misschien een beetje lang geweest, waarvoor mijn excuses. Tot hier mijn algemene inleiding. Ik zal nu nog even ingaan op de punctuele vragen van collega Meuleman en collega Segers.
Er waren verschillende vragen over het budget van de VRT. Ik heb het algemene kader al naar voren geschoven. U weet dat het budgettaire traject vanuit de Vlaamse overheid helder is. Dat gaat uit van een nominale besparing van 2,4 miljoen euro per jaar. Over de loop van de beheersovereenkomst komt dat neer op 9,6 miljoen euro besparing ten aanzien van het eerdere traject. Daarnaast werd inderdaad generiek beslist om een niet-indexatie te doen van de werkingstoelage.
Iets waar het afgelopen jaar niet zoveel aandacht voor geweest is, maar dat ik in deze commissie toch al een aantal keer gezegd heb, is dat in het kader van het coronanoodfonds 3,8 miljoen euro extra is geïnvesteerd in de VRT, trouwens voornamelijk in ‘cash out’, in externe productie. In het afgelopen begrotingsjaar hadden we dus een besparing van 2,4 miljoen euro, maar ook een extra investering, in het kader van coronanoodfonds, van 3,8 miljoen euro.
Ik kom dan bij de begroting voor dit jaar, waar toch wel twee belangrijke elementen op te merken zijn. Ten eerste werd overeengekomen om bepaalde uitgaven ten belope van 2,7 miljoen euro te verschuiven van 2020 naar 2021. Het gaat dan vooral om de productiekosten van het EK voetbal en de Olympische Spelen, die vanwege corona werden uitgesteld. Ten tweede werd er afgesproken dat het gewone dividend van de Vlaamse Audiovisuele Regie (Var) aan de VRT in 2021 in geval van tegenvallende advertentie-inkomsten wordt gecompenseerd via de toelage. Dat wordt momenteel geraamd op een bedrag van ongeveer 3,8 miljoen euro.
Er werd ook overeengekomen om de overige negatieve impact van corona op het resultaat van 2020 in kaart te brengen en indien nodig aan te zuiveren. Dat toont toch wel aan dat er ook al heel wat extra is geïnvesteerd, ook dit jaar, wanneer het gaat over de publieke middelen van de VRT.
In de nieuwe beheersovereenkomst voor de komende vijf jaar is dat besparingstraject opgenomen, maar is de niet-indexatie van de werkingsmiddelen echt beperkt tot de werkingsmiddelen en is er voorzien, zoals gezegd, in de reële compensatie van de index van de totale loonuitgaven. Als je dat recurrent bekijkt, gaat dat over een bedrag van bijna 5 miljoen euro dat op die manier extra wordt toegekend ten aanzien van hetgeen initieel was voorzien. En, zoals gezegd, was er ook die eenmalige transformatietoelage van 16 miljoen euro.
Collega’s Segers en Meuleman, u hebt allebei ook verwezen naar het budgettaire traject van de VRT. U hebt gevraagd of dat haalbaar is. Ik kan alleen maar vaststellen dat er toch wel bijzonder grote inspanningen gebeurd zijn op budgettair vlak sinds de start van de regering. Er is effectief die 16 miljoen euro transformatiekost. Ik denk dat, mocht ik u een jaar geleden hebben gezegd dat de VRT, weliswaar eenmalig, een transformatiebedrag zou krijgen van 16 miljoen euro, u achterover zou zijn gevallen. Dit gaat over een bijzonder belangrijke investering.
Daarbij komt ook de investering in het kader van het coronanoodfonds ten belope van 3,8 miljoen euro en de bijpassing van het Var-dividend ten belope van 3,8 miljoen euro. Als je alles samentelt, kom je ongeveer aan een bedrag van 25 miljoen euro, niet-recurrent, maar eenmalige extra investeringen, naast die recurrente bijstelling op het vlak van de indexering van bijna 5 miljoen euro.
Ik heb soms het gevoel, gerespecteerde collega's van de oppositie, dat jullie kritiek een jaar geleden is blijven hangen en dat jullie begrotingsanalyse en jullie budgettaire analyse gebaseerd is op wat jullie wisten in oktober 2019. Welnu, collega's, we zijn een jaar verder. Er zijn nieuwe beslissingen genomen. We hebben extra middelen toegekend aan de VRT. We hebben daar belangrijke aanpassingen aan doorgevoerd, met respect voor het initieel vooropgestelde begrotingstraject, maar wel met een groot engagement vanuit de aandeelhouder, ook op budgettair vlak.
Ik heb het dan nog niet gehad over de relance. Er gaat inderdaad een beduidend bedrag naar de digitale media-omslag. Sommigen hebben gevraagd hoe men dat moet inschatten en hoeveel daarvan naar de VRT gaat. Ik krijg precies dezelfde vraag van de private mediabedrijven. Het antwoord is dat dat absoluut niet vaststaat. Dat zal afhangen van de innovatieve projecten, van hetgeen naar voren wordt geschoven in de komende maanden. We zullen alleen maar datgene ondersteunen dat echt innoverend is en dat echt bijdraagt aan de innovatie van het medialandschap. Maar het spreekt voor zich dat wij geloven dat bij de VRT, als prominente speler ter zake, heel wat innovatieve projecten naar voren zullen komen, die ook mee ondersteund zullen worden in het belang van de hele sector.
Er zijn vragen geweest over de keuzes die de VRT zal maken, met verwijzing naar een interview met de CEO, Frederik Delaplace. Ik stel voor dat ik, wat dat betreft, me bescheiden houd. Ik wil me daar uiteraard niet over uitspreken. Ik vermoed dat de heer Delaplace daar zelf wel toelichting bij zal geven, rond de manier waarop hij kijkt naar de uitvoering van deze beheersovereenkomst.
Ook de vragen rond personeel, talentenmix en dergelijke: ik denk dat het management beter geplaatst is om daar uitspraken over te doen dan ikzelf.
Over het reclameplafond heb ik al opgemerkt dat dat een bijstelling in plus kan veroorzaken, wanneer de mediamarkt stijgt, maar dat er geen daling van het reclameplafond is.
Er was ook een vraag over de samenwerking met het middenveld. Dat is misschien in mijn toelichting iets te weinig aan bod gekomen. Als ik het heb over samenwerking, dan is dat natuurlijk met private mediaspelers, maar evengoed met middenveldorganisaties, bijvoorbeeld met hulplijnen als 1712 en Awel, bijvoorbeeld met de jeugdsector, met andere sectoren, op het vlak van gokken en verslaving. Dit zijn samenwerkingsverbanden die heel zinvol zijn. De VRT heeft natuurlijk al heel wat van die samenwerkingsverbanden en de intentie is ook om die samenwerking voort te zetten. Het gaat voor een deel over maatschappelijke organisaties, maar uiteraard ook over de muziek- en de cultuurwereld en dergelijke meer. Dat sluit heel nauw aan bij de publieke opdracht van de omroep. Het belang van die samenwerking wordt ook bevestigd in de beheersovereenkomst. Ik zal misschien citeren om dat duidelijk te stellen. In de beheersovereenkomst staat daarover: “De VRT doet een beroep op een uitgebreid netwerk van maatschappelijke spelers, elk met hun expertise. Zij zoekt actief de samenwerking op met een diversiteit van partners om haar aanbod nog beter af te stemmen op de Vlaamse samenleving.”
Er waren ook vragen over de sportrechten. Als ik het had over karikaturen, dan had ik het met name ook over dat soort voorbeelden. Ik deel de mening van collega Segers niet wanneer zij zegt dat de VRT op dat vlak beperkt wordt. De VRT kan nog steeds op een eerlijke manier meebieden voor uitzendrechten van sportwedstrijden, zoals vandaag ook het geval is. Dat heb ik ook al eerder bevestigd in de communicatie ter zake. Ik denk dat dat glashelder is. Het is absoluut niet de bedoeling om het sportmerk Sporza af te bouwen. Wel het tegendeel: Sporza heeft binnen de merkenportfolio van de VRT een belangrijke opdracht, met name het informeren en samenbrengen van mensen rond sport, zowel publiekstrekkers als iets minder populaire sporten. Sporza is de voorbije jaren al zuinig omgesprongen met de uitzendrechten voor populaire sporten. Veel van die uitzendrechten zijn overigens bij niet-Vlaamse mediaspelers terechtgekomen. Dat is ook een aandachtspunt. Met de betrokken passage in de beheersovereenkomst werd verzekerd dat de huidige modus operandi, dat wil zeggen de behoedzaamheid ten aanzien van de belangen van andere spelers in de Vlaamse markt, behouden blijft.
Sporza heeft natuurlijk populaire sporten nodig om de informatieopdracht op het vlak van sport waar te maken, mensen te verbinden en ook om sporten met een kleiner draagvlak, ook vrouwensporten, bij een relevant en voldoende groot publiek te brengen. Wat hier bedoeld wordt, is dat het niet de bedoeling is dat de VRT in de toekomst zou evolueren naar een agressieve, naar een assertieve strategie om te bieden voor rechten waar ook de commerciële spelers, de private concurrentie, grote interesse voor hebben. Maar de huidige manier van werken kan absoluut behouden blijven. Er wordt dus enkel gevraagd om terughoudend te zijn wanneer het op sportrechten aankomt die belangrijk zijn voor de Vlaamse winstgedreven media, en om daar in de toekomst geen andere en agressieve strategie te ontwikkelen. Wat we daarmee bedoelen, is dat het agressief prijsverhogend opbod absoluut vermeden moet worden. Maar ik heb geen enkele vrees; ik heb er alle vertrouwen in dat dat in de toekomst, zoals vandaag, op een goede manier zal gebeuren.
Er zijn heel wat vragen geweest over de zogenaamde neutraliteit en de controle daarop. Ik denk dat we daar in het verleden ook al vragen over beantwoord hebben. De bedoeling is niet om een nieuwe of extra controle in te stellen. De bedoeling is wel om de reeds voorziene controle op een wetenschappelijk onderbouwde manier te doen. Dat is natuurlijk geen controle door de politiek, dat is geen controle door de Vlaamse Regering, dat is geen controle door de Vlaamse administratie, dat is een controle door de toezichthouder, de VRM, met ondersteuning van partners die daaruit zullen komen. We kijken daar naar uit, maar dat zal uiteraard met respect zijn voor de overheidsopdrachten dat dat zal gebeuren. Ik deel absoluut niet de mening dat dat een manier is om te intimideren, dat dat een manier is om de autonomie van de VRT te beknotten. Wel integendeel!
Je merkt in de berichtgeving, in wat er gezegd wordt op sociale media en op andere plaatsen, dat er heel wat vooroordelen bestaan over de VRT of over een bepaalde politieke vooringenomenheid, of het nu rechts of links is, van de VRT. Het gaat effectief in alle richtingen. Ik denk dat het een groot voordeel is om dit debat te objectiveren en om aan de VRT de kans te geven om dat op een goede manier te presenteren en op een geobjectiveerde manier te analyseren. Ik verwacht daar absoluut geen problemen. Integendeel, het is een objectivering van een gepolariseerd debat.
Ik wil er ook op wijzen – dat is ook aan bod gekomen naar aanleiding van de vraag vorige week over het standpunt van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) – dat de beheersovereenkomst op verschillende plaatsen het belang benadrukt van de redactionele autonomie en onafhankelijkheid. Het is absoluut niet de bedoeling van de Vlaamse overheid om daar op enige manier aan te raken.
Er zijn ook vragen geweest over de strijd tegen het zogenaamde nepnieuws en over een factcheckplatform en dergelijke meer. Het tegengaan van desinformatie is inderdaad een belangrijke prioriteit voor de Vlaamse Regering, maar ook van deze beheersovereenkomst. Het is dan ook evident dat de VRT hier een actieve rol in zal opnemen. Hoe de samenwerking ter zake met andere spelers vorm zal krijgen, moet de komende maanden nog bepaald worden. Technologie zal daar ook een heel erg belangrijke rol in spelen.
Tot slot de laatste vraag van collega Meuleman over het strikter beleid op het vlak van gokreclame. Ik ben me ervan bewust dat vele leden van deze commissie een algemeen verbod op het vlak van commerciële communicatie inzake gokken wensen, niet alleen voor de VRT, maar voor alle mediaspelers. Een totaalverbod was hier niet aan de orde. Ik kan nog geen details geven over hoe het striktere beleid van de VRT er zal uitzien. Het is aan de VRT om dit uit te werken en we moeten de VRT ook de tijd geven om dit te doen.
Collega Segers en collega Meuleman, ik denk dat ik daarmee al jullie vragen beantwoord heb. Ik ben uiteraard graag ter beschikking, maar ik denk dat de voorzitter van de raad van bestuur nu het woord zal krijgen.
De heer Van den Brande heeft het woord.
Voorzitter, waarde leden van de commissie, laat mij ook beginnen met een gedicht aan te reiken. Het gedicht dat ik gekozen heb, is het gedicht ‘Grens’ van Joke van Leeuwen, voormalig stadsdichter van Antwerpen en Dichter der Nederlanden in 2015. Grens is een woord dat vaak valt de afgelopen tijd in de context van de hele pandemie, maar grens kan ook een paradox zijn, grens kan ook een appel zijn op respect voor anderen. In het gedicht wordt de grens vanuit de natuur aangegeven als onbestaande. Er wordt over eb en vloed gesproken. Het mooie van onder meer het Waddengebied is dat men er bij eb kan doorwaden en de eilanden en het continent dan verbonden zijn en dat ze bij vloed gescheiden zijn. Ik denk dat de grens in het gedicht vooral appelleert aan het menselijk onvermogen om elkaar te vinden, elkaar te begrijpen, elkaar te erkennen, maar dat in de laatste versregels toch optimisme naar voren komt, waar aangegeven wordt dat het toch kan om elkaar te vinden. Dat is ook de thematiek van Gedichtendag, namelijk ‘Samen’. Dus ‘Grens’ van Joke van Leeuwen.
Grens
Ik ging naar de grens om de slenk te zien
waarover te doen was. Het gras wist
van niks, niet eens iets van maaien
de bomen verstonden hun grond
het water droeg ver.
Iemand die zwaaide maar mij niet herkende
riep tegen de wind in dat ginder toch
steeds weer van oudsher het
kwam erop neer kortom
dat men dat vond.
Iemand zei tegen mij jullie en dat hij kon
horen wie ik daar niet was. De twee
liepen door, een kant uit naar
voren. Op de rivier schoven
schepen voorbij
liefhebbers stonden aan dek
te zingen in hun opgerichte koren.
Voorzitter, als u het toelaat, zou ik nu een vijftal algemene bedenkingen willen maken. Nadat de minister nogmaals uitvoerig de hoofdpunten – zelfs meer dan dat – van de beheersovereenkomst heeft aangehaald, ga ik ervan uit, neen, weet ik zeker dat deze beheersovereenkomst op uw nachtkastje ligt en denk ik dat het niet de bedoeling is om nog in herhaling te vallen of in detail te gaan. Maar er zijn toch vijf focuslijnen die ik wil brengen.
Ten eerste wil ik kort een vergelijking maken tussen de nieuwe en de vorige beheersovereenkomsten. Het is de derde beheersovereenkomst waar ik actief bij betrokken ben. Het eerste wat ik wil aanhalen is dat er continuïteit is in die zin dat er voortgebouwd wordt, zoals trouwens in het Mediadecreet aangegeven, op datgene wat ruim twintig jaar geleden de grote hervorming uitmaakte en dat er een duidelijke taakverdeling is tussen de raad van bestuur en het management. De raad van bestuur staat in voor de strategie. Dat betekent de grote strategische lijnen, dat betekent ervoor zorgen – zoals dat geldt voor elke raad van bestuur – dat de juiste mensen aan boord zijn en dat er een algemene financiële controle is onder verschillende vormen. Daarnaast is er de volledige en heel ruime operationele autonomie van het management. Deze nieuwe beheersovereenkomst gaat daar ook van uit. Het is geen gewoon verlengstuk van de vorige beheersovereenkomsten. Men zou kunnen zeggen dat we om de vijf jaar – de tweede voorgaande beheersovereenkomst is ingekort wegens verschillende redenen – even de zaken opnieuw tegen het licht houden. Dit is niet gebeurd. Men gaat door op de basislijnen van het Mediadecreet – onveranderlijk – maar aan de andere kant is er een heel belangrijke shift naar een ten volle gedragen digitale organisatie. Dat is iets wat heel opvallend is in deze beheersovereenkomst. Dat zat er in de vorige jaren ook al gedeeltelijk in, maar nooit op deze manier.
Er zijn 39 KPI’s – het is daarnet ook aangehaald door de minister –, maar er is toch meer dan een poging gedaan in de onderhandeling om werkelijk de focus te leggen op datgene wat er echt toe doet. Zonder u te vervelen met veel cijfers, maar ik ben het even nagegaan: wanneer we de beheersovereenkomst 2011/12-2015 bekijken, hadden we niet minder dan 114 operationele doelstellingen. In de afgelopen beheersovereenkomst waren dat er 46, in de huidige zijn er dat 22. Cijfers geven niet alles aan, maar ze duiden wel op het feit dat zowel de regering, de minister als de VRT het werkelijk nodig vonden om de focus te leggen en prioriteiten te stellen. Want we weten: als alles prioriteit is, dan is niks nog prioriteit.
Meer dan in de vorige beheersovereenkomsten zijn er nog een hele reeks van invullingen die in de beheersovereenkomst zelf moeten gebeuren. In de eerste plaats gaat dat over alle indicatoren die operationeel bereikt moeten worden, wat een zaak is van het management. Maar het gaat ook over een aantal zaken – er zijn er zonet al enkele aangehaald – die te maken hebben met afspraken die nog moeten worden vastgelegd tussen de regering en de VRT, bijvoorbeeld hoe de VRT zal omgaan met en een belangrijk punt zal maken van de vermindering van het gokken. We moeten uiteraard ook de transparantie rond de schermgezichten waarmaken. Ik haal er slechts deze afspraken uit, maar er zijn er ook nog een aantal andere te maken, als het gaat over de marktindexen die gedefinieerd moeten worden en een invulling zijn van deze beheersovereenkomst.
Een tweede punt, waarop ik in de volgende slide even wil ingaan, is dat deze beheersovereenkomst, wellicht nog duidelijker dan de vorige, op twee sporen loopt. Op de eerste plaats is er een sterke VRT, en er is ook een heel coöperatieve VRT. Ik heb het vroeger nog al gezegd: de VRT is niet hét unieke centrum van het medialandschap in Vlaanderen. Maar laten we heel duidelijk zijn: de VRT bekleedt natuurlijk wel een centrale plaats in het Vlaamse medialandschap. Het is trouwens opvallend dat er een win-winsituatie is voor de hele sector als er een sterke openbare omroep is. We zien in een heel recent rapport van de EBU, een rapport dat bevestigt wat reeds in een eerder rapport van 2015 naar voren is gekomen, dat hoe sterker de openbare omroep in een regio of een land is, hoe sterker het democratisch beleven is, hoe sterker het gemeenschapsgevoel is en hoe sterker de participaties in de samenleving zijn. Dat geldt dus niet alleen wat Vlaanderen betreft, maar dat gaat veel ruimer. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we samenwerken met anderen, maar dat we dat doen vanuit een zo sterk mogelijke VRT, die niet altijd de waarheid in pacht heeft. Maar, zoals het ook elders blijkt: een sterke openbare omroep is een belangrijke referentie en zelfs een peilstok om kwaliteit te bieden aan kijker en luisteraar.
Frederik Delaplace heeft een vuurtorenproject naar voren gezet met de ambities, die hij straks nog zal verduidelijken. Hieraan zou ik toevoegen dat wij natuurlijk belaagd worden – belaagd is een groot woord, maar het is de realiteit – door internationale spelers, maar dat we, zoals daarnet ook al aangegeven door de vraagstellers en de minister, rond desinformatie en een aantal waarden die we echt moeten koesteren, als het kan gemeenschappelijk moeten optreden.
Diegenen die kennis hebben van het beschermen van land ten aanzien van water, spreken nog al eens van drie dijken die we het beste aanbrengen. Dat zijn de waker, de slaper en de dromer. Figuurlijk wil ik dus zeggen dat we er gezamenlijk alle belang bij hebben dat we erover waken dat we niet overspoeld worden van buitenaf met een aantal zaken die niet samenvallen met wat de Vlamingen zo belangrijk vinden: die eigen Vlaamse content, dat nabije enzovoort.
Als de waker misschien minder aandachtig is, moet de slaper even wakker worden gemaakt. En finaal moet de dromer zijn werk doen, om te dromen en na te denken over wat we samen kunnen doen om dat te kunnen waarmaken. Dat geldt voor een aantal andere zaken. Het is trouwens daarnet ook al aangehaald: als we de context bekijken, is het evident dat we in een nieuwe context staan.
Dat brengt me tot de derde bedenking die ik wil maken. Die heeft te maken met de focus die we willen leggen op impact, herkenbaar zijn, vindbaar en verbindend. Ik hoef het u niet te zeggen, maar onze samenleving verandert heel snel. Ik zou willen vertrekken van de gewijzigde samenleving, zoals ook in het begin van de beheersovereenkomst is aangehaald, om de brug te leggen naar het veranderde medialandschap en de andere manier waarop we daar moeten op ingaan. Het punt is dat de vindbaarheid en de herkenbaarheid van het Vlaamse aanbod nog meer essentieel wordt in de toekomst. Dat is ook de moeilijkheid, dat geldt niet alleen voor de VRT, maar meer en meer ook voor de andere omroeper en spelers. Dat is de reden waarom wij heel duidelijk in deze beheersovereenkomst hebben kunnen afspreken dat de VRT midden en tussen de Vlamingen moet staan, dat de diversiteit van al wie in Vlaanderen woont, ten volle onderkend moet worden. Het is eigenlijk een dubbel spoor: de VRT die al die diverse mensen en groepen herkent, maar ook al wie zich kan herkennen in de VRT. Dat is eigenlijk onze opdracht. We willen in de beheersovereenkomst verankeren dat de VRT eigenlijk de plek moet zijn waar de mensen informatie, duiding, cultuur, ontspanning en sport kunnen vinden.
Belangrijk is ook dat we de VRT als sterke Vlaamse omroep in een globaal medialandschap heel duidelijk aangeven als een dienstverlenende organisatie: ‘public service media’. Dat is eigenlijk de wijze waarop we ons als openbare omroep willen opstellen: samen met en tussen de Vlamingen. Ik denk dus dat het om die reden van groot belang is dat we als dienstverlenende organisatie onze heel duidelijke maatschappelijke en dus democratische opdracht vervullen en dat we daartoe ook de verschillende thema’s aanreiken.
Een vierde punt is dat we betrouwbaar en creatief moeten en willen zijn. Het is al zo vaak gezegd, maar het is ook essentieel, dat we informatie moeten geven die betrouwbaar is en waarop kijkers en luisteraars kunnen vertrouwen als referentie om een juist, en als het kan beter, inzicht te krijgen over wat hier en in de wereld gebeurt. Daarover gaat het. Het gaat niet over het abstract brengen van een aantal theoretische lijnen, eigenlijk is het een inzichtsproces waartoe de openbare omroep gehouden is. Noem het nog maar eens een pedagogische opdracht, ik denk dat dit altijd actueel blijft. Dat wil dus zeggen dat we niet passief maar actief een bijdrage willen en moeten leveren aan al datgene wat te maken heeft met zaken die gebracht worden en die de waarheid voorbijgaan. ‘Check, double check, triple check’ is dus essentieel. Kwaliteit gaat snelheid vooraf. Dat is een heel belangrijk punt als onderdeel van onze opdracht.
Uiteraard, ik herhaal het graag: we zijn het grootste cultuurinstituut van Vlaanderen. Richtinggevend voor onze publieke opdracht is dus ook dat we ten volle, en – ik aarzel niet om het te zeggen – nog meer dan nu het geval is, breed en met diepgang cultuur onder en met de mensen brengen. We hebben daarover afspraken gemaakt in de beheersovereenkomst. Het is belangrijk om die ook waar te maken.
Ondersteuning geven aan ieder die creatief is in Vlaanderen, is onze opdracht. In de beheersovereenkomst vinden we parameters en KPI’s terug om aan te geven hoe we dat moeten waarmaken.
Op het vlak van betrouwbaarheid en creativiteit zal ik aanhalen wat ik al vaak gezegd heb en wat geldt voor heel het Vlaams beleid. Het is niet de macht van ons aantal maar wel de kracht van onze strategie die zal uitmaken waartoe we in staat zijn. Dat geldt ook voor het medialandschap.
Een laatste focus ligt op de financiering van de beheersovereenkomst, die gewaarborgd en duurzaam moet zijn, en op de eigen inkomsten. We blijven voorstander van een gemengde financiering, maar die moet steunen op een duurzame en gewaarborgde financiering door de overheid. Bedrijfseconomisch kunnen we alleen dingen waarmaken die te maken hebben met de 6 strategische doelstellingen, met de 39 KPI’s en de operationele doelstellingen, wanneer we daartoe de mogelijkheid krijgen.
Het budget is daarnet even toegelicht. Dat zijn de cijfers. Het klopt dat we structureel een lagere dotatie hebben. Ze daalt op het einde van deze periode structureel met 7 miljoen euro. Globaal zullen we het moeten doen met 25 miljoen euro minder. Zal dat makkelijk zijn? Neen. Zal het moeilijk zijn? Dat zou best kunnen. Volgens mij en volgens de raad van bestuur lijkt het best mogelijk. Als we het strategisch aanpakken – en daarvoor liggen de sporen vervat in de overeenkomst – en daarbij geholpen worden met een transitie-enveloppe van 16 miljoen euro, middelen die zijn aangereikt door de uitzonderlijke omstandigheden voor 3,8 miljoen euro en het relancefonds, dat voor media en cultuur en digitale ontwikkeling in 50 miljoen euro voorziet, wordt de opdracht mogelijk.
Het blijft belangrijk dat we eigen inkomsten genereren. De afspraken maken een digitale commerciële aanpak mogelijk. Dat kan ons helpen. Op die manier kunnen we tot een balans komen, maar het zal een grote inspanning vergen om met minder meer te doen.
De beheersovereenkomst, beste commissieleden, zegt eigenlijk dat als we middelen aangereikt krijgen, als we mogelijkheden hebben, we de plicht hebben van een ‘return to society’; we moeten de toegevoegde waarde van de openbare omroep bewijzen. Daarbij zijn rapportering en transparantie vanzelfsprekend enorm belangrijk. Heel deze transitie, de digitale shift, alle opdrachten die daarmee samenhangen, zullen we moeten waarmaken.
Er werd gevraagd hoe dat zit naar de medewerkers. Ik wil u bevestigen wat we al jaren naar voren brengen: de raad van bestuur blijft van mening dat er geen naakte ontslagen kunnen vallen. We moeten op een juiste en adequate manier met het talent omgaan. Dat is trouwens een van de ambities van onze gedelegeerd bestuurder, om daar heel veel aandacht aan te besteden.
Tot daar mijn bijdrage, voorzitter. Dat waren de vijf focuspunten die ik wou uiteenzetten met de ruimhartige inhoud van deze goede beheersovereenkomst.
Goedemiddag. Laat me starten, zoals het hoort, met mijn bijdrage aan de Gedichtendag. Ik had eigenlijk gedacht om als origineel gedicht een stukje uit de beheersovereenkomst voor te lezen, omdat het een bijzonder poëtische beheersovereenkomst is. Maar ik heb de indruk dat we ze inmiddels al helemaal hebben voorgelezen.
Ik ga dus toch kiezen voor een wat veiliger weg, en dat is een gedicht van Bart Moeyaert uit zijn dichtbundel ‘Helium’. Het gaat over de liefde, dus dat past wel bij een thema als ‘Samen’. Het gaat ook over de vluchtigheid en ongrijpbaarheid van de tijd, en dan bedoel ik niet mijn vorige werkgever. Het gaat er ook over dat ‘samen’ soms ‘herbeginnen’ is. Het is kort en bondig, het heet:
De ware liefde
Wat zou je doen, zei de buurman,
als je morgen in de keukenla
de ware liefde vond? Of om het
minder gek te maken, voor je deur?
Ik zei: meneer, ik zou er in de eerste plaats
zo goed als mogelijk voor zorgen
en ik zou orde scheppen, denk ik.
Alle vorken bij de vorken. En
de drempel zou ik schrobben
voor als het nog een keer gebeurt.
Iets minder poëtisch, maar toch, heel kort nog even naar de beheersovereenkomst kijken. Ik zou snel vijf punten willen aanhalen over hoe we nu bij de VRT die ruime tekst, die ons mogelijkheden en flexibiliteit biedt, op korte termijn willen gaan invullen. Uiteraard ben ik daarmee niet volledig, maar ik heb me beperkt tot een vijftal punten waarvan ik denk dat we daarmee het verschil gaan maken: daar ga je zien dat we nu in het kader van een nieuwe beheersovereenkomst werken.
Het eerste punt is: elke dag elke Vlaming bereiken, met daarbij een heel belangrijke tweede lijn: om de samenleving te versterken. Uiteraard is elke Vlaming bereiken al zeer lang de doelstelling van de VRT. Ik denk dat het ook de doelstelling is van heel wat commerciële mediabedrijven. Toch wil ik nog eens benadrukken dat die doelstelling vandaag dubbel is. Elke Vlaming bereiken, betekent dat we er willen zijn voor elke bevolkingsgroep – groot en klein, dik en dun – maar ook voor doelgroepen waarvan we tot voor kort aannamen dat de VRT die makkelijk bereikte maar die we vandaag dreigen los te rijden omdat ze nieuwe mediakanalen gebruiken. Die doelstelling om elke Vlaming te bereiken, is in het digitale, multimediale tijdperk dubbel scherp gesteld, denk ik.
We willen dat doen met een aanbod waarvan we kunnen zeggen dat elke Vlaming zich daarin herkent. Er is in deze beheersovereenkomst uiteraard ook opnieuw heel veel aandacht voor de hele samenstelling van de Vlaamse gemeenschap, voor diversiteit. Maar wij hebben er toch een aantal adjectieven aan toegevoegd waarbij we gaan proberen om die diversiteit op een heel inclusieve manier aan te tonen, niet zomaar omdat het moet, niet zomaar omdat we KPI’s aan het turven zijn, maar omdat we denken dat dit perfect past bij de missie van de publieke omroep. We willen daar nog wat ambitieuzer in zijn, niet alleen in de cijfertjes, maar ook in de manier waarop we dat invullen.
En ten slotte: gericht om de samenleving te versterken. Dus niet alleen maar om een EBITDA-lijn (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization) te versterken, nee, we gaan de maatschappelijke missie steeds centraal zetten bij wat we doen. Het beste bewijs is dat deze organisatie vanaf maandag een directeur Publieke Opdracht heeft, die er moet voor zorgen dat we in deze hele verandering niet alleen blijven focussen op al het multimediale geweld, de nieuwe logica die op ons afkomt, dat we niet alleen aansluiting vinden bij het nieuwe mediagebruik van de Vlaming, maar dat we dat ook gaan gebruiken om onze maatschappelijke rol nog te versterken. Het is mijn vaste ambitie om de maatschappelijke rol, de eigenheid, de unieke waarde van de VRT in die hele verandering nog versterkt te zien, niet door te assimileren met de commerciële media. Ik ga het nog eens zeggen: wij hebben niet de ambitie om The Masked Singer te gaan maken.
Onze tweede ambitie is digitaal leiderschap. Uiteraard gaan we het de komende jaren heel vaak hebben over digitaal leiderschap. Maar het is heel belangrijk dat we dat goed begrijpen. De VRT zal zowel lineair als digitaal zijn. Maar waarom staat er dan ‘digitaal leiderschap’? Omdat dat het formaat is, het kanaal, waar we dat leiderschap vandaag nog niet hebben. Het gaat bijzonder snel op dat vlak. Zelfs in de zes maanden – ja ja, zes maanden al – dat ik bij de VRT ben, merk je dat er in de digitale evolutie sinds mijn eerste dag op 1 augustus tot vandaag, eind januari, alweer gigantisch veel zaken aan het bewegen zijn. Terwijl we hier in discussie waren, stelde SBS aan de verzamelde pers zijn naamswijziging voor. Alle kanalen zullen ‘Play’ gaan heten, en er komt een nieuw kanaal. Het gaat bijzonder snel, en de logica om daarop in te spelen is voor heel veel bedrijven gelijklopend. Alleen zullen we er bij de VRT voor moeten zorgen dat we het op een andere manier invullen dan onze commerciële collega’s.
Inspelen op de behoeften voor jongeren – de voorzitter heeft het al vermeld –, we vinden dat een bijzonder grote uitdaging, niet alleen omdat we die jongerenmarkt willen veroveren, maar omdat er een generatie op ons afkomt waarvoor de publieke omroep veel minder evident is dan voorheen. Ik heb vorige week samen met het directiecollege nog naar statistieken staan kijken. Daaruit blijkt dat, voor al wie jonger is dan 35 jaar in Vlaanderen, de smartphone intussen het belangrijkste audiokanaal is geworden. Dat betekent dat als zij huisje-tuintje-keukentje gaan spelen, ze niet meer gaan investeren in een radio. Dat moet ons als radiomakers aanzetten om heel hard na te denken over wat we in audio, in radio willen gaan doen. Shiften van het lineaire naar het niet-lineaire is immers niet gewoon veranderen van technologie. Het is niet gewoon de bestaande programma’s, de bestaande content, overplaatsen op digitale kanalen. Het is dat herdenken. Maar ik wil nog eens benadrukken: digitaal leiderschap zal moeten hand in hand gaan met een sterke positie in het lineaire. Het lineaire en het digitale zullen elkaar blijven versterken. We gaan dus niet kiezen voor het een in ruil voor het ander. Beide moeten sterk worden of sterk blijven. Dat is nu eenmaal de grote uitdaging, en de moeilijkheid van de uitdaging waarvoor we staan.
Derde prioriteit in het uitrollen van de beheersovereenkomst is onze Vlaamse kost vrijwaren. Er bestaat zo’n uitdrukking: ‘Wil je snel gaan, ga dan alleen. Wil je ver komen, ga samen.’ Wel, ik geloof heel sterk dat we in het belang van het Vlaamse medialandschap moeten nadenken over goede formules hoe we de productie van Vlaamse content kunnen versterken. In de nasleep van het tekenen van de beheersovereenkomst hebben mensen zich beziggehouden met het tellen van het woord ‘Vlaams’ in de beheersovereenkomst. Dat bleek dan meer te zijn dan in de vorige beheersovereenkomst en daar werden dan allerlei conclusies uit getrokken. Wat mij betreft staat het woord ‘Vlaams’ zo vaak in de beheersovereenkomst omdat het lokale aanbod ongelooflijk belangrijk zal worden. Als we niet willen vaststellen, over tien jaar, dat we met z’n allen Amerikaanse series aan het maken zijn in het Nederlands, dan zullen we ervoor moeten zorgen dat het Vlaamse aanbod betaalbaar blijft, dat er voldoende aandacht blijft voor het lokale aanbod in fictie, in entertainment, maar ook in non-fictie, in nieuws.
Ik heb al eens gezegd voor deze commissie dat ik ervan overtuigd ben dat de VRT – maar met ons heel vele andere mediapartijen – niet groot genoeg is om alles op zichzelf te kunnen aanvliegen. We zullen op dat vlak samenwerken. We gaan samenwerken met andere mediapartijen, we gaan samenwerken met de externe creatieve sector. Ik ben heel blij dat we de definitie van de externe creatieve sector verruimd hebben, dat het niet alleen gaat over video of tv, maar ook over audio, ook over gaming, dat we daar onderscheidend in kunnen worden. Ik ben ervan overtuigd dat wat we vandaag ervaren als de kwaliteit van Scandinavische media, ook naar Vlaanderen kunnen trekken. Als we geen Vlaams aanbod hebben, dan zullen we vaststellen dat Vlaamse media over tien jaar veel minder relevant geworden zijn dan vandaag. We gaan dat doen, niet alleen met andere mediapartijen, maar bijvoorbeeld ook met het middenveld. ‘The proof of the pudding is in the eating.’ In volle afsluiting van de beheersovereenkomst hebben we ons ook geëngageerd om te gaan meewerken aan het nieuwe cultuurkanaal ‘Podium 19’, een tijdelijk cultuurkanaal dat moet helpen om de zwaar getroffen sector een beetje voorbij de lockdown te helpen. Dat zegt meer dan vele pagina’s met intenties, denk ik.
De vierde prioriteit is er een die intern heel belangrijk is en waaraan we, zeker op korte termijn en in de eerste fase van deze beheersovereenkomst, heel veel aandacht zullen moeten besteden. Ik wil met zoveel mogelijk mensen van de VRT die switch maken, die verandering aanvliegen.
Dat betekent dat we heel veel zullen moeten investeren in de competenties, de reflexen, het begrijpen van de evolutie door onze mensen. We zijn vandaag druk bezig met het samenstellen van een plan om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen van de VRT zich die evolutie, die verandering in de mediaconsumptie, eigen kunnen maken en we gaan na hoe we daarop kunnen inspelen.
Ik blijf ervan overtuigd dat die verandering veel meer kansen creëert dan ze ellende veroorzaakt, maar het vraagt van een grote organisatie met een zware rugzak als de VRT wel wat flexibiliteit. Investeren in talentontwikkeling bij de VRT zal dan ook heel belangrijk zijn. Die ontwikkeling zal zowel praktisch als filosofisch zijn, waarbij wordt nagedacht over kansen en mogelijkheden van digitalisering. We zullen dat niet alleen binnen de VRT maar ook met externe sectoren doen. Uit gesprekken die we vandaag voeren met veel verschillende productiehuizen blijkt dat we daar samen over moeten nadenken. De sector zal die switch niet enkel maken omdat de VRT dat wil.
Een laatste prioriteit voor de korte termijn is de organisatie wendbaar en slagkrachtig maken en de organisatie digitaal transformeren. Dat betekent dat we prioriteiten zullen moeten stellen en keuzes zullen moeten maken en in functie van die keuzes en prioriteiten onze middelen zullen moeten herschikken. Ik geloof dat het Barack Obama was die zei dat een budget meer is dan een reeks cijfertjes, het is de belichaming van je waarden, van je strategie. Ik weet dat we het budget niet altijd op deze poëtische manier benaderen maar het is wel zo. Walk the talk. Als we VRT NU, openheid naar heel Vlaanderen, diversiteit belangrijk vinden, zullen we er dus ook voor moeten zorgen dat we daar de nodige middelen aan toewijzen. En dus in plaats van in silo’s te redeneren en de budgetten van het jaar voordien te copypasten, zullen we keuzes moeten maken. We zijn daar heel hard mee bezig binnen het directiecollege. We zullen ook transparant zijn in alles wat onze middelen aanbelangt. 60 procent van onze middelen wordt aangereikt door Vlaanderen. Daartegenover staat ons engagement om die middelen goed te beheren en daar zo transparant mogelijk over te communiceren. Dat betekent niet dat we Vlaanderen uitnodigen om zich te mengen in onze programmatie en al zeker niet in de onafhankelijkheid van onze redactie, maar wel dat we daar een zekere volwassenheid over willen tonen.
We willen ook transparantie tonen over een aantal zaken die klassiekers zijn geworden in het debat over de VRT, bijvoorbeeld de schermgezichten. Ik heb vandaag in de krant gelezen dat het wel goed zit met onze terughoudendheid op dat vlak en dat Matthijs van Nieuwkerk dan toch geen sportquiz zal presenteren voor onze commerciële vrienden.
Door verstandig om te gaan met onze middelen, prioriteiten te stellen en keuzes te maken zullen we de slagkracht van de VRT kunnen verhogen.
Samengevat, elke dag elke Vlaming bereiken om de samenleving te versterken, is heel belangrijk. Deze opdracht is breder dan die ooit is geweest: digitaal leiderschap, Vlaamse productie vrijwaren, talentontwikkeling, wendbaarheid en slagkracht. Op de laatste slide vat ik dat samen in een korte slogan. De VRT gaat over media die er echt toe doen, media in alle mogelijke vormen, in vindbare vormen, in innovatieve vormen, die een maatschappelijke rol vervullen, die creatief en innovatief zijn en die er echt toe doen, in die zin dat zij geloofwaardig, betrouwbaar, inclusief en herkenbaar zijn voor iedereen. Ik zie in dat woord ook transparantie en vertrouwen.
Wat mij betreft, valt die hele beheersovereenkomst van zestig bladzijden samen te vatten in slogan: de VRT is media die er echt toe doen.
We hebben de toelichting gehoord en de vragen zijn gesteld. Ik zal telkens afwisselend iemand van de meerderheid en iemand van de oppositie aan het woord laten.
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eens opkomen voor de mensen die vragen hebben gesteld voor de uiteenzettingen. Mevrouw Segers en mevrouw Meuleman moeten eerst aan het woord komen, anders respecteert u de rechten van de vraagstellers niet.
Ik denk dat ik niemand rechten ontneem. De collega’s hebben reeds uitgebreid hun vragen kunnen stellen en uitgebreid hun bedenkingen kunnen geven. Het lijkt me logisch dat ik nu iedereen aan het woord laat. Ofwel heb je vragen om uitleg, ofwel heb je een hoorzitting. Ik stel dus voor dat we de meerderheid en de oppositie afwisselend vragen laten stellen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, ik begrijp dat de vraagstellers onthutst zijn, maar wij zitten hier natuurlijk al een paar uur voor spek en bonen, collega’s. Ik denk dus dat de voorzitter een goede keuze maakt.
Ik weet niet of er nog veel tijd is om ons bezig te houden met Gedichtendag, maar ik wil ook niet onderdoen. ‘Samen’ is de naam van de politieke groep waarmee ik in mijn gemeente vele verkiezingen heb doorstaan. We zijn daarmee gestopt toen het kartel van sp.a en Groen in Antwerpen met die naam kwam. Dat kartel is dan ter ziele gegaan, maar ondertussen hadden wij onze naam al opgegeven.
En dan het gedicht dat ik gekozen heb. Wij hebben in november afscheid genomen van Willy Kuijpers, een monument in Vlaanderen. Zijn vrouw, Lieve Devyver, schrijft gedichten. Naar aanleiding van het overlijden van Willy kwam ik er nog een aantal tegen. Ik heb er eentje uitgepikt.
Zie
hoe de jongen
rozen plukt
uit een perk
Zie
hoe de man
tegen windmolens vecht
en het haalt
Zie
hoe de mens
zijn boeken schikt
en de dood de das omdoet
Zie
hoe ik onder dit alles
muziek schrijf
voor ons lied.
En dan de beheersovereenkomst die, zoals de CEO zei, inderdaad bijna even poëtisch is als de gedichten die wij hier vandaag hebben gehoord.
Wat mijn partij betreft, collega’s, ligt de beheersovereenkomst helemaal in lijn met het regeerakkoord en met de resolutie die wij in dit parlement, in elk geval vanuit de meerderheid, hebben goedgekeurd. Er is voldoende aandacht voor onze stokpaardjes. Wij hebben gisteren in het parlement – voorzitter Van den Brande weet dat niet – een verbod op paardachtigen op kermissen goedgekeurd. Maar over stokpaardjes is er niets gezegd.
Onze stokpaardjes blijven dus overeind, zoals daar zijn: het Nederlands als standaardtaal, Nederlandstalige muziek, Vlaamse producties, kwaliteit van eigen bodem. Dat is voor ons dus in elk geval een zeer goede vaststelling. Meer transparantie op het vlak van contracten is, denken wij, noodzakelijk. Wij hebben daar in de voorbije legislatuur heel veel vragen over gehoord en gesteld. Dat daar openheid over komt, ook met betrekking tot die schermgezichten, is een goede zaak. Collega Segers zegt dat je daardoor jong talent niet gaat doorlaten. Ik denk het wel. Jong talent behoort in het begin niet tot de duurst betaalde schermgezichten. Laat ze dus maar gerust groeien bij de VRT. Ik denk niet dat wij in dat marktmechanisme moeten stappen, zoals anderen doen. Dat geldt ook voor sportprogramma’s. We zijn er al langer voorstander van dat de VRT aandacht geeft aan de kleinere sporten. Collega’s, ik hoorde jullie zeggen: ‘Ramp, o ramp, dat de VRT niet meer mag bieden op die dure sportwedstrijden!’ Ik denk dat we er juist alle belang bij hebben dat wij ons niet door dat marktsysteem laten meezuigen.
De beheersovereenkomst legt duidelijk de nadruk op digitalisering. Daar zijn ook middelen voor. Dat is een goede zaak.
Wij blijven de productiesector ondersteunen. Dat heb ik in het verleden altijd bepleit. Dat blijft zo. Dat de VRT ook die verbindende opdracht heeft, hebben wij in tal van slides daarnet gezien en gehoord. Daar staan wij ook volledig achter: de samenleving opbouwen, de samenhorigheid in de gemeenschap versterken. Daar zijn wij helemaal voor. Uiteraard doet de VRT dat helemaal autonoom en loopt zij voorop in de strijd tegen desinformatie. Dat is uiteraard de taak van de openbare omroep. In tegenstelling tot sommige van mijn collega’s zie ik ook niet waar die autonomie bedreigd zou worden, waar de redactionele vrijheid bedreigd zou worden. Ik zie dat absoluut niet in de huidige beheersovereenkomst. Wel integendeel, zou ik zeggen. Op heel wat plaatsen wordt expliciet gezegd dat er niet wordt geraakt aan de autonomie, aan de eis dat de VRT kwaliteit brengt. Kwaliteit op het gebied van informatie blijft de eerste taak van de openbare omroep. Ik zie dus absoluut niet waar het gevaar zou schuilen op dat gebied.
De heer Delaplace had het er al over, dat sommigen zich blijkbaar zorgen maken over het feit dat de term ‘Vlaams’ of ‘Vlaamse’ een aantal keren wordt gebruikt in de beheersovereenkomst. Ik heb het zelf niet gedaan, collega’s, omdat ik natuurlijk wel betere dingen te doen heb, maar wij hebben heel wat medewerkers. Die zitten thuis door corona. Ik heb het eens laten natellen door een van de medewerkers, kwestie van die mensen wat zinvolle bezigheden te geven. Ik kan u, op basis van dat opzoekingswerk, melden dat in de overeenkomst tussen de Nederlandse overheid en de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) op 7 bladzijden 33 keer het woord ‘Nederlands’ staat. In Denemarken, Danmarks Radio (DR), staat er op 17 pagina’s 96 keer ‘Dansk’. Onze goede collega’s van de Zweedse televisie: 173 keer ‘Zweeds’ op 119 pagina’s. In de overeenkomst met France Télévision staat er 38 keer ‘Frans’. De RAI in Italië heeft 29 keer het woord ‘Italiaans’ staan op 27 pagina’s. Ik kan zo nog een tijdje doorgaan. De medewerkers hebben dezer dagen wel wat tijd. Ik besluit daaruit, collega’s, dat het toch geen ramp is wat er in onze beheersovereenkomst staat, als het over de termen ‘Vlaams’ of ‘Vlaanderen’ gaat.
Ik sluit af met een paar extra vraagjes aan de minister of aan de mensen van de VRT.
Dat versterken van de Vlaamse identiteit, de aandacht voor cultuur, creativiteit stimuleren: ondertussen is Podium 19 er. Het is al gezegd, dat jullie daar flink aan meewerkten. Dat is een goede zaak. Maar misschien hebben jullie nog andere initiatieven op de planken liggen waarvan wij kunnen vernemen dat ze in de maak zijn?
We hebben gelezen dat DPG Media contact zou opnemen met de minister om eens te bekijken hoe de voorgenomen monitoring van informatieve uitzendingen zou gebeuren. Minister, is er al een gesprek geweest? Is daar al iets uitgekomen?
De VRT moet instaan voor een sterk media-ecosysteem. Dat is ook niets nieuws. Dat was al opgenomen in de vorige beheersovereenkomst of beheersovereenkomsten. Welke partners zullen daarbij betrokken worden? Zijn dat de ‘usual suspects’ of wordt er ook uitgekeken naar kleinere spelers, naar kleinere mediapartners: lokale radio’s, bovenlokale radio’s, Media.21?
Is er al nieuws over de partner waarmee de VRM in zee zou gaan in het kader van de monitoring van de nieuws- en informatie-uitzendingen?
– Elisabeth Meuleman treedt als voorzitter op.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u om mij het woord te geven. Volgens de logica van ons reglement moeten eerst de vraagstellers aan het woord komen. Zoals ook collega Tommelein zegt, momenteel de sympathiekste krullenbol van ons parlement. Ik had mijn vraag al ingediend op 15 december 2020.
Ik dank eerst en vooral de sprekers. Zowel de minister, voor zijn antwoorden op onze vragen en voor zijn verdere beschouwingen, als de voorzitter en vooral ook de heer Delaplace, die op een heel bondige en enthousiasmerende manier de grote lijnen heeft uitgezet. Ik hoor in uw uiteenzetting, mijnheer Delaplace, een enorm sterke visie. U weet waar u naartoe gaat. Ik kan u daarin alleen maar volmondig bijstaan.
Voordat de beheersovereenkomst er was, was er vrees. Ook bij mij. Maar de soep wordt niet zo heet gegeten als ze wordt uitgeschonken. Er zitten heel sterke zaken in de beheersovereenkomst. Ik wil zowel de minister als de VRT mijn appreciatie meegeven. Ik denk dat we een ambitieuze beheersovereenkomst hebben. Ik kijk absoluut uit naar de realisatie ervan.
Er zijn een aantal heel juiste keuzes gemaakt. Die Digital First: absoluut! Absoluut, absoluut, absoluut! De ‘sense of urgency’ die jullie daar hebben, is zeer terecht. Jongeren consumeren media nu op een totaal andere manier. Zij gaan binnen 25 jaar geen trouwe bezoekers, kijkers en luisteraars zijn van de VRT. De net gelanceerde Ketnetapp is een heel mooi voorbeeld. We moeten de kinderen en jongeren, maar vooral de jongeren, bij de VRT houden, om ervoor te zorgen dat zij ook binnen 25 jaar, mét hun gezin, kijken. Mijnheer Delaplace, wat u daar zei over de smartphone, dat is waar. Ik sprak hier nog maar net thuis over mijn moeder, die een hifi-installatie kocht. Mijn jongens weten niet wat dat is.
Aanwezig zijn op alle platformen is heel essentieel. De VRT moet zijn waar de Vlaming is. Als de Vlaming meer en meer digitaal is, moet de VRT ook daar zijn. Er mogen geen beperkingen zijn op VRT NWS. Dat is voor mij toch wel een heel belangrijke verworvenheid. Anders zou de toekomst van de VRT er heel anders uitzien.
Die verbrede opdracht is ook heel belangrijk.
Dan is er ook het inzetten op diversiteit, jongeren bereiken, vrouwensporten promoten. Er zit heel veel in waarvan ik denk: ja, ja, ja, dat is echt heel belangrijk. Ik hoor u ook heel graag zeggen, mijnheer Delaplace, dat de VRT een rol heeft om marktversterkend te werken en dat u gaat samenwerken met de andere mediapartijen. Ik volg u daar volledig in. Ik ben ook zeer verheugd dat dat voortaan ook de gamesector en de audiosector is, toch een booming business; het audioaspect van media wordt steeds belangrijker.
Wat betreft uw plannen met betrekking tot de interne werking, is het afbreken van de silo's, vertrekkend vanuit content en het centraal stellen van content, heel essentieel. Ik ben ook zeer verheugd om te horen dat de VRT een prominente rol wil opnemen inzake het bestrijden van desinformatie. Artificiële intelligentie en de slimme samenleving, dat kan disruptief werken. Kijk maar naar Amerika. Maar we kunnen die data ook – want wij zijn meester van de data –ten goede inzetten, om ‘smaakverbredend’ te werken. Dat is zeer, zeer wel.
Er zijn natuurlijk een aantal beperkingen en een aantal zaken die mij toch nog zorgen baren. En daar wil ik een aantal vragen over stellen. Minister, u zei dat ik er een karikatuur van maak als ik me vragen stel bij het feit dat de VRT zich terughoudend moet opstellen bij het bieden op sportrechten in open net. Daar wil ik toch graag een antwoord op. Wat betekent dat? Waarop zal de VRT nog kunnen bieden en waarop niet? Ik ben bang dat de VRT alleen nog de kruimels zal kunnen krijgen van wat de commerciëlen laten liggen, bijvoorbeeld de Olympische Spelen, waarin ze niet geïnteresseerd zijn en waarvan het goed is dat de VRT die gaat brengen. Ik zie dat niet als een karikatuur. Ik heb daar terechte vragen over. Hoe moet ik me dat concreet voorstellen?
Hetzelfde geldt trouwens voor de previews op VRT NU. Wat kan er concreet nog wel en wat zal er concreet niet op komen? Welk soort series zal de VRT niet meer kunnen aanbieden? Waaraan denkt u? Ik vraag dat zowel aan de minister als aan de heer Delaplace. Wat zal niet meer kunnen? Wat zal wel kunnen? U kent ons standpunt. De Vlaming betaalt via zijn belastingen aan de VRT en wij willen dat de VRT-content, gemaakt met belastinggeld, te allen prijze nooit achter een betaalmuur kan verdwijnen.
Een volgend belangrijk punt is de vraag over het wantrouwen en het meten van dat wantrouwen. Ik heb de afgelopen maanden altijd de vraag gesteld waar dat vandaan komt. De vertrouwensbarometer en andere onderzoeken tonen telkens weer aan dat de Vlaming vertrouwen heeft in de VRT. Dus waarom moet er nu nog eens een bijkomende meting gebeuren? Dat is voor mij een heel belangrijk punt. Hoe zien jullie dat? Gaat de VRT dit ter harte nemen? Hoe zal dat opgezet worden? Mij lijkt het evident om daar te kijken naar het Elektronisch Nieuwsarchief (ENA) en naar Stefan Walgrave. Maar dat zijn natuurlijk cijfers. Dat is een kwantitatieve meting: welke politicus en welke partij komt over welk thema binnen welk programma hoeveel minuten aan bod? Het is goed om dat te hebben, maar dat zegt natuurlijk niets over de vraag of dat dan kwalitatief geduid wordt dan wel of het negatief geduid wordt. Daar zegt dat niets over. Voor mij is het absoluut essentieel dat er naast die kwantitatieve meting die zal worden opgezet, ook een kwalitatieve meting gebeurt door een publieksbevraging mee te nemen.
In de afgelopen beheersovereenkomst was voorzien dat er een kwalitatieve meting van het publiek gebeurde. Tim Raats heeft die bevraging gedaan in 2015. In de beheersovereenkomst stond dat die meting om de vijf jaar moest gebeuren. Is die studie ook in 2020 gebeurd, zoals was voorzien in de beheersovereenkomst? Door wie is die gebeurd? En als die studie is uitgevoerd, kunnen wij die als parlement inkijken? En kunnen wij daar desgevallend ook een presentatie van krijgen? Alleszins is mijn bekommernis, minister, dat er behalve de kwantitatieve meting die zal gebeuren, ook een kwalitatieve meting moet gebeuren.
De hamvraag is natuurlijk hoe de VRT met die structurele besparing van 25,1 miljoen euro al die ambitieuze doelstellingen in de beheersovereenkomst zal kunnen waarmaken. De minister heeft daar al voor een groot stuk op geantwoord en heeft gezegd dat er naast de 25,1 miljoen euro besparing wel 16 miljoen euro bij komt, en dan nog eens 3,8 miljoen euro vanuit het coronafonds en 3 miljoen euro vanuit de Var, en dat de besparing die aanvankelijk door de Vlaamse Regering was beslist, dus grosso modo wordt rechtgezet. Dat is voor nu. Dat betekent, zoals mevrouw Meuleman ook terecht heeft opgemerkt, dat het geen structurele maatregel is. Dus hoe dan ook, wie ook in de volgende Vlaamse Regering zit, zal effectief moeten kijken hoe die structurele besparing met de volgende beheersovereenkomst – ik kijk al vijf jaar vooruit – op een of andere manier zal moeten worden rechtgezet. Want anders gaat de VRT al die ambitieuze doelstellingen niet kunnen waarmaken.
Er is ook sprake van een transformatieplan, mijnheer Delaplace. Hoe ziet u dat transformatieplan? Kunt u daar al de krijtlijnen van meegeven? Betekent dat afvloeiingen? Er is altijd gezegd dat er geen naakte ontslagen zouden zijn. Hoe ziet u dat? Ziet u een reshuffle binnen het personeel? Op welke diensten? Ik had daar graag enig zicht op, zodanig dat de VRT-werknemers zicht krijgen op de impact van dit alles op henzelf.
Het is heel terecht dat gokken en gokreclame in de beheersovereenkomst staat. De minister antwoordde zonet dat de VRT dat momenteel aan het bekijken is. We hebben daar ook een resolutie over gemaakt. U weet dat wij vanuit sp.a zeker en vast tegenstander zijn van gokreclame op televisie. Mijnheer Delaplace, als u al bezig bent met het uitwerken van een plan, wilt u dan al een tip van de sluier lichten over welke pistes u ter zake bewandelt?
Dan is er een grote bekommernis van mezelf, over de regionale omroepen. De samenwerking met de regionale omroepen staat er wel in, maar ik hoor toch geluiden dat er iets concreets gaat moeten gebeuren. Wat zijn de plannen van de VRT om de samenwerking met de regionale omroepen uit te werken? Minister, in hoeveel wordt er voorzien voor de regionale omroepen binnen het relanceplan waarover u spreekt?
Hoe zit het met de ontwikkeling van het crossmediale meetsysteem? Dat is natuurlijk essentieel voor de komende jaren. Zolang we geen crossmediaal meetsysteem hebben dat ook de digitale kijker meeneemt, wat nu meer en meer de overhand neemt, dan gaan we het marktaandeel van de verschillende media niet kunnen bekijken. Hoe ziet u de rol van de VRT daarin?
Dan heb ik nog een vraag met betrekking tot de Vlaamse cultuur en creativiteit. Collega Vandaele, ik heb met heel veel plezier uw opzoekingswerk – of dat van uw medewerkers – bekeken. Het is wel fijn om die cijfers mee te krijgen. Er staat in de beheersovereenkomst dat er minstens tien herdenkingsmomenten van de Vlaamse cultuur en geschiedenis moeten worden weergegeven, naast de 365 cultuuritems. Wat zijn de plannen daar?
Op Twitter was er de afgelopen weken nogal wat te doen over de aanstelling van de heer Ricus Jansegers, die ik trouwens heel hard feliciteer. En ik wens hem heel veel succes in die nieuwe functie. Er werd opgemerkt dat de raad van bestuur en het directiecomité van de VRT heel blanke, witte mannenclubs zijn. En trouwens, ook heel veel succes gewenst aan de nieuwe directeur, de zeer gewaardeerde Karen Donders, die vanaf 1 februari, als enige vrouw, start als directeur Publieke Opdracht. Maar wat zijn de plannen om de diversiteit, waarvoor de streefcijfers heel positief zijn, ook op dat topniveau te realiseren?
Podium 19 is een superinitiatief, echt fantastisch. Dank ook aan de VRT om daar mee de schouders onder te zetten. De afgelopen dagen hebben we ook de kritiek mogen aanhoren van onder andere Margriet Hermans, die zich afvraagt waar de Vlaamse populaire media zijn. Mijnheer Tommelein, ik weet dat ik daarvoor een medestander in u vind, als amateur-schlagerzanger of quasi-professionele schlagerzanger. Ik vind dat ook terecht. Vroeger was er Tien om te Zien enzoverder. Vandaag is er heel weinig aandacht voor de Vlaamse populaire muziek. Hoe zal die daar een plaats in krijgen?
Mijn laatste vraag gaat over de smaakverbreding in plaats van de filterbubbel. Graag hoor ik daar ook nog een aantal details over. Hoe zien jullie dat concreet om dat uit te rollen op VRT NU?
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, voorzitter, gedelegeerd bestuurder, ik wil u graag feliciteren met de nieuwe beheersovereenkomst die u hebt onderhandeld en waarover een akkoord kon worden bereikt. Zeker na een toch wel turbulent jaar is het cruciaal dat we een nieuwe start kunnen nemen, een nieuwe leidraad, waarin opdrachten en doelstellingen voor onze publieke omroep duidelijk worden geformuleerd. Mijnheer Delaplace, het geeft u ook, zoals ik een aantal maanden geleden al zei, de gelegenheid om er vanaf nu voluit tegenaan te gaan. Want laat ons eerlijk zijn: het is handiger voor een CEO om een overeenkomst in uitvoering te brengen die je zelf mee hebt kunnen onderhandelen, dan dat je gebonden bent aan wat voorgangers voor jou hebben afgesproken met de Vlaamse overheid.
Uw visie op het bedrijf, op de sector en op de toekomst van het medialandschap, gebaseerd op de kennis die u de afgelopen maanden binnen de VRT en de afgelopen jaren buiten de VRT hebt opgedaan, hebt u nu mee vorm kunnen geven in deze nieuwe tekst.
Ook aan u dank, minister, om in deze tekst de lijnen die werden uitgezet door het parlement via de goedgekeurde resolutie, te willen bewaken. Ik ben uiteraard ook tevreden dat de paden die werden uitgezet in de vorige beheersovereenkomst in het kader van meer en diepere samenwerking met andere mediaspelers en in het kader van een digitale toekomst, verder worden bewandeld en nog meer worden uitgediept. Ik denk ook dat dit de juiste richting is waar we met de publieke omroep VRT naartoe moeten. Dat is, voor alle duidelijkheid, een publieke omroep die relevant is en die voor alle Vlamingen blijft, ook en vooral in een toenemende digitale wereld, een omroep die zich onderscheidt qua inhoudelijk aanbod, met een focus op correcte en betrouwbare informatie die breed toegankelijk is.
Dit is overigens op dit moment meer dan ooit belangrijk als tegengewicht voor de steeds snellere verspreiding van fake news. En ook met een focus op cultuur en de creativiteit die Vlaanderen rijk is op diverse domeinen. Een publieke omroep die, wat sport betreft, aandacht heeft voor kleinere sporten, voor damescompetities en die zich kostenbewust is binnen een concurrentiële markt. In het bijzonder ook een omroep die mee is met zijn tijd en durft te innoveren. De analoge tijd ligt ondertussen al enkele jaren achter ons en de veranderingen in het gedrag van de mediaconsument wijzigen steeds sneller. En uiteraard een omroep die zich niet afzet tegen andere spelers, maar net met hen samenwerkt waar dat nodig is, en die er zich rekenschap van geeft dat die andere spelers in een hypercompetitieve markt moeten zien te overleven, andere spelers die de VRT bovendien zelf scherp houden en tot betere resultaten dwingen. Dat hebben we de laatste decennia al een paar keer moeten vaststellen.
Tot slot, collega’s, een omroep die meer dan ooit beseft dat ze met overheidsmiddelen werkt. Dat impliceert dat ze een onberispelijke organisatie op poten moet zetten, die transparant, duurzaam en performant is, zodat we de uitwassen van het verleden achter ons kunnen laten en zodat de VRT kan tonen dat ze een Vlaamse publieke organisatie is om ‘u’ tegen te zeggen, ook qua bedrijfsvoering. In die optiek hebt u woord gehouden, minister, en werden de aanbevelingen van Audit Vlaanderen in het kader van een betere organisatiebeheersing wel degelijk opgenomen in deze beheersovereenkomst.
We kijken er uiteraard naar uit om de resultaten in de praktijk te zien. In die optiek lees ik dat de VRT op basis van de aanbevelingen een actieplan zal opmaken. Kunt u daar iets meer over vertellen? Wat mogen we daarvan verwachten? Wanneer zal dat actieplan er zijn?
Voorzitter, collega’s, zoals ik daarnet heb geschetst gaan we met deze beheersovereenkomst de juiste richting uit. Sta me evenwel toe om op een aantal punten uit de overeenkomst wat dieper in te gaan en wat bijkomende vragen te stellen of opmerkingen te maken.
Ten eerste wil ik het even over de organisatie zelf hebben. Het hoeft geen betoog dat de VRT de komende jaren een organisatie in volle transitie zal zijn, zowel naar interne structuren toe als wat betreft het personeelsbestand zelf. In die zin vind ik het streven naar een meer diverse samenstelling, als weerspiegeling van onze diverse samenleving, een mooie en zeer terechte doelstelling. Ik lees dat diversiteit ook een belangrijk aandachtspunt wordt in de samenwerking met de externe creatieve sector. Hoe zal de VRT daarmee omspringen, gelet ook op de verscheidenheid van de ondernemingen in die externe sector, waar je grote bedrijven hebt, maar eveneens heel wat kleine productiehuisjes met een handvol medewerkers? Of gaat het hier in de eerste plaats om de beeldvorming?
Maar eveneens zullen de vele medewerkers, zowel de huidige als de toekomstige, mee de digitale omslag moeten helpen weerspiegelen. Het voornemen om zogenaamde publiekeomroepalgoritmes te ontwikkelen en veel meer in te zetten op data, iets wat elk modern mediabedrijf doet, veronderstelt onvermijdelijk dat dit ook gevolgen zal hebben voor de profielen die de VRT de komende jaren zal moeten aanwerven. Kunt u dit bevestigen, mijnheer Delaplace? Is het effectief de bedoeling om nieuwe mensen aan te werven met deze expertise of is het eerder de bedoeling deze kennis te outsourcen via externe consultants? Of is het de bedoeling om met ‘in-house-coaching’ te werken, waarbij de huidige medewerkers worden bijgeschoold? Waarschijnlijk zal het wel een combinatie worden, maar ik hoor het graag van u.
Om de totale personeelskosten onder controle te houden, zal dit onvermijdelijk gepaard gaan met de nodige transformatiepijnen, als ik het zo mag uitdrukken. In die optiek is de keuze om in een niet-recurrente toelage van 16 miljoen euro te voorzien, een goede zaak, minister. Dit gaat dus over een transformatiebudget. Ook tijdens de vorige legislatuur heeft een transformatiebudget mee de modernisering van de omroep helpen faciliteren. Dat wil evenwel niet zeggen dat geld op zich, als een soort glijmiddel, voldoende is. Integendeel, geld lost niet altijd alles op. Het resultaat zal in de eerste plaats afhangen van het transformatieplan dat in de steigers wordt gezet, waar in de beheersovereenkomst ook naar wordt verwezen. Kunt u, mijnheer Delaplace, daar reeds enige toelichting bij geven? Welke timing stelt u hieromtrent voorop? Hoe zal dit worden aangepakt?
Ik vind het alvast belangrijk dat ook in deze beheersovereenkomst wordt bepaald dat er geen structurele verhoging mag zijn van de verhouding van de personeelskosten ten opzichte van de totale ontvangsten. Dat is van belang als we weten dat de noemer, zijnde de dotatie, de komende jaren wat zal dalen. In de vorige beheersovereenkomst werd dat nog vertaald in een duidelijk cijfer als maximaal aandeel, namelijk 43,25 procent, maar dat is deze keer niet gebeurd. Is daar een reden voor? Zitten we nog steeds onder die 43,25 procent? Ik wil de CEO vragen daar toch de nodige aandacht voor te hebben, want we moeten absoluut vermijden dat de besparing die door de Vlaamse overheid werd gevraagd, integraal op het aanbod, de investeringen of de externe bestedingen zou worden verhaald. Dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn.
Een tweede item waar ik het even nader over wil hebben, is de rol van de VRT in het Vlaamse media-ecosysteem. Ik stel tot mijn tevredenheid vast dat er een uitgebreide strategische doelstelling gewijd is aan de samenwerking die de VRT moet opzetten met de hele sector op diverse domeinen. Het ecosysteem staat immers onder druk in een geglobaliseerde wereld, waar grote mastodonten met zeer veel middelen een enorme uitdaging voor de leefbaarheid van vele ondernemingen betekenen. Van een bitse concurrentiestrijd op Vlaamse bodem, zonder zich te vergewissen van de uitdagingen die er wereldwijd zijn, wordt niemand beter.
Er wordt opnieuw in een groeipad voorzien voor de investeringen in de externe creatieve sector, zowel in productiehuizen als in de facilitaire sector. Het groeipad dat in de vorige beheersovereenkomst werd voorzien tot 18,25 procent van de totale inkomsten, wordt nu verder opgetrokken tot 20 procent. Belangrijke cijfers, maar deze zijn uiteraard ook niet zaligmakend, want het wordt natuurlijk afwachten hoe deze totale inkomsten zullen evolueren. Wat echter evenzeer van belang is, is de bepaling dat de VRT in een transparante, marktconforme rechtenverdeling en inkomstenverdeling moet voorzien tussen haarzelf en de externe producenten. Hierover zal overleg gepleegd worden met de sector en begin 2022 – dat is dus al heel snel – moet hierover worden teruggekoppeld. Ik kijk ernaar uit wat uit dat overleg zal komen.
Het lijkt mij immers van belang dat er een goed algemeen kader wordt uitgewerkt, waarbinnen de rechtenafspraken met elk productiehuis afzonderlijk geplaatst kunnen worden. Ik begrijp dat de VRT niet elk productiehuis dat het levenslicht ziet, moet helpen uitgroeien tot een volwaardige onderneming. Ook dat is een marktgebeuren waar op een bepaald ogenblik een zekere saturatie optreedt. Maar grote en kleine productiehuizen hebben vaak andere hefbomen om bepaalde rechten en de bijhorende valorisatie ervan af te dwingen in een contract met de VRT. In die zin lijkt het me absoluut wenselijk dat de VRT hiervoor een degelijk referentiekader uitwerkt. Hoe zal men dit aanpakken? Is daar een plan voor? Zult u daarvoor terugkoppelen naar dit parlement?
Aansluitend hierbij horen ook de plannen en de doelstellingen verbonden aan de samenwerking met andere spelers inzake niet-lineaire diensten enerzijds en de exploitatie van het eigen digitaal platform VRT NU anderzijds. Ik denk dat er een evenwichtig akkoord is gevonden met betrekking tot VRT NU en de wijze waarop content daar kan worden aangeboden. Maar het akkoord laat ook nu nog steeds wat ruimte voor interpretatie. Als bepaald wordt dat op VRT NU geen previews mogen worden aangeboden van internationale aangekochte fictiefilms of -reeksen, behalve voor die fictie waar de markt geen interesse in heeft, dan is het maar de vraag wat die interesse inhoudt.
Ik begrijp dat je niet alles in KPI’s en harde strikte bepalingen kunt gieten, maar ik reken er wel op dat de VRT deze afspraken op een fatsoenlijke manier naar de geest van het akkoord zal nakomen. Dat is een stuk vertrouwen, zowel van dit huis, als van de conculega’s. Hoe interpreteren de onderhandelaars van deze beheersovereenkomst zelf deze regels? Wat mag ik in feite begrijpen onder de bepaling ‘geen interesse van de markt’? Ik vind dat nogal vaag.
De beheersovereenkomst bevat ook de mooie en ietwat omfloerste bepaling dat de VRT vanuit een rendabel businessplan in betalende niet-lineaire diensten met focus op Vlaamse content zal meestappen en zal samenwerken op het vlak van fictie. Om de vraag dan ook wat minder omfloerst te stellen: hoe staat het met de samenwerking met Streamz? Hoe zien jullie dat naar de toekomst toe? Wat is in feite de praktische vertaling van die bepaling?
Een laatste vraag met betrekking tot de rol van de VRT in het Vlaamse media-ecosysteem betreft het radiodossier. De VRT krijgt opnieuw terecht de opdracht om een voortrekkersrol te vervullen met het oog op de digitalisering van de radiomarkt. Ik denk dat dat van kapitaal belang is, niet het minst omdat er op de diverse digitale platformen, zoals DAB+ of andere, veel meer ruimte is om andere spelers kansen te geven. Gelet op het toch wel zeer grote gewicht dat de VRT in de radioschaal legt, lijkt het niet in haar directe belang om die analoge switch-off snel te bewerkstelligen. Nochtans is dit absoluut iets wat de VRT moet doen en wat we van de VRT verwachten. Ik lees dan ook met genoegen de bepaling dat de VRT meewerkt aan een onderzoek naar de eventuele impact van een stopzetting van het uitzenden via één FM-frequentiepakket, om zo bij te dragen aan de versnelling van die digitalisering en sneller over te schakelen op louter digitale platformen. Wat is de timing van dat onderzoek? Wanneer mogen we hier resultaten van verwachten?
In het geval van een versnelde overstap van één radiomerk naar volledig digitaal, wat zijn dan de plannen met het aantrekkelijke frequentiepakket op FM dat vrijkomt? Dezelfde vragen heb ik met betrekking tot het actieplan dat de VRT zal ontwikkelen om de mogelijkheden van haar multiplex maximaal in te zetten. U begrijpt dat ik daar vrij veel, zelfs heel veel aandacht voor heb, ook heel veel interesse in heb. Ik heb altijd al gevonden dat radio in Vlaanderen een bijzondere plaats inneemt en dat ook nog zal blijven doen, in tegenstelling tot heel veel andere Europese landen.
Een derde item dat ik nog wens aan te halen is de financiering, uiteindelijk toch ook het sluitstuk van elke beheersovereenkomst. Zoals bij elke beheersovereenkomst steunt het financieel kader op het principe van de duale financiering. Enerzijds publieke middelen, die toch voor een zekere stabiliteit zorgen, en anderzijds de zogenaamde eigen middelen, waarvan de advertentie- en de distributie-inkomsten de belangrijkste zijn.
Zoals gezegd, zorgen de publieke middelen voor stabiliteit. Behoudens onvoorziene externe factoren die een grote impact hebben op de budgettaire toestand van de Vlaamse overheid, zijn de voorziene middelen volgens mij een afspraak, een contract. Maar uiteraard wel een afspraak die vasthangt met het nakomen door de VRT zelf van de vele andere afspraken die via de KPI’s zijn verwoord. Een beetje het ‘quid pro quo’-verhaal, zeg maar.
Met de eigen middelen begeeft de VRT zich op de markt. Wat advertenties betreft trouwens een markt onder druk, want de grote Amerikaanse mediaspelers zuigen de advertentiebudgetten naar zich toe. Daarom vind ik het nieuwe systeem dat in deze beheersovereenkomst wordt ingevoerd, wel een goede zaak. Namelijk een logische begrenzing van de commerciële middelen, zoals steeds, maar die deze keer niet onderhevig is aan een automatische jaarlijkse index. Deze keer wordt de indexatie gebaseerd op een zogenaamde marktindex, een nieuw systeem dat ontwikkeld zal worden door de Vlaamse overheid samen met de VRT en de private spelers. Dat boeit mij wel, eerlijk gezegd. Eigenlijk is het ook logisch dat de commerciële inkomsten van de VRT niet moeten groeien, als de markt dat in zijn geheel ook niet doet. In feite vind ik persoonlijk dat, als de marktindex in globo daalt, ook het plafond mee zou moeten dalen. Dat zou toch een logisch gevolg moeten zijn van mee te spelen in een markt. Ik zie de heer Van den Brande al knikken. Maar ja, ik heb begrepen dat dit een brug te ver was. Tussen wat ik logisch vind en wat u, mijnheer Van den Brande, logisch vindt, is er natuurlijk nog een heel grote brug. Hoe verlopen de onderhandelingen met betrekking tot dit mechanisme van de marktindex? Werd hierover al samengezeten met de verschillende spelers? Kunt u hierover meer info geven?
Inzake de commerciële inkomsten wil ik polsen naar de positie van de VRT ten aanzien van de nieuw opgerichte joint venture van Mediahuis met 44,4 procent, SBS – gelanceerd als PLAY 4, PLAY 5, PLAY 6 enzovoort – met 44,4 procent, en Proximus met 11,2 procent. In december beslisten zij om de krachten inzake reclameregie te bundelen.
Mijn liberale fractie waardeert de vooruitstrevendheid inzake digitalisering in de nieuwe beheersovereenkomst. De digitale aanwezigheid van de openbare oproep zal in de komende jaren enorm aan belang winnen in de taakstelling van de VRT. Dat is in deze tijden een belangrijk gegeven. Ik heb nog jonge kinderen thuis, ik heb ook aankomende kleinkinderen en zelfs al kleinkinderen. Ik zie dat de VRT de rol bij jongeren moet lossen als men niet radicaler kiest voor een meer digitale werking. Als we de voeling met jongeren verliezen, dan staat dat gelijk aan het verliezen van een maatschappelijke rol die de VRT op zich moet nemen. Ik heb die discussie al heel veel gevoerd in het verleden. Ik denk dat mijn goede vrienden van MNM – u herinnert zich dat nog wel – terecht zeggen dat de openbare omroep de rol met betrekking tot jongeren niet mag verliezen. Het zal deze keer niet met een FM-frequentie op de radio zijn, maar met een meer uitgebreide digitale benadering.
Deze meer digitale werking heeft uiteraard ook enkele implicaties, bijvoorbeeld inzake privacy. KPI 34 stelt dat de VRT transparant moet communiceren naar gebruikers over het gebruik van hun data. Maar hoe zit het met het recht om vergeten te worden? Zoals u weet, heb ik als staatssecretaris Privacy als bevoegdheid gehad. Zullen gebruikers van de VRT autonoom kunnen beslissen over het gebruik van hun data wanneer zij niet langer hun data in het systeem van de VRT wensen te laten? Dat is voor mij persoonlijk maar ook voor mijn liberale fractie een zeer belangrijke vraag.
Een laatste vraag gaat over het anderstalige aanbod. Naast het versterken van de band met jongeren en andere doelgroepen, vormen ook de expats een interessante groep voor de VRT. Onder OD 3.1 lees ik dat de VRT zal bekijken op welke manier zij op een doelmatige en efficiënte manier het anderstalige aanbod op het vlak van informatie en duiding kan laten evolueren met het oog op een gerichter en groter bereik. Wat zijn de plannen van de VRT om anderstaligen te bereiken met het nieuwsaanbod? Zeker in het midden van een coronapandemie lijkt de VRT een stevige rol te kunnen spelen in het bereiken van mensen die anders misschien de voeling verliezen.
Tot slot wens ik het pleidooi van mevrouw Segers te onderschrijven wat betreft de aandacht voor Nederlandstalige en Vlaamse muziek. Zoals u weet, ben ik daar een gepassioneerd supporter van. Ik wil niet nalaten dit hier nog eens te zeggen. In mijn carrière heb ik al vaak de vaststelling gemaakt dat er terecht heel veel aandacht is voor de Vlaamse film, voor de Vlaamse literatuur en voor de Vlaamse mode, maar ik zou toch ook wat aandacht willen vragen voor onze Vlaamse muziek.
Minister, voorzitter, gedelegeerd bestuurder, collega’s, de grote lijnen en de vele kleine lijnen van de beheersovereenkomst bevallen ons. Ik reken erop dat de uitvoering ervan evenveel genoegdoening zal bewerkstelligen. Ik wil in het bijzonder meneer Delaplace alle succes toewensen in de komende jaren.
De heer Slootmans heeft het woord.
Voorzitter, we zijn een beetje suf geslagen door de resem vragen die hier al zijn gesteld. Ik heb ijverig zitten schrappen, aangezien we geen duplicaten willen. Ik zal mij dan ook beperken tot de spreekwoordelijke stokpaardjes. Ook de algemene beschouwingen zijn al gepasseerd, want we zijn ondertussen anderhalve maand na de beheersovereenkomst. Ik zal het dus houden bij een aantal punctuele vragen.
Zowel de minister als de voorzitter van de raad van bestuur bleven een beetje hangen in gemeenplaatsen: ruimhartig, uniek, duurzaam, radicaal digitaal, creatief enzovoort. Ik wil heel concreet ingaan op het beginpunt, namelijk bij wat men naar voren schuift als zijnde het meest prioritaire, de maatschappelijke rol. Er wordt heel veel aandacht aan besteed. In die context geeft men aan dat er aandacht is voor welzijn, klimaat, verstedelijking, mobiliteit. Het is opvallend dat men in de context van het gegeven ‘elke Vlaming telt’ het onderwerp van migratie bijna artificieel niet benoemt. Dat is een lacune. Dat is ook vaak aangehaald tijdens de vergaderingen van de raad van bestuur door onze leden daar, maar men heeft dat blijkbaar moedwillig achtergehouden. Enerzijds zegt men dat men voor opiniepluralisme en een inclusief Vlaanderen is – ‘elke mening telt’ – maar anderzijds bezondigt men zich wel aan het artificieel achterhouden van bepaalde thema's in het kader van die maatschappelijke rol.
Wat betreft het uitnodigingsbeleid is het gegeven van ‘elke mening telt’ zeer positief, maar dat stond ook in de vorige beheersovereenkomst en tot nader order weten we wat daarvan is terechtgekomen. Ik verwijs naar de politieke proportionaliteitcijfers in schermaanwezigheid. U weet dat dat een van onze stokpaardjes is. Het is een vaststelling dat in programma's zoals De Afspraak, De Ochtend, Vandaag – buiten een excuustruus als Mia Doornaert – nooit eens denkers ter rechterzijde worden uitgenodigd. Het zijn altijd de Ignaas Devisch’en, de Loobuycks en de Hendrik Vos’en van deze wereld die daar een vast abonnement hebben, maar nooit rechtse of Vlaams-nationale sprekers en denkers, zoals Johan Sanctorum, Wim van Rooy, Jean-Pierre Rondas, die niet gelieerd zijn aan onze partij, integendeel. Dat zijn toch ook interessante mensen die daar eens aan bod zouden mogen komen.
In het kader van het uitnodigingsbeleid en de maatschappelijke rol, in het kader van ‘elke mening telt’, zou men een voorbeeld mogen nemen aan bijvoorbeeld onze zuiderburen in Frankrijk. Kijk hoe men daar echt de idee van ‘du choc des idées jaillit la lumière’ veruitwendigt op de publieke omroep. Sprekers zoals Eric Zemmour, Michel Houellebecq, Alain de Benoist komen daar allemaal aan bod. Bij ons is zoiets totaal ondenkbaar. We moeten ons al tot de zuiderburen richten om dergelijke debatten te bekijken. In het kader van ‘elke mening telt’, ‘elke Vlaming telt’, ‘elke opinie telt’ en in het kader van de maatschappelijke rol moet daar absoluut meer aandacht voor zijn.
Vandaag is het niet gezegd, maar bij de voorstelling van de beheersovereenkomst heeft de heer Delaplace aangegeven dat hij eigenlijk van oordeel is dat politici eigenlijk niet meer zouden mogen opdraven in ontspanningsprogramma's. Hij heeft dat herhaaldelijk gezegd, zowel bij de voorstelling van de beheersovereenkomst als in Terzake. We zien dat tot nader order niet veruitwendigd in de beheersovereenkomst. Ik vraag me dus af in welke mate de verbintenis die alleszins verbaal is aangegaan, zich concreet zal veruitwendigen. Ik kom daar straks nog op terug in het kader van onpartijdigheid.
KPI 2 stelt dat de VRT zich inzet op continu onderzoek dat de directe maatschappelijke impact die mediagebruikers toeschrijven aan aanbod en initiatieven van de VRT, meet. Het zou interessant zijn om te weten hoe die meting concreet zal worden gerealiseerd.
We lezen verder, over die maatschappelijke impact: “De VRT koppelt op een transparante en regelmatige wijze hierover terug naar stakeholders en samenleving.” De vraag stelt zich ook hier weer: een gemeenplaats van terugkoppeling, hoe zal die terugkoppeling er concreet uitzien? Of blijft het gewoon bij het jaarverslag?
Ik ga niet verder in op de uitzendrechten, dat is behandeld.
Wat Streamz betreft, sluit ik mij aan bij de vraagstelling van de heer Tommelein. Wij hadden begrepen dat er hierover in december vorig jaar meer duidelijkheid zou komen. Die is er tot nader order niet. Het zou dus inderdaad interessant zijn dat de heer Delaplace daar de nodige toelichting bij kan geven.
De marktindex kwam ook al aan bod.
We begrijpen uit de beheersovereenkomst dat de VRT een prioritaire taak maakt van de strijd tegen desinformatie en fake news. Minister Dalle heeft ook al gezegd: het is een gegeven van alle tijden. Maar zoals u weet, is het onze vrees dat men inderdaad wil komen tot een soort van ministerie van de Waarheid, waarbij censuur dan toch al snel om de hoek komt kijken. Ik hoop dat dat niet de richting is die men wil uitgaan. Minister, ook hier krijg ik graag enige duiding over wat men bedoelt met die bestrijding van desinformatie. Gaat het dan over een programma zoals FactCheckers, waarvan ik overigens een trouwe kijker ben? Of gaat het echt over het analyseren van wat politici en opiniemakers zeggen en daar een soort van ministerie van de Waarheid van maken? We moeten een belangrijk onderscheid maken tussen die twee.
Jullie kennen ons standpunt over de quota inzake diversiteit: wij vinden dat kwaliteit altijd moet primeren op kleur. Men wil nu gaan naar tien mensen van buitenlandse herkomst. De definitie is bovendien bijzonder rigide, want als je bijvoorbeeld een Vlaming bent van vreemde herkomst wiens grootmoeder buitenlander was, word je eigenlijk niet meer gezien als iemand van buitenlandse herkomst. Daardoor zal het cijfer veel hoger eindigen dan in de praktijk het geval is. Dat vinden wij eigenlijk een zeer vreemde definitie. Er is nog een gegeven dat me daarbij opviel. Ik lees voor uit de beheersovereenkomst: “Betrokken streefcijfers vormen uitdrukkelijk niet het voorwerp van (positieve) discriminatie. De evolutie inzake de realisatie ervan wordt nagegaan via representatieve steekproeven, niet op grond van rigide tel-of turfsystemen.” Minister Dalle ging hier daarnet ook al op in. Ik vind het uiteraard zeer positief dat men niet aan positieve discriminatie doet op basis van algemene kwantitatieve gegevens. Maar de vraag is: hoe zal men dat dan wél doen? Hoe zal men streefcijfers bereiken zonder aan positieve discriminatie te doen? Ik ben er geen voorstander van, het lijkt mij een contradictio in terminis. Het valt mij op dat de bemerking van die positieve discriminatie, zoals die in de beheersovereenkomst staat, niet vermeld staat bij de quota inzake personeelssamenstelling. Dus daar geeft men eigenlijk impliciet aan dat men daar wél aan positieve discriminatie zal doen. Zo begrijp ik dat. Wanneer er twee mensen met dezelfde kwalificaties zijn, zal men kiezen voor diegene van vreemde origine. Dat is de conclusie die ik daaruit afleid. U mag mij tegenspreken – en ik hoop dat u dat doet.
Minister Dalle ging al uitvoerig in op het gegeven van onpartijdigheid. Dat is inderdaad een belangrijk issue voor onze partij; u weet dat. We lezen daarover in KPI 21 het volgende: “De VRT zal de nodige medewerking verlenen wat betreft de monitoring van haar onpartijdigheid.” Het woord ‘monitoring’ is daarin belangrijk. We hebben begrepen dat er daarover deze week een rapport is verschenen, dat een gevolgtrekking is van de verbintenis uit de vorige beheersovereenkomst. We begrijpen dat dat een vertrouwelijk document is, maar het is mij niet geheel duidelijk waarom. Ik wil minister Dalle dan ook vragen om dat rapport openbaar te maken. Aan de heer Delaplace wil ik vragen welke gevolgtrekkingen hij uit dit rapport haalt. Want we begrijpen dat daarin heel wat conclusies staan die ook al door ons werden gemaakt, maar nu academisch worden bevestigd.
Ik verwijs naar het woord dat ik daarnet heb benadrukt: monitoring. Het is niet gewoon het analyseren of beschouwen van cijfers en feiten. Nee, monitoring betekent natuurlijk ook bijsturen waar nodig. Als ik hoor wat er in het rapport staat dat maandag werd voorgesteld, is er ook echt wel nood aan bijsturing om die veruitwendiging van de samenleving, de uiting van wat er in de samenleving leeft, politiek-ideologisch, ook op de VRT te bewerkstelligen.
Wat de Vlaamse identiteit betreft, verwijs ik naar KPI 29: “De VRT besteedt over verschillende aanbodsmerken heen, en los van informatie-en duidingsprogramma’s, in haar aanbod jaarlijks aandacht aan ten minste 10 gebeurtenissen, herdenkingsmomenten, initiatieven, ... op het vlak van de Vlaamse identiteit en cultuur.” Wij staan voor 200 procent achter die doelstelling, maar we horen daar wel de gekste dingen over. Ik hoor minister Dalle zeggen dat het uitzenden van De Warmste Week daar eigenlijk ook onder valt. Op den duur zou je kunnen zeggen dat het Rad van Fortuin daar ook onder valt, of Iedereen Beroemd. Dat zijn zeer fijne programma's, maar de vraag is of het destijds de doelstelling was van de regeringsonderhandelaars, om dat zo in het regeerakkoord op te nemen. Mijn vraag is heel concreet: wat klasseert men in deze context van de doelstelling Vlaamse identiteit onder ‘Vlaamse identiteit en cultuur’?
Ik blijf in dezelfde context van de stokpaardjes. Ik verwijs naar een vraag die ik ook heb gesteld aan de minister met betrekking tot de koninklijke boodschappen op 21 juli, met kerst en bij grote crisissen. In welke mate is dat nog een opdracht van de openbare omroep? Of in welke mate is dat een uiting van wat in de beheersovereenkomst staat? Ik heb die vraag gesteld en minister Dalle verwees toen naar de VRT zelf en de autonomie van de VRT ter zake. Ik heb nu de eer om de VRT in de vorm van de CEO bij ons te hebben. Mijn vraag luidt: die koninklijke boodschappen op die bepaalde feestdagen, in welke mate zijn die een uiting van de beheersovereenkomst? En in welke mate zijn die een uiting van een doelstelling of een KPI van die beheersovereenkomst? Dat is mij tot nader order compleet vreemd.
Wat de transformatiesteun betreft, het financiële kader, zien we inderdaad – en minister Dalle geeft het hier eigenlijk ook grif toe – dat de doorgevoerde besparingen eigenlijk volledig worden gecompenseerd door die transformatiesteun. Men geeft nu aan dat dat niet-recurrent is. Maar goed, daar hebben we geen garanties voor. Als er bij de volgende onderhandelingen even sterk wordt onderhandeld door een CEO als de heer Delaplace, dan vrees ik dat die ‘niet-recurrent’ kan worden verwijderd. Want eigenlijk komt het neer op een extra kapitaalinjectie. Ja, die transformatiesteun is interessant, maar een transformatieplan zou natuurlijk nog interessanter zijn. Daarover hebben we nog geen details. Kunt u daarover enige duiding geven: hoe zal dat er dan uitzien? Want men wil een bepaald bedrag, maar dat bedrag moet toch afgestemd zijn op bepaalde concrete doelstellingen? Die heb ik echter nog niet vernomen. We zien dus geen concreet transformatieplan.
De exclusiviteitscontracten vormden in het afgelopen jaar een belangrijk dossier. Ze kwamen vaak in de actualiteit. In het regeerakkoord stond daarover de verbintenis dat men niet meer zou opbieden voor populaire schermgezichten. Er zou dus een einde komen aan die exclusiviteitscontracten. In een interview in De Tijd heeft minister Dalle dat nogmaals bevestigd. In de beheersovereenkomst blijft er echter niets van over. Het enige wat men nu zegt, is dat men zich marktconform zal opstellen en dat er transparantie komt inzake het globale bedrag van de jaarlijkse vergoedingen van de schermgezichten en radiostemmen waarmee de VRT een exclusiviteitscontract heeft. De heer Delaplace heeft daarover ook gezegd: “We moeten daarover totale transparantie geven, alleen al zodat de cowboyverhalen ter zake de wereld zouden worden uitgeholpen.” Maar door nu met zo'n abstract cijfer naar buiten te komen in het volgende jaarverslag, zullen die cowboyverhalen uiteraard blijven bestaan, aangezien men nog altijd geen gedetailleerde transparantie wenst te geven. Ik heb dus ook hier een heel concrete vraag voor minister Dalle: waarom komt men de verbintenis die men hierover in het regeerakkoord was aangegaan, niet na?
Ik verwijs naar de verschillende tussenkomsten en interviews daarover, onder andere van de heer Meremans die naar een Angelsaksisch model wilde gaan waarbij totale transparantie wordt gegeven. Daarbij zou de BBC als voorbeeld naar voren worden geschoven maar dat is dus niet gebeurd. Op dat vlak heeft de VRT sterk onderhandeld. De krant De Tijd stelde in een titel dat de VRT grote overwinnaar is, maar op den duur wordt dat wel een cynische interpretatie van het gegeven ‘winnaar’.
Ik heb nog een bijvraag, los van de beheersovereenkomst. Wij vernemen uit een schriftelijk antwoord van de minister dat er momenteel vijf rechtsgedingen zijn die een substantieel financieel risico inhouden voor de VRT. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2014. Over welke rechtsgedingen gaat het hier? En wat is de grootteorde van deze financiële risico's?
De olifant in de kamer die nog niet is benoemd, is de duurtijd van het mandaat van de voorzitter van de raad van bestuur. Daar zijn heel wat geruchten over, eerst was er sprake van Siegfried Bracke, dan van Geert Bourgeois. Zal de huidige voorzitter van de raad van bestuur zijn mandaat tot het einde van het jaar invullen of wordt de fakkel vroeger doorgegeven?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik wil ondanks het gevorderde uur nog een gedicht voorlezen van Luuk Gruwez met als titel ‘Samenhorig’.
er moet een wereld van verloren dingen zijn
waarin een handschoen, inderhaast vergeten,
het aanlegt met een oude krant,
een sjaal, een zakdoek of een kam.
de handschoen mist de hand niet meer,
de zakdoek hoeft geen jammernis,
en zelfs de sjaal taalt niet naar warmte
van kindermeiden en van moeders.
al wat verloren is, is samenhorig,
maar tederheid die overbodig werd,
het kippevel dat blijven wou,
de eerste natte droom, het domste lief,
het speelgoed van een kind dat stierf,
en doen alsof men alles kan vergeten,
ofschoon men, plompverloren als een mens,
alleen in het heelal moet zijn.
Misschien niet echt opbeurend, maar de avond valt stilaan en dan mogen we al eens weemoediger worden.
Ik wil vervolgen met mijn tussenkomst, want nu lijkt het misschien alsof CD&V geen mening heeft naast die van de minister over de beheersovereenkomst, en dat kan natuurlijk niet.
We willen de minister en de VRT feliciteren met deze ambitieuze maar evenwichtige beheersovereenkomst, die in hoge mate beantwoordt aan wat dit parlement in onze resolutie heeft gevraagd die vlak voor de zomer is goedgekeurd. Het resultaat mag dus gezien worden. Sterk werk!
Deze beheersovereenkomst is nog compacter dan de vorige en dus geen uitgebreide catalogus van strategische en operationele doelstellingen. De afspraken zijn concreet, maar geven toch voldoende operationele vrijheid aan de openbare omroep om de opgelegde missie met respect voor de basiswaarden en vooral binnen de snel wijzigende context te realiseren. Het is dan ook goed dat die maatschappelijke context en de wijzigende mediaconsumptie nog eens uitdrukkelijk geschetst worden in de inleiding van deze beheersovereenkomst.
Deze beheersovereenkomst is enerzijds een duidelijke breuk met het verleden, niet alleen qua lay-out maar dus vooral qua focus, door de beperking tot 6 strategische doelstellingen die verduidelijkt zijn in 39 KPI’s.
Anderzijds stellen we een grote continuïteit vast met betrekking tot de maatschappelijke opdracht en de missie van de openbare omroep, die nog eens heel helder wordt neergeschreven. In elk geval meten we de impact van de VRT op onze samenleving niet in kijkcijfers of in likes maar in de maatschappelijke verbinding die ze realiseert.
Na alle intentieprocessen in de media sinds het afsluiten van het regeerakkoord over alle beperkingen die aan de VRT zouden worden opgelegd, stellen we vast dat het beleid van de vorige regeringen gewoon wordt doorgetrokken, bijvoorbeeld wat de bijdrage aan de veelbesproken Vlaamse identiteit betreft – lees eigenlijk: de diversiteit in onze Vlaamse samenleving. Artikel 6 van het Mediadecreet wordt dus uitgevoerd net als in de vorige beheersovereenkomsten die werden afgesloten door socialistische en liberale mediaministers. Ook de zogenaamde klemtoon op onpartijdigheid is helemaal niet nieuw, want die werd al heel lang geleden vastgelegd in artikel 39 van het Mediadecreet en geldt trouwens voor alle tv-omroepen.
Ook over de gevreesde en verguisde externe controle op de VRT schept deze beheersovereenkomst duidelijkheid. Zo kan de Vlaamse Regulator voor de Media zelf onafhankelijke controles uitvoeren, al dan niet door een beroep te doen op derden.
Er werd ook gewaarschuwd voor bijkomende besparingen voor de VRT, al dan niet ingefluisterd door de commerciële concullega’s. Maar ook die voorspellingen zijn niet uitgekomen, want de dotatie zoals werd afgesproken bij het begin van deze legislatuur, blijft, zij het dan met de afgesproken besparingen. Daarbovenop komt een transitie-enveloppe en ook de indexeringen gaan verder dan tijdens de vorige periode. Daar zit dus een evenwicht in.
Als er afvloeiingen moeten gebeuren, wat ik veronderstel, hebben wij de absolute voorkeur voor natuurlijke afvloeiingen en hopen wij dat maximaal wordt gezocht naar gepaste tewerkstelling voor alle huidige VRT-medewerkers. We hebben dus echt wel begrip voor de bezorgdheid van de vakbonden over de gevolgen voor het personeel en roepen de CEO op om constructieve gesprekken te voeren met alle medewerkers om tot een ideale talentenmix komen die mee kan bouwen aan de openbare omroep van de toekomst. Meer dan in het verleden zal trouwens aandacht moeten gaan naar die talentontwikkeling. Er moeten voldoende kansen worden gegeven aan nieuw, jong talent. Zij kunnen dan doorgroeien tot schermgezichten, worden dan misschien overgekocht maar dat zou een soort van roulement moeten worden.
De aanloop naar deze beheersovereenkomst werd jammer genoeg overschaduwd door de ruzie aan de top van de VRT en het kritische rapport van Audit Vlaanderen. We steunen de keuze van de minister om de twaalf aanbevelingen van Audit Vlaanderen integraal op te nemen in deze beheersovereenkomst. Wat toezicht en transparantie betreft, is heel duidelijk geworden dat vertrouwelijke informatie als dusdanig wordt behandeld door de diverse beslissingsorganen en toezichthouders.
We zijn uiteraard bijzonder tevreden dat de minister onze resolutie als leidraad heeft gebruikt bij het uitwerken van deze beheersovereenkomst. We hebben het een beetje geturfd en bijna als onze aanbevelingen zijn erin terug te vinden.
Als het over de decretale opdracht van de VRT gaat, ‘first things first’, dan gaat het natuurlijk prioritair over informatie en cultuur. Daarnaast biedt de VRT ook fictie, sport, eigentijdse educatie en ontspanning. De informatieopdracht van de VRT is nog nooit zo belangrijk geweest in tijden waar desinformatie maar ook vals nieuws welig tieren en vooral jongeren nog enkel nieuws consumeren via de sociale media. De openbare omroep moet dus extra inspanningen leveren om alle Vlamingen te bereiken met onafhankelijk en betrouwbaar nieuws en daarbij diverse tegengestelde meningen aan bod laten komen.
Daar heb ik enkele concrete vragen over. Wij zijn heel tevreden dat het volgende werd vastgelegd: “De VRT zal de nodige medewerking verlenen aan de monitoring van haar onpartijdigheid. In onderzoek op dat vlak zal een vergelijking als benchmark worden opgenomen.” Wie zal die benchmark doen? Zal men enkel openbare omroepen vergelijken?
In OD 3.2 gaat het over factchecks in Vlaanderen. Wordt daarmee verwezen naar het onafhankelijke en toegankelijke factcheckerspunt waar de Gezinsbond op aangedrongen heeft?
In uw beleidsnota had u het ook over een factcheckplatform, minister. Hoe zal dit concreet aangepakt worden en wie wordt de trekker van dit project? Vanmorgen nam ik als deelstaatsenator deel aan een meeting met EU-commissaris Jourova. Ook Europees staat er heel wat te gebeuren op dat vlak. Ik denk dat daarmee zeker nog linken te leggen zijn, minister. We zullen daar zeker op moeten verder werken, want we vinden dat factchecken zeer belangrijk.
In OD 3.3 staat dat de VRT aan een gesegmenteerd en gepersonaliseerd nieuwsaanbod werkt en daarbij smaakverbredend optreedt. Om op een goed onderbouwde manier een smaakverbredend aanbod aan te reiken, is echter een registratie nodig voor dat gepersonaliseerde nieuwsaanbod. Ik heb begrepen dat onze liberale vrienden zich daar wat zorgen over maken. Wat is de stand van zaken rond het pilootproject NewsTAPAS om nieuws op maat te maken? Dat werd voorgesteld door vliegtuigjes die opstegen en landden, maar ik zie of hoor daar niet veel meer van. Zijn daar al resultaten van?
Een ander accent in deze beheersovereenkomst is de slimme samenwerking met een diversiteit van partners om het VRT-aanbod nog beter af te stemmen op de Vlaamse samenleving. Zo wordt in OD 4.4 afgesproken dat er samengewerkt moet worden met de cultuursector. Op zich is dat natuurlijk niet nieuw, want dat stond ook al in vorige beheersovereenkomsten. Maar tijdens de voorbereidende hoorzittingen in dit parlement werd toch vanuit verschillende sectoren aangedrongen op een meer diepgaande samenwerking met de VRT. We hebben dit daarom ook een uitdrukkelijke plek gegeven in onze resolutie, waarnaar ik al verwees. In punt 2 ging het over de samenwerkende rol van de VRT. Maar we zullen dit toch goed moeten monitoren want wat dat betreft heeft de VRT niet het beste imago, eerder een imago van ‘splendid isolation’, doordat ze die samenwerking soms wat liet slabakken. ‘The proof of the pudding’ zal wat dit betreft voor ons dus ‘in the eating’ zitten.
Maar we zijn wel tevreden met KPI 37, waarin het volgende staat: “De VRT laat haar samenwerkingsinitiatieven met de mediasector in 2024 evalueren door een onafhankelijke deskundige.” Aan welke onafhankelijke deskundige denkt men hierbij? Is daar al duidelijkheid over? Ik denk dat deze vraag al gesteld werd. In elk geval is samenwerking heel belangrijk. Er zijn een paar goede recente voorbeelden. Zo heb ik echt al genoten van Podium 19. Er is ook het hele verhaal van Streamz. Ik wil dit toch nog even meegeven – en dit is echt bedoeld als een compliment. Vorig weekend zei mijn 23-jarige dochter me nog dat ze Streamz eigenlijk veel beter vindt dan Netflix, omdat daar niet alleen HBO-series aangeboden worden maar ook heel veel Vlaamse producties. Ze stond daar helemaal voor open. Streamz bereikt dus zelfs de jeugd. Ik denk dat er nog een evaluatie moet gebeuren en dergelijke, maar het is zeker niet slecht vertrokken.
Dan kom ik tot het thema Jeugd. Net als in de beleidsnota’s inzake Jeugd en Media van minister Dalle en in het nieuwe jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan (JKP) wordt er in deze beheersovereenkomst terecht veel aandacht besteed aan het mediagebruik van kinderen en jongeren. We zijn zeer tevreden dat de VRT hiervoor nauw zal samenwerken met experten van WAT WAT en Awel, zoals we ook in onze resolutie hadden gevraagd.
Dan kom ik tot het digitale verhaal. Digitalisering is natuurlijk een hot item in heel veel, ongeveer alle, maatschappelijke sectoren. De VRT kan hierin onmogelijk achterblijven als ze haar verbindende rol goed wil kunnen blijven spelen, zeker als we de jongeren willen blijven bereiken. Gelukkig staan er in de beheersovereenkomst heel wat zaken over innovatie. Ik lees woorden als ‘digital switch’ en ‘digital first’ en lees dat er gewerkt zal worden met TikTok. Ik heb hierover een oprechte vraag. Verzendt de VRT op sociale media ook doelgerichte gesponsorde berichten? Ik merk namelijk dat mijn dochters veel pushberichten krijgen, die niet altijd juiste informatie bevatten. Dat zijn dan betaalde berichten. Uiteraard deelt de VRT zaken op sociale media, maar deelt ze ook pushberichten, betaalde content? Of wordt dat overwogen? We moeten dat terrein namelijk wel bezetten, want waar er gaten worden gelaten, is er plaats voor desinformatie.
Ik las ook een heel interessante passage over de digitalisering van de radio. Collega Tommelein stelde al de vraag wat er precies bedoeld wordt met de stopzetting van het uitzenden via één frequentiepakket. Ik ga zijn uiteenzetting niet herhalen, maar wij stelden ons dezelfde vraag. We kijken natuurlijk uit naar nieuwe digitale toepassingen. Collega Tommelein vroeg ook naar wat we meer kunnen doen om het anderstalige aanbod wat meer naar voren te brengen. Voor de vele expats in ons land is het eigenlijk superinteressant om daarmee aan de slag te kunnen gaan. Maar ik denk niet dat er al een app bestaat voor bijvoorbeeld het Duitstalige, Engelstalige of Franstalige nieuws. Dat zijn misschien kleine dingen, die toch wel grote positieve gevolgen kunnen hebben.
Minister, u kent onze oprechte bekommernis over het levensbeschouwelijke aanbod op VRT sinds de uitzendingen door levensbeschouwelijke derden door minister Gatz werden afgeschaft. We kijken dan ook uit naar de realisaties in uitvoering van KPI 6, waarin wordt vastgelegd dat er een wekelijks radioprogramma zal zijn, minstens één podcast, en regelmatige aandacht in het video-aanbod, inclusief het televisieaanbod. Ik vind het daarbij ook relevant dat er een open en participatief overleg zal zijn met de erkende levensbeschouwelijke strekkingen, naast overleg met andere maatschappelijke stakeholders als cultuur, sport en muziek. Wij vinden dat belangrijk.
De vragen die we hadden over de gokreclame, hebt u al beantwoord, minister.
Ik heb nog twee vragen. Wat de diversiteit in de beeldvorming betreft, ligt uw focus vooral op mensen met een beperking. De aandacht daarvoor zou stijgen van 1,5 tot 2 procent. Er waren nog andere KPI’s met allerlei streefcijfers, die uitdrukkelijk niet het voorwerp vormen van positieve discriminatie. In de tekst staat dat de evolutie inzake de realisatie ervan wordt nagegaan via representatieve steekproeven, niet op grond van rigide tel- of turfsystemen. Mijn vraag is wie deze steekproeven zal uitvoeren.
Ik heb nog een laatste, technische vraag. Ik lees dat de Vlaamse overheid en de VRT zich ertoe verbinden om de engagementen die werden aangegaan met betrekking tot het Vlaams Omroeporkest en Kamerkoor na te leven. In de financiële tabellen achteraan zien we echter enkel cijfers tot en met 2023, en voor de volgende jaren enkel nullen. Is dat een vergissing? Waarom staat dat daar zo? Kunt u dat even uitleggen?
Als conclusie kan ik stellen dat de CD&V-fractie bijzonder tevreden is over deze nieuwe beheersovereenkomst. Ze wenst de CEO, de heer Delaplace, en zijn versterkte directieteam – met daarin toch nog een vrouw, dacht ik, Liesbet Vrieleman – én de tweeduizend VRT-medewerkers alle succes met de concrete uitvoering. We zullen dit, zoals in het verleden, als kritische supporters nauwgezet blijven opvolgen en kijken nu al uit naar de parlementaire bespreking van het eerste jaarverslag van deze beheersovereenkomst. Maar we hebben er alle vertrouwen in dat de VRT met deze beheersovereenkomst een kwalitatieve, verbindende en gemeenschapsvormende openbare omroep zal blijven voor alle Vlamingen.
Ik wil namens mijn fractie reageren op een aantal antwoorden die gegeven werden op de vragen die ik heb gesteld en ik wil nog enkele bezorgdheden meedelen aan u, minister, en aan de mensen van de VRT. Daarnaast heb ik nog enkele bijkomende vragen.
Minister, u hebt het uitgebreid gehad over de samenwerking met private organisaties. Daarna hebt u toegelicht dat de samenwerking met het middenveld en met middenveldorganisaties ook zeer belangrijk is. Dat wil ik toch nog eens benadrukken. We hebben hier veel hoorzittingen gehouden met middenveldorganisaties, die aandringen op samenwerking met de VRT. Dat lijkt me logisch. Ik denk dat de VRT een meerwaarde kan betekenen voor heel wat middenveldorganisaties, op het vlak van de doelstellingen, thema’s en prioriteiten die zij vooropstellen, die van maatschappelijk belang zijn en die ook sporen met die van de VRT. Ze moeten echter vanaf het begin en niet op het einde betrokken worden, want die klacht hebben we vaak gehoord. De VRT kan zo een grote megafoon zetten op de bekommernissen van ons middenveld, die ook wel de bekommernissen zijn die leven in onze maatschappij. Maar het zal niet gemakkelijk zijn om dit grondig te doen – een bezorgdheid van zowel de VRT als van die organisaties. Dat zal veel inspanningen en middelen kosten. Dat zal een budgettaire weerslag hebben en er zullen mensen nodig zijn om die samenwerking goed te laten verlopen. Mijn vraag aan de VRT is dan ook of jullie dit ook bijzonder belangrijk vinden. Op welke manier willen jullie die doelstelling halen? Worden er mensen vrijgesteld om zich hierop toe te leggen?
Mijn tweede punt is de digitale omslag, of zoals de heer Delaplace het noemt, het ‘digitale leiderschap’. Dit zal inderdaad een enorme omschakeling vragen. U hebt dat goed geschetst, minister: die evolutie gaat razendsnel. U zegt dat u – uiteraard – niet wilt kiezen voor het ene of het andere, voor het digitale of het lineaire. Dat vind ik vanzelfsprekend. Wat de financiële context betreft, zijn de besparingen nu wel wat gemilderd en zijn er ook eenmalige investeringen op het vlak van digitale informatie. Op recurrente basis zijn er evenwel ook mensen nodig om die beide benen, zowel het digitale als het lineaire, volwaardig uit te bouwen. In een tijdperk van fake news zullen we ook onze onderzoeksjournalisten heel hard nodig hebben. Er werd al gezegd dat er geen ontslagen zullen vallen en dat de raad van bestuur daar achter staat. Maar ik denk dat er zelfs een uitbreiding nodig is voor het waarmaken van die digitale omschakeling en het lineaire aanbod met journalistiek die sterk genoeg is. Hoe zullen jullie dit doen, binnen de huidige context? Met welke mensen? Hoe willen jullie die beide benen binnen de huidige financiële context uitbouwen?
Iets wat ons heel erg bezighoudt, is dat factcheckplatform. U hebt al benadrukt dat u dit ook heel belangrijk vindt, minister. Maar ook daar is het financiële plaatje niet helemaal duidelijk. In hoeveel middelen wilt u daarvoor voorzien? Denkt u aan een op zichzelf staand platform, zoals bijvoorbeeld in het buitenland? Zelf vind ik het Noorse Faktisk een goed voorbeeld, waarin eenmalig 900.000 euro geïnvesteerd werd in de opstart en waarin daarna ook recurrente middelen werden geïnvesteerd door de overheid, maar ongetwijfeld ook door media, en waarin gewerkt wordt met eigen redacteurs en journalisten. Daar wilt u ook werk van maken. Welke budgetten worden daarvoor vrijgemaakt, zowel eenmalig als recurrent? Ik denk namelijk dat er hiervoor, als we willen dat dit echt goed van de grond komt en uitgebouwd wordt, ook recurrente middelen moeten worden vrijgemaakt en dat er mensen ter beschikking moeten staan die zich daar voltijds mee kunnen bezighouden.
Minister, we hebben al gediscussieerd over de neutraliteitsmeting en ik wil er nu niet heel uitgebreid op terugkomen. De Vlaamse Vereniging van Journalisten, met daarin heel wat gerenommeerde journalisten, gaf daarover een heel scherpe persmededeling. Daarin stelden ze zich zorgen te maken over het signaal dat die neutraliteitsmeting uitstuurde, namelijk dat zo’n meting nodig zou zijn, terwijl ze zichzelf als onafhankelijk beschouwen. Onafhankelijkheid vinden ze de essentie van hun job, van hun ethiek als journalist. Het feit dat hierop de nadruk gelegd wordt, geeft de indruk dat dat nodig is en dat voedt hun wantrouwen. Het staat nu in de tekst dat u dit wilt doen, voor alle media. Ik probeerde het een vorige keer ook al te zeggen, maar toen werd u nogal boos, maar ik vind dat de boodschap heel duidelijk is: er is een absoluut vertrouwen in de neutraliteit en onafhankelijkheid van onze openbare omroep. Dat is een evidentie. Ik denk dat we te allen tijden vooral die boodschap moeten uitdragen, om een tegengewicht te bieden aan die krachten die proberen om de openbare omroep in diskrediet te brengen. Dat gebeurt niet alleen bij ons maar ook in andere landen, vaak niet in de sterkste democratieën. Ik denk dat het de bedoeling is van de VVJ – en ook van u – om heel duidelijk het signaal te geven om hier niet in mee tee stappen. Stap daar op geen enkel moment in mee, want dat is gevaarlijk en dat staat haaks op wat in de beheersovereenkomst staat. Het baart me ook wel wat zorgen. Ik blijf dus zeggen dat dit iets is wat we delen en wat ons ook zorgen baart.
Dan heb ik nog een vraag. De VRT wil heel erg datagedreven werken, dat moet ook in de huidige context. Maar ik vraag me wel af wat we daaronder moeten verstaan in het geval van de VRT. Wat zal er met die data gebeuren? Worden die eventueel commercieel ingezet? Zullen die data verkocht worden? Is dat een bron van extra inkomsten of dient het enkel voor intern gebruik? Zijn daar bepaalde richtlijnen over? Hoe ziet de VRT de motie over die data? Ik denk dat dat iets is wat ons ook wel moet bezighouden.
Dan wil ik nog eens benadrukken … (onverstaanbaar) ... De VRT is inderdaad in woelig water terechtgekomen de voorbije jaren, na verschillende audits. De boodschap was heel duidelijk: vanaf nu hanteren we daarover een nultolerantie en we gaan heel wat hervormingen invoeren om dat tegen te gaan; vanaf nu komt er volle transparantie. Ik hoop dat dat op alle niveaus en op alle vlakken zo zal zijn, ook in de raad van bestuur. Die bezorgdheden zijn genoeg geuit. Ik wil daarbij nog wel de bezorgdheid uiten dat ik hoop dat de slinger niet zal doorslaan en dat dit iets wordt wat constant bewaakt zal moeten worden, waarop toegezien zal moeten worden. De VRT opereert in een zeer concurrentiële omgeving, in een omgeving die niet gebonden is aan bijvoorbeeld de wetgeving op het vlak van aanbestedingen. In contrast daarmee staat wel dat de VRT een evenwicht moet vinden en altijd correct moet handelen en flexibiliteit garanderen. Ik denk dat dat iets is waarover wij moeten nadenken. Ik heb daarvoor ook een voorstel van resolutie ingediend, dat verworpen werd. Maar ik wil het signaal blijven geven dat dit een bezorgdheid is. Ongetwijfeld bent u daarvan op de hoogte, maar daar moeten we over blijven waken
Tot slot wil ik nog zeggen dat we ons kunnen vinden in heel veel doelen en heel veel KPI’s. Er staan heel mooie dingen in, op het vlak van … (onverstaanbaar) …, van het bereiken van jongeren, van diversiteit, van digitalisering, van diepgaande onderzoeksjournalistiek, van factchecken. De beheersovereenkomst raakt de punten aan en legt de klemtonen op wat inderdaad belangrijk zal zijn voor de periode 2021-2025. Daar zit het dus echt wel heel goed.
Er zijn echter een aantal KB's waarin we ons minder kunnen vinden en die zijn gekend, zoals de nadruk die expliciet wordt gelegd op het feit dat de VRT zou moeten worden ingezet voor tien gebeurtenissen die de Vlaamse identiteit versterken. Het kan me niet schelen hoeveel Vlaanderen erin voorkomt, maar dat we Vlaamse producties willen steunen, dat juich ik toe. Onze openbare omroep kan onze maakindustrie op het vlak van producties beter zoveel mogelijk steunen. Daar ben ik het helemaal mee eens.
Op welke manier de VRT wordt ingeschakeld voor het bevorderen van de Vlaamse identiteit, dat zijn zinnetjes die kwalijker zijn. Die hadden we er liever niet in gezien. Maar goed, het is wat het is. We zullen zien hoe dat wordt geïnterpreteerd. Een zekere flexibiliteit kan ook geruststellend zijn, als ik u hoor, minister. Dat is oké.
De grootste bezorgdheid is wel hoe en met welke middelen veel goede doelen zullen worden gerealiseerd. We hebben een bijzonder ambitieuze beheersovereenkomst. Ondanks de eenmalige investeringen, waarvan het goed is dat ze uit de brand gesleept zijn, en nog wat relancemiddelen. Het lijkt alsof de Vlaamse Regering van een budgettair evenwicht niet meer heeft gehoord: ze investeert maar. Dat is goed en dat moet. Natuurlijk zal de weerslag komen in de volgende legislatuur. Dan zullen die structurele besparingen beginnen door te wegen en zullen de investeringen wegvallen.
Minister, ook wij maken ons nog steeds zorgen over het budgettaire kader waarbinnen die zeer ambitieuze doelstellingen moeten worden gerealiseerd, met nog altijd recurrente besparingen. Er zal veel personeel nodig zijn om die uit te voeren. Die bezorgdheid blijft vandaag dus bestaan.
Ik wens iedereen veel succes met de uitvoering van de beheersovereenkomst.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik begin met goed nieuws: ik heb geen gedicht voorbereid. Ik heb zelf niet zoveel met poëzie, dus ik zal vandaag ook niet doen alsof dat wel zo is. Maar ik heb heel veel mooie dingen gehoord, alsook veel brol.
Wat geen brol is, is de representativiteit op het scherm van mensen met een beperking. Daarover wil ik het even hebben. Minister, u hebt gezegd dat u trots bent op de streefcijfers, op die 2 procent. Ik ben ook blij dat er iets van meegenomen is in de beheersovereenkomst, want dat was toch een onderwerp dat tijdens de hoorzittingen aan bod kwam.
Ik wil toch iets meegeven dat vooral belangrijk is voor de CEO, mijnheer Delaplace, omdat u het in de praktijk zult moeten omzetten, en ook voor de diensthoofden die met diversiteit bezig zijn. Streefcijfers alleen zorgen niet voor een betere representativiteit. Ze kunnen wel helpen, maar dat is niet genoeg. Het gaat niet enkel over de kwantiteit, maar vooral over de kwaliteit van de beeldvorming.
Ik wil dat even uitleggen. We kunnen in elk spelprogramma iemand met een beperking zetten. We kunnen honderd reportages maken over mensen met een beperking in FactCheckers, we kunnen programma's maken zoals Down the road, die fantastisch zijn. Dan zijn die streefcijfers redelijk snel gehaald, dat is niet moeilijk. Mensen met een beperking, mensen zoals mijn zus, voelen zich daardoor echter niet noodzakelijk afgebeeld in de media. Dat komt omdat ze mensen met een beperking willen zien, niet enkel omwille van hun beperking, maar vooral voor wat ze wel kunnen, hun talenten, wat ze doen, hun passie, hun autoriteit op bepaalde vlakken. Dat is belangrijk voor echte representativiteit.
Als je iemand met een beperking in de media ziet, wordt die persoon in vele gevallen opgevoerd vanwege zijn beperking. Wat echte representativiteit geeft, zijn mensen in een autoriteitsfunctie. Het gaat dan over een nieuwslezer, een weervrouw, een sportcommentator, een opiniemaker, een ‘talking head’, we hebben er genoeg in Vlaanderen. Dat soort representativiteit, dat is duizend keer meer waard, ook al is het maar één persoon, dan alle cijfers samen.
Ik wil een concrete piste geven waarop u kunt voortwerken. Ik heb gezocht naar voorbeelden in het buitenland en ik heb er een paar gevonden. Ik ben natuurlijk geen expert in beheersovereenkomsten, maar ik heb toch een interessant traject gevonden. Het gaat over een vrouw in het Verenigd Koninkrijk en haar naam is Lucy Martin. Ze is weervrouw bij de BBC en heeft een duidelijk zichtbare beperking. Vaak kun je een beperking niet meteen zien, maar zij heeft een duidelijk zichtbare beperking aan een van haar ledematen.
Het interessante aan die Lucy is dat ze daar niet zomaar is gezet. Ze is het resultaat van een traject dat de BBC vanaf 2013 heeft opgezet om mensen uit te nodigen met een bepaalde beperking die een of andere interesse of een talent hadden en dat wilden ontwikkelen, en waar ze uiteindelijk iets mee konden doen op het vlak van representativiteit.
Dat is niet van de eerste keer gelukt. Ze hebben niet zomaar een paar mensen bijeen gezet om er dan iemand uit te kiezen. Neen, er zijn een aantal proefprojecten geweest waar niemand uitkwam. Maar Lucy was wel iemand die de wetenschappelijke kennis had om weervrouw te zijn, en tegelijk mee wou stappen in dat traject om ook beeldervaring op te doen. Zij is daar uiteindelijk uitgekomen. Ze is dan gekozen, niet omwille van haar beperking, maar omdat ze die functie aankon. Ze hebben daar dus aandacht aan besteed, maar ze hebben niet zomaar mensen genomen omwille van de beperking. Ze doet dat nu al een aantal jaren. Ze is een schermgezicht en het doet heel veel voor mensen met een beperking om dat soort representativiteit te zien.
Mijnheer Delaplace, mijn oproep naar u en wie ook verantwoordelijk is binnen de VRT voor dat soort zaken, is om dat soort trajecten te doen en te zorgen dat de beeldvorming van mensen met een beperking verder gaat dan enkel Down the road, dan enkel FactCheckers, dan enkel ochottekes of ocharme. Dat is trouwens ook de oproep geweest van GRIP vzw, de belangenvereniging voor de rechten van mensen met een beperking. Laat ons verder gaan dan enkel: ‘Aha, we hebben iemand met een beperking.’ Neen, laat ons op zoek gaan en een traject opzetten voor mensen met een beperking, echt om hun talent af te beelden. Ook al is het maar één persoon in de komende jaren, dat zal een wereld van verschil maken.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, ik wil het nog even hebben over een radioaspect, namelijk over het onderzoek naar de eventuele impact van de stopzetting van het uitzenden via een FM-frequentiepakket. Dat levert enkele vragen op. Wanneer wordt dat onderzoek uitgevoerd? Wanneer mogen we de resultaten verwachten? Worden alle vijf FM-frequentiepakketten onderzocht? Als het slechts over één gaat, welk pakket wordt er dan onderzocht? Welk budget wordt er voor dat onderzoek uitgetrokken? Dat lijkt me toch ook niet onbelangrijk.
Wat zijn de intenties van de Vlaamse Regering met dat onderzoek? Deze vraag is aan minister Dalle gericht. Als bijvoorbeeld blijkt dat er geen of veeleer een beperkte impact is, gaat de regering de VRT dan verplichten om een aanbodmerk enkel digitaal te laten uitzenden?
Wat gebeurt er desgevallend met die vrijgekomen FM-frequenties als blijkt dat de VRT daar afstand van doet? Zullen die dan worden geprivatiseerd, zodat ze ook kunnen worden vrijgegeven in de aankomende erkenningsgronden voor landelijke radiogroepen?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Vande Reyde, het is altijd een plezier om u terug te zien in onze commissie. Ook nu vond ik uw tussenkomst persoonlijk inspirerend. Het is natuurlijk niet aan mij om me operationeel te mengen in de vraag hoe men diversiteit moet implementeren. Het voorbeeld van Lucy Martin bij de BBC is een heel interessant traject. De VRT kent dat en bekijkt ook ongetwijfeld hoe ze daarmee kan omgaan.
Ik ben in elk geval erg fier dat voor de eerste keer in de geschiedenis het streefcijfer van 2 procent voor personen met een handicap in de VRT-beheersovereenkomst is geïntegreerd. Ik ben het volmondig met u eens dat dat maar een cijfer is en absoluut niet de essentie van de zaak. Het is wel een belangrijk signaal dat we geven.
Toen ik nog maar net minister was, heb ik de mensen van GRIP vzw ontvangen op mijn kabinet. Ze hebben een gepassioneerd pleidooi gehouden om zo'n streefcijfer op te nemen in de beheersovereenkomst. Ik ben tevreden dat dat ook is gelukt, met de volle steun van de VRT, die zich daar wil achter scharen.
Een streefcijfer is één element. De VRT gaat dat niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief benaderen. De monitoring van de kwalitatieve benadering zal natuurlijk op een onafhankelijke manier gebeuren.
Het is een kwalitatieve benadering. Elk jaar gaat het team diversiteit van de VRT een kwalitatieve studie beeldvorming uitvoeren over het diversiteitsthema en dat leidt tot concrete aanbevelingen voor de programmamakers, zoals op het vlak van het inclusief in beeld brengen van mensen.
De VRT heeft me laten weten dat ze steunt op drie pijlers. Daar hebt u ook naar verwezen, maar u voegt er nog een nieuwe dimensie aan toe. De eerste pijler is dat personen met een beperking soms worden getoond in functie van die handicap, waar dat maatschappelijk bijzonder relevant is. Bijvoorbeeld als het gaat over de gebrekkige toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor personen met een beperking, of als het gaat over het onderwijs dat niet altijd inclusief is of onvoldoende uitgerust voor personen met een beperking.
U verwees zelf naar de FactCheckers. Ik was bijzonder onder de indruk van de aflevering waarin Britt Van Marsenille zelf in een rolstoel het openbaar vervoer nam. Ik vond dat bijzonder revelerend en ook heel emotioneel. Dat is een mooi voorbeeld van hoe het kan.
De tweede pijler is dat de VRT ook mensen met een handicap laat zien in niet exclusief informatieve programma's met het oog op verbinding, empathie en een beter begrip van hun leefwereld. Down the road is daar misschien een mooi voorbeeld van.
De derde pijler, heel erg belangrijk, is dat de VRT in diverse genres mensen met een handicap op een zogenaamd inclusieve manier laat zien, dus niet in functie van hun handicap. Dat is ook waar u op wijst. Het is belangrijk dat mensen met een handicap gewoon op verschillende plaatsen, in fictie, als makers aan bod moeten komen zonder dat er een link is met hun handicap. Dat geldt trouwens ook voor andere elementen van diversiteit, zoals man, vrouw, migratie-achtergrond enzovoort.
In het uitwerken van die aanpak laten de programmamakers zich adviseren door experten diversiteit binnen de VRT, en die consulteren op hun beurt regelmatig gespecialiseerde organisaties, zoals GRIP. Dat is heel erg relevant.
Ik vind het voorbeeld dat u aanhaalt ook revelerend. Ik link het misschien ten onrechte, maar collega Slootmans zal het mij niet kwalijk nemen: het gaat hier niet over positieve discriminatie. Het gaat wel over aandacht voor een thematiek, voor die beeldvorming, voor die diversiteit, op een inclusieve manier, maar zonder uit het oog te verliezen dat men altijd de beste mensen op de juiste plaats zet. Dat kunnen uiteraard heel vaak mensen met een migratieachtergrond zijn, zoals dat vandaag ook al het geval is voor heel wat gezichten op televisie, maar dat kunnen ook mensen met een handicap zijn. Dat spreekt voor zich. Het is een mooie illustratie van hoe ik denk dat dat daadwerkelijk in de praktijk zal kunnen gebeuren. Maar nogmaals, het is niet mijn taak om ter zake voor de VRT spreken. Ik geef maar mijn spontane reactie op uw vraag om uitleg en op de tussenkomsten.
Collega’s, er zijn heel wat vragen geweest, ook voor de CEO en de voorzitter van de raad van bestuur. Ik zal proberen alles wat aan mij was gericht in essentie te beantwoorden, maar vooraleer dat te doen, wil ik jullie toch van harte danken, de collega’s van de meerderheid, maar zeker ook de collega’s van de oppositie. Het is fijn dat we hier in deze commissie ook vandaag heel wat nuttige inzichten hebben kunnen krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook voor de raad van bestuur en de directie van de VRT bijzonder van nut zal zijn bij de uitvoering van de beheersovereenkomst. Er zijn heel wat zinvolle opmerkingen gemaakt, ook voortbouwend op het eerdere werk in deze commissie. De oppositie zal nooit applaudisseren, dat verwacht ik ook niet, maar het verheugt me om vast te stellen dat iedereen toch ook heeft gewezen op de positieve elementen. Mevrouw Segers, u hebt wél geapplaudisseerd, zie ik. Des te beter. Ik wil hier niet zeggen dat jullie met alles akkoord gaan, maar jullie hebben ook gewezen op de positieve elementen van de beheersovereenkomst. Ik stel het op prijs dat jullie op zo’n eerlijke manier ook die positieve en constructieve insteek hebben gegeven. Het is fijn om op die manier te kunnen werken.
Er zijn heel wat vragen gesteld over de monitoring van de zogenaamde onpartijdigheid. Meerdere collega’s zijn daarover tussengekomen. Collega Vandaele, zo vroeg u hoe dat zal gebeuren en of er contact is geweest met DPG Media, want ook VTM Nieuws zou worden gecontroleerd. Ik wil even helder stellen dat het in deze beheersovereenkomst natuurlijk gaat over het toezicht op de onpartijdigheid van de VRT. Om dat op een goede manier te doen, moet je echter ook benchmarks maken, moet je ook vergelijken met bepaalde andere programma’s, met relevante vergelijkings- en ijkingspunten. VTM Nieuws zou bijvoorbeeld voor het VRT-journaal zo’n relevant ijkingspunt kunnen zijn. Het gaat echter over een nazicht op de VRT. Het is niet de bedoeling om in het kader van deze beheersovereenkomst een gelijkaardig nazicht te doen op de anderen. Als we dit doen, dan is dat om een goede benchmark te maken.
Ik wil heel uitdrukkelijk opnieuw tegenspreken dat het hier gaat over politieke inmenging, politieke controle of een wantrouwen van de Vlaamse overheid ten aanzien van de onpartijdigheid en de neutraliteit van de openbare omroep. Collega Meuleman, ik begrijp dat u bevreesd bent voor bepaalde krachten in de samenleving die wantrouwen hebben daartegenover. Je ziet ook soms op social media dat de integriteit van de VRT en de VRT-journalisten in vraag wordt gesteld. Dit is echter geen vorm van wantrouwen vanuit de Vlaamse overheid ten aanzien van de VRT. Het is net een opportuniteit, denk ik, voor de VRT om op een objectieve manier aangetoond te kunnen zien dat ze inderdaad correct werkt op het vlak van onpartijdigheid en neutraliteit. Mochten er uit dat onderzoek bepaalde aandachtspunten naar voren komen, dan kan de VRT die ook meenemen. Ik deel dus niet de perceptie dat dat zou gaan over wantrouwen. Integendeel, het is een opportuniteit.
In dat verband: mijn reactie vorige keer inzake de VVJ ging erover dat, als men bepaalde kritiek heeft – en het is uiteraard de taak van de oppositie om dat te doen, net als het de taak is van de VVJ om zeer kritisch te blijven, ook ten aanzien van het beleid – ik dan wel verwacht dat men dat doet op basis van teksten, van feiten. Collega Meuleman, ook op dit punt heb ik niet gehoord over welke passages van de beheersovereenkomst het gaat als u spreekt over wantrouwen ten aanzien van de VRT. Ik denk dat het heel helder is dat dat wantrouwen niet van de aandeelhouder, van de Vlaamse overheid komt.
Wat de sportrechten betreft, denk ik dat ik al vrij uitvoerig heb geantwoord, namelijk dat het duidelijk is dat men op een marktconforme en kostenefficiënte wijze moet werken en dat er terughoudendheid moet zijn inzake wielrennen, voetbal en veldrijden, waar er daadwerkelijk interesse is van private spelers. Collega Segers, ik geloof dat u vroeg of men nog de Olympische Spelen zal kunnen uitzenden. Uiteraard zal men dat nog kunnen doen. Men zal de Tour de France nog kunnen uitzenden. Waar er echter manifest heel veel interesse is van de privésector – en dan denk ik aan de Champions League, die te zien is op VTM en VIER –, dan is het niet de bedoeling dat daar een prijsverhogend opbod komt, dat er op een agressieve manier wordt geboden. Dat is bij mijn weten vandaag echter ook absoluut niet het geval, en dat zal ook in de toekomst dus niet het geval zijn.
Ook over de previews op VRT NU zijn er vragen geweest. Ik verwijs in dat verband naar de passage op pagina 23 van de beheersovereenkomst. Die stelt dat VRT NU “geen previews van internationale aangekochte fictiefilms en internationale aangekochte televisiefictiereeksen” zal tonen, en dat die beperking niet van toepassing is op “content voor kinderen, films en fictiereeksen van andere publieke omroepen, en films en fictiereeksen waarvoor er in de markt geen interesse is”. Collega Tommelein, u vroeg wat dat betekent, geen interesse in de markt. Het klopt dat dat geen glasheldere juridische bepaling is. Wat wordt daarmee bedoeld? In het verleden bleek bijvoorbeeld heel duidelijk dat de privésector niet geïnteresseerd was in bepaalde Deense reeksen. Dan kan die preview, maar dan moet dat uiteraard op een loyale manier worden uitgevoerd door de VRT, zoals heel de beheersovereenkomst op een loyale manier moet worden uitgevoerd. Het is geen tekst voor juristen alleen. Het is natuurlijk óók een contract, maar die overeenkomst moet niet alleen volgens de letter, maar vooral ook naar de geest worden uitgevoerd. In de beheersovereenkomst wordt ook gezegd dat dat verbod qua internationale reeksen niet geldt voor de boxset, en voor Vlaamse content zijn previews uiteraard ook nog mogelijk.
Over de besparingen en de financiering is er al veel gezegd. Daar hebben meerdere collega’s naar verwezen. Ik denk dat ik helder ben geweest daarover. De bijna 25 miljoen euro investeringen zijn eenmalige financieringen. Dat is het geval. Collega Segers, ik ben het wel niet eens met het cijfer dat u noemde van 25 miljoen euro besparingen. Dit kan een financiële uitdaging zijn waar de VRT voor staat, maar, zoals ik ook al herhaaldelijk heb gezegd, de besparingen van deze regering bedragen in deze beheersovereenkomst nominaal 9,6 miljoen euro, naast de niet-indexering van de werkingsmiddelen. We hebben echter heel helder gesteld dat we tussenkomen wat de volledige indexering van de lonen betreft, ten belope van ongeveer 4,9 miljoen euro. Dat is dus toch wél een structurele maatregel die is genomen en die ook een grote impact heeft op de structurele situatie van de VRT. Het is de overtuiging van de Vlaamse overheid dat dit een correcte publieke financiering is, in aanvulling, ook, van wat op privaat vlak mogelijk is.
Er zijn ook wat vragen geweest over het relancebudget, bijvoorbeeld over het aandeel van het crossmediaal meetsysteem, het aandeel van wat is bepaald inzake factchecking. Collega Segers, we zijn inderdaad volop aan het werken aan dat crossmediaal meetsysteem, met de VRT, met de private spelers en ook met de regionale omroepen. Zeker voor die regionale omroepen is dit ook een bepalend dossier. U kunt er inderdaad op rekenen dat we hier een prioriteit van zullen maken, ook in het kader van de relance.
Ik ga verder met een aantal extra vragen van collega Tommelein. Collega Tommelein, voor de duidelijkheid, de evolutie naar 20 procent is niet afhankelijk van de evolutie van het reclameplafond. Het is de 33 procentregel die afhankelijk is van de verhoging van het reclameplafond. De 20 procentregel wordt automatisch vanaf het begin ingesteld. Het zijn enkel de extra middelen, indien de reclame-inkomsten globaal zouden stijgen en de VRT dus ook globaal extra reclame-inkomsten zou mogen halen, die ten belope van een derde naar de externe productiesector gaan. Voor ons – en naar ik begrijp ook voor uw fractie – was dat inderdaad een heel belangrijk punt: als er extra reclame-inkomsten binnenkomen, dan komt dat ook ten goede van de externe productiesector en is er dus een goed perspectief mogelijk wanneer de VRT samen met de private spelers succesvol is. Dat is inderdaad een uitzonderlijk belangrijk principe.
Ik denk dat de heer Delaplace beter geplaatst is om te antwoorden op de vraag wat de stand van zaken is met betrekking tot Streamz. U weet dat dat al in het regeerakkoord werd gevraagd, maar dat dat voordien ook al in de planning van de VRT zat, met de intenties om samen te werken binnen een platform zoals Streamz. Toen het regeerakkoord werd opgesteld, heette dat echter natuurlijk niet Streamz.
Er zijn ook meerdere vragen gesteld over de ambitie inzake digitale radio. Nog maar vorige week hebben we het hier uitvoerig gehad over het ontwerp van Radiodecreet. We hebben daarmee stappen vooruit gezet met betrekking tot de twee – het worden er drie – commerciële landelijke radiozenders, ook met het oog op die digitalisering. Het is de overtuiging van de Vlaamse aandeelhouder, van de Vlaamse Regering, dat ook de VRT een voortrekkersrol moet spelen in die digitalisering van de radio. Daarom vinden we het bijzonder belangrijk dat die passage erin staat over dat onderzoek naar een zender die radicaal digitaal zou gaan. Wat de timing daarvan betreft, denk ik dat het aan de VRT is om die te bepalen, maar voor ons is dat heel belangrijk.
Het is wat vroeg om te antwoorden wat er in het geval van een eventuele stopzetting op FM van een radiozender van de VRT met die frequentie zal gebeuren. Dat hangt natuurlijk samen met twee elementen: de timing van zo’n switch-off bij de VRT en de snelheid waarmee de digitalisering van het radiolandschap globaal gebeurt. Dat zijn dus twee zaken die momenteel nog onzeker zijn, waardoor we ook vandaag niet kunnen antwoorden op de vraag wat er met zo’n eventuele frequentie zou gebeuren.
Er zijn ook wat vragen geweest over het anderstalige aanbod. Het is de bedoeling om daar op een meer doelmatige manier mee om te gaan en daar vooral ook een grotere impact mee te genereren.
Collega Slootmans, u hebt verder verwezen naar de maatschappelijke taak van de VRT en het belang van migratie als thema. Ik zal uiteraard niet ontkennen dat het migratiedebat een zeer belangrijk maatschappelijk debat is, in heel de wereld trouwens, maar zeker ook in Europa en in Vlaanderen. De opsomming van maatschappelijke thema’s in de beheersovereenkomst is geen exhaustieve opsomming. Ze is exemplatief. Ik denk echter dat iedereen het erover eens zal zijn dat migratie een belangrijk thema is. Ook de diversiteit, het pluralisme eigenlijk, inzake de meningen die aan bod komen in duidingsprogramma’s, is een belangrijk principe. Als we het hebben gehad over de zogenaamde neutraliteit van de VRT, dan was dat een aanvullend element. Dat gaat over onpartijdigheid, onafhankelijkheid, autonomie van redacties, maar ook over pluralisme in de meningen die aan bod komen. Het is inderdaad, denk ik, een aandachtspunt om dat ook de komende jaren te blijven doen. Collega Slootmans, misschien echter toch een kleine voetnoot: Mia Doornaert is toch echt geen excuustruus. Dat vind ik nu toch echt niet. Ze is toch een sterke stem als het gaat over opinies in Vlaanderen.
Collega Slootmans, wat politici in amusementsprogramma’s betreft, daar zal ik nu even aan voorbijgaan, als dat goed is voor u.
Over desinformatie hebben we het ook al vaak gehad, in combinatie met wat we bij de relance gaan doen inzake factchecking. De bedoeling is heel uitdrukkelijk niet het oprichten van een Ministerie van Waarheid. Dan richt ik me tot collega Slootmans, maar ook tot anderen. Ik heb dat recent ook al toegelicht naar aanleiding van een vraag in de plenaire vergadering. Dat is niet de intentie van de Vlaamse Regering. Ik vind het trouwens een opvallend idee, want ik heb eigenlijk nog niemand, toch niet binnen het democratische landschap in Vlaanderen, horen pleiten voor de oprichting van een Ministerie van Waarheid. Ik weet dus eigenlijk niet hoe het komt dat dat telkens opnieuw naar voren komt. Wij willen vooral, door middel van investeringen in slimme technologie en innovatie, journalistieke redacties ondersteunen.
Collega Meuleman, u peilde of gekeken wordt in de richting van Noorwegen bijvoorbeeld. Dat is een heel interessant voorbeeld. De focus bij ons ligt minder op investeren in vte’s, in redacties, en meer op investeren in technologie en innovatie om de bestaande redacties en de samenwerking ter zake te ondersteunen. Dat is de richting waarin we kijken.
Er zijn verschillende vragen gesteld over pluralisme, kwaliteit en onderzoek rond neutraliteit in de vorige beheerperiode, een onderzoek dat afgerond zou zijn. Ik heb daar geen informatie over. Mogelijk kan de VRT daarop antwoorden. Dat onderzoek is niet in mijn handen.
Collega Slootmans, ter verdediging van collega Meremans wil ik wel opmerken dat transparantie een heel belangrijke prioriteit is in de beheersovereenkomst. Ik heb ook in mijn inleiding gezegd dat het hier gaat over transparantie en vertrouwen. Dat is echt belangrijk. Dat geldt ook op het vlak van schermgezichten. U weet dat er in de beheersovereenkomst staat dat de VRT transparantie verschaft inzake de jaarlijkse vergoeding van schermgezichten en radiostemmen waarmee de VRT een exclusiviteitsovereenkomst heeft afgesloten, zonder dat informatie wordt gegeven op individuele basis. Dat laatste is effectief belangrijk. Het is niet de bedoeling om, zoals bijvoorbeeld in Angelsaksische landen, op individuele basis bijna de loonfiches ter beschikking stellen en te zeggen welke persoon hoeveel verdient. Wel is het de bedoeling om daar verdere transparantie over te geven. Ik begrijp ook dat er in de volgende jaarverslagen een methodiek voor gehanteerd zal worden om daar extra transparantie over te geven. Dat is onder meer door collega Meremans naar voren geschoven. Het is een belangrijk punt in de beheersovereenkomst.
Ik heb heel wat vragen gekregen van collega Brouwers over de beheersovereenkomst. Een aantal daarvan zijn al geheel of gedeeltelijk beantwoord. Er zijn er een aantal die moeten worden beantwoord door de directie of de raad van bestuur.
Er was een heel punctuele vraag over Brussels Philharmonic en de cijfers na 2023. Er zijn effectief nog een aantal statutaire personeelsleden van de VRT die gedetacheerd zijn bij Brussels Philharmonic. Sinds lange tijd betaalt de Vlaamse overheid een extra bijdrage aan de VRT boven op de toelage om de lonen van deze personeelsleden te bekostigen. De VRT blijft immers instaan voor de bezoldiging, hoewel deze personeelsleden in de feiten niet bij de VRT actief zijn maar bij Brussels Philharmonic. De bijdrage is in wezen dus een onrechtstreekse subsidie aan Brussels Philharmonic, dat anders voor de loonkosten zou moeten instaan. Maar net zoals het globale aantal statutaire personeelsleden kent ook het aantal gedetacheerde VRT-personeelsleden bij Brussels Philharmonic al enige tijd een dalend verloop. Het is dan ook logisch dat de bijdrage van de VRT eveneens daalt. Dat deze na 2023 wegvalt, betekent dan ook simpelweg dat er na 2023 geen gedetacheerde statutairen meer bij het Brussels Philharmonic actief kunnen zijn. Dat is de verklaring voor die situatie.
Collega Meuleman heeft verwezen naar het belang van de samenwerking met het middenveld. Dat kan ik uiteraard alleen maar onderschrijven.
Tot slot was er nog de discussie over de zogenaamde Vlaamse identiteit. Laat me daar misschien mee afsluiten. Ik deel absoluut niet het standpunt van collega Meuleman dat de VRT geen rol heeft te spelen inzake de Vlaamse identiteit, integendeel. We leven in Vlaanderen, inclusief de hoofdstad Brussel – u zult het mij als Brusselminister niet kwalijk nemen dat ik dat preciseer. Die Vlaamse identiteit die ons zo eigen maakt als volk, is natuurlijk voor iedereen verschillend en is meerlagig. Dat een openbare omroep daar een rol in speelt als een element van gemeenschapsvorming, als iets wat bijdraagt aan die Vlaamse Gemeenschap, dat vind ik evident. Dat dat ook concreet gemaakt wordt in de KPI’s die hier voorliggen, lijkt mij niet meer dan logisch.
U kunt daar allerhande nationalistische strategieën achter zoeken, maar dat is in elk geval niet de wijze waarop wij daarnaar kijken. Het is een inclusieve manier om naar de Vlaamse Gemeenschap te kijken. Nationalisten kunnen daar hun gading vinden maar evengoed mensen die belang hechten aan een federaal België bijvoorbeeld. Dat staat daar niet haaks op. De VRT is er voor alle Vlamingen, voor de hele Vlaamse Gemeenschap en speelt voor de Vlaamse cultuur een belangrijke rol.
De heer Delaplace heeft het woord.
Het transformatieplan is niet afgerond, het ligt niet productieklaar. We hebben daar wel over afgesproken dat de middelen die de Vlaamse Regering vrijmaakt, moeten gaan naar een aantal afgesproken en heel duidelijk omschreven projecten zoals opleiding, het efficiënter maken van de organisatie en het wijzigen van de talentmix.
Op de vraag of de inspanning van 25 miljoen euro die de VRT moet doen tijdens deze beheersovereenkomst, tot jobverlies zal leiden, kan ik u vandaag geen gedegen antwoord geven. Ik denk wel dat we naar een andere mix moeten komen van talenten en dat we de komende jaren moeten blijven investeren in onze mensen en het aantrekken van de juiste profielen. Het zal een beetje afhangen van de natuurlijke evolutie van ons personeelsbestand om te weten of we dat op een natuurlijke manier kunnen laten lopen of dat er andere maatregelen nodig zijn. Belangrijk hierbij is dat er absoluut geen a priori is. Het is zeker niet zo dat we nu al uitgaan van een aantal mensen dat eruit moet. Wel willen we een poging doen om de organisatie efficiënter en kostenbewuster te maken, de prioriteiten juist te zetten en de juiste budgetten toe te wijzen. Dat is een oefening waar we nu heel hard mee bezig zijn.
We hebben eerst de vuurtoren, de langetermijnvisie voor de publieke omroep neergezet. We hebben dan geprobeerd daar een beheersovereenkomst op te enten die de ambities van de vuurtoren mee mogelijk moet maken. De volgende stap is de organisatie neerzetten. Daar zijn we mee bezig door een aantal belangrijke ingrepen in de organisatie te bespreken. Die communicatie is voor dit voorjaar. Ik spreek eerder in termen van weken dan van maanden, omdat het wel belangrijk is. De organisatie van de VRT zoals die vandaag is, is zeer geschikt om de media aan te sturen zoals het tot voor kort was. Maar met de uitdaging waar we nu voor staan, moeten we een aantal andere ingrepen doen. Een van die zaken is bijvoorbeeld het dichter bijeenbrengen van media en digitaal. Digitaal is vandaag een onderdeel van T&I, Technologie en Innovatie, binnen de VRT. Ik vind dat het veel dichter bij onze media-activiteiten moet komen te staan.
Rond het onpartijdigheidsonderzoek waar we ons in deze beheersovereenkomst toe engageren, herhaal ik wat ik eerder heb verklaard. Ik vind dat zo een sleutel van goede journalistiek, dat ik ervan uitga dat niemand bij de VRT daar een probleem mee heeft. We kunnen maar leren. Ik vind het heel gezond dat ook andere mediapartijen dat eens voor zichzelf zouden doen, maar laat ons maar in eigen hart kijken. Dat is heel belangrijk. Het is geen gemakkelijk debat, want onpartijdigheid is niet hetzelfde als neutraliteit of de aanwezigheid van politieke of andere vertegenwoordiging in alle nieuwsprogramma's op een weegschaaltje leggen. Het is onbevooroordeelde journalistiek. Ik vind het een cruciaal adjectief bij journalistiek. Ik heb geen schrik van die meting.
Er is een meting gebeurd in het kader van de vorige beheersovereenkomst. Misschien moet de voorzitter daar straks op antwoorden. Dat is nu in overleg met de raad van bestuur. Ik denk dat zijn eerst de interactie moeten krijgen met de professoren die het onderzoek hebben uitgevoerd. Dan kunnen we later bekijken hoe we daar verder over communiceren.
Rond de gokreclame zijn wij een voorstel aan het uitwerken, maar dat is nog niet klaar. Over de principes zijn we het allemaal eens. Voor de VRT hangt daar rechtstreeks en onrechtstreeks, zonder rekening te houden met de Nationale Loterij, 3 miljoen euro aan inkomsten aan vast. We moeten daar dus omzichtig mee omgaan. We moeten niet gewoon zeggen dat we ermee stoppen en die centen naar de commerciële jongens laten gaan.
Het crossmediaal meten is ook in voorbereiding. Daarin staat de VRT redelijk ver. Er is altijd gezegd dat dat een sectorinitiatief moest zijn. We hebben aan een aantal partijen in de markt een voorstel gedaan om mee te stappen in het project. Wij wachten op een antwoord. We vragen een bescheiden bijdrage. Ik vind het wel belangrijk dat we dat niet alleen trekken terwijl heel veel partijen in de sector daar hopen van te genieten.
Wat betreft het genderevenwicht in ons directiecollege: we zijn met twee vrouwen met Karen en Liesbet. We hebben in de beheersovereenkomst het engagement genomen om naar een genderevenwicht te gaan in het hogere management van de VRT tegen 2025. Ik vind dat een heel duidelijke en logische ambitie.
Het actieplan waarmee we hopen een aantal zaken te remediëren die zijn aangekaart door Audit Vlaanderen, is in wording. We hebben een afspraak met de raad van bestuur om eind februari een eerste stand van zaken te geven. Er zijn op dit ogenblik zes werkgroepen binnen de VRT mee bezig. Er zijn al een paar mooie stappen gezet in de juiste richting. Zodra dat wat concreter is, stel ik voor dat we daar open over communiceren.
Wat betreft VRT NU kunnen jullie allemaal lezen wat er in de beheersovereenkomst staat. Het geeft ons een aantal mogelijkheden maar het legt ons ook een aantal beperkingen op. Als ik de filosofie achter de passage in de beheersovereenkomst moet samenvatten, is dat: de VRT engageert zich om van VRT NU geen Streamz te maken. Dat betekent dat we alle kansen geven aan Streamz. We zijn nog altijd in gesprek met hen. Waarom is er nog altijd geen definitieve deal met Streamz? De mensen van Streamz zullen u desgewenst bevestigen dat de financiering van een kwaliteitsvolle fictie een complex kluwen is geworden, met heel veel betrokken partijen, en dat het niet evident is om daarvoor de komende jaren in beton gegoten afspraken over te maken. Onze mensen en de mensen van Streamz zitten elke week samen en we zullen er wel uit geraken.
Ondertussen blijft die samenwerking gewoon lopen. Een aantal reeksen die recent op het lineaire kanaal van VRT zijn geweest, bijvoorbeeld Black-out, zijn een hele tijd in preview te zien geweest op Streamz. Hoewel we geen officiële cijfers hebben van het succes daarvan, hoor ik toch zeggen dat de VRT-producties bij Streamz het bijzonder goed doen.
Ik kom tot de radiomarkt. De studie die we gaan doen naar het eventueel afkoppelen van een FM-frequentie, is wat ons betreft vooral bedoeld om wat druk te zetten op de ketel van hoe snel we gaan digitaliseren. Als de uitkomst is dat, om de Vlaming te bereiken, het logischer is om meer in te zetten op digitale kanalen en het ontwikkelen van onze DAB-multiplex bijvoorbeeld, dan geldt dat voor de volledige markt. Ik zit niet te wachten op een moment dat wij de FM-frequentie opgeven om ze dan aan iemand anders in de markt te geven. De logica zou moeten zijn dat we dan kiezen voor de ontwikkeling van digitale radio. Dat is mijn insteek.
Er was een vraag van de heer Tommelein over data en het recht op vergetelheid. We willen ons sterk engageren om op een goede manier om te gaan met data. Iemand anders heeft de vraag gesteld of we die gaan verkopen of commercieel gebruiken. Dat is absoluut niet de bedoeling. Wel willen we evolueren naar de publiekeomroepalgoritmes waarbij we mensen een op maat gemaakt aanbod kunnen doen dat tegelijkertijd ook smaakverbredend blijft werken en mensen niet herleidt tot een profieltje. Bijvoorbeeld: u hebt gisteren al naar video's over wielrennen gekeken, dus we blijven u maar voeden met wielrennen. Dat is niet de bedoeling. Het is ook niet de bedoeling iemand die naar het wielrennen heeft gekeken, een bepaalde adverteerder aan te bieden. We willen wat we over onze gebruikers kunnen capteren, wel inzetten om het aanbod meer op de behoeftes van die gebruiker te laten inspelen. Dat is de belangrijkste insteek in verband met onze data. We zijn in gesprek met het Solid-initiatief om de gebruikers het beheerrecht over hun data te garanderen. Volgens mij kan de publieke omroep zich op dat vlak onderscheiden.
Wat het anderstalig aanbod betreft, proberen we vooral doel en middelen in evenwicht te brengen. Momenteel investeren we relatief veel in het anderstalig aanbod, maar met een zeer beperkt succes en een kleine impact. Aangezien we keuzes moeten maken, bekijken we dat kritisch. Ofwel doen we dat op een impactvollere manier, wat ook kan, ofwel moeten we durven stellen dat we hier onevenredig veel middelen aan besteden. We bekijken dat constructief.
Mijnheer Slootmans, KPI 29 betreft de verspreiding van de Vlaamse identiteit en cultuur. Het gaat dan uiteraard niet om programma’s als ‘Het Rad van Fortuin’, al is het maar omdat dit een programma op Vier is, maar wel om wat we hebben gedaan naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog, de podcast over de Bourgondiërs, programma’s als ‘Weg van het Meesterwerk’ en ‘Ten oorlog’ met Arnout Hauben en ook de terugkeer van ‘Vlaanderen Vakantieland’, waarmee we binnenkort weer beginnen op Eén. We denken echt dat we hier met een aantal goede, kwaliteitsvolle initiatieven op zullen inspelen.
Wat de exclusiviteitscontracten betreft, denk ik dat we wat nuance in het debat kunnen brengen, zodra we geaggregeerd bekendmaken wat de VRT hierin investeert. Ik herhaal dat de overstap van Matthijs Van Nieuwkerk naar DPG Media bewijst dat iedereen in die markt zijn rol speelt en dat de VRT zeker niet marktverstorend optreedt.
Mevrouw Brouwers, het project ‘NewsTAPAS’ loopt nog steeds. We hebben een test gedaan. Dit initiatief moet ervoor zorgen dat we, gesteund door technologie en software, de content in de juiste vorm aan de gebruiker kunnen aanbieden. De content van de VRT wordt momenteel op veel verschillende schermen bekeken. Soms is het onhandig op een smartwatch een alert te zien die met een grote foto begint. Daar heeft die gebruikers niets aan, want hij wil meteen de tekst lezen. Met ‘NewsTAPAS’ willen we ervoor zorgen de content in de juiste vorm aan te leveren in functie van het kanaal waarlangs die content wordt geconsumeerd. Uit de test met de testgroep is vooral gebleken dat we eerst achter de schermen moeten werken aan de fragmentatie van onze content, zodat het gemakkelijker wordt die content te manipuleren en op te splitsen. Zo kunnen we het juiste aanbod op de juiste kanalen brengen. We moeten ook onze journalisten leren dat artikels niet altijd in hun volledigheid op de kanalen terechtkomen. Daar zijn we nog even mee bezig, maar het project blijft lopen en we zullen dat blijven ontwikkelen. Als we daarin slagen, zal dat een mooie stap vooruit zijn.
Mevrouw Brouwers, wat de samenwerkende rol van de VRT betreft, had u het over onze ‘splendid isolation’, maar dat is niet mijn indruk. Ik heb veeleer de indruk dat veel partijen die met ons willen samenwerken, ons enkel beminnen vanwege onze centen en niet omwille van de essentie van wat een samenwerking zou moeten zijn. We staan open voor samenwerking met andere mediapartijen, het middenveld en anderen, wat ik in de praktijk trouwens kan bewijzen, maar tijdens mijn eerste zes maanden heb ik gemerkt dat we nu en dan moeten zeggen dat we niet het subsidiecentrum van Vlaanderen zijn. Ik sta zeer zeker open voor alle samenwerkingen die gebouwd zijn op manieren om elkaar te versterken. Het is geen toeval dat dit een van de pijlers van ons langetermijnproject is. We hebben duidelijk uitgesproken dat we in samenwerking geloven.
Mijnheer Vande Reyde, ik vind dit een terechte suggestie. Wat de vertegenwoordiging van mensen met een beperking en anderen betreft, kijken we niet enkel naar de cijfertjes. We willen dat op een inclusieve manier doen en er zijn op het scherm trouwens een aantal mensen met een niet-zichtbare beperking aanwezig. Ik ondersteun wat u zegt. Van een bekend schermgezicht kan een voorbeeldfunctie uitgaan. Dat is een ambitie die we hebben.
Voorzitter, ik denk dat ik ben ingegaan op de essentie van de vele vragen en van de grote interesse in de VRT, waarvoor trouwens mijn dank.
De heer Van den Brande heeft het woord.
Deze beheersovereenkomst steunt op de visienota die de raad van bestuur maanden geleden heeft geïnitieerd en bevestigt dat dit de strategische lijnen zijn waarlangs moet worden gewerkt. Op die basis hebben we, in volledige samenspraak met het management en met volledige afstemming op de Vlaamse Regering en in het bijzonder de bevoegde minister, een parcours kunnen lopen. Ik heb uit de vragen afgeleid dat we het erover eens zijn dat dit een ambitieuze beheersovereenkomst is, maar dat er werk aan de winkel is. Zoveel is zeker.
Wat de belangrijke thematiek van de onafhankelijkheid betreft, denk ik niet dat er discussie kan zijn. Ik heb trouwens niemand voor een controlemechanisme horen pleiten. We kunnen enkel goed opereren als we dat kunnen doen in onafhankelijkheid, maar dan wel gestoeld op waarden en de algemene maatschappelijke context.
Ik wil hieraan toevoegen dat de VRT een complexloze Vlaamse omroep is. Wat de Vlamingen betreft, is de identiteitskwestie niet enkel aan taal, cultuur of geografie gebonden. Ik houd nogal van de benadering van Amin Maalouf, die stelt dat onze persoonlijke identiteit het samenbrengen van verschillende identiteiten in ieder van ons is. Die discussie mag worden gevoerd, maar ik vind niet dat dit een probleem kan zijn. Elke identiteit is trouwens poreus of doordringbaar. Vertrekkend vanuit dit gegeven, is het heel simpel. De VRT is een complexloze omroep van de Vlaamse Gemeenschap.
Wat Streamz betreft, hebben we een voorlopige afspraak gemaakt die steunt op het inzicht dat we er alle belang bij hebben hieraan mee te werken.
Tijdens de vorige vergadering van de raad van bestuur hebben we een eerste discussie over het onpartijdigheidsonderzoek gehad. Die discussie is niet afgerond en we zullen hier nog op terugkomen. Op het gepaste moment, waarschijnlijk na de vergadering van de raad van bestuur van februari 2021, zullen we nagaan in welke mate dit met deze commissie en met het Vlaams Parlement kan worden gedeeld. Als het van mij afhangt, moet dat in de grootst mogelijke mate gebeuren.
De raad van bestuur en ikzelf hechten veel belang aan het middenveld en aan de diversiteit van wat Vlaanderen inhoudt. Dat is geen kwestie van onpartijdigheid of van alle stemmen en ego’s. Uit het onderzoek in 2015 is trouwens gebleken dat het naast elkaar zetten van alle mogelijke opinies de kijker of luisteraar niet per se in een betere positie plaatst. We moeten daar rekening mee houden, want die opinies zijn verschillend, maar dat ligt natuurlijk in onze opdracht besloten. We zijn niet enkel een verzameling van individuen, maar ook een collectief van groepen. Geen enkele regio is zo rijk aan verenigingsleven en engagement.
Waar het voor ons op aankomt en waar we, samen met de directie, hard aan zullen werken, is het operationeel maken van een aantal zaken. De directie heeft die opdracht en daar ging de meerderheid van de vragen ook over. Dit moet gebeuren binnen het kader dat de raad van bestuur op basis van de strategische doelstellingen en in samenspraak met de Vlaamse Regering en de bevoegde minister heeft vastgelegd.
Ik wil iedereen bedanken voor zijn positie en benadering. Iedereen mag gerust zijn dat ik de suggesties en aanvullende punten in verband met zaken die voor verbetering vatbaar zijn, absoluut naar de raad van bestuur zal meenemen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik dank de heren voor hun uitvoerige antwoorden op de ontelbare vragen. Gezien het vergevorderd uur zal ik proberen het kort te houden. Ik heb het gevoel dat we hier nog een gedachtewisseling aan kunnen wijden, want veel vragen zijn nog niet afgerond.
Mijnheer Slootmans, ik voel me genoodzaakt op een aantal van uw punten te repliceren. Ik heb u horen citeren uit het verslag van de vergadering van de raad van bestuur. U hebt aangegeven dat de door uw partij aangestelde leden vragen stellen die rechtstreeks ingrijpen in de redactionele autonomie van de VRT. Als Vlaams volksvertegenwoordiger vind ik dat echt ‘not done’.
U hebt gerefereerd aan de studie over de onafhankelijkheid uit 2015. We hebben de resultaten gehord. Die studie moest er binnen een termijn van vijf jaar komen. Ik heb gevraagd of er een nieuwe studie is. U verwijst hier met stelligheid naar, maar ik vind dat niet kunnen. Dit wijst op een zodanige druk vanuit de politiek op de VRT dat mijn fractie daar met zijn volle gewicht tegen zal ingaan.
Mijnheer Delaplace, ik had nog een aantal vragen over de levensbeschouwing en over Streamz, maar ik moet me excuseren dat ik mevrouw Vrieleman was vergeten. Er staan nu twee vrouwen aan de top van de VRT.
Minister, wat de sportrechten betreft, blijf ik ongerust. U vindt het een karikatuur, maar voor mij is dit nog niet duidelijk. Volgens u kan de Olympische Spelen zeker, want de commerciële spelers zijn niet geïnteresseerd in de Olympische Spelen. Ik ben bezorgd dat de Ronde van Vlaanderen voortaan door reclameblokken zal worden onderbroken.
Mijnheer Delaplace, ik heb nog een vraag over de aanstelling van de heer Jansegers, die directeur Content wordt. Mag ik hieruit afleiden dat er voortaan een splitsing tussen de directies Content en Productie komt? Voor mij is dat essentieel. Wat de voorbije jaren is misgegaan, is een gevolg van een te grote concentratie bij één persoon die voor productie en programmatie verantwoordelijk was. Hoe ziet u dit nu?
Ik wil nog eens op die neutraliteitsstudie terugkomen. Ik zou daar graag over beschikken. U kijkt voor die studie in de richting van de VRM. Kunt u duidelijk antwoorden of het voortaan de bedoeling is om naast die kwantitatieve analyse van welke politicus met betrekking tot welk thema in welk programma is geweest, ook ruimte voor een kwalitatieve analyse te laten?
Mijnheer Delaplace, wat het gokken betreft, hebben we op het einde van de vorige legislatuur kamerbreed een resolutie over de inperking van het gokken goedgekeurd. Wat mij betreft, moet er een volledig verbod op gokreclame komen. U hebt gesteld dat u wat dat jaarlijks oplevert, 3 miljoen euro, niet naar de commerciële zenders wilt jagen. De VRT heeft een voorbeeldrol. Ieder heeft zijn verantwoordelijkheid. Wij zullen vanuit het Vlaams Parlement zorgen voor een volledige ban. Ik hoop dat ik de andere Vlaamse volksvertegenwoordiger mee krijg. Ik zou graag zien dat de VRT zich terughoudend opstelt en niet als enige argument verwijst naar het verlies van 3 miljoen euro aan de commerciële zenders. Iedereen heeft zijn verantwoordelijkheid en wij zullen ook ons werk doen.
De heer Van den Brande heeft het woord.
Mevrouw Segers, ik begrijp uw probleem met dat onderzoek echt niet. Misschien was u even afwezig toen ik het erover had. Op 25 januari 2021 heeft de raad van bestuur een eerste bespreking gevoerd. Dat is gebeurd op basis van een presentatie, want de volledige studie was op dat ogenblik nog niet beschikbaar. Ik heb met de andere leden van de raad van bestuur en met de CEO de afspraak gemaakt dat we hier tijdens onze eestvolgende vergadering, in februari 2021, in het bezit van de volledige studie, samen met de experts verder over zullen reflecteren. Op dat ogenblik zullen we nagaan wat kan worden vrijgegeven. Wat ik wel al weet, is dat er een aantal persoonlijke citaten en dergelijke instaan. Hoe transparanter we dit ter beschikking van de commissie kunnen stellen, hoe liever. Er is geen enkele reden om te betwijfelen dat we op het juiste moment zullen delen wat kan worden gedeeld.
Minister Dalle heeft het woord.
Mevrouw Segers, ik ben effectief vergeten te antwoorden op uw vragen over de kwalitatieve elementen versus de kwantitatieve elementen in de analyse van de onpartijdigheid. De kwalitatieve elementen zullen hier zeker in worden opgenomen. Of een publieksbevraging daarbij hoort, zal de externe partner bepalen.
U hebt naar het Elektronisch Nieuwsarchief verwezen. Ik kan daar niet op vooruitlopen. De VRM zal een offerte uitschrijven en ik zal dat, met andere woorden, niet zelf bepalen. De wet op de overheidsopdrachten moet worden toegepast. De externe partner kan de wijze waarop de kwalitatieve elementen worden uitgevoerd mee vorm geven. Dat is momenteel nog niet het geval.
Ik heb nog een opmerking over de vragen over het directiecollege van de VRT. Ik wil in herinnering brengen dat dit volgens het Mediadecreet een bevoegdheid van de CEO en van de raad van bestuur is. Dat is geen zaak van de minister of van deze commissie. Als de CEO enkele elementen wil meedelen, is dat uiteraard geen probleem, maar eigenlijk is het onze zaak niet hoe het directiecollege van de VRT is samengesteld. Ik geef dit mee omdat het directiecollege in het verleden het voorwerp van parlementaire debatten is geweest.
Wat, tot slot, uw vrees met betrekking tot de sportrechten betreft, kan ik enkel herhalen wat ik al heb gezegd. Een marktconform bod is steeds mogelijk, ook met betrekking tot wielerwedstrijden en de Ronde van Vlaanderen. Ik denk dat uw vrees ongegrond is.
De heer Delaplace heeft het woord.
Met respect voor ieders rol wil ik met betrekking tot de directie Content even aangeven dat het model waar we aan werken een ander model is dan het model dat we tot nu toe hadden. Het gaat niet om het samenbrengen of splitsen van Media en Productie. We zijn, in de lijn van wat ik al heb gezegd, tot de vaststelling gekomen dat dit model nu niet standhoudt. We gaan naar een ander model, waarin de bevoegdheden in het directiecollege anders worden verdeeld. Hierdoor zal het directiecollege collegialer werken en zal er meer over het muurtje worden gekeken, wat me in de huidige marktomstandigheden nodig lijkt. Er zal in het directiecollege meer aandacht zijn voor onze media en voor de wijze waarop we met die media bij de Vlaming raken.
Vroeger was het gemakkelijk. Er werd televisie gemaakt en er was één spoor om die programma’s bij de Vlaming te krijgen. Nu maken we video en hebben we twaalf sporen om de Vlaming te bereiken. Hetzelfde geldt voor radio. We zullen proberen dat op een andere manier aan te pakken. Dat heeft implicaties voor ons merkenbeleid enzovoort, maar in dat proces investeren we heel sterk in de organisatie en het is nu te vroeg om hierover al publieke verklaringen af te leggen. Ik probeer een idee mee te geven over de richting die dit zal uitgaan.
Minister, u kunt bevestigen dat ik vragende partij was om iets over gokreclame in de beheersovereenkomst op te nemen. Ik vind inderdaad dat we op dat vlak een voorbeeldfunctie hebben. Alleen mag die voorbeeldfunctie niet inhouden dat we financieel onverstandige zaken doen. Ik ben absoluut voorstander van een strikter beleid inzake gokreclame en ik wil zeker vermijden dat onze jeugd begint te gokken of gokverslaafd wordt dankzij of met de bemiddeling van de VRT. We zullen zeker een goede voorzet geven.
Wat de sportrechten betreft, legt de voorliggende tekst ons zeer zeker beperkingen op, maar ik ben van oordeel dat we voldoende middelen en kansen behouden om op Sporza en op onze andere kanalen een volwassen en voldragen sportaanbod te blijven brengen. Ik hoop de komende maanden te kunnen aantonen dat dit kan. Dit is voor ons misschien het lastigste deel van de beheersovereenkomst, maar ik ondersteun de ambitie dat we de Vlaamse media en niet wereldwijd de grote rechtenhouders moeten versterken. Het lijkt me logisch dat we met publieke middelen niet aan dat opbod meedoen. Dat verschilt trouwens niet veel van wat de praktijk in de VRT tot nu toe is geweest.
De vragen om uitleg en de hoorzitting zijn afgehandeld.