Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de controle op terugkerende reizigers in het licht van de coronapandemie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, mensen die ons land binnenkomen zijn verplicht om een Passagier Lokalisatie Formulier (PLF) in te vullen en moeten zich verplicht laten testen op dag één en dag zeven van terugkomst. Zij ontvangen hiervoor een testcode waarmee ze zich moeten aanmelden in een testcentrum. De afgelopen weken werd vastgesteld dat de overgrote meerderheid van de mensen die terugkeren uit het buitenland wel het PLF invullen, maar dat de verplichte testafname veel minder goed wordt opgevolgd. Volgens Sciensano zou het gaan om vier op de tien reizigers die geen verplichte test laat afnemen.
Mensen die de coronamaatregelen niet naleven, kunnen daarvoor beboet worden. Met betrekking tot de verplichte testafname werden mensen gecontacteerd met de melding dat ze een test moesten laten afnemen, en werd dit ook herhaald als werd vastgesteld dat ze na enkele dagen nog geen testcode hadden aangevraagd. De effectieve sanctionering gebeurde echter nog niet. Op 19 januari gaf de federale minister van Justitie hierover aan dat de deelstaten dit moeten opnemen. Diezelfde avond nog verscheen er echter een bericht van het College van procureurs-generaal over de beslissing dat het niet naleven van de verplichte testafname beboet kan worden met 250 euro. De federale minister voor Justitie liet weten de boetes automatisch te willen laten uitschrijven.
Tijdens de commissievergadering van vorige week bevestigde u, minister, dat voor wie geen gevolg geeft aan de testverplichting, sanctionering mogelijk is conform het decreet dat we op 16 december van vorig jaar goedkeurden. Boetes kunnen oplopen tot 4000 euro. Het gaat over een strafrechtelijke vervolging, waarvoor dus de parketten bevoegd zijn.
Het blijft onduidelijk op welke manier de controles op verplichte testafname precies uitgevoerd zullen worden. Door de databank van de contactopsporing, met informatie over de testcodes en testresultaten, te koppelen aan de data van de PLF’s, kan worden bepaald of er al dan niet gevolg werd gegeven aan een verplichte testafname. Deze gegevens worden echter op het federale niveau bewaard en de uitwisseling ervan wordt strikt wettelijk bepaald. Daarom de volgende vragen, minister.
Zal er systematisch worden nagegaan wie er geen gevolg gaf aan de verplichte testafname, zowel met betrekking tot reizigers die terugkeren uit een rode zone als met betrekking tot de hoogrisicocontacten?
Is het voor het kunnen sanctioneren nodig dat er een proces-verbaal (pv) wordt opgemaakt door de ambtenaren-artsen? Indien ja, zal er dan systematisch overgegaan worden tot het opmaken van een pv door die ambtenaren-artsen? Hoe kan dit gebeuren, gezien het aantal gevallen waarover het wellicht gaat?
Hoe moeten we de automatische uitschrijving van sancties zoals door de federale minister vooropgesteld, zien?
Op welk beleidsniveau zal de koppeling gemaakt worden tussen de gegevens van de Passagier Lokalisatie Formulieren en de gegevens van de databank van de contactopsporing?
Is er overleg geweest met het federale beleidsniveau met betrekking tot het vervolgingsbeleid van inbreuken op die testverplichting?
De heer De Reuse heeft het woord.
Toen ik de vraag opgemaakt heb, was de situatie aan de grenzen natuurlijk nog altijd niet onder controle en hadden we geen volledig zicht op het probleem. Maar ondertussen is het verbod op niet-essentiële reizen vanaf morgen afgekondigd.
De aanleiding van de vraag was natuurlijk de cijfers die we in eerste instantie kregen. Die waren toch wel verontrustend, zeker als bleek dat 41 procent van de mensen die uit een rode zone kwamen, zich niet lieten testen. Ondertussen hebben we de Britse variant, de Zuid-Afrikaanse variant en zijn er maatregelen die zich opgedrongen hebben. Ik ga mijn vragen toch aanhouden.
Minister, welke maatregelen zult u treffen om de verschillende covidvarianten buiten onze grenzen te houden?
Ik heb nog een vraag over de controles langs de weg. Werd dit aspect besproken met de collega’s van de andere regeringen? En wat zijn de afspraken hieromtrent? Hoeveel controles werden er gedaan op onze Vlaamse wegen? Wat zijn nu de afspraken voor de komende maand?
Zijn er afspraken gemaakt met de vervoermaatschappijen, bijvoorbeeld TGV en Eurostar, om bij reservering van een ticket de verplichting van een negatieve covidtest op te leggen, maximum 24 uur oud, die dan voorgelegd moet worden bij het inchecken?
Hoeveel gemeenten hebben inmiddels het protocol ondertekend met betrekking tot de controle op de quarantaine? Zijn er gemeenten die weigeren om dit protocol te ondertekenen? Zo ja, waarom? Wat is de reden van de weigering?
We vernemen uit verschillende hoeken dat de lijsten die de gemeenten ontvangen van de Vlaamse overheid, ontoereikend zijn om een efficiënte controle uit te voeren. Wat zal daaraan gedaan worden? Zijn er al optimalisaties gebeurd, zodoende dat de gemeenten veel doelgerichter kunnen controleren op de quarantaines? Welke initiatieven neemt u nog in dit verband?
Minister Beke heeft het woord.
Het decreet dat net voor het kerstreces werd goedgekeurd door het Vlaams Parlement legt ook een verplichting op om zich in bepaalde situaties aan te melden voor een coronatest. Dat geldt zowel voor hoogrisicocontacten als voor reizigers die terugkeren uit een rode zone. Voordien bestond die verplichting enkel wanneer een ambtenaar-arts de test had opgelegd. Wie zich niet houdt aan deze verplichting om zich te melden voor de test, kan dus ook gesanctioneerd worden. De sancties, geldboetes en gevangenisstraf, staan vermeld in artikel 79 van het Preventiedecreet.
De aankomende reizigers worden nu al gebeld op dag 1 na aankomst. De focus ligt op sensibilisering van de noodzaak van de quarantaine en het opvolgen van de symptomen. Verder wordt er ook gevraagd of ze reeds getest zijn, en zo niet, of er ondersteuning nodig is bij de reservering van een test. Er wordt ook uitleg gegeven over de sms op dag 5, waarmee de reizigers een testcode ontvangen voor de test op dag 7. Indien de code niet tijdig wordt geactiveerd, wordt de reiziger op dag 6 gebeld door het callcenter. Dit om na te gaan of er symptomen zijn en vooral of er ondersteuning nodig is voor de reservering.
Vandaag focust de wetgeving zich wat handhaving betreft vooral op de belangrijkste indijkingsmaatregelen, namelijk de isolatie van indexpatiënten en de quarantaine van hoogrisicocontacten, waartoe ook de reizigers uit een rode zone behoren. Daarover straks meer.
De handhaving rond de verplichte testen gebeurt vandaag na een tussenkomst van een ambtenaar-arts. Een automatische sanctie is er niet. Dit heeft te maken met het feit dat er dan naast een zicht op wie zich allemaal dient te laten testen, ook zicht moet zijn op wie zich effectief heeft gemeld voor een test. De data rond negatieve testresultaten worden vandaag echter niet gedeeld vanuit de federale databanken. Het samenwerkingsakkoord voorziet immers dat enkel data uit die databanken met de gemeenschappen kunnen worden gedeeld indien die nodig zijn voor het realiseren van de doelstellingen van het contactonderzoek.
Het is het federale ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken dat de specifieke verplichting instelt voor niet-residenten om een negatief COVID-19-resultaat voor te leggen om het Belgisch grondgebied binnen te komen. Zoals u zelf aangeeft, zou de federale minister daar een automatische sanctionering voorzien bij niet-naleving. Dit is een federale aangelegenheid en ik verwijs dan ook door naar de federale minister.
De contactgegevens van de mensen die een PLF indienden, zijn via Zorg en Gezondheid beschikbaar voor de contactopspoorders.
Een systematische koppeling met de gegevens rond contactopsporing met het oog op de handhaving gebeurt echter niet in het licht van de bepalingen in het samenwerkingsakkoord die beperkingen opleggen inzake het delen van data om de privacy van de betrokkenen maximaal te beschermen en zo ook het vertrouwen in het contactonderzoek hoog te houden.
Er is inderdaad overleg geweest over dit onderwerp met alle gefedereerde entiteiten. Gezien de complexe bevoegdheidsverdeling zijn verschillende overheden voor verschillende aspecten bevoegd. Elke bevoegde overheid heeft binnen de grenzen van de eigen bevoegdheden een regelgevend kader uitgewerkt of is daarmee bezig.
De verschillende covidvarianten buiten de grenzen houden is niet meer mogelijk. Zelfs met de draconische maatregelen zal er grensverkeer zijn via grensarbeid, co-ouderschap, schoollopen over de grenzen heen en essentiële transporten. Bovendien zijn de Britse en ook de Zuid-Afrikaanse varianten al meermaals in ons land gedetecteerd. Wat wel kan, is het vertragen van extra import van het virus enerzijds en het vertragen van de verspreiding anderzijds. Het gaat hier zowel om federale als Vlaamse bevoegdheidsaspecten. Om de import te beperken, zijn de maatregelen, denk ik, gekend. Ze gaan van onder meer een ontradingsbeleid om te reizen, over de opvolging van de PLF’s, het vragen van een negatieve test van minder dan 72 uur oud aan niet-residenten die België binnenkomen, de testing van binnenkomende niet-residenten en residenten, tot de quarantaine en de controle daarop en sinds vrijdag ook het tijdelijke reisverbod op niet-essentiële reizen naar het buitenland.
Het vertragen van de verspreiding gebeurt bij individuele burgers en in geval van clusters. In het eerste geval zal, bij een vermoede of bewezen variantbesmetting, voor een tweede keer de contactopsporing gedaan worden. De contactopspoorders stellen dan de soms toch wel zeer ongeruste patiënten gerust, peilen nog een keer naar de contacten, sensibiliseren en motiveren tot effectieve isolatie bij indexpatiënten en quarantaine bij hun hoogrisicocontacten. De isolatieduur is vorige vrijdag, mede vanuit de noodzaak aan risicobeperking voor de verspreiding van varianten, naar tien in plaats van zeven dagen gebracht.
Bij clusters gebeurt er een analyse van de verspreidingsdynamiek en worden, op basis van risicoanalyse, indijkingsmaatregelen genomen om uitbreiding van de uitbraak te voorkomen.
Het is evenwel onmogelijk om op iedere positieve PCR-test een verdere analyse te doen. De uitbreiding van de nieuwe varianten helemaal uitsluiten, is niet realistisch.
Controles behoren niet tot mijn bevoegdheden. Ik verwijs daarvoor naar mijn federale collega’s.
Niet-inwoners die vanuit een rode zone naar België willen komen, dienen een aantal voorwaarden na te leven. Een ervan is dat ze, vanaf de leeftijd van 12 jaar en behoudens enkele uitzonderingen, inderdaad over een negatief testresultaat moeten beschikken. Dit is zo sinds 25 december 2020. De test mag maximaal 72 oud zijn, en dus niet 24 uur zoals u in uw vraag aangeeft.
De wetgeving stelt dat het resultaat van de test moet worden gecontroleerd voor de vervoerder het land van vertrek verlaat. Met vervoerder wordt hier niet alleen de zee- of luchtvaart bedoeld, maar ook de internationale treinen en bussen. Als het document niet beschikbaar is, kan de passagier niet worden toegelaten. Afspraken met deze vervoerders zijn met andere woorden niet nodig, ze zijn er krachtens de wetgeving toe gehouden de controle te doen. Het gaat hier om federale wetgeving, met name om het ministerieel besluit (MB) van 28 oktober 2020.
Op 22 januari 2021 hadden 226 gemeenten het protocol ondertekend en aan het agentschap Zorg- en Gezondheid bezorgd. Wij hebben geen weet van gemeenten die weigeren het protocol te ondertekenen. We hebben ook vastgesteld dat het aantal protocollen dat ondertussen ondertekend is, iedere dag gestaag is aangegroeid.
Het is belangrijk om het parlementair debat dat gevoerd is bij de bespreking en goedkeuring van de decreetswijziging in herinnering te brengen. In dat debat stond respect voor privacy en proportionaliteit voorop. De gegevensuitwisseling is daarom wettelijk beperkt tot die persoonsgegevens die strikt noodzakelijk zijn om na te gaan of men zich aan de tijdelijke afzondering houdt.
De lijsten bevatten naast de identificatie van de persoon in kwestie, ook een adres en een telefoonnummer wanneer dat beschikbaar is. In wezen moet dat volstaan om controles uit te voeren bij de inwoner van de gemeente, en om deze verder te sensibiliseren, te motiveren en aan te dringen op isolatie en quarantaine, en zo nodig ook te handhaven.
Ik besef ook wel dat sommige gemeentebesturen graag willen weten of iemand in contact is geweest of lijdt aan een besmetting met een variant of in quarantaine moet wegens terugkeer uit een rode zone. Maar de wetgeving die in dit parlement is goedgekeurd, laat dit vandaag niet toe. Het is ook geen essentiële informatie om het respect voor de isolatie- en quarantaineregels na te gaan. Deze regels zijn immers identiek en onafhankelijk van het type COVID-19-virus.
De beschreven acties en initiatieven geven al heel wat mogelijkheden om de opvolging van de testen en van de eventuele handhaving van de isolatie en quarantaine op een proportionele wijze mogelijk te maken. Tegelijk is het coronabeleid niet statisch. In functie van nieuwe inzichten en evoluties op het terrein worden richtlijnen bijgestuurd. Momenteel wordt dan ook bekeken of er nog nieuwe aanpassingen nodig zijn aan het decreet of aan het uitvoeringsbesluiten om enerzijds de al bestaande mogelijkheden nog beter juridisch te verankeren en anderzijds de impact van recente beleidsaanpassingen correct te vertalen in de regelgeving.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw heel uitvoerig antwoord. Wie uit een rode zone komt en de testcode niet geactiveerd heeft, wordt gebeld op de zesde dag. Ik denk dat dat nog altijd de goede weg is. Dat is ook de manier waarop we dat in het parlement altijd hebben verwoord, namelijk dat we zouden sensibiliseren en dat we iedereen zouden proberen te motiveren om zelf mee te werken, niet alleen aan de contactopsporing maar ook aan de nodige testing om na te gaan of er besmettingen zijn en zo verdere besmetting te voorkomen. Ik noteer dat dit nog altijd gebeurt en dat er voor de reizigers die uit rode zones komen, nu wel degelijk een handhaving gebeurt door tussenkomst van de ambtenaren-artsen. Het gaat om een relatief beperkt aantal ambtenaren-artsen. Mijn vraag is dan ook of die handhaving automatisch gebeurt.
Ik noteer ook dat intussen 226 gemeenten het protocol hebben ondertekend. Dat wijst erop dat alle gemeenten zullen overgaan tot handhaving – ik benadruk nogmaals ‘zachte’ handhaving – van de quarantaineregels. Het gaat dan bij quarantainecoaching in eerste instantie over zorg, over navraag doen of mensen hulp nodig hebben, en pas in laatste instantie over echt sanctionerend optreden. Minister, is er een uitwisseling voor de gemeenten over hoe die quarantainecoaching op een goede manier kan gebeuren? Met andere woorden, worden goede praktijken gedeeld?
De heer De Reuse heeft het woord.
Collega Schryvers verwoordde zonet al mijn twee bijkomende vragen. Ik houd het dus kort. De eerste vraag gaat over het opvolgen van de gemeenten die het protocol nog niet ondertekend hebben. Zult u hen contacteren?
En dan is er ook de vraag in verband met de zachte, lichte handhaving versus de harde handhaving. Is dit een piste waarvoor u open staat?
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik heb toch nog een vraag over de bevoegdheidsverdeling, want ik kon niet helemaal volgen. Vorige week maandag of dinsdag verscheen een artikel in Het Nieuwsblad waarin de minister van Justitie, vicepremier in de federale regering, zei: ‘We hebben samengezeten met de kern van de Federale Regering en we gaan nu dringend aan Vlaanderen vragen om een boete te installeren voor wie zich niet wil laten testen wanneer hij terugkomt uit een hoogrisicogebied.' Ik vond dat vreemd. U hebt daarop in de commissie geantwoord. We hebben uiteraard in het Vlaams Parlement in december zo’n systeem, zo’n regel, zo’n sanctie, waarnaar de minister vroeg, goedgekeurd. Ik vraag me dan het volgende af. Er zitten vier partijen mee in de kern van die Federale Regering, die samen met ons in het Vlaams Parlement gestemd hebben voor die regeling, maar na overleg in de kern vraagt de federale vicepremier via de krant aan Vlaanderen om zo’n regeling. Ik kon dus even helemaal niet meer volgen. Die Vlaamse regelgeving bestaat inderdaad al, maar nu blijkt dat de federale minister de dag van het artikel zelf nog via de procureurs-generaal komt met een boete van 250 euro voor wie zich daar niet aan houdt, terwijl de boetes die wij voorzien in ons decreet veel straffer zijn en oplopen tot 4000 euro en acht dagen gevangenisstraf.
Mijn vraag aan u is heel concreet. Kunt u mij eens uitleggen hoe het zit met die bevoegdheidsverdeling? Hoe komt het dat eerst die vier partijen, waaronder de uwe, iets vragen wat ze zelf eigenlijk al gedaan hebben in het Vlaams Parlement, en vervolgens, diezelfde dag nog, met een boete van 250 euro komen die dan federaal geregeld wordt? Als u dat kunt uitleggen, dan zal ik u dankbaar zijn.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik zit niet in de federale kern. Ik zit ook niet rechtstreeks in een overlegcomité. Ik zit wel in een interministeriële conferentie, in de zogenaamde Vlaamse COVID-kern, waarmee wij samen de beslissingen nemen die we moeten nemen, ook samen met dit parlement. Zo hebben we in Vlaanderen het genoemde decreet goedgekeurd. Wij waren de enige regio die daar voldoende legistieke basis en onderbouw voor gegeven heeft. Er is ook een samenwerkingsakkoord, dat onder andere de gegevensoverdracht bepaalt. Dat is wel een belangrijk element, want in dat samenwerkingsakkoord staat dat de gegevens niet zomaar kunnen worden ingezet ten nadele van een persoon.
Dus het automatisch laten doorstromen van afgenomen testen via Sciensano, is vandaag niet voorzien. Maar ik denk dat collega Schryvers verwezen heeft naar de essentie van de zaak. Ten eerste doen we al sinds de zomer aan zachte handhaving. Dat wil zeggen: we contacteren mensen via de lokale besturen – en dat is bijzonder belangrijk, daar hebben we het al vaak over gehad – om hen aan te sporen de regels na te leven, uit te leggen wat de regels zijn, en om, als er sociale bekommernissen zijn, die mee te delen en ook te bekijken hoe we die kunnen opvangen.
De harde handhaving kon voor kerstmis ook al via het oude decreet. Collega Parys, u hebt zelf een aantal parlementaire vragen gesteld over het aantal corona-attesten dat afgeleverd werd. Dat hadden we dus al.
Er was echter geen systematiek of niet op een zo grootschalige manier om automatisch de gegevens door te geven, maar dat kan. Ik heb er ook vertrouwen in, zoals mevrouw Schryvers, dat het gros van de gemeenten dat zal doen. Het aantal gemeenten dat een aanvraag doet, loopt nog door. Een aantal passeren ook nog langs de gemeenteraden. Ik denk dat het goed zit.
De procureurs hebben een beslissing genomen na een analyse van de regionale regelgeving. Ze zagen dat alle regio's dit voorzien. Het federale niveau doet dit voor de niet-residenten. Dat is ons zo toegelicht na navraag bij het kabinet Justitie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, als we zoveel mogelijk besmettingen willen vermijden, dan moeten we alle richtlijnen opvolgen, en daar horen ook de quarantaine en de testing bij. Het staat of valt met een volledig systeem dat enerzijds begint met het motiveren en een zachte handhaving en anderzijds het sanctioneren van mensen wanneer het echt nodig is en wanneer er sprake is van onwil. Het is goed dat we een verduidelijking hebben gekregen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik heb niets meer toe te voegen. Dank u.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.