Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, ik weet dat u de problematiek van kinderpooiers nauwgezet opvolgt en dat het probleem u ook nauw aan het hart ligt. U hebt dan ook ongetwijfeld het persbericht van Child Focus zien passeren over het feit dat ze weer meer meldingen krijgen over meisjes die vermoedelijk in handen vallen van tienerpooiers. In 2020 werd er voor veertig meisjes een nieuw dossier geopend. Het artikel verwijst ook naar de recente publicatie van Child Focus over een exploratief onderzoek in Brussel rond tienerpooiers, waarover ik in juli 2020 reeds een vraag stelde. Hieruit bleek onder andere dat ook meer welgestelde meisjes slachtoffer werden van een tienerpooier. U gaf als antwoord dat de Vlaams stuurgroep tienerpooiers zou onderzoeken of er gerichte acties voor deze doelgroep ondernomen moesten worden. Het blijft zeer belangrijk om de problematiek goed in kaart te krijgen om te zorgen voor een effectieve aanpak. Deze aanpak moet zowel focussen op daders als slachtoffers, en zowel op preventie als repressie.
Eén reeds bekende preventietool is de tool ‘Girl Power Squad’ (GPS). Deze tool richt zich voornamelijk tot begeleiders van jeugdhulpvoorzieningen en reikt informatie aan over dit fenomeen. Verschillende thema’s worden behandeld en dienen om de minderjarige te wapenen tegen tienerpooiers. De tool wordt nu ook geïntroduceerd in een Franstalige versie. Een verdere uitbreiding naar andere doelgroepen zou ook een meerwaarde kunnen bieden, door de vaststelling dat niet enkel jongeren die in jeugdhulpvoorzieningen verblijven, hiervoor vatbaar zijn.
Minister, kunt u bevestigen dat er inderdaad opnieuw meer slachtoffers zijn van tienerpooiers dan de voorbije jaren? Welke mogelijke invloed heeft de coronacrisis op deze cijfers?
Heeft de Vlaams stuurgroep besloten om gerichte acties te formuleren voor de doelgroep van welgestelde meisjes die ook slachtoffer worden? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Zult u de mogelijke uitbreiding van de preventietool GPS naar andere doelgroepen laten onderzoeken? Welke initiatieven neemt u ter zake?
Worden daders momenteel al structureel in kaart gebracht in Vlaanderen? Welke initiatieven worden er genomen?
In de beleids- en begrotingstoelichting 2021 Justitie werd vermeld dat het fenomeen tienerpooiers in het registratiesysteem van de justitiehuizen bijgehouden kan worden. Is dit fenomeen momenteel al eens geregistreerd in het registratiesysteem van de justitiehuizen?
U zei ook een specifieke werkgroep op te starten bestaande uit vertegenwoordigers van de justitiehuizen, justitie op federaal niveau en politie. Deze werkgroep zou nagaan hoe de aanpak van tienerpooiers verbeterd kan worden. Op basis hiervan zouden acties worden geformuleerd om het daderluik van het bestaande actieplan rond tienerpooiers te versterken. Is deze nieuwe werkgroep reeds in werking? Kunt u een stand van zaken geven?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, zoals het bericht van Child Focus terecht benadrukt, spelen we in Vlaanderen een trekkersrol op niveau van preventie en bewustwording via de site www.stoptienerpooiers.be. De Franse Gemeenschap gaat het nu ook zo doen. Het is ondertussen vertaald in het Frans.
Over het aantal slachtoffers van tienerpooiers: sinds 2019 fungeert Payoke als tweedelijnsaanmeldpunt voor voorzieningen die geconfronteerd worden met vermoedens van slachtofferschap. Collega Beke, die dit meldpunt financiert, geeft aan dat als we de cijfers van Payoke van 2019 vergelijken met 2020, blijkt dat dit aantal eerder stabiel blijft. Elk slachtoffer is er natuurlijk een te veel. Maar Payoke geeft daarbij wel aan dat door de coronacrisis de detectie moeizamer verliep. Het gaat dus hoogstwaarschijnlijk om een onderschatting van de werkelijke cijfers.
In tegenstelling tot Payoke richt Child Focus zich op de brede samenleving. De cijfers die Child Focus registreert, gaan dus niet enkel om meldingen van slachtoffers, maar het gaat ook om bijvoorbeeld algemene vragen van de burger. Child Focus rapporteert nu voor 2020 meer vragen rond slachtofferschap van tienerpooierschap, maar dit betekent niet noodzakelijk dat er ook effectief meer slachtoffers zijn. Het gaat over heel wat vragen die mensen, meestal terecht, hebben.
Deze week komt de Vlaamse stuurgroep opnieuw samen waar onder andere de cijfers van het afgelopen jaar zullen worden besproken en ook de verdere opvolging van het rapport van Child Focus op de agenda staat.
Wat de preventietool GPS en de verdere uitbreiding betreft, klopt het dat de GPS-tool een actie is die vertrekt vanuit en focust op de meisjes die in een jeugdhulpvoorziening verblijven. Op dit moment is de GPS-tool dus enkel gericht op jeugdhulporganisaties, maar Child Focus heeft al aangegeven dat ze deze tool verder willen vertalen naar andere doelgroepen. Minister Beke is bevoegd voor deze preventietool. Volgens mij is het wel een goed idee om het verder uit te breiden.
Wat de tienerpooiers zelf betreft, zijn in de vorige Vlaamse stuurgroep al afspraken gemaakt om die beter in kaart te brengen. Op basis van een eerdere check op minderjarige daders zijn er weinig indicaties naar minderjarige daderprofielen. Het gaat dus over meerderjarige jongeren tussen 18 en 25 jaar. Dit blijkt ook uit Nederlandse beschrijvingen van daderprofielen. Toch zal men in het circuit van de jeugdbescherming verder actief alert blijven voor vroegdetectie of signalen die wijzen op betrokkenheid.
Sinds september 2020 is het in het registratiesysteem van de justitiehuizen mogelijk om het fenomeen tienerpooiers te registreren. Sindsdien werden er drie dossiers met dit fenomeen geregistreerd. Vorig jaar vroeg ik mijn federale collega’s, bevoegd voor politie en justitie, al om hetzelfde te doen, want nu wordt dit niet als apart fenomeen geregistreerd, waardoor je ook geen cijfers kunt verzamelen. Het is dus belangrijk om dit als apart fenomeen te registreren. Zij waren het idee om dit afzonderlijk te registreren zeer genegen, maar niet lang daarna was er een nieuwe regering, dus dat werk werd nog niet afgemaakt. Daarom heb ik de nieuwe ministers opnieuw gevraagd om dit topic op de agenda van het overleg met de federale minister, de bevoegde ministers van de deelstaten en het College van procureurs-generaal van deze vrijdag te plaatsen. Het college liet me in een voorafgaande vergadering alvast weten dat ze het idee ook genegen zijn. Zij zullen in de werkgroep onze oproep om het fenomeen juist te definiëren, aanhalen, zodat nadien kan worden overgegaan op een apart registratieveld in de federale systemen.
Uw laatste vraag ging over de werkgroep rond daders. Die werkgroep komt begin februari samen. Wat daders betreft, is het enerzijds belangrijk om de groep duidelijk in kaart te brengen, en daar zijn we, zoals ik daarnet zei, volop mee bezig. Anderzijds is het belangrijk dat er een gepaste, werkzame aanpak is om ervoor te zorgen dat daders niet zullen recidiveren. Zo ben ik onder andere in gesprek met mijn federale collega van Justitie om ervoor te zorgen dat tienerpooiers niet in aanmerking komen om hun straf zonder begeleiding uit te zitten met een enkelband. Ik vind dat cruciaal en die boodschap hebben wij dus meegegeven en we zullen het ook blijven zeggen. Want dit is momenteel nog mogelijk, waardoor tienerpooiers van thuis uit gewoon verder meisjes kunnen ronselen. Dat kan echt niet de bedoeling zijn. We hebben meermaals die oproep gedaan, maar, zoals u weet, beslissen wij daar niet over, maar de federale minister had er wel oren naar.
In de werkgroep in februari zullen we ook nagaan hoe we deze daders kunnen aanpakken.
Tot slot zullen we ook in de schoot van de stuurgroep met de experten onderzoek initiëren naar daderprofielen in Vlaanderen. We zijn momenteel bezig met het schrijven van een bestek om dit onderzoek te kunnen lanceren, zodat we heel concreet die daders kunnen aanpakken.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord en de reeds genomen initiatieven ten aanzien van de Federale Regering.
Minister, wij volgen u volledig in uw oproep om tienerpooiers weg te houden van elektronische monitoring. Hebt u momenteel een zicht op het aantal tienerpooiers dat in zo’n circuit zit?
Ik heb ook nog twee bijkomende vragen. U gaf zelf aan dat detectie door corona moeizamer verloopt. Deze crisis duurt nu helaas al geruime tijd. Zijn er initiatieven genomen om detectie vlotter te laten verlopen? Welke zijn dat?
Ik begrijp dat deze vraag onder minister Beke valt, maar hebt u een zicht op de termijn voor de uitbreiding van de preventietool naar andere doelgroepen?
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik heb drie vragen.
Het Vlaams actieplan voor een betere bescherming van slachtoffers en een strakkere aanpak van tienerpooiers werd een laatste keer geactualiseerd in 2019. Hebt u al contact gehad met minister Beke om na te gaan of er een evaluatie komt en een eventuele nieuwe actualisatie? Deze fenomenen durven nogal snel van gedaante te veranderen.
Tienerpooiers focussen zich vooral op drie doelgroepen. Een van die doelgroepen zijn de slachtoffers van mensenhandel. Het laatste nationale actieplan in de strijd tegen mensenhandel is afgelopen sinds 2019. Minister Beke heeft toen gezegd dat hij wachtte op een nieuwe Federale Regering om er opnieuw werk van te maken. Hebt u daarover al met minister Beke gesproken? Zult u zorgen dat u mee aan tafel zit wanneer er over dat actieplan wordt onderhandeld? Wat is de timing?
Minister, voorziet u daderhulp voor tienerpooiers zodat zij na hun straf niet zomaar opnieuw tienermeisjes kunnen uitbuiten?
Minister Demir heeft het woord.
Ik zal de cijfers opvragen. Ik weet dat een aantal daders thuis zijn met een enkelband. Ik heb die cijfers een paar maanden geleden nog gezien, maar ik zal ze opvragen om zeker te zijn en ik zal ze u overmaken.
Zoals ik heb gezegd, beslist collega Beke over de uitbreiding van de tool. Ik vind het een goed idee, maar ik kan het moeilijk beslissen in zijn plaats. Dat zou niet collegiaal zijn.
Voor detectie is Payoke aan zet, maar zij worden betaald en aangestuurd door minister Beke. Ook dat moet u dus aan hem vragen. Het zou niet collegiaal zijn als ik Payoke ga aansturen. We zijn wel betrokken bij de werkgroep rond tienerpooiers. Ik weet dat een evaluatie momenteel niet op tafel ligt, maar dat er wel acties verder worden uitgewerkt.
Het actieplan mensenhandel werd verlengd tot eind dit jaar.
Het thema interesseert me enorm, maar veel zit bij collega Beke. Mijn kabinet is wel aanwezig in de werkgroep om het te kunnen opvolgen.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de extra toelichting.
De vraag om uitleg is afgehandeld.