Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de bezorgdheid van de Vlaamse Vereniging van Journalisten over de publiek gefinancierde nieuwsmedia
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Vorige week publiceerde de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ), in samenwerking met de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België (AVBB) en de European Federation of Journalists (EFJ) haar opgefriste memorandum ‘Beter nieuws met professionele, onafhankelijke en verantwoordelijke journalistiek’. Dit werd opgemaakt in het licht van de nieuwe federale regeerperiode. In dat memorandum roepen de journalistenorganisaties de verschillende overheden, aan de hand van enkele voorstellen, op om te voorzien in een stevige ondersteuning voor journalisten, zodat zij de kwaliteit, betrouwbaarheid en ethiek van de professionele journalistiek kunnen waarborgen in deze veranderende digitale tijden. Een sterk professioneel journalistiek landschap blijft immers – daarover zijn we het allemaal eens – een essentiële bestaansvoorwaarde voor een democratie.
Zo stelt de VVJ voor om het mediasteunbeleid te koppelen aan bepaalde sociale voorwaarden, in de vorm van een sociaal charter voor de geschreven pers, om op die manier de sociale situatie van journalisten te verbeteren. Zij gaan namelijk gebukt onder zware werkomstandigheden, een laag loon, weinig werkzekerheid en schijnzelfstandigheid. Dat blijkt uit onderzoeken die onder meer de Universiteit Gent daarover uitvoerde. Ze vragen om de steun aan mediabedrijven meer af te stemmen op de specifieke journalistieke noden – een vraag die meermaals gesteld werd door het platform Media.21 – zodat de steun ook toekomt bij de mensen die bezig zijn met die nieuwsstroom.
Ze pleiten ook opnieuw voor een sterk Fonds voor de Journalistiek, dat steun kan toekennen aan innovatieve projecten op het vlak van onderzoeksjournalistiek. Door het afschaffen van het Vlaams Journalistiek Fonds deze legislatuur zijn er immers veel middelen verdwenen voor onafhankelijke journalistiek. We hadden het zonet al over het belang van factchecking.
Daarnaast pleit de VVJ voor de heroprichting van het wetenschappelijk Steunpunt Media – zelf deed ik dat ook al meermaals – dat zou kunnen zorgen voor rapportering via de Nieuwsmonitor. Dat zou ook ingeschakeld kunnen worden voor de bijkomende monitoring van de VRT.
De VVJ haalt in haar memorandum ook aan dat ook Vlaamse nieuwsmedia en journalisten almaar meer te maken krijgen met SLAPP (Strategic Lawsuit Against Public Participation). Gisteren vernamen we dat Apache werd vrijgesproken. Het proces tegen Apache is een heel duidelijk voorbeeld van SLAPP. Het was een poging tot intimidatie. Ik vind dat een goede uitspraak, waarmee aangetoond wordt dat de democratie zegeviert. We kunnen het namelijk niet laten gebeuren dat bepaalde personen hun invloed gebruiken om media aan te vallen of het zwijgen op te leggen.
Minister, we hebben daar al over gedebatteerd. Op mijn vragen van 17 oktober 2019 en 9 januari 2020 hebt u ook nog gezegd welke stappen u zou kunnen nemen tegen het SLAPP-fenomeen.
Naast het memorandum lanceerde de VVJ ook een oproep of een open brief waarin ze stelt bezorgd te blijven over de politieke greep op publiek gefinancierde nieuwsmedia. Ze lanceerde deze oproep naar aanleiding van het hele debat over de beheersovereenkomst van de VRT, maar ook die van BRUZZ. Want in de beheersovereenkomst met de VRT wordt er vanaf dit jaar ingezet op het monitoren van de onpartijdigheid van de VRT-redactie. De VVJ wijst erop dat de decretale onpartijdigheidsplicht van de omroepen eigenlijk vandaag al door de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) wordt gecontroleerd, en dat dus een extra controle niet nodig is.
Ten slotte wil ik graag nog eens verwijzen naar de resolutie die we op 20 maart 2019 kamerbreed hebben goedgekeurd betreffende de uitbouw van een toekomstgerichte mediumneutrale ondersteuning van de onafhankelijke, kwalitatieve journalistiek. Met ons initiatief, kamerbreed gedragen, werd het uitbouwen van een structurele ondersteuning van digitale, onafhankelijke nieuwsmedia beoogd om een kwalitatief, pluriform, onafhankelijk medialandschap te blijven garanderen in tijden waarin ons medialandschap een sterke concentratie kent.
Minister, hebt u al overleg gehad met de VVJ om hun memorandum te bespreken? Het is nog maar een week geleden gepubliceerd. Of wanneer plant u dit te doen?
Uw voorganger, minister Gatz, heeft werk gemaakt van een sociaal charter voor de geschreven pers, in navolging van het Sociaal Charter voor de Audiovisuele Media, dat tot stand kwam in 2013 onder impuls van toenmalig minister Ingrid Lieten en dat vooral getrokken werd door de VRT. Kunt u een overzicht geven van het aantal mediabedrijven dat dit charter ondertussen ondertekenden? Hebt u plannen om dit charter verder uit te rollen naar alle mediabedrijven met het oog op optimale arbeidsomstandigheden voor journalisten?
Hebt u plannen om een initiatief te nemen om met de Federale Regering rond de tafel te zitten om samen te zoeken naar een consensus om – u weet dat dat een heikel punt is – de steun aan mediabedrijven te koppelen aan voorwaarden inzake arbeidsomstandigheden voor journalisten? Steun aan mediabedrijven, we weten allemaal wat we daarmee bedoelen: de btw-vrijstelling en de subsidie aan de post voor de verdeling van kranten.
Bent u bereid om, na het opdoeken van het Vlaams Journalistiek Fonds, toch nog middelen te zoeken en vrij te maken om innovatieve journalistieke projecten die onvoldoende financiële draagkracht hebben, te ondersteunen?
Bent u bereid te onderzoeken om een wetenschappelijk Steunpunt Media opnieuw op te richten – dat moet niet hetzelfde zijn als er was –, zoals ik al eerder vroeg, met het oog op de coördinatie van kwaliteitsvol en beleidsondersteunend onderzoek rond media?
Welke stappen hebt al genomen in het opzetten van anti-SLAPP-wetgeving? Hebt u daar al overleg gehad met de Federale Regering?
Welke pistes hebt u onderzocht om de onpartijdigheid van de publieke omroepen, bijkomend op die die reeds gebeurt door de VRM, te organiseren? Hoever staat u daarmee? Denkt u daar bijvoorbeeld aan hulp vanuit een Steunpunt Media?
Welke beleidsinitiatieven hebt u nog genomen om verder gevolg te geven aan de uitvoering van de resolutie die we goedgekeurd hebben op 20 maart 2019 in het Vlaams Parlement?
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dank u wel, collega Segers, voor een zeer uitvoerige vraag. Ik denk dat u zeer volledig geweest bent. Mijn vraag spitste zich iets meer toe op de opmerking van de VVJ over de journalistieke onafhankelijkheid bij de publiek gefinancierde nieuwsmedia. De context is dus geschetst door collega Segers.
Hoe staat u tegenover de bezorgdheid van de VVJ? Wat is uw inschatting van de politieke greep op publiek gefinancierde nieuwsmedia? Wat kunnen we doen om de vertrouwensrol van de journalist ten opzichte van het publiek, die volgens de VVJ onder druk staat door te weinig politieke afstandelijkheid, samen te behouden en te verbeteren? Plant u hieromtrent andere en bijkomende beleidsinitiatieven?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de vragen. Samen met het memorandum publiceerde de VVJ een bericht op hun website, waarin aangegeven werd dat de VVJ bezorgd was over de politieke greep op publiek gefinancierde nieuwsmedia. Toen ik dat heb gelezen, heb ik onmiddellijk contact opgenomen met de VVJ, om mij ter beschikking te stellen van hun raad van bestuur om dat te bespreken. Ik begrijp dat zij dat ook zullen bekijken. Dat is dus al een antwoord op de vraag van collega Segers. Ik heb aangeboden om daarover het gesprek aan te gaan, over het persbericht, maar uiteraard ook over alle zeer interessante elementen in hun memorandum. De VVJ heeft mijn reactie ook meteen op haar website geplaatst.
Ik betreur de teneur van het bericht van de VVJ. Het is natuurlijk zo dat de VVJ, als beroepsvereniging, zorgen kan uiten over de media. Dat is hun taak. En ze doen dat, evident, in alle onafhankelijkheid. Maar ik verwacht van een beroepsvereniging, en zeker een beroepsvereniging van journalisten, wel dat men dat doet op basis van geverifieerde feiten en niet op basis van geruchten. Ik betreur het bericht, omdat de inhoud van het bericht haaks staat op het mediabeleid waar ik voor sta en waar deze Vlaamse Regering voor staat. Voor mij is de autonomie van redacties fundamenteel in het Vlaamse mediabeleid. Op geen enkele manier kan er sprake zijn van politieke inmenging of druk bij de redacties. Ik blijf dat herhalen. Ik herhaal dat op alle plaatsen. En ik doe dat hier opnieuw. Ook in deze commissie heb ik dat al herhaaldelijk benadrukt. En alle collega's in deze commissie zijn het daar ook mee eens. Ik zie dus niet in vanwaar die zogenaamde politieke druk dan zou komen. Ik betreur dan ook dat die woorden, onder meer door de VVJ, in twijfel worden getrokken.
De VVJ laat bijvoorbeeld ook uitschijnen dat de nieuwe beheersovereenkomst aan de nieuwsredactie van de VRT de taak geeft om de Vlaamse identiteit te construeren. Dat is totaal onjuist. Wel werd opgenomen dat de VRT, als grootste Vlaamse cultuurinstelling, de Vlaamse identiteit in al haar verscheidenheid moet uitdragen en de diversiteit in de samenleving moet laten zien. Ik benadruk hier nogmaals dat het de redacties zijn die bepalen wat wordt gebracht als nieuws en op welke wijze dat wordt gebracht als nieuws.
Ook met betrekking tot de monitoring van de onpartijdigheid is het bericht onjuist. Nergens wordt gezegd dat de VRT in een mathematisch keurslijf wordt geduwd. Integendeel, in de beheersovereenkomst wordt net de nadruk gelegd op de redactionele autonomie. Zoals ik recent ook al verkondigde in het parlement, zijn het niet de politici die zullen toezien op de onpartijdigheid van de VRT. De Vlaamse Regulator voor de Media zal instaan voor de externe controle van de KPI’s, de doelstellingen die vervat zijn in de beheersovereenkomst, en dus ook van deze KPI. De VRM zal daarvoor een beroep doen op externe expertise.
Ik heb dus contact opgenomen met de VVJ. De VVJ heeft aangegeven dat de nieuwe beheersovereenkomst ook positieve elementen bevat. Maar, zoals gezegd, ga ik graag de dialoog aan met de raad van bestuur om hier nader over te spreken.
Dit is eigenlijk een persbericht dat er een beetje naast valt. De essentie is het memorandum, dat een aantal interessante suggesties bevat voor de verschillende beleidsniveaus. Niet alle voorstellen vallen onder mijn bevoegdheid. Er zijn ook heel wat zaken die betrekking hebben op federale bevoegdheden. Maar ik ben uiteraard bereid om ze te bekijken en waar nodig ook aandacht te geven bij andere collega’s binnen de federale overheid.
De verstandhouding met de VVJ is altijd bijzonder goed en open geweest. Ik ben in goede verstandhouding blijven samenwerken. Zij spelen een bijzonder belangrijke rol voor journalisten.
Mevrouw Segers, onder mijn voorganger werd een sociaal charter voor de mediasector geschreven, ter uitbreiding en actualisering van het sociaal charter voor de audiovisuele media. Het is niet enkel van toepassing op de geschreven pers, maar wel op de gehele mediasector. Op dit moment hebben 36 mediabedrijven, vakbonden, middenveldorganisaties, universiteiten en hogescholen het sociaal charter onderschreven en toonden hiermee dat ze de opgenomen engagementen belangrijk vinden en zo goed mogelijk willen naleven en uitvoeren.
Het charter is geen collectieve arbeidsovereenkomst noch een loonakkoord. Deze moeten via de geëigende kanalen tot stand komen. Het sociaal charter vormt wél een leidraad voor een leefbare werkomgeving in de Vlaamse mediasector.
Ter opvolging van de ondertekening van het sociaal charter werd op 14 december 2020 een constructief overlegplatform georganiseerd om nieuwe maatschappelijke of sectorale evoluties te bespreken. De nadruk tijdens deze editie van het overlegplatform lag op diversiteit en arbeidsomstandigheden in de mediasector, maar vooral op grensoverschrijdend gedrag. Het viel me het afgelopen jaar op dat daar enorm veel aandacht aan wordt besteed, voornamelijk in de sport- en cultuursector. De mediasector heeft minder inspanningen gedaan. Ik heb gevraagd in het overleg en op andere plaatsen, onder andere de SARC, om dat centraal te stellen in de strategie om het sociaal charter op te volgen. Er is heel wat mediatieke aandacht geweest voor één casus de afgelopen maanden. Ik vraag de mediabedrijven om daar effectief aandacht aan te besteden.
Mevrouw Segers, wat bedoelt u precies met de link naar de levering vanuit bpost? Dat stond niet in uw oorspronkelijke tekst, maar u vroeg er mondeling wel naar.
U peilde ook naar de verhouding tussen steun aan mediabedrijven en de arbeidsomstandigheden voor journalisten. Het spreekt voor zich dat de arbeidsomstandigheden voor journalisten een groot aandachtspunt zijn. Dat is gedeeltelijk, grotendeels zelfs, een federale bevoegdheid. Op zich is er geen link tussen mediaondersteuning en de federale arbeidsomstandigheden. Dat zijn twee onderscheiden zaken. Dat neemt niet weg dat er extra aandacht moet zijn voor de arbeidsomstandigheden. Het is trouwens inderdaad de VVJ die daar allang voor ijvert. Inzake freelancers hebben we regelmatig overleg met hen. Denk aan de steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid bij minister Crevits. We hebben steeds rekening proberen te houden met de kwestie van freelancejournalisten.
Over het Vlaams Journalistiek Fonds hebben we het al herhaaldelijk en uitgebreid gehad. De aangegane engagementen ten aanzien van projecten zijn allemaal conform de afspraken gehonoreerd. Ondertussen heb ik in het kader van het coronanoodfonds zowel Media.21, het Fonds Pascal Decroos en het VVJ extra ondersteund. In de toekomst wil ik mij uiteraard blijven inzetten voor de ondersteuning van kwaliteitsvolle journalistiek. Ik zal daarvoor vooral rekening houden met de effectieve noden die leven binnen de sector.
Er is het wetenschappelijk Kenniscentrum Cultuur- en Mediaparticipatie in samenwerking met de UGent en de VUB, dat instaat voor de uitbouw van beleidsrelevant onderzoek gericht op cultuur- en mediaparticipatie en de participatiesurvey uitvoert.
We hebben ook het Kenniscentrum Mediawijs, onderdeel van imec. En zoals ik in de beleids- en begrotingstoelichting (BBT) 2021 heb aangekondigd, zal ik pistes onderzoeken hoe ik voor het Elektronisch NieuwsArchief (ENA) van de Universiteit Antwerpen (UA) een sterker en breder perspectief op poten kan zetten.
We hebben met deze initiatieven de mogelijkheid om te werken op een aantal beleidsprioriteiten. In die zin meen ik dat de oprichting van een nieuwe instelling, van een nieuw wetenschappelijk steunpunt, momenteel niet aan de orde is.
Ik heb het hier al herhaaldelijk gehad over de SLAPP-wetgeving. Ik heb toen ook verwezen naar de nieuwe Federale Regering. Ik heb contact opgenomen met mijn collega-minister van Justitie, om met hem op heel korte termijn samen te zitten. Dit element kan daar zeker ook aan bod komen.
Zowel op basis van het Mediadecreet als van de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT ligt het organiseren van de onpartijdigheid in handen van de VRM. Dat is de te volgen piste om de onpartijdigheid te controleren: met externe expertise, zoals ik ook al eerder heb gezegd.
U verwees ook naar de resolutie die tijdens de vorige legislatuur werd goedgekeurd met betrekking tot kwaliteitsvolle journalistiek. Uiteraard houd ik daarmee rekening, zoals ik rekening houd met alle parlementaire initiatieven. Daar kan de komende jaren deels verder op gebouwd worden. We zijn ook volop bezig met de uitwerking van ons relanceplan voor de mediasector, waarbij we de nadruk leggen op digitale transitie. Dat kan in mijn ogen ook bijdragen aan kwaliteitsvolle journalistiek.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoorden. Het zijn er veel, maar ik had ook veel vragen. Ik heb het gevoel dat we hieraan een urenlange gedachtewisseling zouden kunnen vastknopen. Ik heb het memorandum van de VVJ aangegrepen om u te vragen hoe we ons mediabeleid verder zullen ontwikkelen, wat we gaan doen om niet alleen de onafhankelijkheid te kunnen vrijwaren maar ook de diversiteit van het aantal stemmen dat gehoord wordt, en hoe we de kleine initiatieven kunnen ondersteunen. Dat zit daar allemaal in. U weet dat ik vertrouwen heb in uw visie daarop. Daarom net stel ik u die vragen.
U zegt dat u ‘not amused’ was door dat persbericht van de VVJ. Het siert u dat u dan toch onmiddellijk contact met hen hebt opgenomen en dat u met hen het debat daarover aangaat. Dat is heel belangrijk. Zij wijzen terecht een aantal punten aan. Dat is ook de rol van de journalistiek, om zeer kritisch te kijken naar de manier waarop vanuit de politiek wordt omgegaan met journalistiek. Ik heb u altijd geprezen voor uw attitude daarin. U zegt dat journalistiek volledig onafhankelijk is en dat zij dat ook moet blijven, ook onze VRT. Maar u weet ook dat de bepaling in de beheersovereenkomst van de VRT, waarin wordt gesteld dat behalve de controle door de VRM er nu extra monitoring zal gebeuren op de redactie, bij journalisten natuurlijk direct de stekels naar omhoog doet gaan. Vooral omdat alle onderzoeken en alle monitoring uitwijzen dat de VRT-redactie zeer goed scoort en dat er geen probleem is.
Dit is ook ingegeven door een discussie die we hadden in de commissie Brussel naar aanleiding van de beheersovereenkomst met BRUZZ. Een aantal parlementsleden hebben daar dingen gezegd die heel choquerend waren. Ik snap dat journalisten daardoor op hun achterste poten gaan staan.
U zegt dat wij niet hebben gezegd dat de VRT de Vlaamse identiteit moet uitdragen. Maar het aantal keren dat het woord ‘Vlaams’ werd gebruikt in de beheersovereenkomst was toch wel zeer hoog. Ik ken dat aantal niet meer uit het hoofd. Het klopt wel dat deze beheersovereenkomst meer dan andere dat Vlaamse, dat identitaire … (onverstaanbaar) … toch wel heel prominent naar voren schuift.
Ik dank u om antwoord te geven op mijn vraag hoeveel bedrijven het charter hebben ondertekend. Dat zijn er 36. Er zitten ook universiteiten en zo bij. Kunt u zeggen hoeveel mediabedrijven het ondertekend hebben? Heeft ook DPG Media – toch een van de belangrijkste en een van de twee grootste mediabedrijven van ons land – het ondertekend?
Proficiat voor het feit dat er niet alleen aandacht is voor de werkomstandigheden, maar ook voor diversiteit en grensoverschrijdend gedrag. Ik deel absoluut uw mening, los van de ene zaak die al weken de gemoederen beheerst, dat de mediasector misschien te weinig aandacht heeft besteed aan grensoverschrijdend gedrag, in tegenstelling tot de cultuursector.
U vroeg verduidelijking over wat ik bedoelde met de federale steunmaatregelen. Dat gaat over het feit dat bpost subsidies krijgt om de verdeling van kranten in de bussen van abonnees vóór zeven uur ’s ochtends te kunnen garanderen. Dat is steun aan bpost en ik weet dat u daar geen voorwaarden aan kunt koppelen, maar we hebben natuurlijk ook de regeling van 0 procent btw voor kranten. Ik denk dat de tijd gekomen is om op federaal niveau – wees gerust dat ik dezelfde boodschap ook aan de Federale Regering geef – bepaalde voorwaarden op te leggen, bijvoorbeeld de ondertekening van het charter, want het gaat over honderden miljoenen.
Ik vind het jammer dat u geen reden ziet voor een nieuw steunpunt media. Er was er een en dat heeft goed werk geleverd. De samenwerking met ENA blijft u continueren en dat is goed en nodig, maar zeker in het licht van de discussie omtrent fake news, desinformatie, factchecking moeten we overwegen om een kenniscentrum te hebben waarin alle academische expertise inzake media gebundeld kan worden.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw heldere antwoord omtrent de journalistieke onafhankelijkheid. Ik denk dat u daar terecht op reageert en dat u terecht het gesprek wilt aangaan met de VVJ. Ik ben het eens met mevrouw Segers dat journalisten kritisch moeten zijn voor de politiek, maar ze moeten zich ook wel zeer bewust zijn van de impact die woorden hebben, die beweringen hebben. Als journalisten zeggen dat ze onder politieke druk staan en niet meer onafhankelijk kunnen werken maar dit zomaar woorden zijn, dan ondergraven ze de eigen geloofwaardigheid richting de kijker, de luisteraar, de burger, en dan wordt het pas echt gevaarlijk. Als men dergelijke uitspraken doet, moet men die ook hardmaken. De beheersovereenkomst die is afgesloten, draagt misschien niet zo'n zwaarwichtige elementen met zich mee als de uitspraken van de VVJ doen vermoeden. We hebben de politieke redacties nu eenmaal niet onder curatele van de politiek geplaatst.
Ik heb verder geen bijkomende vragen.
De heer Slootmans heeft het woord.
Wat betreft de onpartijdigheidsmonitoring hebben wij die mail ook gekregen van de heer Deltour. Ik sluit me aan bij wat de minister daarover zegt. Ik vind dat in zekere zin bijna een groteske mail, ook een bijzonder veelzeggende mail. Enerzijds beklemtoont men de nood aan onafhankelijke pers en journalistiek, maar anderzijds verzet men zich absoluut tegen een meting die dit zal registreren. Ik vind dat bijzonder veelzeggend. Mevrouw Segers zegt dat daar geen nood aan is en dat de VRT goed scoort.
Ik val waarschijnlijk in herhaling, maar dat klopt niet. Het aantal partijdigheidsklachten bij de VRT is van 2016 tot 2019 vervijfvoudigd. Zeggen dat alles zoals het is prima is, dat vind ik toch wel bijzonder kort door de bocht. Dat mevrouw Segers en sp.a daarbij de kar trekken, is misschien nog veelzeggender.
Dan wat betreft de Vlaamse identiteit. Minister, u verwees naar de passage in de beheersovereenkomst. Men gaat daar ook heel kort door de bocht. De heer Deltour stelt daarover dat dat van journalisten – en ik heb het hier voor mij liggen – “loutere instrumenten maakt voor politiek-ideologisch gebruik”. Het versterken van de Vlaamse identiteit, die inclusieve gemeenschap met de Nederlandse taal als de maïzena, als het bindmiddel, vindt men dus eigenlijk een vorm van politiek-ideologisch gebruik, als een vorm van politieke sturing. Ik neem daar akte van. Maar ik zou daar toch gewoon bij willen stipuleren dat dat helemaal niets nieuws is. Dat is in zekere zin gewoon een veruitwendiging van wat daarover staat in het Mediadecreet, zowel in artikel 6 als in artikel 20. In artikel 6 lezen we daarover dat de programma’s van de VRT dienen bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van de identiteit van de Vlaamse cultuur. Mevrouw Segers stelt daar vragen over. Zij heeft een professionele achtergrond in de communicatie. Ik neem dus aan dat zij wel weet welke die passages zijn. In artikel 20 van het Mediadecreet lezen we daarover dat de sectorraad Media de mediamarkt evalueert op basis van onder andere de bescherming en promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit. Dus nu hier aangeven dat er sprake is van zware politieke inmenging, is de waarheid geweld aandoen.
Voorzitter, ik heb geen bijkomende vragen. Mevrouw Segers is al zeer breed gegaan. Het zou inderdaad wel interessant zijn om te weten wanneer die onpartijdigheidsmonitoring zal plaatsvinden en hoe zich dat zeer concreet zal veruitwendigen. Welke instantie zal zich daarover ontfermen? De vraag is al gesteld door mevrouw Segers. Ik had dus geen bijkomende vragen, maar ik wou die opmerking toch nog even maken.
Mijnheer Slootmans, ik denk dat we er ongetwijfeld nog verder op zullen ingaan volgende week, wanneer we de beheersovereenkomst met de VRT zelf zullen bespreken.
Minister, ik vond uw uitspraak frappant. Als een vereniging met in de raad van bestuur een toch wel ruime vertegenwoordiging van heel wat journalisten van allerlei pluimage een aantal pijnpunten aanstipt en blootlegt, kunt u toch moeilijk zeggen dat ze “ernaast zitten”? Dat waren uw letterlijke woorden. Met betrekking tot de beheersovereenkomst kaarten zij heel terecht een aantal alarmsignalen aan. U blaast warm en koud tegelijk. U zegt dat u die onafhankelijkheid bijzonder belangrijk vindt en u belooft dat u wilt inzetten op kwalitatieve informatieve journalistiek. U zegt dat dat voor u twee aandachtspunten zijn. Maar je hoort de spanning in de beheersovereenkomst. Daar zitten ook andere teneuren in, die een zeker wantrouwen uitstralen ten aanzien van de onafhankelijkheid. Alleen dat al. Onafhankelijkheid is de essentie van een journalist. Als je daarop wordt gechallenged, als men je geloofwaardigheid onderuithaalt, dan ben je, denk ik, toch wel gevaarlijk bezig. Onafhankelijke journalistiek is de kern van de democratie. Als je die in twijfel begint te trekken, zie je wat er gebeurt: dat is wat Trump de hele tijd heeft gedaan.
Minister, ik wil u vragen om dit toch ernstig te nemen wat ze aankaarten, namelijk het wantrouwen door de publiek gefinancierde media, het feit dat de middelen onder druk staan om de kwaliteitsvolle informatieve journalistiek te brengen, en het feit dat we voorzichtig moeten omgaan met het promoten van Vlaamse identiteit. Dat zijn drie kernpunten. Ik vind dat belangrijke signalen. Het is aan u en aan ons – wij vragen dat en ik geloof dat u dat wilt doen – om dat in de verf te zetten dat dat geenszins de bedoeling is en dat te blijven doen en dat heel luid te doen en daar tegenwicht tegen te bieden. Dat is een onderdeel van het ontmaskeren van fake news. Ik wil u vragen wat u daar nog meer aan gaat doen.
In welke mate zult u het gesprek aangaan? Zult u dit ernstig nemen? Zult u extra initiatieven nemen om in de verf te zetten dat u toch oor hebt naar wat zij benadrukken?
Minister Dalle heeft het woord.
U zegt dat we met de beheersovereenkomst onafhankelijke journalistiek in twijfel trekken. Dat heb ik u horen zeggen: de geloofwaardigheid van onafhankelijke journalistiek wordt in twijfel getrokken door deze regering. Ik vind dat bijzonder straffe woorden. Ik ben daar absoluut niet mee gediend. Het zijn heel sterke bewoordingen, die absoluut niet stroken met de realiteit.
Ik heb inderdaad scherp gereageerd op het VVJ-memorandum. Zoals gezegd is het ook de taak van de VVJ om zorgen over te brengen. Dat is hun taak, ze doen dat in alle onafhankelijkheid. Ik kijk uit naar de verdere constructieve samenwerking, want tot nu toe verloopt die uitstekend en ik apprecieer hun inbreng altijd. Ik heb alleen gezegd dat, als men kritiek heeft, ik verwacht dat dat gebeurt op basis van geverifieerde feiten. Als men zaken zegt zoals bijvoorbeeld dat onafhankelijke journalistiek door ons in twijfel wordt getrokken of dat er in die beheersovereenkomst een teneur is die de redactionele autonomie in twijfel trekt, verwacht ik dat men dat doet op basis van feiten, en concreet op basis van de tekst van de beheersovereenkomst. Dit is een contract tussen de openbare omroep en de Vlaamse overheid, dit is de bepalende tekst. Ik ga ervan uit dat we werken op basis van de tekst en niet op basis van geruchten. Vandaar ook mijn scherpe reactie op de VVJ.
Eerlijk gezegd, voorzitter, ben ik nogal geschrokken door uw taalgebruik. Ik vind het eigenlijk ook wel wat vreemd voor een voorzitter van de commissie Media om op die manier, haaks op de feiten, bepaalde zaken naar voren te schuiven. Ik apprecieer dat dus absoluut niet.
Collega Slootmans heeft verwezen naar een aantal decretale bepalingen. U weet, collega Slootmans, dat mijn verhouding met uw fractie niet altijd zeer gemakkelijk is. Maar ik stel het op prijs dat u een aantal zeer correcte referenties naar voren schuift.
Collega Segers had nog een aantal opmerkingen. U stelde dat er een extra controle zou komen op onpartijdigheid. Dat is niet juist. Die controle is voorzien door de VRM. Alleen hebben we gezegd dat we dat op een degelijke, inhoudelijk onderbouwde manier willen doen, met externe expertise die daarbij kan helpen. De bedoeling is inderdaad dat de VRM daarvoor een overheidsopdracht uitschrijft om die externe expertise daarbij te betrekken, om dat op een zo robuust mogelijke, zo wetenschappelijk mogelijke manier te doen. Het is in het voordeel van de VRT dat men op die manier ook voor eens en voor altijd een aantal aantijgingen zal kunnen tegenspreken als die resultaten goed zijn. Als er bepaalde aandachtspunten zijn, zullen die ook naar voren kunnen komen op een objectieve manier, wars van politieke beïnvloeding.
U hebt ook verwezen naar de discussie over BRUZZ. Ik nodig u uit om mijn verklaringen ter zake na te lezen, de verklaringen namens de Vlaamse overheid. Er wordt gezegd dat het woord ‘Vlaams’ vaak voorkomt in de beheersovereenkomst. Het zou er natuurlijk nog maar aan mankeren, het is ook de VRT, en V staat voor Vlaams. Ik wil er wel op wijzen dat, als het gaat over Vlaamse identiteit, dat soort termen niet gebruikt wordt waar het gaat over informatie en duiding. De VRT heeft natuurlijk een veel bredere functie dan alleen maar kwaliteitsvolle journalistiek, informatie en duiding. Maar de Vlaamse identiteit wordt niet in verband gebracht met de kernopdracht van journalistiek. Uiteraard zal men, als het nieuwswaardig is, berichten over bepaalde feiten die relevant zijn voor de Vlaamse identiteit. Maar de redactionele autonomie in informatie en duiding is uiteraard volkomen.
U peilde ook naar het aantal mediabedrijven dat het sociale charter heeft onderschreven. Ik kan u zeggen dat alle mediabedrijven op een of andere manier het charter hebben onderschreven. Sommige hebben dat op rechtstreekse wijze gedaan. Een aantal van hen hebben dat gedaan via federaties. U peilde concreet naar DPG Media. DPG Media heeft het zelf niet onderschreven, zoals ik zonet kon zien in de lijst, trouwens net zomin als de andere grote mediabedrijven, maar zij zijn wel gebonden door het charter via de Private Omroep Federatie (POF). Dat geldt ook voor de Vlaamse Nieuwsmedia, WE MEDIA, NORTV, VOFTP en verschillende andere federaties die betrokken zijn en die op die manier hun leden ook binnenbrengen in dat sociale charter.
U hebt ook verwezen naar de 0 procent btw, toch een belangrijke maatregel, waar we ook in deze commissie al waardering voor hebben uitgesproken.
Over bpost wil ik alleen het volgende opmerken. Dat is een technische fout die geregeld naar voren komt. Het gaat niet om een subsidie, het gaat over een concessie aan bpost.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, ik probeer zo kort mogelijk te zijn, maar er is heel veel gezegd en het is echt een superbelangrijk debat dat we voeren.
Minister, u zegt dat het niet juist is dat er extra controle komt op de VRT, maar in uw antwoord geeft u aan dat er wel degelijk, bijkomend bij de controle die de VRM al jaarlijks deed op het naleven van de beheersovereenkomst, een extra controle komt op de onafhankelijkheid van de redactie. Ik hoor nu dat de VRM daar een aanbesteding voor gaat doen. U moet echt wel begrijpen dat dat op journalisten bedreigend overkomt. We zien dat trouwens ook gebeuren in andere landen. Ook bij de BBC is dat momenteel aan de gang. En dat is geen goede evolutie. We moeten ervoor zorgen dat journalisten zo onafhankelijk mogelijk hun job kunnen doen.
Met betrekking tot de discussie rond BRUZZ zei u dat ik naar uw verklaringen moet kijken. Daar had ik het niet over. Die waren zeer correct. Het ging over uitspraken van een collega-parlementslid in die commissievergadering die zeer intimiderend overkwamen.
Bedankt om te antwoorden op de vraag welke mediabedrijven het charter hebben ondertekend. DPG Media heeft dat dus niet rechtstreeks gedaan. Mediahuis dan waarschijnlijk ook niet. Ze hebben het via de federatie gedaan. Dat is goed, maar ik denk dat het nog sterker zou zijn, mochten ze het individueel als mediabedrijf doen en dat dan ook op de werkvloer realiseren. Want we weten allemaal hoe journalisten momenteel onder druk en met het water aan de lippen in sterk gereduceerde redacties moeten werken en shiften draaien. Er is ook intimidatie ten aanzien van onafhankelijke media zoals Apache. We moeten journalisten echt een kader geven, zodat ze optimaal hun werk kunnen doen en we onafhankelijke, pluralistische media en een vrije pers kunnen blijven garanderen. En ik weet dat ik daarvoor in u een medestander heb, minister.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.