Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, we moeten het hebben over 5G, en bij uitbreiding de digitale diensten in Vlaanderen. Ik heb mijn vragen over 5G en ook over glasvezeluitrol al aan drie verschillende ministers gesteld: aan u, aan minister-president Jambon en aan minister Crevits. Dat zegt er tegelijkertijd ook iets over dat het beleid en de visie daarop een beetje versnipperd zijn.
Ik zal daarop terugkomen in mijn repliek. Dat is dus al een kleine ‘sneak preview’. Ik ga eerst mijn technische vragen stellen, en zal daar straks kort nog iets over zeggen. Maar ik begin dus bij de vragen die ik ingediend heb en die u hebt kunnen lezen. Die vragen komen voort uit het feit dat er de laatste weken en maanden een aantal nieuwe elementen omtrent 5G hebben plaatsgevonden.
Ten eerste heeft netwerkoperator Proximus aangekondigd dat hij zal overgaan tot een volwaardige 5G-uitrol in de komende weken, meer bepaald in Antwerpen, Gent en Haasrode. Daarvoor was het nog een 5G light. Dat was eigenlijk geen 5G, dat weten we allemaal, dat was een soort 4G plus. Maar nu zou het wel degelijk om volwaardige 5G-infrastructuur gaan. Dat gebeurt op basis van tijdelijke frequenties, omdat de veiling nog niet plaatsgevonden heeft.
Een tweede feit is wat op federaal niveau plaatsvindt. Daar heeft de nieuwe minister van Telecom, Petra De Sutter, in haar beleidsbrief een aantal inzichten gegeven over de federale visie. Ze heeft daar ook gezegd dat zij volledig achter de uitrol van 5G staat en dat ze de veiling zo snel mogelijk wil laten plaatsvinden. Dat is ook een aantal keren op de diverse ministerraden besproken.
Een derde feit is natuurlijk dat heel wat lokale besturen nog steeds geconfronteerd worden met vragen van inwoners over de effecten van 5G.
Dat zijn een beetje de elementen op basis waarvan ik u nogmaals ondervraag over deze belangrijke kwestie. En ook niet te vergeten: in het relanceplan dat eind vorig jaar is goedgekeurd, neemt digitalisering, waaronder 5G, ook een belangrijke plaats in. Daarvoor hebben we ook een aantal Europese gelden vastgelegd.
Ik zal mijn vragen samenvatten in drie grote vraagstellingen. Op basis daarvan kunnen we misschien straks nog wat verder uitbreiden.
Mijn eerste vraag gaat over de concrete rol die de Vlaamse overheid nu gaat spelen in heel die 5G-uitrol. Dat is mij, ondanks een paar vragen die ik en collega’s daarover gesteld hebben, nog niet volledig duidelijk. Er zijn heel veel doelstellingen – wij willen 5G uitrollen en wij willen het vanuit de Vlaamse overheid faciliteren – maar van de exacte rol hebben we nog niet echt een exacte definitie gehad. We weten natuurlijk dat we als Vlaamse overheid niet zelf voor netwerkoperator gaan spelen, dat is duidelijk. Maar waar we dan wel gaan investeren of faciliteren, dat is op dit moment nog niet zo uiteengezet in een visie. Gaat dat de passieve infrastructuur zijn? Gaan dat actieve netwerkelementen zijn? Gaat dat voor één bepaalde operator zijn? Gaat dat een soort van open-accessmodel zijn? Als je dan ziet dat er al een nationale operator bezig is met zijn eigen uitrol, waar zit dan de rol van Vlaanderen? Ik denk dat het heel belangrijk is om dat te weten.
Mijn tweede vraag gaat over informatie. Dat klinkt een beetje banaal. Complottheorieën, we weten allemaal dat ze er zijn. Maar in dit geval is dat wel belangrijk. Ik zal u zeggen waarom. Dat is niet zozeer naar alle Vlamingen – natuurlijk ook wel voor een stuk – maar vooral naar de stakeholders die er rechtstreeks mee te maken krijgen, in dit geval lokale besturen. Ik merk dat bij ons ook. Wij krijgen daar al vragen over vanuit onze diensten: hoe moeten we met die plannen omgaan? Hoe zit dat met ruimtelijke ordening? Hoe zit dat met stralingsnormen? Hoe zit dat met alle andere zaken die daar soms aan gekoppeld worden? Daar is duidelijke informatie voor nodig. Minister-president Jambon heeft een aantal maanden geleden tegen mij gezegd: ‘We gaan daarvoor zorgen.’ Tot op heden is dat nog niet gebeurd. Ik weet wel dat Smart Flanders daar heel veel expertise in heeft. Als je hen daar het fiat voor geeft, denk ik dat zij de lokale besturen daar binnen de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) perfect over kunnen informeren. Maar dan moet de opdracht natuurlijk wel gegeven worden. Mijn tweede vraag gaat dus over die informatiecampagne, vooral naar lokale besturen en ook een aantal andere stakeholders, sectororganisaties, werknemersorganisaties et cetera. Dat is toch wel heel belangrijk.
Mijn derde vraag gaat over de samenwerking met het federale niveau. De veiling is natuurlijk nog niet voor deze week, maar hopelijk wel voor iets later. Mijn vraag is of u alle verdere contacten gehad hebt met uw nieuwe collega, Petra De Sutter, over hoe die veiling effectief gaat plaatsvinden.
Er is de optie om de inkomsten tijdelijk te blokkeren tot er een finaal akkoord is. Is dat iets waar de Vlaamse Regering definitief mee verder kan gaan? Zo ja, kan er zo snel mogelijk een fiat over gegeven worden? Zelfs na een akkoord duurt het nog een aantal maanden eer die veiling rond is; dat is een heel proces, dat is niet van vandaag op morgen. Men kan dat niet eventjes op eBay zetten, een frequentieveiling, dat neemt wat tijd in beslag. Heeft dat akkoord over die tijdelijke blokkering effectief vorm gekregen binnen de Vlaamse Regering? Gaat u daarmee binnenkort naar het Overlegcomité?
Minister Dalle heeft het woord.
Mijnheer Vande Reyde, wat dit dossier betreft, is er een heel goede afstemming tussen mezelf bevoegd voor de media, minister Crevits bevoegd voor de economie en de innovatie en de minister-president in zijn bevoegdheid voor de digitalisering en als betrokkene in het Overlegcomité. We werken daar op een goede manier samen met onze kabinetten en administraties.
U verwees er zelf naar: de veiling zal nog even duren. We willen dat zo snel mogelijk realiseren. De Vlaamse Regering wil in dit dossier snel vooruitgaan omdat de technologie van 5G bepalend is voor heel wat toepassingen, zeker in het medialandschap. Op uw eerste twee vragen zal ik nog wat vaag moeten blijven omdat het nog even zal duren.
De Vlaamse overheid zal een zeer actieve rol spelen in de uitrol van 5G en in de investeringsdoelstellingen die bepaald worden. Dit is voor ons echt een prioritair dossier. De concrete uitwerking zal in de komende maanden nog verder worden voorbereid. Hetzelfde geldt voor de informatie en de noodzakelijke informatiecampagnes, ook als het gaat over de lokale besturen. Ik ben ervan overtuigd dat het nodig zal zijn om zeer goede informatie te verschaffen en het draagvlak te creëren bij alle stakeholders, ook bij de burgers overigens, om te zorgen dat 5G echt een succes wordt. Ook dit aspect zal worden meegenomen in het overleg tussen de verschillende overheden. Ik wijs erop dat er rond 5G heel wat desinformatie bestaat. Ook op dat vlak moeten we behoedzaam zijn en zorgen dat de correcte informatie aan de burgers wordt verschaft.
Het proces kent een redelijk grote voorgeschiedenis. Op 29 juni en 23 november 2020 werden de gemeenschappen eerst binnen het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Televisie en vervolgens binnen het Overlegcomité geconsulteerd over de ontwerpregelgeving omtrent de verlenging van de gsm-frequenties in de frequentiebanden 900 megahertz, 1800 megahertz en 2 gigahertz en voor de reorganisatie van de 3400 tot 3800 megahertz of 3,6 gigahertz, zoals dat gekend is. Beide KB’s werden voorgelegd en inmiddels ook gepubliceerd in het Staatsblad. Dat waren belangrijke stappen.
Specifiek het laatste KB is relevant voor de toekomstige uitrol van 5G in België. Het is immers van fundamenteel belang dat voldoende grote blokken in de band 3400 tot 3800 megahertz zo snel mogelijk worden gereorganiseerd. Op die manier kan de vereiste reorganisatie van het Europees wetboek voor elektronische communicatie reeds plaatsvinden, in afwachting van de goedkeuring door het Overlegcomité van een nieuwe regeling voor gebruiksrechten in de band 3400 tot 3800 megahertz.
Als minister heb ik kennisgenomen van deze ontwerpen en had ik geen principiële bezwaren bij de teksten. Integendeel, ze zijn noodzakelijk voor de uitrol.
U peilde naar eventueel overleg met de bevoegde federale minister De Sutter. Dat is effectief reeds gebeurd. Dat was een bijzonder goed en constructief overleg. Ik heb gemerkt dat collega De Sutter ook heel erg geëngageerd is om dit dossier tot een goed einde te brengen. Zij onderkent het belang van 5G. Dat is uiteraard ook in het federaal regeerakkoord opgenomen. Ik heb bij haar daarin een groot persoonlijk engagement opgemerkt.
Het organiseren van de 5G-veiling is een zeer belangrijk en delicaat dossier. De Federale Regering zal zeer binnenkort het wetgevend kader voor de veiling en de uitrol van het spectrumdossier indienen bij het Overlegcomité. De verwachting is dat dat al snel kan gebeuren, in februari of maart op het Overlegcomité. Ik hoop dat dat snel vooruit kan gaan.
U peilde tot slot naar mijn conclusies bij de recente ontwikkeling met het oog op de uitrol van 5G in Vlaanderen. Ik ben heel tevreden dat dit dossier eindelijk daadkrachtig aangepakt kan worden. Zoals u weet, wil de Vlaamse Regering dat de veiling en uitrol van 5G zo spoedig mogelijk in gang worden gezet. Ik zei het al bij aanvang: dit is echt een prioritair dossier. De Vlaamse Regering blijft dan ook aandringen op een snelle veiling. De organisatie van de veiling na de definitieve goedkeuring van het regelgevend kader hoeft dus niet te wachten tot wanneer er ook een akkoord is bereikt over de financiële verdeling van de opbrengst van de veiling en de problematiek van de stralingsnormen. Indien het regelgevend kader in de eerstkomende maanden kan worden goedgekeurd, kan de veiling voor het einde van dit jaar worden afgerond. Dat is in elk geval de hoop van de Vlaamse Regering. Wij dringen daar ook op aan.
Wij houden natuurlijk ook rekening met de afspraken die we gemaakt hebben in het Vlaams regeerakkoord: een optimale verdeling van dit spectrum; een spectrum voor regionale toepassingen; dat we een merkelijk hoger aandeel krijgen in de verdeling van de eenmalige en jaarlijkse opbrengsten van de veiling van het spectrum voor mobiele breedband.
Tot daar, collega Vande Reyde, een aantal antwoorden. U zult begrijpen dat een aantal zaken de komende maanden duidelijker zullen worden zodra we zicht krijgen op de timing van die veiling.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, het genoegen om in deze commissie te zijn, is geheel wederzijds. Dat komt vooral doordat ik altijd heel duidelijke antwoorden krijg van u. Maar sta me toe om te zeggen dat dit dit keer maar gedeeltelijk het geval is.
Het is onze taak om als politici strategisch na te denken over de lange termijn. De 5G en ook de glasvezeluitrol passen in het grotere kader van wat we uiteindelijk willen bereiken: dat onze inwoners, bedrijven, kennisinstellingen et cetera de beste digitale diensten krijgen tegen de laagst mogelijke prijs. We zitten op dit moment in de omgekeerde situatie. Onze telecomproducten behoren tot de duurste van Europa en zelfs van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), zowel op het vlak van particulieren als op het vlak van de zakelijke markt. Vroeger was de rechtvaardiging dat we performante netwerken hebben. Maar dat excuus begint ook te vervagen, want we lopen achterstand op ten opzichte van andere landen die al verder zijn in de uitrol van hogesnelheids-vaste-netwerken en 5G.
De uitrol van die twee, zowel glasvezel als 5G, is voor ons een kans om dat om te keren, om ervoor te zorgen dat we goedkopere telecom hebben die het meest performante is van wat er in de wereld te krijgen is. Als we die doelstelling willen bereiken, moeten we wel visie aan de dag leggen. Ik had het over de versnippering tussen ministers. Minister, ik twijfel er niet aan dat u goed overlegt met uw collega’s. Maar in die verschillende aspecten mis ik een eengemaakte visie.
Ik heb vanmorgen aan minister Crevits gevraagd hoe het nu zit met onze inbreng in de vaste netwerken. Wat gaan we nu juist doen op het vlak van 'Fiber to the home' (FTTH)? Hoe verhoudt de uitrol van Proximus zich op dat vlak tot de plannen van bijvoorbeeld Fluvius, dat ook een aantal pilootprojecten aan het opzetten is? Daarop bleef minister Crevits mij het antwoord schuldig. Ik hoor nu een beetje hetzelfde over 5G.
We weten nog niet of we willen komen tot een openaccessnetwerk, naar Brits model, waarbij de overheid voorziet in infrastructuur, beheerd door een onafhankelijke beheerder en waarbij alle operatoren – het liefst zoveel mogelijk – welkom zijn om hun diensten te leveren. Ik vind dat een perfect legitiem model. Een ander model is dat waarin we de operatoren hun ding laten doen en waarin Vlaanderen flankerende ondersteuning biedt op het vlak van de pylonen en voorschriften voor ruimtelijke ordening. We moeten wel weten waartoe we willen komen, zowel op het vlak van 'Fiber to the home', 'Fiber to the office' als 5G. Dat ontbreekt momenteel nog. We zeggen wel vaak dat we 5G willen in Vlaanderen, maar we hebben nog geen visie op de exacte rol daarvan. Daar moeten we echt werk van maken. Dat moet samen met die vaste netwerken gebeuren.
Minister, ik heb deze oproep ook gedaan aan uw collega, minister Crevits. Denk daar eens over na binnen de Vlaamse Regering en binnen uw diensten. Waar willen we nu eigenlijk naartoe? Waar willen we over tien of twintig jaar staan op het vlak van de razendsnel evoluerende telecom? Ook na vragen die ik hier eerder al over stelde, mis ik die visie daarop, die nochtans superbelangrijk is voor toekomstige ontwikkelingen.
Mijnheer Vande Reyde, u gaat over uw tijd.
Ik rond af. Wat die informatiecampagne betreft, zou ik zeggen: gewoon doen! Geef die opdracht aan Smart Flanders. Proximus is al bezig met de uitrol. Er is dus geen tijd te verliezen.
Ik rond helemaal af met een bijkomende vraag. Wat is uw standpunt ten opzichte van een vierde mobiele speler op het vlak van 5G en andere diensten? Op dat vlak is het toch wel belangrijk om overeenstemming te hebben met de plannen van de Federale Regering.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank u wel voor deze interessante vraag, collega Vande Reyde. Ik denk dat de meeste mensen in dit Vlaams Parlement wel de voordelen inzien van 5G. Door de coronapandemie hebben we ook de noodzaak aan een verdergaande digitalisering ondervonden. 5G zal het op dat vlak alleen maar gemakkelijker maken, niet alleen voor de bedrijven maar ook voor de gewone burgers. Het hele 5G-verhaal kwam al meermaals aan bod tijdens deze legislatuur. Het klopt dat dit verschillende kanten heeft, collega Vande Reyde.
In mei ben ik hierover tussengekomen in de plenaire vergadering, ik denk naar aanleiding van een actuele vraag van u aan minister Demir, die bevoegd is voor de vergunningen. Ik heb toen de suggestie gedaan om een brede informatiecampagne op te zetten voor de bevolking, omdat er veel desinformatie en misinformatie rondgestrooid wordt over 5G. Minister Demir zei toen er werk van te zullen maken. Ik heb daar echter nog niets van gezien. We zijn nu al bijna toe aan een nieuwe campagne tegen desinformatie, maar dan op het vlak van vaccinaties. Ik denk dat de Vlaamse overheid regelmatig campagnes zou moeten opzetten tegen desinformatie.
Minister, u pleit wel voor een factcheckplatform en dergelijke. Dat belet de regering, met alle bevoegde ministers, echter niet om werk te maken van een campagne, niet alleen gericht op de lokale besturen maar op de hele bevolking, om de voordelen van 5G in de verf te zetten en onzekerheden bij de mensen weg te nemen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, collega Brouwers, voor uw bijkomende opmerking. Ik wilde namelijk precies dezelfde opmerking maken. We hebben die allebei al verschillende keren gemaakt in deze commissie.
Het is belangrijk om in dit parlement een levendig en inhoudelijk sterk debat te voeren over de uitrol van 5G, een technologie waarvan we allemaal overtuigd zijn dat die vitaal is in de uitrol van de ‘slimme samenleving’ waarin we almaar meer leven. 5G is niet zomaar de voortzetting van 4G, maar echt wel veel fundamenteler. We moeten daar dus alles op inzetten.
Wij zijn daarvan overtuigd, maar je ziet dat er in de samenleving nog heel wat ‘conspiracy’-theorieën circuleren, bijvoorbeeld dat 5G de oorzaak is van corona, om maar eentje te noemen. Dat moeten we, om draagvlak te krijgen voor de uitrol van 5G die we nodig hebben, bestrijden, en ook om mensen gerust te stellen.
Minister, ik wil u echt de vraag stellen: hoe gaat er concreet een campagne worden uitgerold over de voordelen van 5G en om de ongerustheid van grote groepen van de bevolking met betrekking tot die technologie, weg te nemen? Gaat u dat in de nationale media doen? Gaat u dat ook in de regionale media doen? Welk overleg gaat er zijn met het federale niveau? Het is heel belangrijk en goed dat u dat voert, maar het is ook belangrijk dat Vlaanderen een gedragen visie ontwikkelt vanuit de Vlaamse Regering. Ik hoor dus graag uw concrete plannen daaromtrent.
De heer Vandaele heeft het woord.
Als we een campagne gaan organiseren om de grote voordelen van 5G aan te prijzen, dan moeten we natuurlijk ook opletten dat we geen fake news verspreiden. We weten immers allemaal dat er ook wel wat wetenschappers zijn die er hier en daar vragen bij stellen. Dat moet dan dus wel gebeuren op een manier die ook een overheid waardig is.
Collega’s, ik wil alleen nog iets zeggen over de veiling van de frequenties. Dat is natuurlijk een oud stokpaardje van ons. Wij pleiten er eigenlijk al jaren voor dat het aandeel voor de regio’s billijker en dus hoger zou zijn. Waarom hoger? Omdat we weten dat het aandeel media – dat is in ons geval natuurlijk een bevoegdheid van Vlaanderen –, dat de audiovisuele content die verspreid wordt, steeds toeneemt, waardoor ook een groter deel van de opbrengst in de richting van de regio’s zou moeten komen. Maar als ik het goed begrijp uit uw antwoord, minister, dan is hier eigenlijk het laatste woord nog altijd niet over gezegd en bent u er nog niet helemaal uit met uw federale collega’s.
Minister Dalle heeft het woord.
Misschien eerst even ingaan op de laatste vraag, die van collega Vandaele. Ik denk dat dit een van de grote discussiepunten zal zijn wanneer het gaat over de verdeling, wie wat krijgt. Ik deel uw opvatting uiteraard. Ik heb daar ook al een uitgebreide briefwisseling over gevoerd met het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) en de vorige federale collega, namelijk dat wij een merkelijk hoger aandeel moeten krijgen, gelet op het wijzigend mediagebruik dat steeds meer digitaal verloopt en dus ook via mobiele netwerken en het toekomstige 5G. Ik heb vastgesteld dat men in het federaal regeerakkoord ook uitgaat van een hoger aandeel voor de gemeenschappen. Dat is dus een positief iets in het federaal regeerakkoord. Ik heb van mijn federale collega ook begrepen dat zij dat op een goede manier naar het Overlegcomité wil brengen. Ik heb dus goede hoop dat we op dat vlak ook het Vlaams regeerakkoord zullen kunnen realiseren. Maar ik moet er geen doekjes om winden dat dit nog een boeiende discussie zal worden.
Dan de opmerkingen van collega’s Brouwers en Segers over informatie. Het klopt dat er heel wat onjuiste informatie circuleert over 5G. In eerste instantie moeten we zelf ook, in onze fracties en bij onze collega’s, met name in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, zorgen dat iedereen vanuit de politiek de juiste informatie meegeeft. Laatst zag ik nog een informatiebrochure van een lokale afdeling van een partij in Brussel die eigenlijk onjuiste informatie verspreidde. Dat zijn zaken die we moeten vermijden. Ook wetenschappers die daarover spreken moeten daar uiteraard op een correcte manier over spreken, dat spreekt voor zich.
Wij hebben vandaag geen reclamecampagne ingepland, collega Segers. Ik denk niet dat dat de meest doelmatige besteding is van belastinggeld op dit moment.
Dat kan in de toekomst zeker bekeken worden, maar het is op dit moment niet ingepland. Op een goede manier communiceren richting de verschillende stakeholders, zorgen dat we correcte informatie hebben, en een algemene politiek rond betrouwbare journalistiek en desinformatie: ik denk dat dat de elementen zijn die hier naar voren moeten komen. Ik heb in mijn begroting Media in elk geval geen middelen voorzien voor een extra campagne ter zake. Er zijn andere urgente noden binnen mijn beleidsdomein.
Tot slot kom ik bij de meer fundamentele opmerking van collega Vande Reyde, namelijk dat het zou ontbreken aan een globale visie rond 5G, maar ook rond een aantal belendende dossiers, zoals ‘Fiber to the home’. Ik denk dat verdere visievorming altijd zinvol is. Ik kijk ook uit naar uw inzichten daarover. Maar ik wil wel een beetje tegenspreken dat er geen visie is of dat we niet weten op welke wijze we dat moeten aanpakken. Met het 5G-dossier moeten we sowieso vooruitgaan. En we moeten dat zo efficiënt mogelijk doen. Maar de eerste beslissingen komen in het Overlegcomité, met de veiling. We mogen niet de fout maken om dat dan ook nog te koppelen aan andere zeer complexe dossiers, zoals ‘Fiber to the home’. We moeten daar sowieso mee doorgaan. Die veiling zal een belangrijk moment zijn. Op dat moment zullen de operatoren ook kunnen indienen. Het is ook in functie van die veiling dat een aantal beslissingen zullen worden genomen.
U hebt gepeild naar mijn standpunt over het zeer delicate dossier van de vierde speler. Voor mij persoonlijk is dat geen prioriteit. Waar het over moet gaan, is natuurlijk dat de kwaliteit verzekerd is en dat vooral ook de prijzen op een correcte manier gezet worden in België. We weten dat er daar uitdagingen zijn. De prijzen in ons land en in Vlaanderen zijn niet bij de laagste in Europa, om het zo te zeggen. In functie daarvan zullen beslissingen moeten worden genomen. Maar dat zal natuurlijk ook gebeuren in de schoot van het Overlegcomité. Ik wil daar dus zeker niet op vooruitlopen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik dank de minister en ook de collega's voor de zeer interessante insteken, waaronder van mijn zeer gewaardeerde collega Vandaele. Die centenkwestie – 80/20 of 50/50 – is niet onbelangrijk. Centen zijn altijd belangrijk. Maar voor mij is dat niet het belangrijkste, en ik zal u zeggen waarom. Stel dat we uiteindelijk toch die 80 binnenhalen, en we halen meer middelen binnen voor Vlaanderen. Uw collega Diependaele zal daar zeer tevreden mee zijn, maar uw inwoners van De Haan gaan nog altijd met dure abonnementen zitten van 60 à 70 euro, waar onze zuiderburen in Frankrijk 20 à 30 euro voor betalen. En onze kwaliteit van de netwerken zal achteruitgaan ten opzichte van onze buurlanden. Vooral voor bedrijven is dat ook echt een harde competitieve handicap. Voor mij gaat de essentie dus niet zozeer over meer inkomsten voor Vlaanderen of ‘we moeten 5G’. We moeten de rol van de overheid daarin duidelijk definiëren.
Ik ben het met u eens, minister. Het is niet dat daar totaal niets over is. Maar het is op dit moment nog niet duidelijk of we gaan voor een open-accessmodel, waar zoveel mogelijk spelers op kunnen, of dat we gaan voor het ondersteunen van een paar operatoren.
Ik ga er niet geheel mee akkoord dat dat losstaat van glasvezeluitrol. De gelijkenis tussen de twee is dat operatoren op dit moment al bezig zijn aan de uitrol en dat de plannen van de overheid misschien wel te laat gaan komen, of op zijn minst een soort van duplicatie gaan zijn van wat er aan de hand is bij operatoren. Proximus is bijvoorbeeld al bezig met ‘Fiber to the home’ uit te rollen. Dus dan komen we in een situatie waarbij weer verschillende netwerken onder de grond liggen, zonder dat er iets wezenlijks veranderd is aan de concurrentiepositie. Ik denk dat we echt wel een kans hebben om daar iets aan te doen, maar dan moeten we echt een visie hebben voor die twee samen, 5G en glasvezel. Hoe zien we dat als overheid? Willen we naar een Brits model? Willen we naar een ander? Hoeveel spelers? Ik heb begrepen dat u geen voorstander bent van nog een bijkomende. Oké, maar dat moeten we wel eens gaan vastleggen, denk ik. Het is maar een suggestie. Denk daar eens over na, samen met uw collega's. Collega Demir is inderdaad ook nog een belanghebbende partij. Dan kunnen we daar in de toekomst misschien nog meer over te weten komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.