Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Goedemorgen minister en collega’s. Volgens Graydon zijn er het afgelopen jaar in België zo’n kleine achtduizend bedrijven failliet gegaan, een cijfer dat bijna 33 procent lager ligt dan in 2019 en het allerlaagste cijfer is in tien jaar tijd. Men zou echter verwachten dat dit cijfer door corona juist veel hoger ligt dan in andere jaren.
Volgens Graydon zullen we de faillissementenstorm pas dit jaar krijgen doordat veel bedrijven momenteel kunstmatig in leven worden gehouden door de coronamaatregelen van de diverse overheden. Graydon stelt dat in 2021 zo’n vijftigduizend bedrijven overkop kunnen gaan, eenmaal die bijzondere beschermingsmaatregelen worden opgeheven. We weten nu al dat de steunmaatregelen van de Vlaamse Regering zeker verlengd worden tot eind februari, maar ik heb toch nog een aantal vragen, minister.
Hebt u al zicht op wat er na februari zal volgen qua maatregelen?
Worden er al maatregelen voorbereid om de economie in 2021 op het juiste spoor te helpen?
Zal er ook extra begeleiding komen om bedrijven te begeleiden die in moeilijke papieren zitten? Dit deed u reeds voor Dyzo, waar twee extra werknemers in het kader van de brexit werden aangeworven.
Minister Crevits heeft het woord.
De toestand evolueert uiteraard. Ik kan nog niet voorspellen welke directe steunmaatregelen we na februari zullen moeten nemen, maar we zullen de lijn van de voorbije maanden zeker aanhouden. We willen bedrijven die voor de crisis intrinsiek gezond waren zo goed mogelijk ondersteunen om ze door de crisis te helpen. Ik denk dat het Vlaams beschermingsmechanisme een goed instrument is. We vangen daarmee een deel van de vaste kosten van de bedrijven op en daardoor zijn we complementair aan wat de federale overheid doet.
Ik hoop, neen er moet snel perspectief komen om mensen opnieuw te laten werken. Een ondernemer vraagt immers niet om steun van de overheid, maar om zijn of haar job te kunnen uitoefenen.
We hebben voor de toekomst een relanceplan uitgewerkt dat goed is voor 4,3 miljard euro. Daarin is meer dan 600 miljoen euro voorzien voor innovatie, digitalisering, duurzaamheid en een performante zorgeconomie. We willen echt gepaste injecties in de economie geven zodat bedrijven zich kunnen herlanceren.
We voorzien heel wat begeleiding op een aantal fronten. Ik heb het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) de opdracht gegeven om, voorafgaand aan de verlenging van de werking van de partnerschappen voor ondernemerschap en innovatieversnelling, met de partners te overleggen en een voorstel uit te werken in een actieplan ondernemerschap over hoe de begeleiding op deze nood zal inspelen. Het zal zeer belangrijk zijn dat ook onze ondernemersorganisaties alles op alles zetten om die goede begeleiding te voorzien zodra de bedrijven opnieuw beginnen te werken. De verlenging van het tweede werkjaar van het contract ondernemerschap en innovatieversnelling moet gebeuren voor 1 april 2021. Ik wil voordien duidelijkheid over de coaching- en adviesdiensten. We hebben daar jaarlijks meer dan 22 miljoen euro voor ingeschreven en het is belangrijk dat die coaching zich ook zal richten op de relance.
Naast die dienstverlening hebben we inderdaad het begeleidingsaanbod van Dyzo uitgebreid. We hebben een stijging van hun jaarlijkse budget van 585.000 euro naar 710.000 euro. Dyzo kon daardoor extra dienstverlening aanbieden en een extra personeelslid aanwerven. Ook het Brexit Actieplan speelt in op de nood aan begeleiding voor micro-ondernemingen in moeilijkheden. Voor de financiering en het relatiebeheer naar de banken toe hebben we ook daar twee extra personeelsleden ter beschikking gesteld. We zien dat het heel belangrijk is dat bedrijven die bijvoorbeeld extra steun van de bank nodig hebben goed begeleid worden en dat ze het juiste dossier opmaken. De begeleiding is eigenlijk even belangrijk als de steun zelf.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw constructieve antwoord. Ik had niets anders verwacht. Dit in tegenstelling tot de uitspraken van de Belfius-CEO: “En natuurlijk komen er faillissementen. Maar hadden we niet te veel cafés en restaurants in België? Waren ze allemaal rendabel of overleefden ze op zwart geld? Ik besef dat dit heel cru klinkt. Maar een economie kan af en toe baat hebben bij een sanering.” Dat vind ik straffe uitspraken voor een CEO van een bankinstelling, die ik als Vlaams volksvertegenwoordiger ten zeerste betreur. We hebben elke goedwillige onderneming nodig, collega’s, om samen uit deze crisis te geraken. Ik ben trots dat er nog steeds zoveel mensen kiezen voor het ondernemerschap. Ik hoop uiteraard, samen met jullie, dat dit ook de volgende jaren zo zal blijven.
Ik heb nog een klein vraagje, minister. Hoe staat u tegenover deze toch wel heel straffe uitspraak van de Belfius-CEO?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik denk dat dit een goede vraag is van collega Vanryckeghem. Met die opmerking van de CEO van Belfius – een staatsbank – die ik nogal schandelijk vond, worden ondernemers gestigmatiseerd. Ik heb hier in april of mei ook al voor gewaarschuwd. De Federale Regering heeft namelijk een mortuarium op faillissementen ingevoerd.
U bedoelt waarschijnlijk een moratorium?
Ik zal u in het funerarium zetten? (Gelach)
We luisteren wel degelijk, mijnheer Gryffroy. Gaat u verder.
Het is al de tweede keer dat ik die fout maak. Dat moratorium is dus een federale beslissing. Op het moment dat dit opgeheven wordt en we van het infuus geraken, zullen er heel veel bedrijven failliet gaan, niet enkel ongezonde bedrijven maar evengoed gezonde bedrijven die in een cascade terechtgekomen zijn.
Toen we het Vriendenaandeel ingevoerd hebben, hebben we eigenaars van bedrijven daarvan uitgesloten. Ik herhaal mijn vraag uit het verleden. Waarom moeten we hen uitsluiten? Als een eigenaar van een bedrijf het versterken van eigen kapitaal beschouwt als enige oplossing om niet failliet te gaan, denk ik dat dat een betere oplossing is. Zo brengt hij ook andere bedrijven, zoals leveranciers, niet in de problemen. Ik zie niet in waarom hij daarvoor geen fiscaal voordeel mag ontvangen. Ik blijf dus een beetje op mijn honger zitten, omdat we geen maatregelen hebben voor ondernemers die zelf hun eigen geld in hun eigen bedrijf steken, omdat zij geen fiscale stimulus krijgen om zo een faillissement te voorkomen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik deel de mening van de collega’s. Het is inderdaad zo dat het grootste deel van de faillissementen nog zal komen na de crisis, op het ogenblik dat de bedrijven weer opgestart worden. Momenteel kunnen ze nog een aantal steunmaatregelen genieten, maar ik vrees dat die steunmaatregelen onvoldoende zullen zijn bij de opstart. Op het ogenblik dat ze heropstarten, wordt namelijk van hen verwacht dat ze het uitstel dat ze gekregen hebben, betalen. Maar ik vrees dat hun inkomsten niet groot genoeg zullen zijn om al die extra kosten te dekken. Het Vlaams beschermingsmechanisme is uiteraard een goede maatregel, minister, maar ik denk dat dit onvoldoende is om al die vaste kosten te dekken. Ze hebben hoge energiekosten, huurlasten, vaste kosten als SABAM, verzekeringen, internetkosten. Hebt u hierover al gesprekken gehad met andere sectoren, bijvoorbeeld telecombedrijven of energieleveranciers? Zullen zij bereid zijn om een tussenkomst te doen voor de ondernemers?
Ik vind het heel positief, minister, dat u verder blijft werken met Dyzo. Ik denk dat de ondernemers echt wel nood zullen hebben aan die mentale steun en begeleiding. Als ze niet weten of ze er al dan niet zullen geraken, zullen ze die steun van Dyzo zeker en vast kunnen gebruiken, zowel mentaal als financieel. Dat is dus zeker en vast een goede maatregel.
Het is ook nodig om de mensen niet in de steek te laten op het ogenblik dat de markt opnieuw mag heropstarten, want anders trekken ze het niet. Ik wil er dan ook voor pleiten dat u die Vlaamse steunmaatregelen even laat doorlopen na de crisis, zodat de bedrijven de kans hebben om toch nog een beetje op adem te komen.
Met betrekking tot de uitspraak van de CEO: dat klopt, het kan niet door de beugel dat hij, op het ogenblik dat zoveel mensen ongewild in die situatie zijn terechtgekomen, daar zo op reageert.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik dank jullie voor de aanvullingen. Ik ga eerst in op de opmerkingen over de banken. Ik heb vorige maandag overleg gehad met de banken, om de toestand te bekijken. Het was een heel goed overleg. Ze hebben mij verzekerd dat het absoluut hun intentie is om gezonde bedrijven te blijven steunen.
Jullie hebben natuurlijk wel een punt wat het moratorium betreft. Collega Gryffroy, dat moratorium is door de Europese toezichthouder op de banken trouwens beperkt tot negen maanden. Ik weet niet of dat überhaupt al dan niet kan worden verlengd. Ik weet evenmin of dat al dan niet wenselijk is. Alles hangt nu af van de vaccinatie en het perspectief dat we kunnen geven op verder werken. Het gesprek met de banken vond alleszins deze week plaats.
Ik deel volledig uw mening over fiscale steun voor het investeren in je eigen bedrijf. Want als je je eigen bedrijf redt, heb je daar natuurlijk alle belang bij. We hebben dat op voorhand bediscussieerd. Het is wat raar om te zeggen dat je nog een keer een fiscaal voordeel krijgt als je je eigen geld in je eigen bedrijf investeert. We hebben er dus voor gekozen om dat niet doen.
Collega Gryffroy, aansluitend bij uw opmerking over de additionaliteit: onze middelen om te steunen zijn beperkt. Daarom willen we alles op alles zetten om extern vers geld aan te trekken.
Collega Malfroot, ik begrijp uw opmerking. Het was nooit onze bedoeling om alle kosten over te nemen. Maar u zegt dat ook niet. Wat u vraagt, is om vanaf de opening niet meteen alles af te schaffen, maar nog even te laten doorlopen. De voorschotten voor energie kunnen vrij soepel worden aangepast. Je kunt daarover ook zelf onderhandelen. Ik moet eens met de regering bekijken hoe we dat zullen doen. Het is immers ook van belang dat je, wanneer alles weer open is, niet te lang steun geeft aan bedrijven die intrinsiek ongezond geworden zijn. We moeten daarin een goede afweging kunnen maken. Nu zijn de bedrijven gesloten en zitten we eigenlijk, zoals de collega’s zeggen, in een grijze zone te kijken. Want wie voordien zeer gezond was, is ondertussen misschien minder gezond. In de horeca loopt er heel wat personeel weg naar sectoren waar er wel veel jobs zijn, zoals bijvoorbeeld de voedingssector, de warenhuizen, waar men duizenden mensen extra aanwerft. We hebben nog geen zicht op hoe het er zal uitzien. We zitten nu al aan 1,7 miljard euro. Het zal bij de heropening vooral van belang zijn om ons systeem van waarborgen, achtergestelde leningen en kapitaalverschaffingen goed in de markt te zetten. Als je voldoende kapitaal hebt om te werken en ervoor zorgt dat je innovatie niet wordt platgelegd bij gebrek aan budget, kun je er rap door geraken.
We volgen het zeker goed op.
De vraag over wanneer de steun stopt, neem ik mee naar het overleg met onze regering.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het parlement zal dit uiteraard de komende maanden goed moeten opvolgen. We zijn ervan overtuigd dat u dit ook zult doen en dat u indien nodig kort op de bal zult spelen of preventief maatregelen zult nemen om die faillissementengolf minimaal te houden de volgende maanden en jaren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.