Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
De Vlaamse Regering kondigde in december 2020 de verlenging van het Vlaams beschermingsmechanisme aan om de bedrijven in Vlaanderen te helpen deze moeilijke periode te overbruggen. Dat is een goede zaak. Ondernemingen met een omzetverlies van minstens 60 procent kunnen een aanvraag indienen voor de periode van 16 november 2020 tot en met 31 december 2020. Ondernemingen die verplicht moesten sluiten tijdens deze periode, kunnen de steun aanvragen, zonder dat ze hun omzetdaling moeten aantonen.
Behalve het Vlaams beschermingsmechanisme heeft de Vlaamse Regering ook de globalisatiepremie in het leven geroepen voor ondernemingen die in de laatste drie kwartalen van 2020 een omzetverlies van minstens 70 of 90 procent hadden. De steun van deze beide maatregelen bedraagt 10 procent van de omzet die de bedrijven realiseerden tijdens dezelfde periode in 2019. De maximale steun die ondernemingen voor die periode kunnen krijgen, hangt af van het aantal vaste werknemers, maar bedrijven komen pas in aanmerking wanneer ze minstens vijf voltijdequivalenten (vte’s) tewerkstellen.
De Vlaamse Regering kondigde deze nieuwe steunmaatregelen aan om onder meer de eventsector te ondersteunen. Een goede zaak dat er toen al aan hen werd gedacht. Nu wordt er heel veel aan hen gedacht en we moeten hen ook helpen, want dit is een van de zwaarst getroffen sectoren.
De afgelopen tien maanden heeft de sector het bijzonder moeilijk gehad. De eventbedrijven zagen hun inkomsten kelderen, terwijl hun vaste kosten dezelfde bleven. Vandaag zijn de liquiditeiten voor de meeste van die bedrijven bijna helemaal op.
De eventsector is een economisch zeer belangrijke sector, met normaal gezien een omzet van 5,8 miljard euro, maar ook een zeer specifieke sector. Alles wat tijd- en ruimtegebonden is, is van heel veel factoren afhankelijk. Het is ook een sector die op een heel eigen manier werkt. Ze werken voornamelijk met onderaannemingen en freelancers, en de diversiteit is zeer groot.
Volgens Sound of Silence, de organisatie die de eventsector vertegenwoordigt, zijn de maatregelen zeer welgekomen. Tegelijk drukt de organisatie – ongetwijfeld is dat ook tot bij u gekomen, minister-president – haar teleurstelling uit in een open brief over het feit dat met name de globalisatiepremie een schot naast de roos is. De eventsector valt grotendeels uit de boot, omdat de premie niet is afgestemd op de complexiteit van de sector.
Zo is een van de basiscriteria voor het bekomen van het Vlaams beschermingsmechanisme en de globalisatiepremie dat het aantal vaste medewerkers minimum vijf vte’s bedraagt; de eventsector werkt bij uitstek met onderaannemers en freelancers. Bovendien wordt die globalisatiepremie toegekend op basis van het omzetverlies vergeleken met het vorige jaar, terwijl de eventsector, die vooral gekenmerkt is door innovatie en snelle kapitaalrotatie, veel meer uitgeeft aan vaste kosten dan de gemiddelde 15 procent van de omzet. Ze hebben nu eigenlijk allemaal investeringen gedaan voor materiaal voor evenementen die niet doorgegaan zijn. Ze moeten die blijven afbetalen. Voor deze sector vormen vaste kosten dan ook een veel betere parameter. Bovendien is er nog de strikte plafonnering van de globalisatiepremie, waardoor nog eens velen uit de boot vallen. Ik denk dat het toch de bedoeling is van alle maatregelen die de Vlaamse Regering neemt, dat ze effectief helpen.
Minister-president, op welke momenten hebt u overleg gehad met de cultuur- en evenementensector vooraleer het Vlaamse beschermingsmechanisme en de globalisatiepremie te lanceren, om u ervan te verzekeren dat die instrumenten ook op maat zouden zijn van de sector?
Bent u bereid om deze steunmaatregelen ten minste te verlengen tot eind april? Ik hoorde u daarnet zeggen dat u midden maart de knoop gaat doorhakken. Als er dan beslist wordt dat de evenementen niet doorgaan, moet er op dat moment zeker ook nagedacht worden over hoe we ze dan verder gaan ondersteunen.
Bent u bereid om de voorwaarden te herzien voor dat Vlaamse beschermingsmechanisme en de globalisatiepremie, zodat ook bijvoorbeeld de freelancers die tewerkgesteld worden door eventbedrijven, worden meegerekend, uiteraard zonder het systeem fraudegevoelig te maken?
Bent u bereid om de plafonnering van de globalisatiepremie aan te passen, zodat er minder mensen tussen de mazen van het net vallen? Is er een mogelijkheid om de steun proportioneel te berekenen in plaats van via plafonnering?
Bent u bereid de criteria van de globalisatiepremie te herzien opdat eventbedrijven maximaal kunnen rekenen op deze premie, door de vaste kosten van de onderneming als criterium mee te nemen?
Welke andere maatregelen plant u om deze economisch en maatschappelijk belangrijke sector, de cultuur- en eventsector, zo goed mogelijk door de crisis te loodsen?
Dank u wel voor uw antwoorden. Ik kijk ernaar uit.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Je kunt op elke maatregel natuurlijk kritiek uitoefenen. Maar dit is wel de maatregel waar ik, toen we die genomen hebben, de meeste bedankingsmails voor gehad heb uit de sector. Je vindt natuurlijk altijd mensen die zeggen dat ze er net naast vallen, dat is altijd zo, ik heb niets anders geweten. Maar van de veelheid aan maatregelen die we genomen hebben, heb ik voor deze maatregel de meeste bedankingsmails gekregen uit de sector. Maar goed, voor wat het waard is.
We hebben op vele manieren overleg gehad en al van bij de start van de crisis de hand uitgereikt naar de gehele sector. We hebben die dialoog gevoerd en daarbij geluisterd naar de noden, zowel van het gesubsidieerde veld, dat we natuurlijk al goed kenden, als van de niet gesubsidieerde actoren. Dat voeren en openhouden van die dialoog is eigenlijk nooit veranderd.
Vanaf september is er ook een periodieke – dat is in de regel wekelijks – crisiscel Cultuur op mijn kabinet uitgenodigd, waar met vertegenwoordigers uit de cultuur- en eventsector, en het overlappende gebied tussen die twee, ook deze mechanismen ter sprake zijn gekomen en waar er meer algemeen geïnformeerd en afgestemd is geweest over maatregelen. Om u een voorbeeld te geven: zo heeft de eventsector mij daar onder meer de studie van Deloitte getoond die later ook publiek is gemaakt en hebben we daarover een goede dialoog kunnen voeren.
Alle steunmaatregelen worden momenteel onder de loep genomen en de verlenging van bestaande maatregelen hangt enerzijds natuurlijk af van de ernst en het verloop van de epidemie. Met vertegenwoordigers van de cultuursector en in samenspraak met mijn departement en waar ook leden van mijn kabinet op aanwezig zijn, loopt er momenteel een taskforce met betrekking tot economische en fiscale maatregelen die het huidige instrumentarium bekijkt en bestudeert, en die mij voorstellen zal doen tegen uiterlijk februari, opdat ook in 2021 de sector optimaal kan worden ondersteund. Daarbij is ook het kabinet Crevits betrokken. Ik heb dat in deze commissie al eens gezegd: er zijn een aantal van die economische maatregelen waarvoor vzw’s uit de cultuur- of eventsector door de formulering nu niet in aanmerking komen. Het wordt momenteel bekeken of die daar ook in ondergebracht kunnen worden.
Ik kan mij inbeelden dat daar ook de vraag tot verlenging van een aantal maatregelen in is opgenomen. Belangrijk om af te wegen in mijn rol als minister-president is dat, net als bij vorige opstoten van het virus en tijdelijke periodes waarin de sector niet of niet ten volle actief kon zijn, we daar bovendien als Vlaamse Regering dienen te kijken welke maatregelen het best geschikt zijn om de eventsector en in se de hele Vlaamse industrie en samenleving tijdens die moeilijke periode te ondersteunen. We bekijken daarbij niet enkel onze eigen maatregelen, maar proberen ook de input van de sector mee te nemen.
Voor maatregelen waar het federale bevoegd is, neem ik als minister-president verder mijn verantwoordelijkheid op. In de voorbije periode heb ik bijvoorbeeld ook goed contact gehad met onder andere de vice-eerste minister en minister van Financiën Van Peteghem om een aantal bezorgdheden van de eventsector die buiten mijn bevoegdheden vielen, ook op het federale niveau te bepleiten. Alle maatregelen zijn altijd verlengd geweest, zolang de crisis er was. Ik denk niet dat we voor eind april grote festivals en toestanden aan het organiseren zijn. Ik zal al heel blij zijn als we dat in de zomer kunnen doen. Dus zonder dat de maatregel formeel verlengd is, ligt het in de lijn der dingen dat dat zeker tot eind april voortgaat.
Of we bereid zijn om de voorwaarden te herzien? Ik doe daar op dit ogenblik geen uitspraken over, maar ik neem uw suggesties mee in zoverre ze al niet zijn meegenomen in de taskforce met betrekking tot economische en fiscale maatregelen en ze daar op hun merites, op hun pro’s en contra’s, worden bekeken en afgewogen. Ook het kabinet-Crevits is in overleg met vertegenwoordigers van de eventsector in functie van onder andere de uitwerking van de globalisatiepremie. Dat is tegelijkertijd ook mijn positie voor uw vraag om de vaste kosten als criterium mee te nemen.
Welke andere maatregelen we plannen? U noemt het Vlaams beschermingsmechanisme en de globalisatiepremie als goede voorbeelden, en zoals ik aangaf, zal ik op advies van deze taskforce ook in 2021 verder de nodige maatregelen nemen. Los van de noodzakelijke maatregelen die hieruit zullen komen, verwijs ik er ook nog naar dat we binnen de Vlaamse Regering al tweemaal een voorschotregeling hebben gelanceerd ter ondersteuning van grotere culturele activiteiten binnen de cultuur- en eventsector in het najaar, en ook de activiteitenpremie voor kleinere culturele spelers is een succes wat de aanvragen betreft.
Ik kan u dus zeggen dat er op dit moment een taskforce lopende is die al de maatregelen, zowel op economisch vlak als specifiek voor de eventsector en voor de cultuursector, aan het bekijken is. Als het rapport van die taskforce opgeleverd is, zullen we verder beslissingen nemen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister-president. Het verheugt mij om te horen dat u zeker een aantal suggesties wilt meenemen. Ik hoop ook dat u, als resultaat van de hoorzitting van deze namiddag in de commissie Economie, het samen met minister Crevits kunt bekijken, bijvoorbeeld die criteria dan.
Als u zegt dat het de maatregel is waarvoor u de meeste bedanking gekregen hebt, interesseert het mij wel om te weten vanuit welk type bedrijven en organisaties dat was. U zult ook al wel gezien hebben dat de profielfoto’s op Facebook van heel wat mensen nog altijd met de oranje banner van Sound of Silence zijn. Sound of Silence vertegenwoordigt toch geen klein of marginaal aandeel van de eventsector. Toen ik de open brief die zij gericht hebben, las, dacht ik dat daar wel een aantal pertinente punten in zaten die aangepast zouden moeten worden. Ik ga maar een voorbeeld geven: Pukkelpop bijvoorbeeld heeft vier vte’s in dienst. Die kunnen maximaal op 30.000 euro rekenen. Dat is niet niks natuurlijk, maar dat maakt niet dat de problemen een stuk minder zijn. Dat is trouwens hetzelfde bedrag als een kleiner festival zou krijgen, die dan op een gelijke hoogte komen. En ook die 70 procent. Ja, als je 69 procent omzetverlies hebt, kom je niet in aanmerking. Ik weet wel dat er altijd een grens is. Maar ik zou daar echt willen pleiten voor flexibiliteit, zodanig dat er echt wel gekeken wordt dat zo veel mogelijk van die bedrijven op een of andere manier geholpen kunnen worden.
In hun open brief verwezen ze ook nog eens naar een Nederlandse NOW-regeling (Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid). We zijn daar al een tijdje over aan het denken geweest. Hoe staat het daarmee, met het nadenken daarover?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik wilde eerst niet tussenkomen omdat ik, net zoals de minister-president, ook vind dat er al heel veel gebeurd is, zowel op het federale vlak als vooral ook in Vlaanderen. Er is bijvoorbeeld de Vlaamse beschermingspremie, de globalisatiepremie. Ik weet van minister Crevits dat daar keihard aan gewerkt is door de verschillende kabinetten en administraties. Daar wordt toch gunstig op gereageerd. Er blijven natuurlijk altijd hier en daar mensen die door de mazen van het net vallen, want regels zijn regels. Op een bepaald moment moet je de regels ook toepassen. Ik wilde toch ook een beetje nuanceren.
Minister-president, ik wilde wel nog vragen of u met uw federale collega al contact hebt gehad om die maatregelen rond tijdelijke werkloosheid verder te verlengen in de tijd. Want dat zal allicht toch nog nodig zijn, bijvoorbeeld tot het einde van de zomer. Zijn daar nog gesprekken over bezig? In het kader van het Overlegcomité komt u toch een aantal personen tegen op het federale niveau. Hoe gaat dat verder lopen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Segers, ik ga nu niet de persoonlijke uitwisseling van mails uit de doeken doen. De mails zijn van alle types bedrijven, maar freelancers zitten er niet tussen, dat moet ik eerlijk zeggen. Maar het gaat over elke grootte van evenementen en bedrijven. Ik kan dus niet zeggen dat het over één bepaald type gaat. Maar om eerlijk te zijn weet ik niet of freelancers zo snel naar de minister een mail of een brief gaan sturen.
Wat die Nederlandse regeling betreft: die zit mee in de taskforce. Dat is een van de elementen om ook tegen het licht te houden in het kader van die taskforce.
Mevrouw Brouwers, wat de tijdelijke werkloosheid betreft: mijn ervaring is dat de Federale Regering daar heel soepel mee omgaat. Zolang de pandemie duurt, heb ik nooit grote debatten moeten voeren om die maatregelen van tijdelijke werkloosheid te doen verlengen. Ik weet dat nog niet concreet, maar er is geen enkele tegenindicatie dat men zou zeggen om daar nu toch mee te stoppen. Daar ga ik niet van uit. Ik houd het natuurlijk wel in het oog, want dat is wel een belangrijke maatregel om niet alleen deze sector maar de hele economische sector door de pandemie heen te trekken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw bijkomende antwoorden. Ik kan mij inderdaad voorstellen dat de bedankingsmails die u hebt ontvangen vooral van de zeer grote spelers kwamen. Die zijn inderdaad afgedekt, en ook de kleintjes zijn niet uit de boot gevallen. Maar het zijn vooral de midsize bedrijven met tussen de 1 miljoen en 4 miljoen euro omzet die momenteel echt kraken, vooral omdat na tien maanden stilzitten hun liquiditeiten op zijn, terwijl de vaste kosten blijven. Er zijn ook de afbetalingen. Dat zijn bedrijven die enorm investeren in innovatie. Het zijn zij die momenteel in de koude blijven staan. Ik zou gewoon de oproep willen doen om dat absoluut mee te nemen in de taskforce.
Ik ben ook zeer verheugd om te horen dat de Nederlandse NOW-regeling daar ook in meegenomen wordt. Neem alstublieft ook dit mee: ook high asset-bedrijven mogen niet uit de boot vallen. Dat is wat wij wel horen vanuit de sector. Dat gebeurt momenteel wel, met de criteria zoals ze nu gedefinieerd zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.