Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de vernietiging van het decreet houdende een reglementering op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Net voor de start van de verkiezingscampagne 2019 keurde het Vlaams Parlement op aangeven van de minister een decreet goed dat een totaalverbod op vuurwerk als basisregel invoerde. Gemeentebesturen kregen wel nog de gelegenheid om daarvan af te wijken op bepaalde plaatsen en momenten. Het verbod gold ook voor voetzoekers, wensballonnen en carbuurkanonnen.
De belangrijkste drijfveer om dit verbod in te voeren was het dierenwelzijn. Zeker tijdens de eindejaarsdagen waren er elk jaar wel voorvallen van uitgebroken of op hol geslagen dieren uit angst voor het vuurwerk, dikwijls met dodelijke afloop.
Helaas heeft het Grondwettelijk Hof het Vlaamse vuurwerkverbod vernietigd op 17 december 2020. Het Grondwettelijk Hof vernietigt het decreet omdat het de Vlaamse bevoegdheden overschrijdt. De regeling van het gebruik van ontplofbare stoffen behoort tot de residuaire bevoegdheid van de federale overheid, stelt het Hof vast. Ook met het verbod op wensballonnen ging Vlaanderen volgens het Hof zijn boekje te buiten. Wensballonnen zijn dan wel geen ontplofbare stoffen, maar het komt aan de federale overheid toe om productnormen in te voeren. Door een product te verbieden, staat Vlaanderen dit recht in de weg.
Voor een goed begrip: er werd voor de overgang van oud naar nieuw in 2020 een algemeen vuurwerkverbod afgekondigd voor heel België. Dit kaderde in de aanpak van de coronacrisis, meer bepaald om samenscholingen te vermijden, en staat dus los van het decreet dat een principieel algemeen vuurwerkverbod invoert.
Minister, hoe reageert u op de vernietiging van het decreet betreffende het vuurwerkverbod door het Grondwettelijk Hof? Welke praktische gevolgen heeft de vernietiging van het decreet betreffende het vuurwerkverbod? Bent u van plan om te zoeken naar een nieuwe alternatieve regeling met dezelfde draagwijdte als de originele regeling uit 2019?
Zal u dan ook een overleg opstarten met de Federale Regering en met de andere deelstaten? Heeft u dat intussen misschien al opgestart?
De heer Brouns heeft het woord.
Ik kan het heel kort houden want mevrouw De Vroe heeft de problematiek al zeer goed geschetst. Ik sluit mij daar volledig bij aan. Wij hadden inderdaad op het einde van de vorige legislatuur een decreet ter bescherming van het dierenwelzijn aangenomen. Er werd een vuurwerkverbod opgelegd. Dat decreet is nu vernietigd. De vraag is dan ook, minister, welke acties u plant en welke initiatieven u richting de federale overheid neemt, die dus bevoegd is in dezen.
Minister Weyts heeft het woord.
In 2019 werd een voorstel van decreet vrij kamerbreed in het Vlaams Parlement goedgekeurd. Daartegen is dan een vreemde alliantie opgestaan: enerzijds de vuurwerkproducenten en -verkopers, en anderzijds de Federale Regering. Die alliantie is naar het Grondwettelijk Hof getrokken en heeft daar, tot onze spijt, gelijk gekregen. Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat de federale overheid exclusief bevoegd is voor ontplofbare stoffen en ook voor wensballonnen. Ballonnetjes oplaten is dus een exclusieve federale preoccupatie. Wij hadden daar de leer gevolgd van de impliciete bevoegdheid, maar dat wordt in dezen afgewezen door het Grondwettelijk Hof.
Welk gevolg kunnen we hieraan koppelen? Gelet op het feit dat dit een initiatief was van het Vlaams Parlement zelf, dat ik natuurlijk echt heb aangemoedigd, lijkt het mij zinvol dat het parlement – maar dat is maar een suggestie – toch eens nadenkt over een resolutie die twee mogelijke juridische wegen aanduidt. Ten eerste een oproep richting de Federale Regering, die dan toch zegt dat het haar bevoegdheid is. Wel, doe er dan iets mee, met die bevoegdheid en handel ernaar. Handel naar de door de decreetgever vooropgestelde intenties. De tweede mogelijkheid is dat je je richt tot de gouverneurs. Maar dat is een omweg. Gouverneurs zijn ook bevoegd. Zij zijn onze ambtenaren, zij het zowel Vlaamse als federale ambtenaren. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde. Zij kunnen dus, in hun provincie, een verbod op vuurwerk uitvaardigen.
Dat zijn dus de twee mogelijke pistes die kunnen worden aangeduid in een resolutie. Ik zal alleszins blijven doorgaan met de ontradingscampagnes en ook de burgemeesters aanschrijven omdat ook zij bevoegd zijn. Zij kunnen altijd zelfs een permanent vuurwerkverbod in de eigen gemeente uitvaardigen of bepaalde uitzonderingen toestaan. Dat kan ook allemaal. Maar het lijkt me toch zinvoller om een meer uniforme benadering te hanteren.
Ik blijf een absoluut tegenstander van vuurwerk, zowel vanuit de bezorgdheid voor het dierenwelzijn als voor het menselijk welzijn. Er is weer iemand overleden door een vuurpijl in het aangezicht. Hoeveel incidenten en accidenten moeten we nog hebben vooraleer men ter zake optreedt? We stellen vast dat men daar in andere landen iets kordater mee omgaat. Je kunt ultiem nog altijd voor de professionele beoefenaars in uitzonderingen voorzien.
Er zijn dus pistes. Als de Federale Regering zich ter zake bevoegd waant en zij wordt daarin bevestigd door het Grondwettelijk Hof, wel, oké, welaan dan, maar dan moet ze ook iets met die bevoegdheid doen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw reactie. Ik had u ook de expliciete vraag gesteld of u al in overleg bent met de Federale Regering zelf, of met de deelstaten, dan wel of u dat van plan bent. U zegt zelf dat het Vlaams Parlement twee voorstellen kan doen, een resolutie, richting het federale niveau en de gouverneurs. Dat is duidelijk. En ik denk dat het Vlaams Parlement daarin inderdaad zijn verantwoordelijkheid kan opnemen.
Maar ik kijk ook naar u, want u bent Vlaams minister van Dierenwelzijn. We hebben met z'n allen dat voorstel inderdaad goedgekeurd in 2019. We zitten nu met deze situatie. Het is een federale bevoegdheid. Vindt u het ook niet meer dan logisch dat u hier zelf het heft in handen neemt? Laat dit een toetssteen zijn voor het samenwerkingsfederalisme. Dierenwelzijn is een heel dankbaar thema, want het staat overal in België heel hoog op de agenda. Ik denk dat u als Vlaams minister zeker in contact dient te treden met uw federale collega's en met uw collega's van de deelstaten om dit aan te pakken. Ik kaats die bal dus terug naar u. Ik denk dat u daarin ook een belangrijke verantwoordelijkheid hebt.
Ik heb ten slotte een bijkomende vraag. Hebt u zicht op het aantal pv’s die werden opgemaakt voor mensen die tijdens eindejaarsvieringen en het vieren van Nieuwjaar, het vuurwerkverbod naast zich hebben neergelegd? Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar weet van heb in de politiezone Kastze – Kampenhout, Steenokkerzeel en Zemst. Minister, hebt u daar zicht op vanuit het Vlaamse niveau?
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, een resolutie in het Vlaams Parlement is dan natuurlijk terug aan u gericht. U zult dan opnieuw het heft in eigen handen moeten nemen.
Op lokaal niveau hebben we u gevolgd. We hebben allemaal uw schrijven ontvangen. In onze politiezone is er daarover aardig gedebatteerd. We hebben het opgelegd. Het doet zich het meest voor op oudjaar. Maar het is natuurlijk geen evidentie om iets af te dwingen op lokaal niveau. Een politiereglement kan natuurlijk met één pennentrek worden gemaakt, maar het handhaven en afdwingen op het terrein is een ander paar mouwen, zeker wanneer je de verkoop niet aan banden kunt leggen. Dat is nu wel gebleken.
Zoals de collega zegt, is het goed en eigenlijk noodzakelijk om in overleg te gaan met het federale niveau, met de federale minister voor Economie. Eventueel kunnen we eens naar Nederland kijken, want daar zijn, in functie van de verschillende typeringen van vuurwerk, regels gemaakt rond wie er kan aankopen enzovoort. Er zijn heel wat initiatieven mogelijk om op die weg verder te gaan. Rond dierenwelzijn, maar ook rond het algemeen welzijn, zijn er genoeg voorbeelden dat het vrij gebruik bijzonder gevaarlijk kan zijn, zowel voor dieren als voor mensen. Onder strikte voorwaarden en op bepaalde locaties kan het misschien wel.
Minister, hebt u al eens nagedacht over een meer genuanceerd gebruik van vuurwerk, naast algemene sensibilisering en ontradingscampagnes? Zo kunnen we gaan naar een kader dat werkbaar is op het terrein.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Voorzitter, ik wil mij graag aansluiten bij de vraagsteller. Ik had recent hierover een schriftelijke vraag ingediend. Het was toen nog niet duidelijk dat het Grondwettelijk Hof dit decreet zou vernietigen. Maar ik had toen aan de minister de piste geopperd om geluidsarm vuurwerk toe te staan bij de uitzonderingen die de gemeentes eventueel kunnen toelaten, bijvoorbeeld op oudjaar.
Hij heeft dan gezegd dat dat nog altijd geluid maakt. Een totaalverbod zou inderdaad het ideaalste zijn. Maar als we een totaalverbod niet kunnen klaarkrijgen, zou ik toch willen opteren voor geluidsarm vuurwerk. Ik heb ondertussen ook de vraag gesteld aan GAIA (Global Action in the Interest of Animals) wat zij daarvan vonden. Zij vinden dit een zeer goed alternatief. Geluidsarm vuurwerk maakt nog wel geluid bij de ontsteking op zich, maar in de lucht zijn de knallen weg, wat dus zeer diervriendelijk is. Volgens dingen die ik daarover gelezen heb en winkels die ik daarover bevraagd heb, zou de ontsteking op zich een geluid maken van een zeer zware vrachtwagen die voorbij rijdt in de straat, waarbij de straat waar het afgestoken wordt, een beetje geluidsoverlast zou hebben, maar het zou niet zo ver dragen als het knalvuurwerk op dit moment draagt. Het zou ook voor de gebruikers veiliger zijn, omdat er veel minder buskruit in zit. Dat zijn dan eigenlijk twee positieve dingen.
Ik ben het er natuurlijk mee eens dat een totaalverbod het beste zou zijn, maar we kunnen misschien toch, als we dat totaalverbod niet kunnen afdwingen, bij de uitzonderingen die we toestaan, opteren om enkel nog geluidsarm vuurwerk toe te laten.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil mij graag aansluiten bij deze vraagstelling. Zoals collega De Vroe en collega Brouns hebben aangegeven, blijf ik eveneens wel wat op mijn honger zitten over welke initiatieven u in dezen wilt ondernemen ten aanzien van gouverneurs of ten aanzien van uw federale collega's. U stelt voor om eventueel een resolutie te doen via het parlement. Maar het zou de eerste keer zijn dat u een resolutie nodig zou hebben om initiatief te nemen ten aanzien van uw federale collega's en/of naar gouverneurs toe. U weet dat wij in een resolutie van het Vlaams Parlement enkel een vraag kunnen stellen aan de Vlaamse Regering en u deze suggestie kunnen doen. Bij dezen ook van mij de vraag welke initiatieven u al genomen hebt en/of zult nemen ten aanzien van uw federale collega's en/of de gouverneurs.
Een tweede element: u weet dat wij, op het moment dat we het decreet in het parlement goedgekeurd hebben, vanuit onze fractie al onze bezorgdheid geuit hebben rond handhaving. Het is een probleem dat in eerste instantie lokaal bekeken moet worden. Hoe kunnen we dat zo efficiënt mogelijk organiseren? Dat is een hele uitdaging. De ervaring van de afgelopen eindejaarsperiode heeft ook opnieuw duidelijk gemaakt dat dat geen evidentie is. Minister, in dezen dan ook de vraag of daar nog verder overleg over geweest is en/of er ook ondersteunende maatregelen genomen kunnen worden naar lokale besturen om dat effectief op een goede manier te kunnen organiseren.
Een volgend element – collega Sterckx heeft er ook naar verwezen – is de kwestie van het stil of geluidsarm vuurwerk. Dat is ook in discussie gebracht bij de opmaak van het decreet. Stel dat er toch redenen zijn om bijvoorbeeld afwijkingen toe te laten op lokaal niveau, of om weet ik welke andere redenen, is het alsnog beter om geluidsarm vuurwerk te gebruiken dan wel het gewone vuurwerk. Daar was een hele evolutie in bezig. Daar is op het moment van de opmaak van het decreet wel wat overleg over geweest. Welk vervolgoverleg heeft hierover de afgelopen jaren plaatsgevonden? Hebt u daar vervolgoverleg over gehad met de sector? Is er ook nog een verdere evolutie in vast te stellen? Kan dat ook meer perspectief bieden naar de toekomst toe?
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Collega’s, jullie zullen begrijpen dat ik in de eindejaarsperiode weinig vreugde beleefd heb aan deze uitspraak van het Hof. Het moet mij toch van het hart dat ik hier de rol van de Federale Regering in het dossier echt niet begrijp. De regering-Wilmès sloot zich aan bij de eis van de vuurwerkhandelaars, een actieve daad tegen een decreet dat hier in het Vlaams Parlement toch unaniem werd aanvaard. Men haalt de bevoegdheidsoverschrijding aan bij het Hof. Goed.
Maar dan moet de Federale Regering wel weten wat ze wil. Je kunt niet naar het Grondwettelijk Hof stappen om een verbod te torpederen op basis van die techniciteit, of om die bevoegdheid op te eisen en er dan vervolgens niets mee doen. Ik hoop natuurlijk dat er op federaal vlak snel iets zal bewegen. Mevrouw De Vroe heeft wel verwezen naar het verbod dat er dit jaar was, maar dat heeft uiteraard niets te maken met veiligheid en dierenwelzijn, maar eerder met corona. Blijkbaar was men intussen dan toch tot de vaststelling gekomen dat vuurwerk zo gevaarlijk is dat ziekenhuizen overspoeld worden met slachtoffers. Het is goed dat dat inzicht er intussen is, maar ik reken er dan toch ook op dat de federale collega’s de duidelijke verantwoordelijkheid die ze daarin hebben gekregen, zullen opnemen.
Ik ben tevreden dat de minister ook naar alternatieve mogelijkheden verwijst die de volgende periode zullen bekeken worden. Ik hoor u spreken over geluidsarm vuurwerk. De collega’s die in de vorige legislatuur bij de opmaak van het decreet waren betrokken, weten dat er toen een probleem was met de definities en dat het niet zo makkelijk was om geluidsarm vuurwerk te definiëren. Daarom was het ook niet zo makkelijk om dat decretaal op te nemen. Het is mogelijk dat daar intussen nieuwe evoluties in zijn. Innovatie kan uiteraard snel gaan. Dit wordt dus zeker vervolgd.
Minister Weyts heeft het woord.
Misschien nog even punctueel: ik heb geen zicht op de pv’s die zijn opgesteld door alle politiezones of lokale besturen. Die vraag dient u tot de ter zake bevoegde minister te richten.
Dan is er de suggestie van geluidsarm vuurwerk. Je hebt nog altijd een knal en een lichtflits, maar los daarvan moet je wel bepalen wat geluidsarm vuurwerk is. Je moet de productnormen van ontplofbare stoffen bepalen. Je mag tweemaal raden wie daarvoor verantwoordelijk is. Jawel, de federale overheid. We botsen daar opnieuw tegenop.
Mijn doelstelling is duidelijk, en ik hoop die van het parlement ook. Het lijkt me toch wel zinvol dat het nieuw samengestelde parlement na de verkiezingen zou herbevestigen dat men wel degelijk voorstander blijft van zulke beperkingen. Ik hoop dat het ook een oproep lanceert. U mag mij gerust oproepen of via een resolutie wie dan ook oproepen, inclusief de Federale Regering of de gouverneurs. Via zo’n resolutie geeft u mij een mandaat en dan spring ik in mijn harnas, neem mijn lans en ga ik in galop naar ja, naar wie eigenlijk, ik denk naar de minister die dit heeft aangevochten en dat was minister Muylle in haar bevoegdheid van minister van Economie en Consumentenzaken. Ik zal dus nu naar minister Dermagne moeten galopperen, voor zover dat natuurlijk nodig is. Er is al op gewezen dat de federale overheid ter zake haar gelijk en haar bevoegdheid bevestigd zag. Dan zou je denken dat ze daar iets mee doet, omdat ze het toch zo belangrijk achtte om die naar zich toe te trekken. Welaan dan, handel en zorg dan voor de invoering van een verbod en voor beperkingen. Als we ons als Vlaams Parlement ter zake goed uitspreken, of als we de intentie herbevestigen die het vorige parlement in zijn toenmalige samenstelling had, kunnen we hiermee alleszins veel beter aan de slag.
Bedankt, minister, ik heb de indruk dat u de laatste tijd veel ridderstrips hebt gelezen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, wij verwachten actie van u. U hebt het van alle collega’s gehoord en wij verwachten dat u in overleg gaat met uw federale collega’s, ook inzake diervriendelijk vuurwerk. U weet dat dat in Vilvoorde ook al gebeurde. U hebt ook gelijk dat het federale niveau opnieuw bevoegd is voor de productnormering. U deed de uitspraak dat we daar dan opnieuw tegenop botsen. Die uitspraak stoort mij wel. Als u zelf nog niet in overleg bent gegaan en u doet dan wel die uitspraak, dan betreur ik dat. Ik hoop dat u de blokkades die u nu al ziet zonder enige stap naar overleg te zetten wegneemt en zo snel mogelijk initiatief neemt om dit toch zo belangrijke dierenwelzijnsdossier aan te pakken. Wij rekenen op u en wij zullen uiteraard als parlementsleden ook onze job doen. We kijken toch naar u en u mag zeker een vervolg verwachten van deze vraag.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, ik kan me in grote mate aansluiten bij het slotwoord van collega De Vroe. Het siert u dat u als een ridder voor het dierenwelzijn wil strijden. Het is goed en ik denk ook dat het moet, maar het is ook belangrijk dat u de juiste wegen volgt. Het is nu duidelijk dat het niet kan zonder de federale collega's; u had het misschien eerder kunnen doen. Laat het nu duidelijk zijn dat het niet anders zal kunnen dan in overleg met de bevoegde overheden. Willen we het effectief waarmaken op het terrein – en ik spreek uit ervaring –, dan zal er toch een duidelijker en robuuster kader moeten zijn om te komen tot afspraken die afdwingbaar zijn en die leiden tot minder gevaarlijke toestanden, in het belang van dier en mens.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.