Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in november 2020 werd Vlaanderen opgeschrikt door een ernstig geval van dierenmishandeling. Schijnbaar zonder aanleiding stak een passerende jogger met meerdere messteken een klein loslopend hondje dood. Opvallend was dat de dader niet aangehouden kon worden op grond van dierenmishandeling omdat de strafmaat daarvoor te laag ligt. De maximumstraf bedraagt op dit moment zes maanden. De wet voorziet echter de mogelijkheid tot aanhouding door de onderzoeksrechter voor feiten die kunnen worden bestraft met een gevangenisstraf van één jaar of meer, wat dus voor dierenmishandeling niet mogelijk is. Enkel omdat hij het misdrijf pleegde met een mes en daardoor de wetgeving op het verbonden wapenbezit overtrad, kon hij worden aangehouden.
In 2018 verstrengde Vlaanderen de strafmaat in de dierenwelzijnswetgeving voor recidivisten, waardoor straffen tot achttien maanden mogelijk zijn bij recidive binnen drie jaar. Buiten het geval van recidive blijft de strafmaat echter bedroevend laag op zes maanden gevangenisstraf en/of een geldboete. In Wallonië kunnen echter straffen worden opgelegd tot drie jaar. Er lijkt in het diervriendelijke Vlaanderen nochtans een groot draagvlak te zijn voor strenge straffen voor dierenbeulen.
Minister, deelt u de mening dat de straffen voor ernstige dierenmishandeling nog steeds te laag liggen en dus te weinig afschrikwekkend zijn? Hebt u plannen om de huidige strafmaten in de Vlaamse dierenwelzijnswetgeving te verzwaren? Meent u dat het niet kunnen aanhouden van dierenbeulen met de huidige strafmaten, een belangrijk argument is om de strafmaten te verhogen?
Minister Weyts heeft het woord.
We zijn het ten gronde volmondig eens, denk ik. Ik vind ook dat de straffen voor overtredingen op de Dierenwelzijnswet strenger mogen.
Ik heb al een stap vooruit gezet. In 2018 zijn de straffen voor recidive verhoogd. Bij herhaling binnen drie jaar, na de vorige veroordeling, is het nu zo dat de gevangenisstraffen worden verdubbeld of, in geval van ernstige mishandeling of verwaarlozing, vermenigvuldigd met een factor zes. In bepaalde gevallen zijn met andere woorden gevangenisstraffen tot drie jaar zelfs mogelijk, en dus niet enkel tot achttien maanden. Ik denk dat we nog stappen vooruit kunnen zetten.
U verwijst naar een casus, en ik sluit me daarbij aan. Ik heb mijn diensten opdracht gegeven om voorstellen uit te werken in de Vlaamse Codex voor Dierenwelzijn, dit na overleg met onder meer de parketten.
Mijn opzet is om de strafbepalingen en de wijze van handhaving uit de huidige Dierenwelzijnswet globaal te herbekijken. Zo ook wordt momenteel de mogelijkheid van het opleggen van alternatieve sanctiemogelijkheden onderzocht, naast de financiële sanctie. Vroeger gebeurde alles correctioneel, met als gevolg dat heel veel klachten werden geseponeerd. Voor de parketten was de drempel te hoog. Ze wilden geen correctionele procedures voeren. We hebben er dan voor gezorgd dat een groot deel van de overtredingen administratief kan worden afgehandeld, met boetes. We hebben dan aan de parketten laten weten dat, als we nog dossiers aan hen bezorgen, ze die ernstig moeten nemen. Het parket heeft daar eigenlijk heel positief op gereageerd. Er is een behoorlijke toename van uitspraken en behandeling van dossiers door parket en gerecht. Het begint dus vruchten af te werpen op het vlak van de rechtspraak. Er worden effectief straffen uitgesproken. De tendens is goed.
Maar we willen ook het arsenaal aan strafmaatregelen wat verruimen, dus niet enkel de strafmaat verhogen maar ook kijken dat we een derde onderscheid kunnen maken. Er zijn de administratieve geldboetes, dan zouden we ook alternatieve sanctiemogelijkheden zoals een taakstraf of een leerstraf kunnen hebben, en daarnaast natuurlijk de andere strafrechtelijke sancties, tot en met de gevangenisstraf, waar we ook de lat hoger mogen leggen. Maar ad hoc en arbitrair nu gewoon de strafsancties verhogen, lijkt me geen goede piste. Als we het met die drie trappen kunnen aanpakken, dan denk ik dat we erin zullen slagen om het overtreden van de dierenwelzijnswetgeving nog vakkundiger te beteugelen.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, ik ben zeer blij met uw antwoord, namelijk dat u ook vindt dat de strafmaat moet worden verhoogd. Ik ben het er wel niet mee eens dat we gaan wachten tot we effectief tot de Vlaamse codex komen. Uw intenties zijn zeer goed en het is ook zeer goed dat u het breder wil opentrekken en onder andere taakstraffen wil invoeren, maar de Vlaamse codex is er nog niet en die zal er morgen ook nog niet zijn. Ik wil toch oproepen om de straffen die we nu al kunnen verhogen, al te verhogen. Mocht er zich nog eens een geval voordoen, of zoals er nu recent gebeurd is met katje Laurie, dat met chemische stoffen overgoten is, en men zou te weten kunnen komen wie de dader is, dan kan die nu ook al daadwerkelijk worden gestraft met een gevangenisstraf of hogere boetes.
We hebben zelf al een initiatief genomen en een voorstel van decreet hiervoor ingediend. Ik hoop dat u dit mee wilt steunen en dat we in de toekomst de Vlaamse codex nog kunnen verruimen wat betreft de strafmaat, maar dat we nu toch al enkele concrete stappen kunnen nemen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het toeval – of is het geen toeval? – wil dat collega Rousseau en ikzelf ook een voorstel van decreet hebben ingediend over deze aangelegenheid. Ik vind het goed dat heel de commissie dat bepaalde incident betreurt. Mevrouw Sterckx, ik neem aan dat ook het voorstel van decreet dat u voorlegt, daarop gebaseerd is. Ons voorstel van decreet, dat wellicht een van de komende weken aan bod zal komen, is iets minder streng dan dat van de collega's van het Vlaams Belang, want dat verstrengt de wetgeving toch serieus tot gevangenisstraffen van een jaar en een minimumboete van 100 euro, wat natuurlijk met acht kan worden vermenigvuldigd. Voor recidivisten en ernstige mishandeling kan de gevangenisstraf in ons voorstel respectievelijk verdubbeld of verzesvoudigd worden en de boetes respectievelijk verhoogd tot 5000 euro of 12.500 euro. Zo komen we bij ernstige misdrijven aan straffen tot zes jaar.
Waarom doen wij die voorstellen, die zwaarder zijn dan nu maar minder zwaar dan het voorstel van het Vlaams Belang? We denken dat dierenmishandeling zeker en vast zwaar moet worden bestraft maar toch nooit zwaarder kan worden bestraft dan misdrijven op personen. Ik denk dat ze wel kunnen worden gelijkgesteld in een uiterste geval, maar zwaardere straffen lijken mij niet aan de orde. Vandaar ons voorstel, dat wellicht hopelijk een van de komende weken zal worden behandeld. Voor ons is het ook belangrijk dat in het geval iemand echt een zwaar misdrijf pleegt, die maximumstraf van een jaar maakt dat aanhouding mogelijk is. Daarom stellen wij die timing voor.
Ik ben het eens met de minister om gebruik te maken van de Vlaamse Codex voor Dierenwelzijn om de zaken eens goed te screenen en te actualiseren. Maar ik ben het er niet mee eens dat we in afwachting geen initiatieven kunnen nemen om bepaalde dingen te vermijden. Het is correct dat we voor de Vlaamse codex moeten kijken naar wat Wallonië doet, maar daar liggen de straffen zeer hoog. Ik heb dat nagevraagd. Dat heeft vooral te maken met het feit dat zij mikken op inbreuken die terugkomen, namelijk op recidivisten, vooral in de veeteelt en de landbouwsector, waar het dus gaat over landbouwdieren.
Dat is de reden waarom de straffen daar zeer hoog liggen. Dat gaat over een economisch circuit en minder over waar wij het hier over hebben, namelijk agressie ten opzichte van huisdieren of gezelschapsdieren.
Dit lijkt ons dus iets te zwaar. Er moet een gelijkenis gevonden kunnen worden met misdrijven op personen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik vind het goed dat u heel duidelijk hebt gesteld dat de strafmaat nog vrij recent aanzienlijk is verzwaard. Dat is belangrijk in het kader van een zwaar mediadossier, wat uiteraard zwaar te betreuren valt. Elke vorm van dierenmishandeling moet heel zwaar worden bestraft. We zitten daar met z'n allen op dezelfde golflengte.
Maar alles valt of staat met controles en goede handhaving, en daar wringt toch nog wel het een en ander. U kent mijn mening daarover. Het is belangrijk om de pakkans zo groot mogelijk te maken en te voorkomen dat vastgestelde overtredingen onterecht en zonder gevolg geseponeerd worden.
Het is ook heel belangrijk dat elk politiekorps een politieagent heeft die verantwoordelijk is en de nodige kennis heeft inzake dieren en dierenwelzijn en de nodige contacten heeft met de dierenartsen die ter plaatse komen om mee te oordelen over de verwaarlozing of de mishandeling. Dat moet op een grondige manier gebeuren.
Verder heb ik nog een aantal schriftelijke vragen lopen, alsook mijn collega op federaal niveau, om te bekijken in hoeverre overtredingen in pv’s worden omgezet en in welke mate die resulteren in sanctionering of seponering. Het is belangrijk om die cijfers in kaart te brengen en daar dan verder gevolg aan te geven.
In het verleden hebt u al te kennen gegeven dat u voor overtredingen op dierenwelzijn het positief injunctierecht wilt inroepen, waarop Vlaanderen dan een beroep kan doen om deze feiten bij voorrang een gerechtelijke vervolging te geven. Wat is op dat vlak de stand van zaken?
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, in 2018 is de wetgeving veranderd en verstrengd. Voor zover ik het mij goed herinner, is er toen per politiezone een verantwoordelijke dierenwelzijn aangekondigd. Ik zou graag van u de cijfers willen om na te gaan wat het resultaat daarvan is. Dat is ondertussen een dikke twee jaar geleden. Is er een verschil in vaststelling van dierenmishandeling en dierenverwaarlozing vanuit de politiezones of inspectiediensten in vergelijking met de situatie voor 2018? Dat kan ons helpen om op een adequate manier een antwoord te bieden op die problematiek.
Zowel in Wallonië als in Nederland is de strafmaat hoger. Het zou interessant zijn om een benchmarking te doen met de ons omringende landen om te bekijken hoe men het daar aanpakt. Elk juridische situatie is natuurlijk anders, maar het is wel interessant om na te gaan wat het meeste effect heeft, om zo een zo effectief mogelijk beleid van in het begin te voeren en te leren uit de ‘best practices’ van elders. Bent u daarmee bezig of hebt u dat al gedaan?
Het aantal aanmeldingen bedroeg vorig jaar meer dan 5500 gevallen, wat toch heel veel is. Hoeveel daarvan gaan over direct geweld op dieren en in hoeveel gevallen gaat het over verwaarlozing? Ik vrees dat dierenverwaarlozing een zwaar onderschat probleem is.
Dat heeft natuurlijk te maken met een stukje van het debat dat we daarnet hadden. Als je een dier aankoopt zonder daar goed over na te denken of zonder goed te beseffen wat het eigenlijk nodig heeft om zich goed in zijn vel te voelen, dan kan dierenverwaarlozing heel ernstige vormen aannemen, zelfs al wordt het niet zo bedoeld, zelfs al is dat niet de intentie.
Minister, kunt u in cijfers een verschil maken, of wordt er een verschil gemaakt tussen de rechtstreekse gewelddaden vanuit wreedheid en vormen van dierenverwaarlozing die een even hard effect kunnen hebben maar die een andere insteek hebben? Dat vergt een andere behandeling. Kunt u daarover duidelijkheid verschaffen?
Bij onze discussie over de beleidsnota bleek dat wij in de voorbereidende fase van de codex zitten. Ik heb een paar keer naar de timing gevraagd, ook bij het herbekijken van de begroting. Een aantal zaken werden vaag geformuleerd, zonder duidelijke timing. Als u ons kunt garanderen dat wij volgend jaar, wanneer wij een nieuwe codex hebben, een duidelijke timing hebben, zitten we in een ander verhaal dan als dat niet duidelijk is en niet in een voorbereidende fase zit. Ook daarover had ik graag wat duidelijkheid. Als het langer dan een jaar duurt, zie ik geen enkel beletsel om geweld tegen dieren en dierenverwaarlozing sneller aan te pakken en om de straffen te verhogen, conform met wat er in Wallonië gebeurt en wat er in Nederland al is beslist.
Ik had daar graag wat toelichting bij gekregen. Welke timing stelt u voorop voor de totstandkoming van die codex? Ik heb die vraag al eens in een breder kader gesteld maar stel ze nu opnieuw in het kader van deze thematiek.
Mevrouw Claes heeft het woord.
We zijn het er in deze commissie over eens dat dierenmishandeling niet ongestraft kan blijven. We zijn blij dat er stappen vooruit worden gezet. Minister, vorig jaar, bij de bespreking van de beste beschikbare technieken (BBT) haalde u reeds aan de strafmaat te willen verstrengen door de geldboetes te verhogen. Ik hoor u nu vertellen dat u dat wilt koppelen aan de Vlaamse Codex voor Dierenwelzijn. Hoever staan we daar nu mee? Welke stappen worden er nu gezet? Welke timing voorziet u daarvoor? Welke pistes ziet u nog voor het wijzigen van de strafmaat? Wordt daarbij gekeken naar de andere regio’s?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil, aangezien elke partij al is tussengekomen, voor de volledigheid van het verslag ook heel duidelijk stellen dat tegen dierenmishandeling de nodige gepaste en strenge straffen moeten worden ingezet. Minister, u bent bezig met een oefening daaromtrent. Wij kijken daar zeker naar uit omdat wij goed beseffen dat dit een sluitend verhaal moet zijn. Wij moeten de mazen in het net sluitend maken. Wij moeten de straffen voor de verschillende overtredingen die er zijn op maat kunnen maken, zodat ze ook effectief kunnen zijn op het terrein. Er is de visie ten aanzien van eenmaligheid en dergelijke meer. Dat zijn allemaal zaken die moeten worden meegenomen in die oefening. Minister, ik geef aan dat wij uiteraard ook staan voor een sterk handhavingsbeleid en voor strafmaatregelen, en dat wij uitkijken naar die oefening. Ik was ook, net als mijn collega’s, benieuwd naar de timing daaromtrent. Die vraag hebbend de collega’s al gesteld, dus zullen wij daar wel meer over vernemen.
Minister Weyts heeft het woord.
Wij hebben er bij de politiezones altijd op aangedrongen dat per politiezone minstens één iemand verantwoordelijk zou worden gesteld voor dierenwelzijn.
Ik heb nu geen recente gegevens, maar ik had wel begrepen dat de meeste politiezones tegemoetgekomen zijn aan die vraag.
Twee, wat de strafmaat en de wijziging betreft, dat moet weloverwogen gebeuren en met inachtname van de redelijkheid en de proportionaliteit. Dat heeft niet alleen te maken met het justitiële aspect of rechtvaardigheidsaspect zelf, maar ook met het feit dat we dat moeten vastleggen in overleg met de parketten, net om te verhinderen dat je de lat zo hoog legt dat rechters uiteindelijk terughoudend zullen zijn om bepaalde straffen uit te spreken. Dat heeft ook consequenties voor het seponeringsbeleid. Je moet dat absoluut vermijden en dus moet je er altijd voor zorgen dat er een goede mate van proportionaliteit in vervat zit. Dat staat ook op de agenda van ons overleg met de parketten, dat we zo'n twee keer per jaar organiseren. Ik wil daarbij vooral die driedeling tot stand brengen: ten eerste, de geldboetes, ten tweede, daaraan toegevoegd de mogelijkheid van alternatieve straffen, taakstraffen en leerstraffen, en ten derde, de gevangenisstraffen. Ten aanzien van minstens enkele vergrijpen moeten we gaan naar een verhoging van de strafmaat.
Een derde element dat ik u hier wil meegeven, is dat we betrokken zijn bij de vastlegging van de vervolgingsprioriteiten. Het college van procureurs-generaal legt de vervolgingsprioriteiten vast. Wij hebben daar vanuit Vlaanderen ook inspraak in. En wij vragen om dierenwelzijn ook als een vervolgingsprioriteit aan te duiden, die wordt doorgegeven door het college van procureurs-generaal aan de parketten en de openbare ministeries. Wat ons betreft, krijgt dierenwelzijn vervolgingsprioriteit. Ik ga ervan uit dat, wanneer die vervolgingsprioriteiten worden herbekeken, dierenwelzijn opnieuw wordt aangeduid als een vervolgingsprioriteit, alleszins wat Vlaanderen betreft.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, collega's, ik dank jullie omdat jullie ermee akkoord zijn dat de strafmaat moet worden verhoogd. Ik blijf van mening dat we eigenlijk niet kunnen wachten op de Vlaamse Codex, want we hebben ook nu geen termijn gekregen van de minister wanneer die zal worden ingevoerd. We kunnen nu al de strafmaat verhogen, want we moeten de parketten toch ook de mogelijkheid bieden om eventueel mensen te kunnen oppakken en een straf uit te spreken. Ze kunnen dan zelf beslissen of zij een voorwaardelijke of effectieve gevangenisstraf geven, of enkel een geldboete. Maar we moeten hen wel de mogelijkheid geven om dat te doen.
En zelfs als het eenmalig is, moeten we toch ook kunnen bestraffen. Want we moeten er rekening mee houden dat het sommige mensen een kick geeft om dieren te mishandelen, en de stap van dieren naar personen is soms klein. Als we het van in het begin in de kiem kunnen smoren en de mensen al daarop kunnen bestraffen, kunnen we misschien vermijden dat ze ooit strafbare feiten op personen zullen plegen. Daarom moeten we dierenmishandeling echt strenger aanpakken. Ik blijf er dan ook op hameren om die strafmaat nu al op te trekken. We hebben daarvoor een voorstel van decreet ingediend. De sp.a-fractie vindt de strafmaat daarin echter te zwaar, omdat die de strafmaat voor misdrijven op personen niet zou mogen overstijgen. Als Vlaams Belang zijn wij echter van mening dat de huidige wetgeving, de huidige strafmaat voor misdrijven op personen ook veel te laag is. Die moet dus zeker ook worden aangepakt. Maar dat hoeft natuurlijk niet ter sprake komen in de commissie Dierenwelzijn, wel in een andere commissie. Ik denk zelfs dat het op federaal niveau moet worden aangepakt. Maar we moeten er toch op blijven hameren dat we dierenwelzijn strenger moeten aanpakken en niet mogen wachten tot die Vlaamse Codex er is. Is die er binnen een paar maanden, perfect. Maar duurt het nog twee jaar, dan moeten we het echt nu aanpassen en de strafmaat veranderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.