Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, op 6 januari 2021 verscheen in de pers een artikel over zelfverwonding bij jongeren. Professor klinische psychologie Imke Baetens gaf daarin mee dat uit onderzoek blijkt dat ongeveer 1 op de 5 jongeren tussen 12 en 18 jaar ooit aan zelfverwonding doet. 6,5 procent van hen zou dat actief doen. Spreken over zelfverwonding is vaak nog een taboe, wat ervoor zorgt dat 1 op de 2 het verbergt voor de omgeving.
Zelfverwonding kan dienen als manier om tot een zekere spanningsreductie te komen. Daarbij is er geen suïcidale intentie. Er zijn daarbij verschillende manieren om aan zelfverwonding te doen. Zo kan men zichzelf krassen, verbranden of snijden. Andere psychische problemen, negatieve ervaringen, temperament en adolescentie worden als risicofactoren aanzien. Zo komt zelfverwondend gedrag vaak samen voor met eetstoornissen, depressie, borderline persoonlijkheidsstoornis of angststoornissen. Het is zeer belangrijk om de problematiek tijdig te signaleren en aan te pakken, aangezien zelfverwonding op termijn wel kan leiden tot zelfmoordgedachten.
Jongeren vinden momenteel informatie over zelfverwonding op de website zelfverwonding.be. Daarnaast kunnen ze ook altijd terecht op de website van Verwonderd, de Vlaamse vereniging ter preventie van zelfverwonding.
Minister, welke initiatieven neemt u om de problematiek onder de aandacht te brengen en het taboe te doorbreken? Zult u sensibiliseringscampagnes opzetten? Hoe evalueert u deze cijfers? Zijn er signalen dat ook zelfverwonding is toegenomen tijdens de coronacrisis?
Scholen kunnen momenteel wel al een preventiepakket over zelfverwonding bestellen, maar zijn er momenteel ook al specifieke preventieprogramma’s betreffende zelfverwonding voor andere voorzieningen die met jongeren omgaan? Gaat u daarover in overleg met uw collega-ministers? Welke initiatieven neemt u nog ter preventie van zelfverwonding? Welke andere initiatieven neemt u om de problematiek aan te pakken?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, vanuit Vlaanderen voeren we geen apart of specifiek beleid gericht op de preventie van zelfverwonding. De Vlaamse overheid zet wel in op suïcidepreventie en op geestelijkegezondheidsbevordering. Door het versterken van beschermende factoren zoals veerkracht, kan ook zelfverwondend gedrag worden voorkomen. De wetenschappelijke evidentie spoort aan tot het gebruik van een universele interventie om de beschermende factoren te verhogen. Veeleer dan te focussen op de specifieke problemen, zet het preventieve gezondheidsbeleid in op de determinanten van gezond of ongezond gedrag.
We blijven dan ook verder inzetten op het bevorderen van de geestelijke gezondheid, zeker ten aanzien van de jongeren. Dergelijke algemene gezondheidsbevordering, zoals het aanleren van goede copingvaardigheden, het stigma op psychische problemen doorbreken en toeleiden naar hulp, werkt beter dan het geven van specifieke psycho-educatie. Zeker bij zelfverwondend gedrag is het risico op kopieergedrag bij jongeren groot en dus moet daar voorzichtig mee worden omgesprongen.
De kern van de geestelijke gezondheidsbevordering ligt in het versterken van protectieve factoren en het verminderen van risico’s, in plaats van een focus op ziekte of specifieke problemen. Dat impliceert dat de activiteiten die vertrekken vanuit die basisvisie, er niet op gericht zijn om bepaalde gedragingen te stoppen, maar zich focussen op het bevorderen van gezond gedrag en het uitbouwen van een gezonde levensstijl. Kinderen en jongeren worden op die manier voorbereid om op een gepaste manier te kunnen omgaan met de verschillende uitdagingen die zij in hun levensloop tegenkomen.
Binnen dat meer algemene beleid rond geestelijkegezondheidsbevordering is er evenwel ruimte om tegemoet te komen aan de specifieke nood aan deskundigheidsbevordering van ouders en hulpverleners in het omgaan met jongeren die zelfbeschadigend gedrag stellen. Daarom werd door onze partnerorganisatie voor suïcidepreventie, het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP), een brochure vertaald die ontwikkeld werd aan de universiteit van Oxford. De Vlaamse brochure wordt aangeboden op de portaalsite zelfmoord1813.be.
Op deze portaalsite is daarnaast ook een factsheet over zelfbeschadigend gedrag beschikbaar. Ouders en jongeren met vragen over zelfverwonding kunnen ook terecht bij Tele-Onthaal, Awel of het Jongeren Advies Centrum (JAC).
Zoals ik al zei, moeten we bij dergelijke problemen rekening houden met het risico op kopieergedrag bij jongeren. Daarom wordt er aangeraden om in te zetten op algemene gezondheidsbevordering en een positieve beeldvorming, en om jongeren aan te sporen om te praten over hun problemen en om tijdig hulp te zoeken. Om deze reden zal ik geen sensibiliseringscampage opzetten specifiek rond zelfverwonding.
Het lessenpakket gericht op zelfverwonding gaat niet uit van mijn beleid en kadert dus niet in het Vlaams preventief gezondheidsbeleid. Het preventiepakket zelfverwonding voor scholen werkt met het Nederlandse programma ‘Happyles’ als basis. Dit is een aanbod ter bevordering van het welbevinden en geluk en ter preventie van depressieklachten bij jongeren tussen 13 en 25 jaar. Voor de preventie van zelfverwonding werd een extra klassikale les rond zelfverwonding toegevoegd aan het standaard Happyles-pakket. Een interventie met focus op specifieke problemen of stoornissen kan aanvullend worden ingezet bij geestelijke gezondheidsbevordering in schoolcontexten, maar is vanuit Vlaanderen zeker geen primaire keuze. Aansluitend hierbij rijst onvermijdelijk de vraag rond welke specifieke problemen of stoornissen er dan een bijkomend lessenpakket aangeboden moet worden. Zowel de praktijk als de wetenschappelijke literatuur wijst erop dat het onmogelijk is om in de schoolcontext specifieke aandacht te besteden aan alle problemen of uitdagingen waarmee jongeren te maken krijgen. We moeten vermijden dat er voor iedere geestelijke gezondheidsproblematiek in aparte lessen wordt voorzien.
De kadermethodiek ‘Gezonde school’ van onze partnerorganisatie Vlaams Instituut Gezond Leven, is erop gericht een geïntegreerd gezondheidsbeleid te ontwikkelen binnen een school. Geïntegreerd betekent dat er tegelijkertijd wordt ingezet op verschillende strategieën en op meerdere interventieniveaus. Een kwaliteitsvol gezondheidsbeleid op school omvat binnen meerdere strategieën en interventieniveaus acties die elkaar onderling versterken. Visueel wordt dit zichtbaar gemaakt in de gezondheidsmatrix. Meestal gebeurt de invulling van die matrix themaspecifiek.
Het preventieve gezondheidsbeleid vertrekt doorgaans ook van gezondheidsbevordering bij een hele doelgroep. Waar dat niet volstaat, wordt bijkomend ingezet op vroegdetectie en vroeginterventie en op een vlotte aansluiting met professionele hulpverlening.
Ik blijf verder inzetten op het bevorderen van de geestelijke gezondheid, zeker ten aanzien van jongeren, onder andere via het bestaande platform Nok Nok.
Vlak voor kerst heeft de Vlaamse Regering ook een project goedgekeurd waarbij Gezond Leven aan de slag gaat in de setting onderwijs met bestaande en nieuwe methodieken om leerkrachten te ondersteunen om het mentale welbevinden van leerlingen bespreekbaar te maken in de klas.
Zoals u weet zijn de onderhandelingen voor het sluiten van een nieuwe beheersovereenkomst met een partnerorganisatie rond geestelijke gezondheidsbevordering nog bezig. Binnen deze beheersovereenkomst zal er zeker ook aandacht gaan naar de doelgroep van jongeren.
Daarnaast starten we met de implementatie van de methodiek ‘Gezond Leven Check Het Even’ bij leerlingen van het derde middelbaar, waarmee we ook inzetten op signaalherkenning. Met deze methodiek worden leerlingen bevraagd over verschillende leefstijlaspecten zoals mentaal welbevinden, lichaamstevredenheid, voeding en beweging. Aansluitend op de bevraging worden leerlingen ondersteund met informatie op maat, kan men risicogedrag detecteren en er ook een interventie aan koppelen.
Vanuit het Steunpunt Geestelijke Gezondheid wordt sterk ingezet op het doorbreken van stigma’s en het aanmoedigen van het praten over psychische problemen via de campagnes van Te Gek!?. Het is van groot belang om psychische problemen bij onze jeugd adequaat en tijdig te detecteren en om gericht te interveniëren. Hier moet de koppeling met professionele hulpverlening gemaakt worden. Het programma rond vroegdetectie en vroeginterventie dat binnen de netwerken van geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren wordt uitgevoerd, richt zich hier specifiek op en wordt ook in 2021 gecontinueerd.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik ben tevreden met uw antwoord en heb geen bijkomende vragen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dit is een terechte vraag, die goed in de gaten moet worden gehouden en die ook niet nieuw is.
Ik heb maar één vraag. U reikt in uw antwoord het onderwijs handvatten aan, met de juiste nuances die u legt over het kopieergedrag en de onmogelijke verwachtingen richting onderwijs om alles aan te kaarten en om op alles een antwoord te hebben.
Maar ik denk dat het misschien interessant is om diezelfde handvatten in aangepaste vorm ook aan te bieden in andere sectoren waar jongeren elkaar ontmoeten. Ik denk aan de sportsector, aan jeugdwerk, enzovoort. Ook zij kunnen niet alle antwoorden geven maar het is toch goed en belangrijk dat mensen die daarin actief zijn, handvatten krijgen om signalen te herkennen en eventueel door te verwijzen naar de juiste plaats. Ik denk dat daar wel nog uitdagingen kunnen liggen, ook in de komende beheersovereenkomsten. We mogen dus niet enkel op het onderwijs focussen.
Minister Beke heeft het woord.
Ik heb geen verdere bedenkingen meer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.