Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de bijsturing van correctiefase 2
Vraag om uitleg over de beperking van de daling van het persoonsvolgend budget tot 15 procent
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Jans heeft het woord.
In de titel van de vraag zit de inleiding al. In deze commissie hebben we het al vaak gehad over de zogenaamde correctiefase 2. Een tijd geleden hebben we de omslag gemaakt naar een persoonsvolgend budget. De volgende oefening was om elke persoon met een beperking een budget op maat toe te kennen. We hebben toen vastgesteld dat het basisprincipe was dat bij een soortgelijke zorgvraag er ook een soortgelijk budget zou zijn. Dat principe heeft aanleiding gegeven tot correctiefase 2.
Daarin hebben we vastgesteld dat om de scheeftrekkingen uit het verleden recht te trekken, we zullen moeten morrelen aan de budgetten. Voor een groot aantal mensen hield dat in dat het budget noodzakelijkerwijs zou stijgen, want ze kregen te weinig. Voor andere mensen hield dat in dat het budget zou dalen. Soms daalde dat met 20, 30,40 en zelfs 50 procent. Je kunt je afvragen of de zorgcontinuïteit voor die mensen nog blijvend kan worden verleend.
De zorgcontinuïteit kwam in het gedrang en daarom werd de beslissing genomen om de daling van het budget van correctiefase 2 te plafonneren tot 15 procent. Aan de budgetten die in stijgende lijn gaan, wordt natuurlijk niet geraakt. Voor de budgetten die dalen, was al een fasering voorzien, maar nu wordt dat afgeremd op 15 procent. Ik verneem dat het gaat over meer dan 4200 personen.
En ik wil hierover graag de volgende vragen stellen aan u, minister. Op welke manier zullen de gevolgen van die beslissingen gecommuniceerd worden naar de betrokkenen? Hoe zorgt u ervoor dat iedereen snel en accuraat de correcte informatie krijgt of daarover kan beschikken?
Hoe zal de uitvoering concreet in de praktijk verlopen? Het besluit is genomen. Moet er nog regelgeving aangepast worden? Welke stappen moeten nog gezet worden om dat alles zo snel mogelijk in de juiste plooi te leggen?
Ten slotte, in hoeveel gevallen van de 4200 personen waarop die beslissing betrekking zou hebben, gaat het om mensen die gebruikmaken van niet-rechtstreeks toegankelijke hulp?
De heer Anaf heeft het woord.
Ik heb inderdaad een vraag over hetzelfde thema omdat vorige week de minister aankondigde dat er alsnog een beperking zou zijn van de correctiefase 2, tot maximaal 15 procent minder. We kunnen toch over een zeker voortschrijdend inzicht spreken in dit geval want het is zo dat het Raadgevend Comité al duidelijk had aangegeven dat het dat tot maximum 15 procent zou willen beperken. De minister had daar in eerste instantie geen gehoor aan gegeven. Ik ben blij dat die beslissing is herzien.
Die beslissing komt er na een jaar waarin die correctiefase 2 zwaar onder vuur was komen te liggen en waarbij ook 150 personen met een handicap naar de rechtbank zijn gestapt om die beslissing aan te vechten. Ze argumenteerden dat de correctiefase 2 de kwaliteit van zorg voor hen in het gedrang zou brengen en dus ook de grondrechten van de personen met een handicap.
Het meest bekende voorbeeld is de situatie van de gebruikers van de diensten voor zelfstandig wonen, die vreesden dat zij door de besparingen in de context van correctiefase 2, en de andere besparingen van deze Vlaamse Regering op de beheerskosten, genoodzaakt zouden worden om voor collectieve en minder vrije woonvormen te kiezen omdat de flexibiliteit die zelfstandig wonen aanbiedt, niet langer gegarandeerd kan worden door de besparingen. Die rechtszaak is tijdelijk stilgelegd nu bekend raakte dat de minister wijzigingen had aangebracht aan correctiefase 2.
Klopt het dat u van plan bent om de budgetdalingen in de context van correctiefase 2 te milderen tot maximaal 15 procent? Hoe zal dat concreet worden uitgerold? Betekent dat dat iedereen die meer budget zou verliezen dan 15 procent, op 15 procent geplafonneerd wordt of zijn er eventueel nog andere correcties in functie van de specifieke zorgsituatie?
Kadert die beslissing in een poging om met de mensen die de Vlaamse Regering hebben aangeklaagd bij de rechtbank over correctiefase 2 tot een onderling compromis te komen?
In het verleden verklaarde u dat er overleg lopende was met de aanbieders van zelfstandig wonen. Heeft dat overleg ondertussen tot een akkoord geleid en zo ja, is dat vervat in de bijsturing van correctiefase 2?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik ga me kort aansluiten. De situatie is al geschetst door mijn voorgangers. Er is beslist om bij correctiefase 2 alleszins de dalingen te beperken tot maximaal 15 procent. Dat is een correctie op de correctiefase. De stijgingen kunnen wel nog meer dan 15 procent bedragen.
Ik had daar twee concrete vragen bij. Bij de correctiefase zijn een aantal mensen door de daling van hun persoonsvolgend budget doorverwezen naar rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH). Een aantal van die mensen zullen nu wel denken dat ze hun persoonsvolgend budget opnieuw kunnen bekomen aangezien die correctie nu gebeurt en wordt geplafonneerd tot 15 procent. Over hoeveel mensen die al doorverwezen zijn naar RTH, gaat het? Wordt er voor hen opnieuw in een correctie voorzien?
Mijn tweede vraag: als de dalingen beperkt worden en de stijgingen niet, zitten we met een budgettair probleem in dit geval en dat bedraagt op kruissnelheid 13 miljoen euro. Het zou gaan om ongeveer 4200 personen. In 2024, op kruissnelheid dus, zou dat, als je elk jaar 4 miljoen euro neemt, dan 13 miljoen euro in totaal zijn. Hoe zal dat aangepast worden?
Minister, ik heb vernomen dat u hebt verklaard dat dit binnen het stelsel van de persoonsvolgende budgetten zal worden opgevangen. Kunt u daar al meer duiding over geven?
Minister Beke heeft het woord.
Mijnheer Anaf, de oorspronkelijke beslissing over de correctiefase 2 is een beslissing van de vorige Vlaamse Regering. Het klopt dat we daar in deze commissie al verschillende keren over hebben gesproken. Die personen zullen in de zomer van 2021 met een persoonlijke brief op de hoogte worden gesteld van de aanpassingen in correctiefase 2. In deze brief kan elke betrokkene zien wat de implicaties van de beleidsaanpassing op zijn eigen individueel niveau zijn. De effecten van de correctie zullen pas vanaf 2024 een rol spelen. Ten aanzien van wie vanuit de rechtstreeks toegankelijke hulp een persoonsvolgend budget ontvangt en hun zorgaanbieders, wordt, voorafgaand aan de individuele communicatie, een snellere communicatie opgezet. Ook op de website en in de nieuwsbrief wordt in een bredere communicatie voorzien.
Om gericht op de vragen van gebruikers te kunnen anticiperen, is tijdens de voorbereiding het communicatieoverleg met alle stakeholders samengeroepen. De hervorming van correctiefase 2 heeft tot doel de effecten te milderen voor personen waarvan het persoonsvolgend budget met meer dan 15 procent zou dalen. Om dit te bereiken, worden geen herberekeningen uitgevoerd, maar zal de fasering van de budgetten in 2024 worden stopgezet. Het plan was al dat het persoonsvolgend budget tot en met 2023 met maximaal 15 procent kan dalen. Tussen 2024 en 2027 zal dan een verdere daling plaatsvinden. Deze laatste fase valt weg voor personen van wie de budgetten met meer dan 15 procent zouden dalen. We voorzien niet in bijkomende correcties. Ook voor de personen die naar de rechtstreeks toegankelijke hulp zijn verwezen, komt er een aanpassing. Er vindt wel een herberekening plaats en de daling wordt op 15 procent afgetopt. Wie alsnog onder de ondergrens van de budgetcategorie valt, wordt nog steeds naar de rechtstreeks toegankelijke hulp doorverwezen. Dat wijzigt niet. Wie wel boven de ondergrens valt, zal nog een persoonsvolgend budget krijgen.
Het aantal personen voor wie door de doorverwijzing naar de rechtstreeks toegankelijke hulp iets wijzigt, wordt op 502 personen geraamd. Gelet op de mogelijke uitstroom, kan dit aantal nog wijzigen. Het betreft enkel personen die momenteel gebruikmaken van niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Deze aanpassing is van toepassing op alle personen die onder correctiefase 2 vallen.
De beslissing past in het voortschrijdend inzicht en is er na veel gesprekken met tal van betrokken partners en na besprekingen in deze commissie gekomen. Er zijn overlegmomenten geweest met de partners, waaronder de diensten voor zelfstandig wonen. De algemene aanpassing is uitvoerig besproken met de taskforce persoonsvolgende financiering (PFV) voor meerderjarigen, waarin alle stakeholders zijn vertegenwoordigd.
Het is duidelijk dat de aanpassing een antwoord biedt op de onrust die naar aanleiding van correctiefase 2 de kop heeft opgestoken. De aanpassing, die teruggrijpt naar het oorspronkelijk akkoord in de taskforce PVF voor meerderjarigen, biedt ook een duurzame oplossing voor de diensten voor zelfstandig wonen. De hervorming die we doorvoeren, gaat immers ruimer dan het toenmalige voorstel van de taskforce PVF voor meerderjarigen. We plafonneren de stijgingen boven de 15 procent niet.
Mijnheer Vande Reyde, ik heb enkel verwezen naar kostenbesparingen in het stelsel van de persoonsvolgende budgetten. We hebben al verschillende stappen gezet, waaronder het Mozaïekbesluit IV en het Mozaïekbesluit V. Samen met de belanghebbenden in de sector, die in het raadgevend comité zijn vertegenwoordigd, gaan we momenteel na hoe we het systeem van de persoonsvolgende financiering nog verder kunnen optimaliseren en kostenefficiënter kunnen maken, zodat we alle mensen die dringend een persoonsvolgend budget nodig hebben een reëel perspectief kunnen bieden.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw heldere en duidelijke antwoord. Ik heb begrepen dat voor de komende maanden sowieso geïndividualiseerde communicatie wordt gepland. Voor de mensen op het terrein is het zo dat er vanaf 2023, wanneer de volgende daling met 15 procent zou komen, niets meer zal gebeuren. Ik vind het absoluut positief dat de budgetten dan niet meer naar onderen worden aangepast.
Goed is ook, zoals verschillende collega’s het hebben opgemerkt, dat u sneller inspeelt op de mensen die vanuit de rechtstreeks toegankelijke hulp hun budget ontvangen, en dat u daarover specifiek communiceert. Ik vind het vooral belangrijk, minister, dat u afsluit met te zeggen dat u de financiering zult optimaliseren. Wij willen allen dat het zo kostenefficiënt mogelijk verloopt. Mijn vraag is hoe u dat zult doen. Kunt u ons als commissieleden betrekken bij het uitzoeken hoe wij deze en verdere stappen kunnen ondernemen om ervoor te zorgen dat niet alleen steeds meer persoonsvolgende budgetten worden uitgereikt en dat dit mogelijk wordt gemaakt door de budgetstijgingen in deze legislatuur, maar dat zij ook optimaal, op maat en efficiënt worden uitgereikt?
De heer Anaf heeft het woord.
Het is een goede zaak dat er voortschrijdend inzicht kan zijn. Jullie hebben ingezien – het was een beslissing van uw voorganger – dat hier te hard is bespaard voor een aantal mensen. De impact zou zeer groot geweest zijn. Het is goed dat die nu grotendeels gemilderd wordt. Het is wel jammer dat er tot 2024 eigenlijk niets verandert. Maar de mensen in de praktijk en die zelfstandig wonen, ondervinden nu al problemen. Naast deze besparingen zijn er immers besparingen in de beheerskosten. Dat is voor veel mensen een serieuze slok op de borrel. In dezelfde context vind ik het jammer dat mensen naar de rechtbank moeten trekken vooraleer er iets kan veranderen. U hebt niet geantwoord op de link tussen deze beslissing en het feit dat die mensen naar de rechtbank zijn gestapt. Misschien kan u daarover nog iets zeggen?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
De term voortschrijdend inzicht is een paar keer gevallen. Ik zou het even willen hebben over terugschrijdend inzicht, over de reden waarom die correctiefase destijds onder minister Jo Vandeurzen genomen is. Hij ging uit van het basisprincipe gelijke zorg voor gelijk zorgnood en gelijke zorgzwaarte. Ik vind het heel belangrijk dat wij dat principe blijvend in het oog houden. Ik begrijp volkomen dat het nu gaat om wie harder getroffen is dan een andere. Dat gaat, zoals collega Anaf het aangeeft, vaak om de dienst zelfstandig wonen. Maar er zijn ook veel andere voorbeelden. Ik heb daarover een schriftelijke vraag gesteld waarin die gevallen heel gedetailleerd opgelijst worden: andere vormen van zorg die ook in die correctiefase vervat zitten. We moeten naar een systeem gaan waar gelijkheid van zorg wordt gegarandeerd, ongeacht in welke vorm die zorg wordt verstrekt.
Ik begrijp uw bijkomende correctie en ik dank u voor uw uitleg, minister. Maar we moeten er blijvend aandacht voor hebben dat die gelijke zorg gegarandeerd blijft. Daarom denk ik, zoals ik het ook al een aantal maanden geleden heb gesteld, dat wij die analyse periodiek moeten voeren om de resterende hiaten in het systeem op te sporen. Misschien krijgen bepaalde vormen van zorg nog steeds meer en andere nog steeds minder. Na deze correctiefase moeten wij dat blijven in het oog houden. Dat is uiteindelijk ook het doel geweest van deze oefening waarvan het uitgangsprincipe zeker niet fout was.
U hebt nog niet in detail geantwoord, minister, hoe u de budgettaire impact daarvan gaat opvangen. Ik begrijp dat dit niet in een-twee-drie kan gebeuren. Maar de aanpassingen die wij vorig jaar gemaakt hebben, mogen niet ten koste gaan van het huidige uitbreidingsbeleid. Wij hebben het komende jaar 270 miljoen euro op kruissnelheid in één jaar.
De bedoeling daarvan is dat zoveel mogelijk mensen van die wachtlijst gehaald kunnen worden. Ik hoop dat de impact hiervan niet zorgt voor vertraging.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik wil mij graag aansluiten bij de wijze woorden van de heer Vande Reyde. Het klopt dat dit teruggaat naar de vorige legislatuur. Toenmalig minister Vandeurzen heeft altijd gezegd dat dit budgetneutraal moest zijn. Ik vond dat toen al heel belangrijk. Ik heb dezelfde bedenking als de heer Vande Reyde dat dit niet ten koste mag gaan van mensen die nu nog op de wachtlijst staan en nog helemaal niets hebben. We zullen de budgettaire impact pas zien in 2024. Ik hoop dat er dan ook nog een alertheid zal zijn dat dit niet mag komen van het uitbreidingsbeleid. Waar u het geld dan zult halen, daar kunt u nog een paar jaar over nadenken. Het uitgangspunt dat het budgetneutraal moet zijn, is heel belangrijk in deze fase.
Hebt u er zicht op of er rechtszaken zullen vervallen van mensen die al naar de rechtbank waren gegaan maar daar nu niet meer mee doorgaan? Er moet in de volgende maanden nog gecommuniceerd worden. Mijn vraag is dus misschien wat voorbarig.
Minister, u hebt al wat middelen en tijd gestopt in het opstarten van coachingtrajecten ten aanzien van voorzieningen. Er zijn dertig dergelijke trajecten opgestart. Hoe zullen deze verder lopen met de beperking van de daling van het persoonsvolgend budget tot 15 procent? Dat is toch een heel ander gegeven. Kunt u duidelijkheid geven over hoe u de toekomst ziet van die coachingtrajecten?
De heer De Reuse heeft het woord.
Ook onze fractie is uiteraard gelukkig dat de aanpassingen naar beneden beperkt zijn tot 15 procent, ook al is dat pas in de toekomst. Ik ga ervan uit dat de rechtsgang van heel wat gebruikers om de vorige beslissing aan te vechten, hiertoe geleid heeft of op zijn minst toch de geesten heeft doen rijpen. We mogen natuurlijk ook niet uit het oog verliezen dat 15 procent voor een grote groep mensen nog altijd een substantieel bedrag vertegenwoordigt. Onze fractie wil u dan ook graag aan de belofte van de zorggarantie herinneren, zodat iedereen verder de broodnodige zorg krijgt en dat er zorgcontinuïteit is.
Als we de daling beperken tot 15 procent, dan zal dat er natuurlijk voor zorgen dat de middelen die gingen vrijkomen voor ander beleid en het aanpakken van de wachtlijsten van het persoonsvolgend budget, niet vrij zullen komen. Is daar al een simulatie van gemaakt? Hebt u er al een idee van welk bedrag dit vertegenwoordigt?
Minister Beke heeft het woord.
Het uitgangspunt van de persoonsvolgende financiering heeft geleid tot deze correctie, namelijk: hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen met een bepaalde zorgzwaarte daar de nodige financiële middelen voor krijgen? Dat principe houden we overeind.
Maar wanneer met de stakeholders is gesproken over de correctiefase, was het voorstel van de mensen zelf om dit te beperken tot 15 procent. We grijpen nu terug naar dit voorstel. Mijnheer Vande Reyde, mevrouw van der Vloet en mevrouw Jans, u hebt gelijk dat we binnen die filosofie blijven. In de uitvoering ervan, beperken we ons tot 15 procent.
En dat komt inderdaad omdat we over een aantal zaken toch in diepgaand overleg zijn gegaan. Die 15 procent is gespreid over vier jaar. Dus dat is niet van vandaag op morgen.
De correctiefase 2 zit in een globale beslissing die ik heb voorgelegd aan de Vlaamse Regering en die is goedgekeurd, een mozaïekbesluit, waarin we verschillende maatregelen nemen, zoals ook in het mozaïekbesluit IV gebeurd is, om meer mensen binnen het systeem te kunnen helpen. Er wordt dus niets van het uitbreidingsbeleid afgenomen. Integendeel, met mozaïek IV doen we een aantal hervormingen om mensen de juiste zorgzwaarte-inschaling te kunnen geven, ook in de procedures, om daar korter op de bal te kunnen spelen. En dat zit dus ook binnen dat globale mozaïekbesluit. Ik heb met mozaïekbesluit IV ook al kunnen aangeven dat we met de bestaande middelen veel meer mensen kunnen helpen.
Het is dus gespreid over verschillende jaren en het past binnen een globale beslissing die we hebben genomen binnen de Vlaamse Regering. Dat is ook de zoveelste belangrijke opstap om te kijken hoe we het uitbreidingsbeleid in de toekomst kunnen aanpakken. Het gaat dus voor alle duidelijkheid niet ten koste van het uitbreidingsbeleid.
Wat de link met de rechtszaken betreft: we hebben daar geen zicht op. Er zijn een aantal procedures opgestart bij de arbeidsrechtbank. Dat is hun goed recht. We leven in een rechtsstaat. Mensen kunnen dat doen. Maar voor de rest hebben wij daar geen zicht op.
Collega van der Vloet, de coachingtrajecten blijven nuttig in het kader van de PVF. Die doen daar eigenlijk geen afbreuk aan.
Er was een opmerking over de problemen bij zelfstandig wonen. Die zitten niet alleen bij de correctiefase 2, maar ook met een aantal effecten van de PVF. Daarom zetten we ook in op de coaching van de vergunde zorgaanbieders, om hen mee te trekken in dit verhaal. Maar ze zullen het op het terrein ook zelf moeten waarmaken. Daarom blijven wij verder inzetten op het sociaal ondernemerschap.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik wil na deze tussenkomst van de minister toch ook wel onderschrijven dat wij bijzonder tevreden zijn met deze beslissing. Er zijn collega's die het bredere plaatje nog even geschetst hebben. We hebben correctiefase 2 ook lange tijd als principe verdedigd. De principes waren dat soortgelijke zorgvragen soortgelijke budgetten zouden moeten krijgen. Ik vind het ook goed dat we dat principe overeind houden. Ik heb het soms een beetje moeilijk met mensen die achter alle principes staan, maar dan wel tegen elke operationele uitwerking ervan zijn. Zo kom je natuurlijk nooit een stap verder.
Het siert u, minister, dat u na de vaststellingen te hebben gedaan die we hebben gedaan, de beperking van de daling tot 15 procent invoert en garandeert. Correctiefase 2 stond los van het uitbreidingsbeleid. En dat blijft daar ook los van staan, hoor ik u zeggen. Dat is natuurlijk van belang. U hebt inderdaad al door verschillende mozaïekbesluiten aangetoond dat u voornamelijk maatregelen zoekt en neemt om het uitbreidingsbeleid te vrijwaren, om er net voor te zorgen dat meer mensen gebruik kunnen maken van de nodige uitbreiding. Ik denk dus dat deze beslissing absoluut een moedige en een goede beslissing is. Ze past ook binnen het grote kader, waarbij we soms moeilijke dingen moeten doen om dat moeilijke pad naar de persoonsvolgende financiering in te zetten en dat ook te blijven doorzetten. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat wij die uitbreiding, zoals we die voorzien en gepland hebben, kunnen doen.
En we zijn altijd bereid, zoals gezegd en zoals blijkt uit de debatten, om te bekijken wat er mogelijk is om deze legislatuur nog meer mensen aan een budget te helpen.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega Jans en collega Vande Reyde, wij staan uiteraard achter dat principe. De gelijke zorg voor gelijke noden is inderdaad belangrijk. Dat gaan we zeker niet tegenspreken. Maar dan moet de zorg ook kwalitatief zijn. De zorg moet mensen toelaten om hun leven zelfstandig te organiseren en om in dezelfde mate van het leven te kunnen genieten als elk van ons. Dat moet de bedoeling zijn. Dat is precies wat correctiefase 2 bijvoorbeeld bij het zelfstandig wonen, in het gedrang bracht. Dankzij deze correctie op correctiefase 2 was dat een beetje minder zo, maar het zorgt toch nog wel voor problemen.
Collega Vande Reyde, uw pleidooi verbaast me. U vroeg in september nog 100 miljoen euro per jaar extra voor de wachtlijsten. Dat is 400 miljoen euro voor de hele legislatuur. U zei zelfs dat u de begroting niet zou goedkeuren als dat er niet instond. Nu hoor ik u, samen met collega van der Vloet, bijna smeken om toch maar niet te raken aan de 270 miljoen euro die in het regeerakkoord is voorzien. Dan hebt u uw ambitie toch wel serieus bijgesteld. Eerst vond u dat we meer moesten doen, dan was het niet meer maar sneller, en nu vraagt u om toch alsjeblieft niet minder te doen. Dat stemt mij absoluut niet hoopvol. Wij gaan dit zeker opvolgen, in elk geval of die versnelling er gaat komen want daar stel ik mij toch nog altijd zeer ernstige vragen bij. Maar dat is natuurlijk een ander thema.
Ik wil er toch op wijzen dat de vragen gericht zijn aan de minister.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik kreeg net een bericht van een medewerkster die zei dat ik minder zijsprongetjes moet maken in mijn tussenkomsten. Het is waar, het is besmettelijk. Maar ik kan het toch niet laten om eventjes te reageren op collega Anaf.
Collega Anaf, u bent verbaasd, maar het blijft mij verbazen dat u het een politicus kwalijk neemt dat hij een visie schetst en dat hij gaat voor een aantal dingen die hij tijdens verkiezingen heeft beloofd, dat hij daarop blijft hameren en er een ideaal scenario voor schetst. Collega Anaf, ik zal dat blijven doen. U hoeft zich daarover geen zorgen te maken.
Wat de correctiefase betreft, minister, ben ik heel blij dat u hebt gezegd dat het uitbreidingsbeleid wordt voortgezet. Er wordt dit jaar een historisch groot budget aan gegeven. Wij staan daar volledig achter. Wij steunen u volledig in uw poging om zoveel mogelijk mensen van de wachtlijst te halen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.