Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ook in mijn naam wil ik jullie allemaal een gelukkig nieuwjaar, hopelijk een gezond jaar en vooral een normaler 2021 toewensen. Ik wil even terugkomen op de pulsvisserij. We hebben het daar op 2 december, naar aanleiding van een vraag om uitleg van collega Tommelein, ook al uitgebreid over gehad. Ik zal de hele problematiek dus niet opnieuw schetsen, maar na die commissievergadering bleef er bij mij nog één vraag over. Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) volgt de gevolgen van het verbod op de visbestanden nauwgezet op.
We hebben ook dat onderzoekproject ‘Pulsvisserij Vlaamse Kust - Deel 1’ waaruit kon worden afgeleid dat de visbestanden binnen de Belgische 12 mijlszone het niet goed doen omdat de zone disproportioneel door Nederlandse pulskotters bevist wordt. Dat bezorgt een competitief nadeel, vooral aan onze Vlaamse vissers maar ook aan de Franse en Engelse kleinschalige visserij. Dat signaal is misschien te laat opgepikt.
U gaf ook mee dat het ILVO in de zomer van 2020 een nieuwe monitoringsurvey zou doen van de vispopulatie in de zuidelijke Noordzee. Ofwel heb ik dat over het hoofd gezien ofwel heb ik het niet gelezen of gehoord, maar is die monitoringsurvey al afgerond? Kunnen we daar al conclusies uit trekken? Tegen wanneer hebben we daar meer nieuws over?
Naar aanleiding van de brexit is sinds 1 januari 2021 het pulsverbod ook in de Britse wateren ingesteld. Hebt u zicht op de impact daarvan voor onze Vlaamse vloot? Ik neem aan dat er wel meer katjes te geselen zijn rond de brexit voor de Vlaamse visserij. Ik ga daar nu niet op terugkomen. Maar omdat het te maken heeft met de pulsvisserij heb ik de vraag of er daar impact is op onze Vlaamse vloot.
Collega Coudyser, de brexit zullen we in een afzonderlijke gedachtewisseling behandelen.
Minister Crevits heeft het woord.
De monitoringsurveys waarnaar u verwijst, zijn de datacampagnes die jaarlijks uitgevoerd worden door het ILVO. Deze campagnes vormen een onderdeel van de internationale dataverzamelingsprogramma’s van de verschillende buurlanden rond de Noordzee. Al deze data worden vervolgens samengevoegd bij de International Council for the Exploration of the Sea (ICES). Met die gegevens worden de wetenschappelijke adviezen voor de toekenning van de toekomstige vangstmogelijkheden onderbouwd. Deze jaarlijkse monitoringsurveys brachten geen bijkomende informatie over de invloed van het gebruik van de puls aan het licht.
Het project ‘Pulsvisserij Vlaamse Kust - Deel 1’ is een doorgedreven analyse van de data over de jaren 2006 tot 2018 en dit voor de zuidelijke Noordzee en de Belgische kust. Dit zijn de enige gebieden waar pulsvisserij toegelaten was. Het rapport toont aan dat de gemiddelde visserijdruk gestegen is; vooral de activiteit door Nederlandse pulsvaartuigen is toegenomen. Het toont ook de stijging van de visserij-efficiëntie door de puls. Vooral de tong wordt met deze techniek zeer doeltreffend gevangen: waar een pulsvaartuig gepasseerd is, blijft weinig tong achter. Met deze aspecten werd rekening gehouden bij de beleidsbeslissing van het ministerieel besluit van 19 juli 2019 voor de instelling van het pulsverbod binnen de Belgische 12 mijlszone.
Deze doorgedreven analyse kaderde in het vormen van de benchmark voor tong in de Noordzee. De ICES-visbestanden worden hierbij ongeveer om de vier jaar volledig doorgelicht met als doel de visbestandsramingen te verbeteren. Dergelijke doorgedreven en uitgebreide analyse wordt dus niet jaarlijks herhaald.
Het volledige verbod op pulsvisserij gaat in op 1 juli dit jaar. De effecten van de volledige stopzetting kunnen pas duidelijk worden bij de toekomstige analyses.
Nederland gebruikt inderdaad de bestaande procedures om het pulsverbod aan te vechten. Ik heb op dit moment geen weet van intenties van de Europese Commissie om het pulsverbod in te trekken.
Ter aanvulling kan ik u meegeven dat de Britse overheid vorige week op 31 december meegedeeld heeft geen pulsvisserij in Britse wateren toe te laten.
In de schoot van de Europese ministerraad werden ook geen recente debatten meer gevoerd over het pulsverbod.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik begrijp dat de monitoringsurveys in de jaarlijkse datacampagnes passen en dat de conclusies daarvan worden meegenomen in het ICES-rapport, dat in november in het Europees Parlement werd besproken. Er zou tegen het einde van het jaar een evaluatie komen van die Europese verordening, maar ik begrijp dat die door corona is uitgesteld naar de zomer van 2021. Ik begrijp ook dat dat geen specifieke bijkomende informatie heeft opgeleverd over de gevolgen van de pulsvisserij voor de visbestanden. Het is wel een heel efficiënte methode, maar we hebben intussen ook al heel wat alternatieve methodes. Ik begrijp ook dat het Europees Parlement geen intenties heeft om nu die verordening aan te passen. Dat zal wellicht duidelijker worden op basis van de evaluatie van de verordening die tegen de zomer wordt afgeleverd. Ik zal hier dan opnieuw een vraag over stellen.
Ik geef nu het woord aan de persoon op wie de sluiting van de kapperszaken wel een zeker effect heeft. Dat kan ik toch opmaken uit de reacties van de collega’s. Mijnheer Tommelein, ik weet niet hoe ik u moet aanspreken, ofwel als de Joe Dassin van Oostende ofwel als de André Hazes met krulletjes. Ik geef u in elk geval graag het woord over deze thematiek waarover u in het verleden ook al een vraag hebt gesteld.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, ik zou u ook wel met iemand willen vergelijken, maar dat zal ik uit respect uiteraard niet doen. Minister Crevits begint wel meer en meer op Laura Lynn te lijken en mevrouw Talpe meer en meer op Dana Winner. Ik kan er ook niet aan doen, de kappers zijn dicht en ik kan me de minste afwijking van de reglementen niet permitteren, want dat leidt tot helse discussies op sociale media. Ik laat de haartjes dus groeien, niets aan te doen.
Collega’s, ik heb in deze commissie al vaker gezegd dat de techniek van de pulsvisserij intrinsiek zeker waardevol is, zeker als we dat bekijken in het kader van duurzamere en ecologisch verantwoorde visserij. Wat dat betreft, hebben de Nederlandse vissers zeker geen ongelijk. Het perverse van deze hele situatie is dat dezelfde Nederlandse vissers voor een belangrijk stuk verantwoordelijk zijn voor het verbod op de pulsvisserij, want niet het pulsvissen zelf is schadelijk, maar wel het verkeerd en vooral overvloedig gebruik ervan. Net daaraan hebben onze noorderburen zich bezondigd en dat maakt de hele discussie nogal zuur, vind ik, minister.
Het is in feite vrij eenvoudig: dankzij pulstechnologie kun je op kortere termijn meer vangen, maar bij krimpende visbestanden betekent dat wel dat je het spel eerlijk moet spelen. Te snel te veel opvissen zorgt voor een snellere uitdunning van je visbestanden, terwijl die net duurzamer moeten worden beheerd.
Het blijft ons als liberale fractie wel spijten dat de pulsvisserij met een negatief aura wordt omgeven. Dat heeft ertoe geleid dat de pulsvisserij bij ons niet meer is toegestaan. De hamvraag is dan inderdaad tweeërlei, minister. Ofwel zal Europa beslissen om het kind met het badwater weg te gooien, ofwel heeft men uit de fouten van het verleden geleerd en krijgt de pulsvisserij nog een nieuwe kans, maar dan moeten we inderdaad een correct afgebakend kader hebben dat door alle partijen correct moet worden nageleefd. Als de pulsvisserij echter definitief wordt verboden, dan is de vraag waarop men dan wel wil inzetten om de vangtechnieken selectiever te maken en de visbestanden duurzamer te beheren. Dit is voor Vlaanderen heel belangrijk, zowel op Europees als op Vlaams niveau.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ook mijn beste wensen. Collega Tommelein, ik voel met u mee, want ik krijg net als u veel commentaar op mijn kapsel. Ik voel welke pijn u op dit moment doorstaat.
Maar u kunt niet zo goed zingen, mijnheer Vaneeckhout.
Daag mij niet uit. Ik zal eens wat filmpjes doorsturen. Na twintig jaar koorervaring durf ik de competitie aan te gaan. Ik zal dat hier niet doen, collega’s.
Minister, ik houd het heel kort, want uit uw antwoord blijkt dat er op dit moment zeer weinig nieuwe elementen op tafel zijn gekomen die een verandering van beleid zouden vereisen. Ik was eigenlijk niet van plan om te reageren, maar collega Tommelein geeft terecht aan dat het voordeel van de pulsvisserij voor een deel de selectiviteit is en dat dat ook duurzaamheidsvoordelen kan hebben. Die visbestanden zijn echter een fundamenteel argument om daar toch zeer behoedzaam mee om te gaan. We vinden het uiteraard zeer belangrijk om daarbij het voorzichtigheidsprincipe te hanteren en ons te baseren op de meest recente wetenschappelijke inzichten daaromtrent.
Maar ik wil vooral een pleidooi houden om de innovatiegolf die er momenteel bezig is in de sector, zeker niet te laten stilvallen. Ik weet dat er in de sector heel wat geëxperimenteerd wordt met andere technieken en dat men daarin de voorbije jaren heel erg is geëvolueerd. Laat ons daarop vooral verder inzetten en niet doen alsof de pulskorvisserij de enige vorm zou zijn om selectiever te gaan vissen. De sector is er alvast mee bezig en wij ondersteunen die innovatie ten zeerste. Hoe sneller, hoe beter. Want het is ook in het belang van de sector zelf dat het zo duurzaam mogelijk gebeurt.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, ik dank jullie voor jullie interesse in de pulsvisserij. Ik wil eerst iets rechtzetten. De impact van het beroepsverbod in Britse wateren is nul voor onze vissers, omdat geen van de vaartuigen die daar vist, aan pulsvisserij doet. Dat is toch een belangrijke vaststelling.
Collega Coudyser en andere collega's, het klopt dat er uit de meest recente datacollectie geen nieuwe informatie naar boven is gekomen. Het pulsverbod zal deze zomer in werking treden in alle lidstaten. Dat is een feit en het is zonder terugkeermogelijkheid.
Collega Tommelein, die pulstechniek is inderdaad waardevol wat de selectiviteit betreft. Het ILVO heeft hier veel onderzoek naar gedaan, in het bijzonder bij garnaalvisserij. De intensiteit van de pulsen is veel lager en er is veel minder bijvangst. Maar ik moet ook de keerzijde meegeven: het klopt dat de grootschalige inzet van die techniek bij tong ertoe heeft geleid dat er een verbod is gekomen. We moeten hier absoluut uit leren.
Die selectiviteit blijft een uitdaging. Onze vissers doen heel veel inspanningen, zoals collega Vaneeckhout terecht zegt. Er is onder andere het Vlaams paneel, waarbij veel ondermaatse vis uit de netten kan ontsnappen, maar ook maatse vis. Daarom geven wij Vlaamse en Europese steun aan de samenwerking tussen wetenschappers en vissers om verder te zoeken hoe ze kunnen blijven verbeteren.
Collega Tommelein, u weet dat de garnaaltjes mij bijzonder interesseren. Wij hadden twee vaartuigen die waren uitgerust met zo’n proefinstallatie, onder begeleiding van het ILVO. Maar het verbod treft natuurlijk iedereen, en dus is het onderzoek stopgezet.
Ik wil graag eindigen door in te gaan op de opmerking van collega Vaneeckhout. Ik ben van plan om voluit de kaart van de innovatie te trekken. Normaal gezien zullen we middelen krijgen uit het brexitfonds – waarover later meer – om onze vissers te steunen. We moeten voluit nieuwe technieken uitproberen, maar ook andere wateren verkennen enzovoort. Er ligt heel wat werk op de plank. We zullen die middelen maximaal besteden aan innovatie. Maar daarover later meer.
We kunnen daar inderdaad in een specifieke gedachtewisseling over de brexit of op een later moment op terugkomen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik dank de collega's voor de aanvullingen. Zoals het er nu voor staat, treedt het pulsverbod vanaf 1 juli effectief in werking in alle Europese lidstaten. Er zijn geen terugkeermogelijkheden.
Wat betreft de brexit sinds 1 januari, heeft het pulsverbod geen impact op de Vlaamse vissers. Dat is alvast één positief effect.
En dan denk ik dat het goed is dat de kaart wordt getrokken van de innovatie. Maar het is, minister, zoals u zelf reeds aanhaalde: met de alternatieve vistechnieken die we ondertussen hebben, zoals met het horizontale scheidingspaneel, boeken we al heel wat vooruitgang in de richting van duurzaamheid. We moeten alle mogelijkheden stimuleren om de innovatie in de visserijsector voort te zetten. Ook het databeheer is belangrijk, zodat we zeer goed weten waar en wat we vissen en hoe we zo efficiënt mogelijk kunnen werken. Dat is heel belangrijk in de transitie waar we nog altijd voor staan, zeker met de brexit in ons achterhoofd. De visserijsector moet daar de volgende weken, maanden en jaren wellicht nog heel hard op inzetten. We kunnen hem daar alleen maar zoveel mogelijk in ondersteunen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.