Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik ben blij dat ik de eerste vraag van dit jaar mag lanceren, het is eigenlijk een vraag die wat voortgaat op onze vorige discussies in het kader van de beleidsnota Buitenlands Beleid en de begrotingsnota.
Het gaat erom dat Toerisme Vlaanderen de voorbije jaren altijd erg succesvol werkte met thematische impulsprogramma’s en hefboomprojecten. We hebben de Vlaamse Meesters gehad, en 100 jaar Groote Oorlog. Met die impulsprogramma’s investeerde Toerisme Vlaanderen in projecten die een ingrijpend verschil kunnen betekenen in de beleving van het toeristische product en onze bestemming ‘top of mind’ maken ten opzichte van concurrerende producten en bestemmingen. Het gaat om projecten met een sterk internationaal toeristisch potentieel die de troeven van Vlaanderen en de deelbestemmingen nog beter in de verf zetten.
Minister, in uw beleidsnota Toerisme kondigde u aan om op zoek te gaan naar nieuwe Vlaanderenbrede verhaallijnen. In uw beleidsplan voor het komende jaar gaf u daar verdere voorbeelden van. De klemtoon ligt op “Het inschatten van de meerwaarde voor de nieuwe verhaallijnen (Vlaanderen Natuurlijk, Kastelen en Tuinen, Religieus Erfgoed, Intellectueel erfgoed, …) en de belevingen binnen de nieuwe of bestaande verhaallijnen. In dit kader brengen we o.a. het internationaal potentieel, de positionering, het draagvlak,… voor de themalijnen en/of de belevingen in kaart. Voor de bestaande en de nieuwe troeven en verhaallijnen zetten we een aantal proeftuinen en thematische netwerken op. Via thematische proeftuinen en netwerken werken we samen met diverse spelers aan het creëren van kwalitatieve en innovatieve nieuwe belevingen en het optimaliseren en promoten van bestaande belevingen.”
Voor de thematische impulsprogramma’s Vlaamse Meesters en Groote Oorlog kunnen geen subsidies meer aangevraagd worden en voor de nieuwe themalijnen zijn er nog geen concrete projectoproepen gelanceerd. We denken nochtans dat dit samen moet worden gezien met de relance van onze zwaar getroffen toeristische sector. Er zal op redelijk korte termijn nood zijn aan attractieve toeristische producten om Vlaanderen opnieuw te lanceren als internationale topbestemming in het kader van de nieuwe visie Reizen naar Morgen. Er is ook grote interesse in de ruime toeristische sector om projecten in te dienen voor deze nieuwe thematische impulsprogramma’s. We hebben van uw kabinet op 7 december trouwens een hele nota gekregen, met heel veel ideeën die onder andere door gemeenten en provincies waren ingediend. Tijdens het plenaire begrotingsdebat op 17 december verklaarde u in verband met de relancemiddelen en de hefboomprojecten dat er 150 miljoen euro is, en dat we de juiste keuzes moeten maken. U hebt dan ook gezegd dat de kunststeden enorm zwaar getroffen zijn, en dat de groene regio’s het beduidend beter hebben gedaan tijdens de vakantiemaanden. Er is 100 miljoen euro voor het congrestoerisme, waarbij we vooral gaan kijken naar een state-of-the-art, unieke beleving, om de boot niet te missen. En u sprak ook over 50 miljoen euro voor hefboomprojecten waar u de kunststeden mee gaat ondersteunen.
Omdat dat nog veel vragen openliet, en we daar misschien niet voldoende in detail zijn kunnen op ingaan tijdens de begrotingsbesprekingen, had ik daar toch nog heel wat vragen over. Een deel daarvan had ook perfect schriftelijk gekund, maar ik denk dat het interessant is dat we het daar samen over kunnen hebben.
Ten eerste is er een evaluatie gebeurd van die vroegere thematische impulsprogramma’s. Hoe evolueert u de hefboomprojecten die er waren? Heeft Toerisme Vlaanderen dat gedaan, of laten evalueren? Werd er bijvoorbeeld een bevraging georganiseerd bij deelnemers aan vorige impulsprogramma’s?
De hamvraag is wanneer er duidelijkheid zal zijn over de nieuwe thematische verhaallijnen die in aanmerking kunnen komen voor ondersteuning van Toerisme Vlaanderen. Welke thematische proeftuinen en netwerken zullen hiertoe worden opgezet? Wat ook belangrijk is om te weten is of er dan opnieuw zal worden gewerkt met een projectoproep. Over welke thema’s gaat het dan precies, wanneer worden die gelanceerd en wie komt hiervoor in aanmerking?
Van de voorziene 150 miljoen euro relancemiddelen voor toeristische investeringen had u tijdens de begrotingsbesprekingen ook al aangehaald dat er 50 miljoen euro zou kunnen worden gebruikt voor hefboomprojecten. Zijn er daarnaast ook nog reguliere middelen die u daarbovenop zult voorzien om de hefboomprojecten te financieren? Over hoeveel gaat dat dan?
Via de hefboomprojecten wilt u ook specifiek de relance in de zwaar getroffen kunststeden ondersteunen. Welke verhaallijnen en thematische projectoproepen zullen daarvoor opgezet worden? Zullen de kunststeden betrokken worden bij de selectie van de thema’s of zult u hiervoor putten uit de bevraging waar ik al naar verwees? Ik weet niet of de collega’s het gelezen hebben, maar dat was uiteindelijk een vrij uitgebreide nota, met tientallen voorstellen die de 50 miljoen euro die we uit de relance hebben, al zeker zwaar overschrijden. Het lijkt mij dus wel goed dat we al weten hoe u dit verder gaat aanpakken.
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, voorzitter, beste collega’s, het zal een belangrijk jaar worden, ook voor de toeristische sector. Ik hoop dat we zo snel mogelijk kunnen overschakelen naar een heropening en een bloei van de toeristische sector. Ieder van jullie kent vele mensen die daarin tewerkgesteld zijn. Zij snakken ernaar om iedereen weer op te vangen, hun gastvrijheid te tonen. Ik hoop dat we de toeristen, zowel uit het binnenland als het buitenland, hier weer kunnen ontvangen in Vlaanderen.
Mevrouw Brouwers, bedankt voor de vraag. De thematische focus en het bundelen van de middelen bij hefboomprojecten evalueer ik zelf ook positief. De afgelopen jaren werden hierdoor enkele grote projecten ondersteund die Vlaanderen ook internationaal op de toeristische kaart hebben gezet. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het driejarige Vlaamse Meestersprogramma. Ook het hele selectieproces met een intensieve begeleiding vanuit Toerisme Vlaanderen heeft bijgedragen tot kwalitatieve projecten en gerichte investeringen, ook in de toeristische projecten. Een belangrijk voordeel van de hefboomprojecten was dat Toerisme Vlaanderen mee betrokken was in het opstellen van het toeristisch project, en dus ook sturing kon geven.
Toerisme Vlaanderen heeft geen evaluatie gemaakt van het instrumentarium van de impulsprogramma’s. Voor de hefboomprojecten is wel een evaluatie voorzien. Ondertussen is er reeds een eerste evaluatie gemaakt van het proces zelf en de verschillende stappen die zijn genomen. Aangezien er nog een aantal hefboomprojecten moeten worden opgeleverd, is er nog geen eindevaluatie beschikbaar die het resultaat van dit instrument beoordeelt.
Bij de hefboomprojecten wordt per project een evaluatie opgemaakt, waarbij ook gevraagd wordt naar de bevindingen van de indieners over de ondersteuning van Toerisme Vlaanderen en de werking van het instrument.
Wat uw vierde en vijfde vraag betreft, over de thematische verhaallijnen die in aanmerking komen: dat heb ik ook aangegeven in de beleidsnota. Het gaat over erfgoed, Vlaanderen fietsland, culinair erfgoed en Vlaanderen Natuurlijk. Toerisme Vlaanderen heeft de voorbije maanden onderzocht wat de meerwaarde is van deze verschillende verhaallijnen, en bekijkt samen met de sector welke ondersteuning hiervoor gewenst is. Het is immers niet steeds noodzakelijk om subsidies te geven of oproepen te organiseren. In het kader van de relance werden de bijkomende middelen ook toegekend. Met deze middelen wil ik de thematische verhaallijnen ook versneld en versterkt uitrollen.
De methodiek en timing voor de uitrol van deze verhaallijnen worden in functie hiervan ook herbekeken. Deze oefening wordt op dit moment gefinaliseerd. Het is nu nog iets te vroeg om al concreet aan te geven welke instrument voor welke verhaallijn zal worden ingezet. We zullen daarin dus snel keuzes moeten maken.
Of er opnieuw zal worden gewerkt met een projectoproep en voor welke verhaallijnen, is op dit moment nog niet geheel duidelijk. We willen zo veel mogelijk op een cocreatieve manier werken, en dat betekent ook dat we goed luisteren naar de sector: aan welke ondersteuning heeft die precies nood? Naast de relancemiddelen beschikt Toerisme Vlaanderen over een regulier budget van ongeveer 14,5 miljoen euro per jaar om investeringen te doen. Dat is het totale beschikbare budget dat we kunnen inzetten, maar, zoals eerder aangehaald, willen we samen met de partners bekijken hoe we hen het best kunnen ondersteunen. Onze Vlaamse kunststeden hebben heel veel troeven op toeristisch vlak. Ze kunnen bijvoorbeeld binnen de verhaallijnen van erfgoed, ook culinair erfgoed, zeker ook unieke belevingen aanbieden. We zullen samen met de partners, dus ook de kunststeden, nagaan welke instrumenten we het best inzetten om ervoor te zorgen dat onze zeer zwaar getroffen toeristische sector vanaf dit jaar kan heropleven zodra de gezondheidsmaatregelen dat toestaan. De suggesties die zij reeds hebben gedaan in het kader van de relance, zullen natuurlijk als basis dienen om die discussies aan te gaan.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, dank u wel. Dit komt natuurlijk kort na de vorige besprekingen in december, maar twee dingen zou ik toch nog willen aangeven. Voor een aantal van die vorige projecten – ik geloof dat het hefboomprojecten waren – moest de oplevering nog gebeuren. De evaluatie is er dus nog niet helemaal. Er wordt geen evaluatie gemaakt van die impulsprogramma’s. Ik weet ook niet in welke mate dat strikt noodzakelijk is. Het lijkt me echter toch het best om haast te maken van het evalueren van de vorige projecten. Als we nog dit jaar die sector willen doen opleven, dan moet men dat vrij snel doen. U zegt dat het voor binnenkort zal zijn. U wilt zich waarschijnlijk niet laten vastpinnen op een maand of zo, maar we denken dat het toch echt wel dringend is om nu duidelijkheid daaromtrent te scheppen. Een aantal van die projecten in die lijst die we hebben gekregen, zijn immers eigenlijk al bedoeld voor eind 2021. Het is de bedoeling dat ze nog dit jaar zouden starten. De organisatoren willen dus natuurlijk zo snel mogelijk duidelijkheid over de vraag of er al dan niet middelen van Toerisme Vlaanderen hun richting uitgaan. Het lijkt me dus belangrijk dat u daar in het begin van dit jaar duidelijkheid over schept. Ik ben dus duidelijk iets te vroeg met mijn vraag. Ik heb hier genoteerd dat u zei dat het voor binnenkort is, maar misschien kan dat toch iets specifieker, omdat de organisatoren van grote festivals, van stadsfestivals en dergelijke die op het einde van het jaar plaatsvinden, toch duidelijkheid wensen. Dat geldt zeker als er toch zou worden gewerkt met projectoproepen, waarbij ze bepaalde dossiers nog verder moeten indienen en verfijnen, maar ook gewoon om te weten wat mogelijk of niet mogelijk is. Ze willen natuurlijk zo snel mogelijk weten of ze een kans op subsidies maken. Ik denk dat dat eigenlijk de belangrijkste vraag is, en dat men dat nu echt geen maanden meer kan laten aanslepen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, uiteraard van mijn kant ook de allerbeste wensen voor dit jaar. Minister, we zullen zien wat het brengt, maar ik hoop in ieder geval samen met u dat we de sector snel terug op de rails kunnen krijgen. U en Toerisme Vlaanderen zijn werkelijk in een jaar van crisismanagement beland, en het is nog niet gedaan, maar we gaan met volle kracht vooruit. Het is belangrijk dat we aan de toekomst denken en blijven investeren. Daarom wil ik u bij de aanvang alvast bedanken voor uw levenslijninitiatief, waarmee u de mensen zelf op het terrein de kans geeft om te investeren. Ik denk dat het nemen van die beslissing, net voor kerst, enorm belangrijk is geweest. Het was een heel mooi kerstcadeau voor hen.
We moeten uiteraard heel verstandig omgaan met de beschikbare middelen, de juiste keuzes maken, ervoor zorgen dat we daadwerkelijk het verschil maken, dat we de sector ook zo breed mogelijk uit het moeras kunnen trekken met elke euro die we investeren.
U zegt dat u dus samen met de sector – heel belangrijk – zult kijken naar de instrumenten en ook de verhaallijnen die hierbij in aanmerking zullen komen. Dat juich ik alvast toe. Ik weet dat de kunststeden heel hard zijn getroffen, maar als ik het goed begrijp, is het niet expliciet de bedoeling om die 50 miljoen euro enkel op die kunststeden te richten. Er komen ook nog andere verhaallijnen, andere projecten in aanmerking. Ik denk dat het ook belangrijk is dat men dit ruim ziet. Een aantal verhaallijnen die in het verleden heel succesvol waren, mogen we ook niet loslaten. Ik kijk ernaar uit om het vervolg te horen, om te horen in welke verhaallijnen en projecten dit verder zal worden uitgerold, opdat dit jaar een beter jaar zou worden en we naar een goede heropstart van onze toeristische sector kunnen gaan.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Allemaal een gelukkig nieuwjaar van mijn kant.
Mijn tussenkomst sluit eigenlijk naadloos aan bij de tussenkomst van collega Talpe. Ik sluit me daar volledig bij aan, want ik ben het volledig eens met haar analyse. Minister, u weet natuurlijk al welke brug ik wil maken, namelijk die naar de kust. Ik weet dat de kunststeden heel hard zijn getroffen. Het kader voor de hefboomprojecten is gecreëerd op basis van zeer objectieve parameters, maar nu zijn we door corona in een volledig andere wereld terechtgekomen. Daar kan natuurlijk niemand iets aan doen, laat dat ook duidelijk zijn. Minister, ik begrijp ook dat u een euro maar één keer kunt uitgeven, dat het niet altijd maar een en-en-enverhaal zal kunnen zijn, maar het zou verkeerd zijn mocht ik als kustburgemeester en voormalig voorzitter van het kustburgemeestersoverleg niet opkomen voor de kust en niet nog eens de aandacht erop vestigen dat ook de kust bijzonder hard is getroffen tijdens het coronajaar, net als de kunststeden. Als de evaluatie dan ruim gebeurt – en nogmaals, een euro zult u maar één keer kunnen uitgeven –, dan mag men de kust zeker niet over het hoofd zien. Men zal er ook echt wel rekening mee moeten houden dat dit een heel belangrijke sector is, die toch ook voor een enorme tewerkstelling in ons land zorgt, en voor een grote vakantiemeerwaarde. We mogen heel die zone van de kust en van een stuk van het hinterland zeker niet vergeten wanneer we die verhaallijnen bekijken en die evaluatie doen en bepaalde zaken zouden bijsturen. Ik zeg echter nogmaals, voor de derde keer, omdat ik het niet onbelangrijk vind, dat we weten dat u een euro ook maar één keer zult kunnen uitgeven. Er zullen op een bepaald moment dus keuzes moeten worden gemaakt, maar alstublieft, vergeet de kust niet.
Ik wil me kort aansluiten namens mijn fractie. De coronacrisis slaat enorm hard toe, maar ik denk dat we wel degelijk een duidelijk onderscheid moeten maken tussen enerzijds de maatregelen die worden genomen voor de crisisbeheersing, om onze toeristische ondernemers door die crisis te loodsen, en anderzijds wat de relance wordt genoemd, maar wat ik liever omschrijf als het duurzaam opnieuw op de rails zetten van de sector. In de vorige legislaturen, zonder de coronacrisis, hebben we dat inderdaad gedaan met de hefboomprojecten. Dat was het opzetten van projecten die een impact hebben. Ik wil daar echt de nadruk op leggen: dit moet een impact hebben op de toeristische sector, dit moet vooral toeristen lokken naar die troeven die we hebben. We hebben dat in Reizen naar Morgen gestoken, waarbij men zich niet richt op massatoerisme, maar zeer duidelijk de lokale banden houdt. Het is dus belangrijk dat we inderdaad snel schakelen, maar aan de andere kant moeten we goed nadenken: welke projecten realiseren we binnen de thematische keuzes die we hebben gemaakt? Ik denk dat die keuzes zeer duidelijk zijn. Het erfgoed en het culinaire, dat zetten we eigenlijk voort. Anderzijds is er de ‘natuurlijk’-verhaallijn. Ik denk dat de crisis ook aantoont hoe belangrijk de natuur is geworden. Mensen gaan wandelen, mensen gaan fietsen. Daarop moeten we verder inzetten. In Vlaanderen hebben we die troeven. Dat moeten we opnieuw duurzaam op de rails zetten. Dan lijkt het me beter dat men misschien een maand langer goed nadenkt over hoe men dat zal doen, want dat is echt wel iets voor de lange termijn, dat is niet om heel snel te kunnen schakelen. Daarom, nogmaals, mijn oproep om toch goed het onderscheid te blijven maken tussen de crisisbeheersing enerzijds en het duurzaam verder op de rails zetten van onze toeristische sector anderzijds.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, dank u. Ik denk inderdaad dat het belangrijk is dat we die hefboomprojecten selecteren die een impact hebben. Dat lijkt me logisch. Die moeten zorgen voor toeristen uit buiten- en binnenland. De verhaallijnen daarrond moeten voldoende uitstraling hebben. We hebben in de loop van september een honderdtal projecten binnengekregen. Dat is dus heel veel. Er is een eerste selectie gebeurd, door Toerisme Vlaanderen. Dat is dus teruggebracht tot een vijftigtal. Begin oktober kenden we ongeveer ons budget voor de hefboomprojecten. Dat is dus die 50 miljoen euro. Daarnaast hebben we ook ons reguliere budget van 14,5 miljoen euro per jaar dat we zullen kunnen inzetten. We zijn daar de afgelopen maanden heel druk mee bezig geweest. Mevrouw Brouwers, voor alle duidelijkheid, het zal nog een kwestie van een aantal weken zijn. We gaan daar echt niet mee wachten. De oefening is grotendeels gebeurd. In de loop van de komende dagen zullen de knopen worden doorgehakt, zodat dit ook door de toeristische sector, die het zeker op dit moment heel moeilijk heeft, positief kan worden onthaald.
Daarnaast is er inderdaad ook die levenslijn waarnaar collega Talpe heeft verwezen. De Vlaamse Regering heeft daarvoor ook 30 miljoen euro vrijgemaakt. We zien immers dat heel veel mensen in onze sector, ongeveer de helft, nog maar zes maanden kunnen overbruggen met hun reserve. Van investeren zal er dus geen sprake zijn. Om die reserve wat aan te dikken hebben we dus die 30 miljoen euro vrijgemaakt. Dat is ook de vraag geweest uit de sector. Zeker West-Vlaanderen heeft daar goed aan meegewerkt, met de provincie en alle belanghebbenden op het terrein. De levenslijn van 30 miljoen euro, samen met de 50 miljoen euro van de hefboomprojecten en de 14,5 miljoen euro, dat is heel veel geld. Het is nu gewoon zaak om de komende dagen en weken knopen door te hakken, om voor die projecten te gaan die Vlaanderen qua toerisme internationaal opnieuw op de kaart zetten. Ik denk dat iedereen het daarmee eens is. We moeten echt wel internationaal uitblinken in een aantal projecten. Als ik zie wat er is binnengekomen, dan ben ik ervan overtuigd dat er zo tal van projecten zijn.
Gelieve dus nog een aantal dagen, weken geduld te hebben.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dacht wel dat het voor zeer binnenkort zou zijn. Het is ook daarom dat ik zo graag deze vraag wou stellen. Ik had gehoopt dat u daar nog iets meer over had kunnen vertellen. Ik ben het nog eens gaan opzoeken: tijdens de begrotingsbesprekingen zei u dat u die 50 miljoen euro voor relance natuurlijk voor een stukje wilt koppelen aan uw nieuwe verhaallijnen. Dat is ook normaal. U zei toen dat het finale verdelingsplan nog in 2020 aan de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement zou worden voorgesteld. Tijdens het plenaire begrotingsdebat bleek dat u dat voor een stuk op de kunststeden wou richten, omdat die natuurlijk nog veel meer hebben afgezien door de crisis dan bijvoorbeeld de kust, wat voor mij niet wil zeggen dat de kust helemaal niet aan bod zou moeten kunnen komen, daar gaat het niet om. Ik wil echter toch nog eens een warme oproep doen om net voor die kunststeden hefboomprojecten in het kader van de relance uit te kiezen, zo snel mogelijk. We hebben die heel lange lijst gehad. Ik weet nu niet of dat de honderd of de vijftig projecten waren, maar het was toch een uitgebreide lijst, en onder andere de kunststeden hebben heel wat zaken ingediend. We kijken ernaar uit om daar binnenkort meer duidelijkheid over te krijgen. Alleszins bedankt voor het antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.