Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de Vlaamse Vereniging voor Journalisten (VVJ) vraagt de De Lijn in een open brief van 9 december "dringend om een correcter persbeleid, dit nadat het VVJ-bestuur diverse onregelmatigheden daarin heeft vastgesteld." Volgens de brief worden journalisten herhaaldelijk geconfronteerd met een grote selectiviteit in de informatie die De Lijn hun bezorgt.
Kritische journalisten zouden niet langer worden uitgenodigd voor persconferenties of zouden geen persberichten meer krijgen. Zo zou de raad van bestuur van De Lijn beslist hebben om de krant De Tijd niet langer uit te nodigen voor persconferenties en van de verzendlijsten voor communicatie te schrappen wegens “herhaalde bijdragen in de krant De Tijd waarin De Lijn telkens weer negatief in het daglicht wordt gebracht (sic).” Voor minstens één belangrijke persconferentie kreeg de krant vervolgens effectief geen uitnodiging. Persfotografen zouden geen beelden mogen maken van Lijnbussen, en de VVJ verwijst naar “de brutale manier waarop chauffeurs en controleurs van de vervoersmaatschappij dat aan de fotojournalisten duidelijk maken.”
Het VVJ-bestuur laakt deze praktijken als aantastingen van de persvrijheid en eist dat "de Lijn ermee stopt en dat het bestuur van het bedrijf publiekelijk het journalistieke recht erkent om onafhankelijk over haar te berichten." Minister, het is vrij ongezien dat er zo'n duidelijke noodkreet komt vanuit de VVJ ten aanzien van De Lijn. Het is uiteraard geen goede zaak.
Minister, hebt u contact genomen met De Lijn om na te gaan of en in welke mate deze klachten kloppen?
Wat was de reactie van De Lijn?
Zult u verdere stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat de persvrijheid zeker en vast wordt gegarandeerd en dat alle media bij De Lijn terecht kunnen voor de informatie die zij van De Lijn mogen verwachten?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Bex, ik dank u voor uw vraag.
Ik heb het schrijven van de VVJ ook ontvangen en dat baarde me onmiddellijk zorgen, als het klopt wat erin staat. Het is natuurlijk een kwestie van woord en wederwoord.
Mijn kabinet heeft contact gehad met de perscel van De Lijn hierover. Het is duidelijk dat De Lijn niet akkoord gaat met de inhoud van de open brief van de VVJ. Zelf kan ik er me niet over uitspreken wie er gelijk heeft. Ik vind wel dat, als men een persconferentie organiseert, men iedereen moet uitnodigen en niet kan zeggen: ‘Die wel en die niet.'
Een week geleden hadden collega Demir en ikzelf een persconferentie met Fluvius en De Lijn, waarbij De Tijd wel degelijk was uitgenodigd en aanwezig was. In die zin is er wel enige nuance. Ze hebben nadien ook vragen gesteld, ook aan mij, met als gevolg dat er de dag nadien een groot artikel in De Tijd stond waarin stond dat ik bots met De Lijn. Om maar te zeggen dat er sowieso heel wat artikels zijn in De Tijd waarin er quotes staan van ofwel de directeur-generaal ofwel de voorzitter van de raad van bestuur of van mezelf.
Ik denk niet dat het schrijven gericht was aan mij. Ik zal alleszins elke journalist die mij iets vraagt, te woord staan. Ik denk dat men dat ook wel weet.
Ik zal aan de mensen van de raad van bestuur en de directeur-generaal vragen om formeel te reageren op dat schrijven van de VVJ van 9 december. Als het zo is dat men een negatieve ervaring zou hebben of als men vindt dat bepaalde journalisten moeten worden uitgesloten, dan moet men dat ook duidelijk stellen. Ik wacht alleszins op een duidelijk en uitgebreid antwoord. Nogmaals, ik vind niet dat het kan om een welbepaalde journalist of krant uit te sluiten.
Als ik snel door Gopress ga, dan zie ik toch 52 artikels met quotes. Ik neem aan dat, als er een quote is, er informatie is doorgestroomd. Ik zal alleszins aan iedereen die betrokken is bij De Lijn vragen om altijd constructief om te gaan met de pers in het algemeen, dus ook met de journalisten en de redactie van De Tijd, omdat zij aan de alarmbel hebben getrokken.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, het is heel belangrijk om duidelijk te stellen dat van Trumpiaanse toestanden, waarbij journalisten kunnen worden geweerd als ze slecht nieuws brengen of nieuws dat de boodschapper niet zint, geen sprake kan zijn. Het is dus goed dat u aan De Lijn vraagt om formeel te reageren en om in de toekomst een heldere lijn te hanteren. Het is niet omdat een journalist kritisch is, en kritischer dan men zou willen, dat men die geen uitnodiging voor een persconferentie meer zou sturen.
In de brief wordt geïnsinueerd dat de raad van bestuur hierover zou hebben gesproken. Hebt u daar weet van? Is er een formele beslissing van de raad van bestuur? Is het in de marge van de raad van bestuur besproken of is het helemaal niet op de raad van bestuur aan bod gekomen? Kunt u daar iets meer over zeggen? Misschien kunt u het antwoord van De Lijn ook aan ons meegeven zodat we dit verder kunnen opvolgen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Nu we het toch al zo lang hebben volgehouden, wil ik hier ook iets over zeggen. Ik ben ook lid van de commissie Media en voor mij was het ook een interessante vraag.
Overheidscommunicatie moet natuurlijk correct zijn en iedereen de kans geven om alles mee te nemen in artikels. Misschien is het wel een vergissing, maar het artikel verwijst ook naar discussies in de raad van bestuur. Er is dus misschien wel wat meer aan de hand. Ik kijk uit naar het antwoord en ik hoop dat we het antwoord van De Lijn op een of andere manier krijgen, minister, als u het schriftelijk krijgt.
Er bestond vroeger in het Vlaams Parlement een of andere commissie of een expertencomité rond overheidscommunicatie dat zich ook bezighield met de regeringsmededelingen, die er ook niet zoveel meer zijn. Overheidscommunicatie is heel belangrijk om op te volgen. Dit is nu misschien een eenmalig incident. Hopelijk is het allemaal niet nodig, maar moest het zich nog op andere terreinen voordoen, dan moeten we in het parlement toch eens nadenken hoe we dit op een objectieve manier kunnen bekijken, als dergelijke incidenten zich voordoen bij administraties of instellingen van de overheid. Dat is de opmerking die ik wil maken.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik dank u voor de bijkomende bemerkingen en vragen.
Ik lees inderdaad in de brief dat de raad van bestuur zou hebben beslist om De Tijd niet langer uit te nodigen. Ik zal het navragen; ik moet u vandaag het antwoord schuldig blijven. Ik vraag me af of dat de facto met zoveel woorden is gezegd en of het effectief een beslissing is van de raad van bestuur. Het zou me alleszins heel straf lijken. Ik heb verwezen naar de persconferentie over de e-bussen en de laadinfrastructuur, samen met Fluvius, waar De Tijd alleszins was uitgenodigd. Ik zou het heel straf vinden moest het zo zijn. Ik ga alleszins vragen aan de directeur-generaal om formeel een antwoord te geven op de open brief van de VVJ. Als het een antwoord is op een open brief, mag het antwoord ook open zijn en zal ik het ook ter beschikking stellen van het Vlaams Parlement.
Dat de communicatie misschien niet altijd optimaal verloopt, kan zijn, maar iemand volledig uitsluiten, is niet aangewezen. Ik ga dus vragen aan de directeur-generaal om hier formeel op te antwoorden met de mededeling dat het antwoord ook wordt overgemaakt aan de secretaris van de commissie zodat u allemaal het antwoord kunt lezen. Desgevallend komen we er later op terug.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik kijk ernaar uit om u morgennacht opnieuw te zien tijdens de begrotingsbesprekingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.