Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de dreiging van een kerststaking bij De Lijn
Vraag om uitleg over de problemen bij de technische diensten van De Lijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, de vakbonden bij De Lijn dreigen jammer genoeg nog maar eens met een staking in de kerstvakantie, vanaf maandag 21 december 2020. Ze hebben een gezamenlijke stakingsaanzegging ingediend. Volgens de berichtgeving die we daarover in de media lezen en horen, zou de aanleiding de aanhoudende problemen binnen de technische diensten en het ongenoegen binnen deze diensten zijn. Dat debat leeft al langer en daar zijn niet altijd onterecht klachten over geweest; dat moet ook ik wel zeggen.
De kritiek van de vakbonden zou gaan over de implementatie van nieuwe software die wisselstukken moet aanleveren, ook al een oud zeer. Ten tweede zouden er door reorganisaties bij De Lijn functies weggevallen zijn, zeker ook bij de technische diensten, waardoor de organisatie mank zou lopen. Tot slot zou er al maandenlang een behoorlijk groot aantal bussen buiten dienst zijn, waardoor de dienstverlening voor de burger in het gedrang komt.
Ik heb al gezegd dat dit debat niet nieuw is. Ik heb u sinds de start van deze legislatuur al een paar keer bevraagd over deze problematiek, en meer bepaald over het voorraadbeheer, technische problemen en de aanwerving en rekrutering van technisch personeel.
In oktober van vorig jaar had u het in antwoord op een schriftelijke vraag over het nieuwe softwaresysteem, waar nu ook naar verwezen wordt, SAP, dat meer mogelijkheden moet bieden om het voorraadbeheer te optimaliseren. Dat er opnieuw kritiek komt op de implementatie stemt toch tot nadenken, aangezien dat SAP-systeem al eind 2019 zou moeten zijn ingevoerd.
Een tweede schriftelijke vraag van maart dit jaar ging over het personeelstekort bij de technische diensten. Toen gaf u aan dat er in 2019 ook nog moeilijkheden waren om aan wisselstukken te geraken en dat er bijkomend personeelstekort was. Dat personeelstekort werd ook nog eens te berde gebracht op de plenaire vergadering van 7 oktober van dit jaar. Daar ging het over de problemen bij de technische diensten, en vooral de rekrutering en het in dienst houden van het technisch personeel, waar ikzelf en een aantal collega's het toen over hadden. Toen vertelde u in uw antwoord dat er op dat moment al 110 technici waren aangeworven in 2020 en dat de doelstelling op 120 lag. Met andere woorden, de doelstelling werd eigenlijk bereikt. Toch bleef dat blijkbaar tot problemen leiden en alleszins tot ongenoegen bij de vakbonden, waardoor zij op het vlak van de implementatie van de software en op het vlak van de organisatie binnen de technische dienst met kritiek blijven zitten, kritiek die nu uitmondt in een stakingsaanzegging, met andere woorden een staking vanaf 21 december.
Minister, hoe reageert u op deze nieuwe stakingsdreiging bij De Lijn tijdens de kerstvakantie? Hoe evalueert u de werking van het nieuwe softwaresysteem SAP voor de optimalisatie van het voorraadbeheer? Daar is immers, zoals gezegd, kritiek op. Welke initiatieven zult u nemen om tot een oplossing te komen voor de verschillende problemen waarmee de technische diensten van De Lijn te kampen hebben?
De heer Verheyden heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de vakbonden bij De Lijn dreigen vanaf 21 december, bij het begin van de kerstvakantie, te staken. De bonden hebben een stakingsaanzegging ingediend. De aanleiding is, zoals collega Maertens al zei, de aanhoudende problemen bij de technische diensten. Na maanden van overleg zou er nog steeds geen oplossing voor die problemen zijn.
Naar aanleiding van de gedachtewisseling met de directie van De Lijn, verklaarde de directie werk te maken van de zogenaamde zes werven van De Lijn. Eén van die werven zegt dat alle posities ingevuld moeten zijn met bekwame en tevreden medewerkers. Uit de stakingsaanzegging blijkt alvast dat er nog veel werk aan de winkel is.
Minister, wat is de stand van zaken aangaande de invulling van personeel voor de technische diensten van De Lijn? Welke investeringen zijn er ondertussen beslist in de stelplaatsen en onderhoudscentra van De Lijn, zoals aangekondigd door de directie tijdens de gedachtewisseling met de commissie in februari van dit jaar? Wordt er komend jaar een inhaalbeweging ingezet inzake de aanwerving van technisch personeel? Welke initiatieven worden er genomen om deze staking alsnog af te wenden?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, we hebben het al meermaals gehad over de problemen bij de technische diensten van De Lijn en over de bussen die soms maandenlang buiten dienst zijn, met de nodige problemen voor de dienstverlening. Volgens het personeel zijn het de besparingen en reorganisaties binnen de dienst die de problemen veroorzaken. Er zouden zoveel functies geschrapt zijn dat de dienst niet meer wordt gestuurd en ook de administratieve last binnen de dienst zou te zwaar zijn. Deze factoren zorgen ervoor dat het personeel zijn werk niet meer behoorlijk kan uitoefenen.
Het personeel vraagt al jaren een betere verloning en betere werkomstandigheden, maar vindt geen gehoor bij het bestuur. Recentelijk vond nog een sociaal overleg plaats, maar er kon geen oplossing worden gevonden. Alle drie de vakbonden plannen daarom acties op 21 december.
Minister, deze situatie werd al eerder door het personeel aangeklaagd, maar blijkbaar is er niet veel verbeterd. Welke acties zijn er genomen om de situatie te verbeteren? Welke zijn de specifieke klachten die nu opnieuw naar boven komen? Er vond al sociaal overleg plaats. Wat is hieruit voortgekomen?
Minister Peeters heeft het woord.
De stakingsaanzegging door de drie vakorganisaties kwam er op 6 december 2020. Ik, en ik denk iedereen, betreur elke staking tout court, maar een staking is ook een recht. Ik wil in de eerste plaats altijd vorm geven aan de dialoog, maar als die niet slaagt, is het aan de vakorganisaties om over te gaan tot een stakingsaanzegging. Ik hoop dat die staking niet nodig zal zijn en dat men het overleg alsnog een kans van slagen geeft, om dan over te gaan tot de orde van de dag.
De stakingsaanzegging bevat vijf elementen. Het gaat over het loon- en loopbaanbeleid waarbij men een verbetering vraagt van loonvoorwaarden voor iedere technieker. Men wil het beroep van technieker beter maken door cao’s af te sluiten ingevolge de sociale programmatie 2019-2020. Men wil een nieuw wachtsysteem dat voldoet aan de vooropgestelde doelstelling, namelijk dat iedereen erop vooruit zou gaan, wat momenteel niet het geval zou zijn. De organisatie vraagt ook een verfijning van de techniek. Daarom vraagt men dat de administratieve last van technici wordt verminderd. Finaal wordt een algemene waardering gevraagd, namelijk meer inspraak vanuit de werkvloer met respect voor de inspanningen die de techniekers leveren, elke dag opnieuw.
Ik heb het liefst van al geen enkele staking, maar techniek is al lang een zorgenkindje binnen de exploitatie van De Lijn. Daar zijn een aantal pijnpunten, zoals een enorme achterstand in bestellingen van nieuwe onderdelen en het niet naleven van levertermijnen door leveranciers. Het gaat vooral ook over late bestellingen, wat sowieso zorgt voor een achterstand in het onderhoud. Er is ook een functioneel slecht voorraadbeheersysteem.
De Lijn heeft niet tijdig geschakeld om de uitstroom ten gevolge van de pensioneringen op te vangen en om tijdig opnieuw voor ruim voldoende technici te zorgen. De directeur Techniek en Supply Chain had een hele hervorming in de steigers staan, maar is dan vertrokken. Dat heeft voor heel wat pijnpunten gezorgd. Het management erkent die pijnpunten en weet dat dit duidelijk voor heel wat ontevredenheid op de werkvloer zorgt. Volgens het management is al een en ander bijgestuurd, maar tegelijkertijd is er veel werk aan de winkel. Wat dit betreft, wordt op vier sporen gewerkt, namelijk meer preventief onderhoud, meer ondersteuning van de technici, een opleidingsplan op maat voor de technici en meer veiligheid op de werkvloer. Dat is alleszins waar De Lijn aan werkt.
Dat de drie vakorganisaties met hun stakingsaanzegging aan de alarmbel trekken, wat uiteraard hun goed recht is, is andermaal een bewijs dat er wat schort met de overlegstructuur en de interne communicatie. Dat is het signaal dat ik vorige week, tijdens mijn vergadering met de vakorganisaties, duidelijk heb gekregen. Wat dit betreft, ligt er voor het management van De Lijn alleszins nog veel werk op tafel. Het management moet de interne communicatie, het overleg en de inspraak bijsturen. Er is gisteren, denk ik, een overleg geweest. Er zou voor 21 januari 2021 een nieuw overleg zijn gepland. Ik denk dat aan het overleg en de interne communicatie veel meer ruimte moet worden gegeven.
Hoewel het naar aanleiding van een andere vraag om uitleg daarstraks al aan bod is gekomen, wil ik nog meedelen dat De Lijn ervan uitgaat door de laatste twee aanwervingen van technici in Gent volledig op getalsterkte te zitten. Verder wordt voor 2021 een continue opvolging van de uitval van personeel beloofd. Om niet opnieuw met een enorme personeelskrapte te zetten, zal tijdig bijkomend worden aangeworven. Ook dat is al aan bod gekomen. Om de getalsterkte aan te houden, zijn dit jaar 144 technische personeelsleden aangeworven.
We moeten dringend vragen om het overleg op een betere en ordentelijke wijze te structureren. Verder heb ik al aangehaald dat er duidelijk pijnpunten zitten in het magazijnbeheer, het voorraadbeheer, het ongevallenbeleid en de werving van technici. Die pijnpunten zijn in de benchmark tot uiting gekomen. Er moet duidelijk iets veranderen en de exploitatie moet worden bijgestuurd. We zullen al deze werkpunten in kaart brengen en in de beheersovereenkomst opnemen, zodat we in de toekomst beterschap kunnen beogen en oogsten en zodat er in de toekomst zo weinig mogelijk en liefst geen stakingen zijn.
Tegelijkertijd werken we in verband met de benchmark ook aan de continuïteit van de dienstverlening. Het allerbelangrijkste met betrekking tot het openbaar vervoer is en blijft natuurlijk een goede service voor de reiziger, die niet in de kou mag blijven staan. Vandaar dat wij na de briefwisseling daaromtrent van 8 januari 2020 zelf initiatief genomen hebben om een decretale verankering te krijgen van de continuïteit van de dienstverlening. Kortom, ik hoop dat het overleg nu alle kansen kan krijgen en men niet alsnog overgaat tot staking. Maar dat zal natuurlijk afhangen van de partijen die aan tafel zitten. U weet dat ik zelf niet rechtstreeks betrokken ben bij het sociaal overleg, gezien het statuut van vervoersmaatschappij De Lijn. Ik hoop dat het overleg alle kansen krijgt en dat men finaal tot een akkoord komt, in het belang van de reizigers.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is duidelijk dat er een grote uitdaging ligt bij het nieuwe management dat binnenkort actief aan de slag kan gaan. Er zijn een aantal belangrijke uitdagingen die veel breder gaan dan deze problematiek. Maar goed, dat is voor een andere keer.
Ik heb altijd gezegd, wat sommigen daar ook over mogen denken, dat ik uiteraard het stakingsrecht respecteer. Dat is een recht dat kan worden gebruikt. Alleen is het telkens jammer dat wanneer je dat bij het openbaar vervoer vaststelt of bij de overheid in brede zin, dan heel vaak de klant, de burger of de ondernemer daar de dupe van is. In die zin is het al minder negatief of positief te noemen dat wanneer de staking zou doorgaan, dat men dat in de kerstvakantie wil doen. Het zal sowieso veel kalmer zijn, met minder woon-werkverkeer en geen schoolverkeer. Dat is op zich een goede zaak.
Wat me wel opvalt in uw antwoord, is dat u voor het eerst, denk ik, expliciet zegt dat het overlegmodel binnen De Lijn niet goed loopt. We gaan inderdaad naar een continuïteit van de dienstverlening. Dat is een heel goede zaak. Ik heb u daar al uitdrukkelijk voor gefeliciteerd tijdens vorige vergaderingen. Wij zijn daar al heel lang vragende partij voor. Het is goed dat dat er eindelijk zal komen. Wat het effect daarvan zal zijn op de vakbonden en hun houding, dat zullen we dan wel bekijken. Als u het hebt over dat overleg en hoe we dat vorm moeten geven, hoe kunnen we dat dan verbeteren en wat zijn de zaken die mislopen en die de vakbonden nu ten aanzien van u als minister concreet aangeven?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik sluit me uiteraard aan bij de opmerkingen van collega Maertens. Het is inderdaad zo dat uit de benchmark en uit de problemen die u aanhaalt blijkt dat er serieus wat scheef zit inzake overleg bij De Lijn en dat er ook serieus wat scheef zit inzake organisatie. Het nieuwe management heeft inderdaad de handen vol om die problemen de komende jaren op te lossen, zeker met het oog op de tussentijdse evaluatie die er binnen vijf jaar aankomt, en ook in het kader van het proefproject in 2021, waarbij De Lijn in concurrentie zal moeten gaan met een private speler. Zijn er gevolgen aan verbonden indien bijvoorbeeld in 2023 blijkt dat de problemen die nu aangehaald worden, nog niet volledig opgelost zijn en dat men bijvoorbeeld die concurrentie met een private speler niet effectief zou aankunnen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik wil u ook danken voor uw antwoord. Ik denk dat zowel de werknemers als de reizigers van De Lijn hetzelfde willen, namelijk kwaliteitsvolle dienstverlening, met goede, stipte bussen en trams. Dat is wat wij allemaal willen. Ik vind het een beetje merkwaardig dat u hier zegt dat er iets schort aan de overlegstructuur en dat u wilt inzetten op meer sociaal overleg, maar dat u ondertussen, altijd op een vrijdag, eenzijdig de knuppel in het hoenderhok hebt gegooid en van bovenaf iets hebt opgelegd om bij staking enkele bussen te laten rijden. Dit terwijl wij allemaal niets liever zouden willen dan dat de minimale dienstverlening er komt. Maar minimale dienstverlening betekent dan natuurlijk wel dat de Vlaming iedere dag een bus heeft waar hij op kan rekenen en die hem op een comfortabele manier naar zijn werk brengt. Dat vind ik een beetje jammer. Er schort inderdaad iets aan het overleg, maar er schort blijkbaar ook iets aan de sociale dialoog tussen u en De Lijn. Ik hoop dat daar in de toekomst stappen vooruit worden gezet en dat we bussen krijgen die vlot en op tijd rijden, niet alleen bij staking maar iedere dag, want dat is waar zowel het personeel als de reiziger op wacht.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik denk dat de technische werknemers van De Lijn hier eigenlijk hetzelfde signaal geven als het signaal dat u krijgt in deze commissie: het moet performanter, en het kan efficiënter. Zij zijn daar eigenlijk zelf ook boos om dat ze die uitdaging op dit moment niet aankunnen, omdat een heel aantal dingen gewoon niet georganiseerd zijn zoals het zou moeten in een performant bedrijf. Dat gaf u zelf ook aan.
U haalt terecht de nood aan goed overleg aan. Ik denk dat mensen op de werkvloer vaak zeer goed weten wat er beter zou kunnen, en dat er heel fel naar hen moet worden geluisterd over hoe je dat samen kunt aanpakken. Wat we toch ook eens tegen het licht zouden moeten houden wanneer het management van De Lijn in deze commissie te gast is, is de mate waarin de financiële middelen een impact hebben op de problemen die nu spelen. Alleszins kunnen wij uw pleidooi voor goed overleg alleen maar ondersteunen.
Ik wil ook collega Maertens bijtreden. Hij zegt dat het een goede zaak is dat deze mensen, die een zeer terecht probleem aankaarten, ervoor kiezen om een staking aan te kondigen op een moment dat dat het minst schadelijk zou zijn voor bijvoorbeeld de schoolgaande jeugd. Dat vind ik toch een positief punt dat we ook moeten erkennen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik wilde gewoon mijn appreciatie uiten voor de minister, omdat ik het positief vind dat zij erkent dat dat overleg beter kan. We hebben het er al genoeg over gehad, en het wordt nu ook erkend dat dat overleg beter kan en dat er pijnpunten zijn waaraan moet worden gewerkt. Dat is ook duidelijk, daar zullen we het deze middag blijkbaar nog over hebben, naar aanleiding van een aantal actuele vragen rond de benchmark.
Ik hoop net als collega Maertens en de andere collega’s dat het overleg nog tot iets leidt, en dat die staking volgende week toch niet zou doorgaan. Want het klopt, de staking valt in een schoolvakantie, maar we mogen toch niet vergeten dat er momenteel ook nog iets anders aan de hand is, en dat onze zorgverstrekkers ook in de ziekenhuizen moeten geraken. Ik hoop dus dat daar ten minste ook afspraken rond worden gemaakt, zodat bijvoorbeeld de grote lijnen naar de ziekenhuizen toch rijden.
In die zin is het toch nodig dat dat decreet over de continuïteit van de dienstverlening er eindelijk komt. Ik denk dat de minister dat een stukje voor zich uit heeft geschoven vanwege sociale verkiezingen en dergelijke. Maar ik begrijp ook wel dat je op een bepaald moment zegt waar we staan en dat we daar verder voor in overleg gaat met de vakbonden. Dat zal alleszins wel al voor een stuk gebeurd zijn en nog gaan gebeuren. Dat decreet komt er nog en ik kijk daar eigenlijk wel naar uit. Want die discussies hebben lang genoeg geduurd. Die nemen ook tijd van onze al drukke agenda, dus ik ga het daarbij laten.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil in eerste instantie ook onderschrijven wat collega Maertens en collega Bex al hebben gezegd. Ik apprecieer het ook dat men voor die stakingsaanzegging heeft geopteerd voor de kerstvakantie. Zodoende laten ze heel wat extra reizigers niet in de kou staan, ik denk aan onze volledige schoolgaande jeugd. Dat verdient zeker onze appreciatie richting de vakorganisaties. Dat wil ik onderschrijven.
Ik blijf ook beamen dat een staking een recht is, maar dat doe je pas in allerlaatste instantie, met name als het overleg, de dialoog niet meer mogelijk is. Het feit dat er hier nu een stakingsaanzegging is, opnieuw namens de drie vakorganisaties, is voor mij toch een veeg teken, een teken aan de wand dat het overleg heel stroef verloopt.
Mevrouw Brouwers heeft eigenlijk al het gras voor mijn voeten weggemaaid wat betreft het antwoord op collega Robeyns inzake de continuïteit van de dienstverlening. Mevrouw Robeyns, u verwijt mij dat ik dat plots eenzijdig door de keel duw, als het ware, maar dat moet ik toch ten zeerste ontkrachten. Ik breng even in herinnering dat we in 2019 meer dan dertig stakingsdagen hadden en in het bijzondere jaar 2020 toch ook al elf. Elke stakingsdag is er voor mij een te veel, want de reiziger blijft erdoor in de kou staan.
Duw ik nu iemand iets eenzijdig door de keel? Neen! Ik heb op 8 januari een schrijven gericht aan de voorzitter van de raad van bestuur van De Lijn met de expliciete vraag om het sociaal overleg rond de continuïteit van de dienstverlening op te starten. Zoals het in het regeerakkoord ook geschreven staat – en het regeerakkoord is voor mij een overeenkomst tussen partijen en strekt mij tot wet – loopt vanaf dan een termijn van zes maanden om de continuïteit van de dienstverlening al dan niet door te voeren. Ik denk dat we het in deze commissie niet minder dan zeven keer over die continuïteit van de dienstverlening gehad hebben en wanneer ze er zou komen. Ik kan blijven wachten en zou het voor mij uit kunnen blijven schuiven. Ik weet dat 2020 een bijzonder jaar was door de coronacrisis. Ik weet ook dat de sociale verkiezingen zijn uitgesteld. Voor mij is die termijn van zes maanden rekbaar, maar ik heb wel gezegd dat ik in 2020 wilde landen met een voorstel inzake de continuïteit van de dienstverlening, en dat heb ik ook gedaan.
Ik heb dat uiteraard ook besproken met de partners. Ik heb geen feedback gekregen van de raad van bestuur van De Lijn, maar heb wel een uitnodiging gestuurd naar de drie vakorganisaties om dit voorstel voor te leggen. Zij kennen het voorstel, want het is identiek aan het voorstel dat een aantal jaren geleden is doorgevoerd bij de NMBS en dat daar ook aanvaard is en de toets van het Grondwettelijk Hof doorstaan heeft. In die zin ben ik daar vrij gerust in.
Ik geef u ook in alle transparantie mee dat de vakorganisaties gevraagd hebben of het nog uitgesteld kan worden en of ze het voorstel nog wat grondiger kunnen bekijken. Daarop heb ik geantwoord dat ik dit in het belang van de reiziger wil doorduwen. Dit gaat nu zijn weg vervolgen: een advies van de Mobiliteitsraad (MORA), een advies van de Raad van State, eventueel bijsturingen, het parlement, eventueel gedachtewisselingen of hoorzittingen waarbij de sociale partners betrokken bij kunnen worden. Daarna zal het parlement, dat het finale woord heeft, het al dan niet goedkeuren. Is dit nu snel snel eenzijdig iets van bovenaf opleggen? Ik denk dat we nog een weg te gaan hebben en ik hoop dat we die continuïteit van de dienstverlening tegen het zomerreces hebben, in het belang van de reiziger. Dat wat betreft de continuïteit van de dienstverlening.
Inzake techniek is er een probleem, een probleem dat iedereen erkent en waarvan iedereen zegt dat men het wil oplossen. Dat we die stakingsaanzeg binnengekregen hebben – dat signaal is mij vorige week heel duidelijk ter ore gekomen – heeft ermee te maken dat het overleg vaak heel erg eenzijdig gebeurt, in die zin dat het management iets aankondigt en dat het overleg daarmee ophoudt. Als dat zo is, wil ik alleszins zowel het management van De Lijn als de vakorganisaties opnieuw vragen om het hele overleg grondig te bekijken, om er zo voor te zorgen dat dat overleg in de toekomst beter verloopt en dat iedereen zich daar comfortabel bij voelt. Dat is, althans volgens het signaal dat ik gekregen heb, vandaag niet het geval. Daar moet dus aan gewerkt worden. Dat is een werkpunt dat meegenomen moet worden naar de besprekingen die we in de toekomst nog zullen hebben met De Lijn.
Dan heb ik ook de vraag gekregen – maar dat was me niet helemaal duidelijk – van mijnheer Verheyden over de mogelijke privatisering in 2023. Ook dat staat in het regeerakkoord. In het regeerakkoord staat dat men in 2023 in één vervoerregio een tender wil uitschrijven. Een tender, dat is een call of aanbesteding voor die specifieke vervoerregio. En om alle mist weg te nemen: ik heb nog geen enkele kandidatuur in mijn schuif liggen. Ik heb ook nog geen vrijwillige kandidaatstelling gekregen van een vervoerregio. Maar we houden er alleszins wel aan vast dat we dat gaan organiseren in 2023 en dat iedereen die zich geroepen voelt, kan intekenen op die call.
De werkpunten tout court, of die nu gaan over techniek of over overlegstructuur, zullen in de toekomst allemaal heel veel aan bod komen. Ik denk dat iedereen het erover eens is, ook in deze commissie, dat er heel veel werkpunten op tafel liggen en dat we daar dringend werk van moeten maken. Wat dat betreft, kijk ik in eerste instantie naar het management van De Lijn, maar uiteraard ook naar de vakorganisaties. Ik hoop dat de staking vanaf 21 december nog kan worden voorkomen.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord en voor uw gedrevenheid. Het heeft allemaal lang geduurd maar het is terecht dat we het sociaal overleg en de nieuw verkozen vakbondsafgevaardigden de tijd hebben gegeven om met een voorstel te komen voor de continuïteit van de dienstverlening. Collega Robeyns, men komt daar niet plots eenzijdig mee af. Neen, het was al lang aangekondigd door de minister en door de meerderheid in het parlement dat we naar een dergelijk systeem wilden gaan. Ik ben er blij om dat er nu een voorstel op tafel ligt. Ik hoop dat het zo snel mogelijk kan worden goedgekeurd in de plenaire vergadering van ons parlement.
De heer Verheyden heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ook onze fractie is uiteraard bijzonder tevreden dat er nu eindelijk een plan op tafel ligt wat betreft de continuïteit van de dienstverlening. Het kan niet zijn dat de reiziger telkens weer de dupe is van de onenigheid tussen de directie en het personeel van De Lijn. Uiteraard staan wij achter het stakingsrecht, maar een staking kan pas worden uitgevoerd als laatste redmiddel. Soms hebben we toch een beetje de indruk dat men daar iets te snel naar grijpt.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik denk dat wanneer drie vakorganisaties een stakingsaanzegging doen, dat een teken is dat er iets schort. U zegt dat ook. Zij doen dat niet voor hun plezier, zij doen dat omdat ze het moe zijn om in slechte omstandigheden te werken. Wat ik aan u vraag is of u niet beter uw tijd en energie zou steken in het wegnemen van de oorzaak van die staking en dat op die manier de dienstverlening voor iedereen zou gegarandeerd kunnen zijn. Vandaag is het enige wat er gegarandeerd is, dat er op de meeste plaatsen te weinig bussen komen.
We komen er inderdaad deze namiddag nog op terug, maar er was nu een kans om de rust in het bedrijf te laten weerkeren. Wij vinden het niet slim om op dat moment het sociaal overleg zijn werk niet te laten doen en toch uw zin door te duwen. U zegt wel dat u veel belang hecht aan sociaal overleg, maar tegelijkertijd zegt u dat u dit toch zult doorduwen. Blijkbaar gaat het hier over principes die belangrijker zijn dan werk maken van de oorzaak van de staking. Ik vind dat bijzonder jammer.
Voorzitter, we zullen hier ongetwijfeld nog op terugkomen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.