Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer D'Haese heeft het woord.
In november vorig jaar werd bekend dat er van de albatrostrams die amper vijf jaar geleden in dienst werden genomen, een aantal niet konden uitrijden wegens gebrek aan vervangingswielen. Uit recentere informatie blijkt dat sommige albatrostrams in Gent sindsdien nog steeds niet zijn uitgereden, omdat de technische diensten niet de tijd hebben om ze te herstellen. Het onderhoud wordt uitgesteld ten voordele van trams waar minder onderhoudswerk aan is. Dat maakt dat twee van die peperdure trams vandaag niet rijden en op dit ogenblik enkel worden gebruikt voor opleiding. De media melden dat het aantal niet gereden tramritten in Gent zienderogen stijgt. In 2018 waren het er 3, in 2020 zijn het er 89.
Minister, sinds wanneer zijn de wisselstukken, waar vorig jaar nog een tekort aan was, om alle albatrostrams gebruiksklaar te kunnen maken voor tramritten, beschikbaar? Is er een verband tussen de stijging van het aantal niet gereden tramritten in Gent en de stilstaande albatrostrams?
De trams waarvan sprake zouden niet hersteld raken, omdat de herstelling te arbeidsintensief is, zo werd er gecommuniceerd. Is er een tekort aan technici in de Gentse stelplaatsen? Hoe wilt u dit probleem oplossen? Tegen wanneer moet dit probleem ten laatste opgelost zijn?
Klopt het dat ter vervanging van de albatrostrams vandaag steeds meer een beroep wordt gedaan op hermelijntrams, die niet toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers? Is dit ook het geval op tramlijnen die werden gecategoriseerd als meer mobiel, waar minder mobiele tramgebruikers normaal gezien geen aanvraag hoeven te doen om mee te kunnen rijden?
Er wordt al sinds ongeveer een jaar gezegd door vertegenwoordigers van De Lijn dat haar diensten steeds beter bemand raken en dat de personeelstekorten worden opgelost. Kunt u een stand van zaken geven van de versterking van de technische diensten bij De Lijn? Welke evolutie ziet u in het afgelopen jaar en hoe moet dit verder evolueren? Zijn er bijkomende middelen nodig om een inhaalbeweging te kunnen maken?
Minister Peeters heeft het woord.
Sinds september 2019 zijn de wisselstukken allemaal voorhanden. Toen had De Lijn al een achterstand van bijna anderhalf jaar opgelopen wegens laattijdige bestellingen door De Lijn zelf en het niet respecteren van de op zich al lange levertermijnen door de leverancier.
Er is geen verband tussen de stijging van het aantal niet gereden tramritten in Gent en de stilstaande albatrostrams omdat men hermelijntrams heeft ingezet voor de albatrostrams die stilstonden voor het onderhoud ervan. Hierdoor bleven de diensten behouden.
De trams waarvan sprake zouden niet hersteld geraken. Tegen wanneer zou dit probleem opgelost zijn? Wat met de technici in de Gentse stelplaatsen? Eind 2019 was er een tekort aan technici en dit werd stelselmatig weggewerkt door veel nieuwe aanwervingen in 2020. Een personeelstekort is niet heel snel op te lossen. Er is sowieso een krapte op de arbeidsmarkt, zeker inzake technisch personeel, maar daar is alleszins volop op ingezet. De Lijn heeft ervoor gezorgd dat de laatste twee vacante plaatsen in de stelplaatsen in Gent begin januari 2021 worden ingevuld. Dan zal er geen personeelstekort meer zijn. Tegelijkertijd zal de achterstand in verband met de herstellingen tegen eind februari 2021 moeten zijn weggewerkt.
Mijnheer D’Haese, het is natuurlijk altijd delicaat specifieke einddata te geven. Ik neem aan dat u dit al agendeert en dat u in februari of begin maart 2021 opnieuw met een vraag om uitleg zult komen, maar dit is alleszins de informatie waarover ik nu beschik.
Wat uw vraag over de toegankelijkheid van de hermelijntrams betreft, kan ik enkel stellen dat de hermelijntrams even toegankelijk zijn als de albatrostrams. Enkel bij de oudere toestellen is er meer ruimte tussen het perron en de tram, maar dit wordt stelselmatig aangepast, zodat er ook in verband met de hermelijntrams een maximale toegankelijkheid komt. De Lijn tracht alleszins de albatrostrams zo efficiënt mogelijk in te zetten. In die zin is dit euvel van de baan.
Uw laatste vraag betreft opnieuw de technici. In 2020 zijn 144 nieuwe technici bij De Lijn gestart. Dat is het aantal op 30 november 2020. Dat betekent een netto personeelsgroei met 46 personen. Om het team alsnog te versterken, zal De Lijn ook in 2021 verder op de aanwerving van technisch personeel focussen. Aangezien het technisch personeel dit intern doet, zijn geen bijkomende middelen nodig voor het onderhoud van de albatrostrams.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, op basis van uw antwoorden heb ik nog een aantal korte bijkomende vragen.
Als de stijging van het aantal niet-gereden ritten in Gent geen gevolg van de stilstaande albatrostrams is, vraag ik me af wat dan wel de reden is. Is dat het personeelstekort? Hebben we te weinig tramchauffeurs? Waarom is die stijging er wel?
U hebt eerst gezegd dat het tekort aan technici in 2020 is weggewerkt, maar nu zal dat begin volgend jaar gebeuren. Dat is jammer, want de heer Kesteloot heeft in deze commissie verklaard dat 2019 een rampjaar was en dat 2020 het jaar van de ommekeer zou worden. Het is jammer te zien dat we in 2020 met deze toestanden zitten. Peperdure, splinternieuwe strams staan tot een jaar lang stil. Ik hoop dat hier verandering in komt.
Het is inderdaad zo dat enkel de oude hermelijntrams niet zijn aangepast, maar in Gent zijn dat er 14 van het totaal van 85 trams. Dat is niet niets. Volgens u wordt dit stelselmatig aangepakt, maar ze rijden nog wel rond. Mijn specifieke vraag is of die niet-toegankelijke trams ook worden ingezet op de lijnen waarop, normaal gezien, de albatrostrams prioritair worden ingezet. Ik weet dat dit een heel specifieke vraag is die ik misschien veeleer in Gent moet stellen, maar als u hierover informatie hebt, kunt u die misschien al geven.
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me kort bij deze vraag om uitleg aansluiten. Ik heb zelf een schriftelijke vraag over de beschikbaarheid van het rollend materieel van De Lijn gesteld. Als veel overheidsgeld in het rollend materieel wordt geïnvesteerd, is het toch bijzonder problematisch dat die vloot deels stilstaat.
Minister, ik zou ook het voorbeeld van het proefproject met elektrische bussen kunnen geven. U hebt verklaard dat die bussen enkel in Leuven al rijden. Ze kunnen daar enkel in functie van het aantal opgeleide chauffeurs rijden. Ik vind dat problematisch, want die bussen kosten veel geld en De Lijn moet ervoor zorgen dat ze optimaal renderen.
We zien eigenlijk, als we u vragen stellen over de inzetbaarheid, dat er vaak algemene antwoorden komen. Men kan niet zeer helder zeggen wanneer welk rollend materieel stilstaat. Zou het niet nuttig zijn om dat zeer scherp te monitoren? Bent u van plan om in dat opzicht een vraag aan De Lijn te stellen? Voor we kunnen remediëren, moeten we toch eerst weten wat er fout loopt? Ik vraag om een zeer duidelijke monitoring door De Lijn van wat er gebeurt met het rollend materieel en wanneer dat al dan niet functioneert.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik begin met de laatste vraag van de heer Bex. U weet dat de benchmarkstudie intussen is opgeleverd. Specifiek dat probleem dat u aanhaalt zit daar duidelijk in. Het is opgegeven als een werkpunt waarop moet worden ingezet, meer specifiek het informatiemanagement inzake het materieel van De Lijn. Daaromtrent is sinds eind 2019 een uitgebreide toelichting ter beschikking gesteld door De Lijn. Toen was er eigenlijk al een wake-upcall voor bijsturing. U vraagt hoe we dat toekomstgericht gaan monitoren. We hebben vrijdag met de regering een besluit genomen dat zegt dat De Lijn interne exploitant kan blijven, maar dat er heel wat werkpunten zijn, specifiek gelinkt aan de exploitatie, en die zullen alleszins strikt worden opgevolgd met een jaarlijkse monitoring. Dat zal straks voorwerp uitmaken van de beheersovereenkomst die we zullen sluiten met De Lijn voor de komende jaren. U weet dat de bestaande beheersovereenkomst met één jaar verlengd is. De nieuwe beheersovereenkomst zal de werkpunten van de benchmark die te maken hebben met exploitatie en beheer omvatten.
Mijnheer D’Haese, het jaar 2020 is volgens u het jaar van de kentering. Inderdaad, in 2019 was er een heel groot personeelstekort. Als er veel personeel met pensioen gaat en dergelijke, zou men dat tijdig moeten weten en kunnen schakelen. Blijkbaar was er op dat moment een heel grote krapte, maar dat heeft men in 2020 serieus kunnen bijbenen. Dat was misschien niet heel duidelijk, maar voor heel Vlaanderen heeft men in 2020 tot en met eind november, 144 nieuwe technici kunnen aanwerven. Dat betekent een nettopersoneelsgroei van 46 personeelsleden. We hopen met deze extra’s tegemoet te kunnen komen aan de krapte inzake technisch geschoold personeel. In Gent is er totaal geen krapte meer: de laatste twee vacante plaatsen worden ten laatste begin januari 2020 ingevuld.
Inzake de toegankelijkheid van de hermelijntrams in regio Gent verzekert De Lijn mij dat ze trachten voor een zo goed mogelijke mix van de voertuigen te zorgen, zeker in de spits. Men tracht zeker voor de lijnen 2 en 4, maar ook voor lijn 1 telkens een albatrostram in te zetten. Ook in de spits op lijn 4 wordt altijd een albatros ingezet om maximaal aan de noden tegemoet te komen. Dat is de bijkomende informatie die ik krijg. Ik hoop inderdaad dat in de toekomst alles beter gaat met de exploitatie van De Lijn.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik heb niet willen vooruitlopen op de discussie van straks, over de malaise bij de technische diensten. Maar ik denk dat ook dit wel aantoont dat we daar met een probleem zitten dat moet worden opgelost. Dat gaat niet alleen over personeel of laattijdige bestellingen. Er loopt heel wat mis over hoe die mensen worden ondersteund en hoe dat werk wordt gewaardeerd. Maar ik denk dat we het daar straks nog over zullen kunnen hebben. Ik hoop dat ik tot dan kan blijven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.