Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Voorzitter, dit dossier is ietwat ouder, maar daarom niet minder pijnlijk. We weten hoe de affaire-Toporovski tot stand is gekomen. Er heerste twijfel over een aantal werken in de collectie van Igor en Olga Toporovski, die bij de Stichting Dielegem waren ondergebracht en aan het Museum voor Schone Kunsten Gent (MSK Gent) waren aanboden. Het MSK Gent heeft hier een tentoonstelling rond georganiseerd, die uiteindelijk moest worden gesloten. De politie heeft de werken in bruikleen in beslag genomen. De directrice van het MSK Gent is geschorst. Een audit door het onderzoeksbureau Ernst & Young heeft geconcludeerd dat het MSK Gent tijdens de screening van de collectie spijtig genoeg onvoldoende zorgvuldig te werk is gegaan.
Hier is veel ophef rond geweest. Tijdens de vorige legislatuur is hier in deze commissie veel over gepraat. Een aantal Vlaamse volksvertegenwoordigers vreesden dat heel de commotie over de affaire nefast was voor het imago van Vlaanderen en voor de reputatie van onze internationaal hoog aangeschreven Vlaamse musea.
Minister-president, uw voorganger, voormalig minister van Cultuur Gatz, is met het Vlaams Museumoverleg in gesprek gegaan om hier gevolg aan te geven. Het was belangrijk lessen te leren uit wat is gebeurd, zodat de Vlaamse musea zich in de toekomst kunnen wapenen om, conform de principes van de International Council of Museums (ICOM) inzake tentoonstellingen, het tentoonstellen van kunstwerken met een onduidelijke oorsprong of authenticiteit te vermijden. Het is belangrijk dat het Vlaams museumveld zich vragen blijft stellen en zich hierover beraadt. Er is al veel overleg geweest. We lezen in de media de laatste tijd meer en meer over vervalsingen die aan het licht komen en over zaken die niet helemaal helder zijn. We hebben in deze commissie al meerdere keren aangeklaagd dat de Kunstcel van de federale politie met één persoon wel erg beperkt is om zaken op te sporen. Hierdoor staan de musea bijna alleen in het gevecht tegen valse kunstwerken.
Ik vraag me af wat de stand van zaken is. Hebt u contact gehad met het Vlaams Museumoverleg? Hoe zit het met de specifieke case van de collectie-Toporovski? Hoe schat u de geleden imagoschade van de Vlaamse musea in? Wordt nog voorzien in stappen om dergelijke situaties in de toekomst te vermijden? Welke lessen hebben we uit deze case geleerd? Moet de museale bruikleenpraxis in het Vlaams museaal veld worden aangepast? Ik kan me inbeelden dat uw kabinet bezig is met de opmaak van de Strategische Visienota Cultureel Erfgoed, wat voor mij de aanleiding was om deze vraag om uitleg te stellen. Zal dit ook een plaats in die visienota krijgen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, de zaak-Toporovksi vormt het voorwerp van een gerechtelijk onderzoek. Een actieve opvolging van mijn kant zou ingaan tegen de vertrouwelijkheid van het gerechtelijk onderzoek, wat uiteraard niet wenselijk is. De aangehaalde audit van Ernst & Young is in het licht van het onderzoek ondertussen strafrechtelijk in beslag genomen. Noch ik, noch de musea hebben kennis van de conclusies.
Voorlopig heb ik met het Vlaams Museumoverleg en met ICOM Vlaanderen nog geen contact gehad over dit onderwerp. Wanneer er een definitieve uitspraak van de gerechtelijke autoriteiten is, zou het goed zijn met ICOM Vlaanderen en het Vlaams Museumoverleg een open gesprek aan te gaan over de lessen die hieruit kunnen worden getrokken.
Wat mijn inschatting van de geleden imagoschade betreft: de zaak-Toporovski heeft internationale aandacht gekregen, maar gaat het natuurlijk om een alleenstaand voorval. Het lijkt er niet op dat deze zaak blijvende imagoschade veroorzaakt, en al zeker niet voor het geheel van de musea in Vlaanderen.
Het beste bewijs hiervan is wel de geweldige Van Eycktentoonstelling begin dit jaar in het MSK zelf, die helaas door corona vroegtijdig de deuren moest sluiten. Deze tentoonstelling was niet enkel een groot publiekssucces, ze kon ook rekenen op heel wat prestigieuze bruiklenen uit binnen- en buitenland. Als het MSK of het Vlaamse museumlandschap in zijn geheel zo’n grote imagoschade geleden zou hebben, zou dat waarschijnlijk niet mogelijk geweest zijn. Ik denk dus dat dat nogal meevalt.
Er zijn dus geen aanwijzingen dat deze zaak op een of andere manier blijvend wantrouwen veroorzaakt bij het publiek of bij andere musea. Internationaal is de zaak-Toporovski natuurlijk ook niet het enige voorval in zijn soort. Recent presenteerde het Museum Ludwig in Keulen nog de resultaten van een onderzoek naar de eigen collectie Russische avant-gardekunst. Daaruit bleek dat bij bijna de helft van de werken, namelijk 22 van de 49, vragen gesteld worden over de authenticiteit ervan. Dit is dus een internationaal probleem, dat veel verder gaat dan de Gentse zaak op zich.
Deze stappen worden continu gezet door musea, door het doorlopen van de bestaande procedures en het toepassen van de deontologische code van ICOM. Uiteraard moeten musea, conform de deontologische code, ernaar streven om geen kunstwerken met een onduidelijke herkomst of authenticiteit op te nemen in hun permanente collectie of tijdelijke tentoonstellingen.
Het verzekeren van de authenticiteit van stukken is een bijzonder grote uitdaging voor de musea, internationaal en dus ook in Vlaanderen. De technologische mogelijkheden evolueren snel, voor het verzekeren van authenticiteit van stukken, maar ook voor het vervalsen ervan. Dit moet dus zeker nauw opgevolgd worden. Een voorval als de zaak-Toporovski kan natuurlijk alleen maar aanzetten om hier nog veel omzichtiger mee om te gaan.
Welke lessen hebben we hieruit geleerd? Zoals aangegeven bij de vorige vraag, kan dit alleen maar aanzetten tot nog meer omzichtigheid bij de omgang met collecties, ook bij langdurige bruiklenen. Met betrekking tot de zaak-Toporovski is het evenwel wachten op het einde van het onderzoek om hier concrete lessen uit te trekken.
De visienota is inderdaad volop in opmaak. Ik zal ze uiterlijk op 1 april 2021 aan het Vlaams Parlement presenteren. Het is evenwel wat te vroeg om uitspraken te doen over wat er concreet in zal staan. Algemeen kan ik op dit punt wel zeggen dat ik in mijn strategische visienota onze cultureelerfgoedorganisaties vooral voldoende ruimte wil garanderen voor het kwalitatief uitvoeren van de cultureelerfgoedfuncties, waarvan ‘verzamelen en herkennen’ er een is. In dat bredere kader zal aandacht voor zorgvuldig verwerven, zowel tijdelijk als permanent, waarschijnlijk wel een eigen plaats krijgen. Het gaat daarbij niet enkel om het verzekeren van authenticiteit van stukken of collecties, maar vaak ook over de herkomst ervan. Voor de eigenlijke kwaliteitsgarantie reken ik evenwel op de zelfregulerende werking van de sector, gekoppeld aan de bestaande deontologische codes.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Ik was ervan op de hoogte dat de audit nog steeds in beslag genomen is. We moeten daar dus nog even wachten tot er een definitieve uitspraak volgt.
Ik vind het wel heel goed dat u, net als ik, bevestigt dat het wel heel goed meevalt met de imagoschade. Ik vind dat we dat hier nog eens moeten durven te herhalen, dat dat ook eens publiekelijk gezegd wordt.
Het was mij nog niet helemaal duidelijk of die gesprekken nog lopende zijn met het Museumoverleg omtrent de lessen die we moeten trekken. Uw voorganger heeft dat opgestart. Of is dat gewoon onderdeel van een procedure geworden?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, collega D’Hose, voor de vraag. Het is goed om bepaalde zaken blijvend onder de aandacht te houden, zeker nu we met zijn allen uitkijken naar uw visienota, minister-president, die u op 1 april 2021 zult indienen. We kijken uit naar die Visienota Cultureel Erfgoed, net zoals naar de Visienota Kunsten, want dat is een belangrijk moment.
Minister-president, ik ben verheugd te horen dat de herkomst, naast de authenticiteit, voor u een minstens even belangrijke zaak is. We hebben daar al vaak over gepraat. Zeker wat roofkunst betreft, is België een heel slechte leerling. Dat heeft te maken met de opdoeking van de cel Kunst en Antiek. Ik zal de Federale Regering aanmanen om deze cel opnieuw te activeren, zodat België niet langer een spil van illegale kunsthandel wordt.
Ik hoop dat er in de Strategische Visienota Cultureel Erfgoed een mooi hoofdstuk komt over een ander belangrijk aspect, namelijk de restitutieproblematiek. Ik hoop dat u dit doet in nauw overleg met de museumsector en met FARO, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, maar ik hoor dat dit ook gebeurt. Ik hoor positieve geluiden, wat belangrijk is. Naast de herkomst en de authenticiteit is de restitutie van kunst een belangrijk aspect. Ik kijk ernaar uit een mooi hoofdstuk hierover te lezen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, in het verleden hebben we vooral onze bezorgdheid om de imagoschade geuit. Op korte termijn heeft dit wel voor ophef gezorgd, maar ik denk dat het klopt dat het al bij al goed meevalt. Het is een alleenstaand geval. We moeten dat te allen tijde vermijden, maar jammer genoeg gebeurt hier en daar wel eens iets. Het komt er dan op aan daar zo goed mogelijk mee om te gaan en alle bestaande regels, procedures en deontologieën zo goed mogelijk te volgen. Het zou goed zijn na het gerechtelijk onderzoek nog eens een open debat te voeren over de vraag of er eventueel nog nood aan bijsturingen is. Het is vooral van belang dat iedereen, ook de inrichtende machten, zich van de deontologie, de regels en de procedures bewust is en alles zo goed mogelijk volgt.
Het is dan ook goed dat FARO sinds dat moment op sensibilisering heeft ingezet. Ik denk dat FARO daar nu een vormingsaanbod voor heeft en het plan heeft dit in de toekomst voort te zetten. Dat is een goede zaak.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw D’Hose, het Vlaams Museumoverleg vergadert nog altijd. Wat ik in mijn antwoord heb gezegd, is dat we het best na de gerechtelijke uitspraak specifiek over de zaak-Toporovski praten. Het is niet zo dat het Vlaams Museumoverleg stilligt. Dit topic wordt het best pas na de gerechtelijke uitspraak op de agenda gezet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.